Artikel 4. De samenstelling van de commissie Artikel 5. Vereisten voor het lidmaatschap van de commissie

Vergelijkbare documenten
Reglement Bezwarencommissie functiewaardering voor het katholiek onderwijs (gewijzigd per )

Reglement Bezwarencommissie Functiewaardering Christelijk en Algemeen Bijzonder Primair en Voortgezet Onderwijs

Reglement Landelijke bezwarencommissie functiewaardering confessioneel BVE

Instellingsbesluit en Huishoudelijk Reglement. Landelijke Bezwarencommissie Functiewaardering. voor het Bijzonder Onderwijs

Reglement van Instelling Huishoudelijk Reglement

REGLEMENT VOOR DE COMMISSIE VOOR GESCHILLEN VAN HET CONFESSIONEEL MBO

Reglement Tuchtcommissie

REGLEMENT CENTRALE COMMISSIE VAN BEROEP VOOR EINDEXAMENS REGIO NIJMEGEN

REGLEMENT ALGEMENE BEPALINGEN VOOR INTERNE COMMISSIES INHOUDSOPGAVE

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

Reglement van de Commissie van Beroep

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

Reglement commissie van beroep voor de examens

Artikel 2: Benoeming leden Commissie: Artikel 3: Indiening bezwaarschrift: Artikel 4: Behandeling van het bezwaar door de Commissie:

Reglement Geschillencommissie oogo-jeugdplan

REGLEMENT CENTRALE COMMISSIE VAN BEROEP VOOR EINDEXAMENS REGIO NIJMEGEN

Concernstaf. Reglement Geschillenadviescommissie Hogeschool Rotterdam

Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

Reglement van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden

als bedoeld in artikel 60 Wet op het primair onderwijs en in de Instellingsregeling van de Stichting Onderwijsgeschillen

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep

Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

Reglement Vaste Commissie

Inwerking getreden 22 juni Geschillenreglement van de Stadsbank Oost Nederland 2006

Artikel 1 - Geschillencommissie

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

REGLEMENT BEZWAAR TLV

A6 Reglement van Beroep

REGELING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN RUD GRONINGEN

Reglement van Orde College van Beroep voor Nederlandse Associatie voor Examinering

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

Reglement als bedoeld in artikel 9 Regeling Bezwaar- en adviescommissie SPPOH.

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht; Regeling behandeling rechtspositionele bezwaren regio Drechtsteden

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

Taak Artikel 2 De behandeling van klachten die tegen de gewone leden of ereleden zijn ingediend, is opgedragen aan de Raad.

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

REGLEMENT VOOR DE COMMISSIE VAN BEZWAAR

Reglement individueel. Klachtenrecht MCO

Klachtenregeling Stichting Katholieke Onderwijs Centrale

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Reglement Algemene Klachtencommissie Stichting Gilde Opleidingen

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Regeling Bezwarencommissie personele aangelegenheden Universiteit Twente

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College

verordening bezwaarschriftencommissie Gouda

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr ,

Reglement Klacht en Tuchtzaken

Regeling commissie bezwaarschriften rechtspositie gemeente Den Helder

Elektronisch gemeenteblad

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap

20 december 2016 Motie Commissie bezwaarschriften Pagina 1 van 5. gelezen het advies van de commissie Werken en Besturen van 30 november 2016,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeenten Voerendaal, Onderbanken, Nuth, Simpelveld en Schinnen ;

KLACHTENREGELING RELIM

KLACHT OVER PERSONEELSZAKEN

Klachtenregeling Staring College

Reglement Geschillencommissie. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Kunststof- en Rubberindustrie

Artikel 1: Plaats en functie van de Klachtencommissie 2. Samenstelling, voordracht en benoeming van de Klachtencommissie 2

Klachtenreglement Houtdatwerkt

Klachtenregeling ENMS. 2 Begripsbepalingen. 3 Behandeling van de klachten. Het bevoegd gezag,

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Verordening commissie bezwaarschriften

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Reglement van de Geschillencommissie. Vervallen per 1 januari 2018

Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs

Kaderregeling functiebouwwerk Lucas

Regeling Bezwarencommissie Orionis Walcheren Ambtenaren

KLACHTENREGELING Ongewenst Gedrag (Seksuele intimidatie, discriminatie en agressie)

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE

De raad, de werkgeverscommissie, het college van burgemeester en wethouders, en de burgemeester van de gemeente Apeldoorn;

Reglement van de Commissie van Beroep

Reglement. Beroepscommissie. Deelnemers. Zadkine

Klachtenregeling Bovenschoolse directie Herzien juli 2010

Reglement Landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs (LKC KO)

GEMEENTEBLAD 2003 nr.126

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184)

KLACHTENREGELING CEDERGROEP

Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Reglement Klachtencommissie Friesland College

REGLEMENT VAN BEROEP VAN DE KNSA

Vastgesteld in het college van bestuur d.d. 3 juni 2008

Artikel 2. Behandeling van de klachten. Aanstelling en taken vertrouwenspersoon

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING ONDERWIJS

Reglement Commissie van Beroep. Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren WWB/Participatiewet

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

Hoofdstuk 6 Reglement Geschillenprocedure

Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan

KNSB Tuchtreglement. Hoofdstuk 1. Algemeen

Klachtenregeling van Auro, Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs. Het bevoegd gezag Auro,

Transcriptie:

REGLEMENT LANDELIJKE BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK BASISONDERWIJS, (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS, VOORTGEZET ONDERWIJS EN CENTRALE DIENSTEN Artikel 1. Begripsbepalingen a. bevoegd gezag: het schoolbestuur respectievelijk de rechtspersoon waarvan de instelling uitgaat; b. centrales: de vakorganisaties voor overheids- en onderwijspersoneel als bedoeld in de CAO VO of de CAO PO; c. commissie: de Landelijke bezwarencommissie functiewaardering als bedoeld in artikel 5.2, aanhef en onder a, van de CAO VO 2006-2007 of de externe bezwarencommissie functiewaardering als bedoeld in artikel 5.6, onder 1, eerste gedachtestreepje, van de CAO PO 2006-2008; d. functie: het samenstel van werkzaamheden dat door de werknemer krachtens zijn arbeidsovereenkomst moet worden verricht zoals vastgelegd in het functieboek van de instelling; e. instelling: een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de WVO, een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de WPO, een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een instelling als bedoeld in artikel 8, tweede volzin, in de WEC en een centrale dienst als bedoeld als in de WVO, de WPO of de WEC; f. werkdag: een dag waarop de instelling geopend is; g. werknemer: degene die op grond van een arbeidsovereenkomst met het bevoegd gezag werkzaam is bij de instelling en die bij de commissie in bezwaar is gekomen; h. 'VBKO': Vereniging van Besturenorganisaties van Katholieke Onderwijsinstellingen, gevestigd te Den Haag. Artikel 2. Instandhouding, taak en competentie van de commissie 1. De commissie wordt in stand gehouden door de VBKO. 2. De commissie strekt haar werkkring uit over de instellingen die bij haar zijn aangesloten volgens het bepaalde in artikel 3 van dit reglement. 3. De commissie heeft tot taak: a. op verzoek van een werknemer van een instelling als bedoeld in de WVO een bindende uitspraak te doen op het bezwaar van de werknemer op grond van de bepalingen in de CAO-VO inzake de invoering van FUWA-VO dan wel op het bezwaar van de werknemer op grond van de bepalingen in de CAO-VO inzake de functiewaardering; b. op verzoek van een werknemer van een instelling als bedoeld in de WPO of de WEC een bindende uitspraak te doen op het bezwaar van de werknemer op grond van de bepalingen in de CAO-PO inzake de functiewaardering Artikel 3. Aansluiting bij de commissie 1. Bij de commissie kunnen zijn aangesloten instellingen voor katholiek onderwijs, alsmede andere instellingen waarvan tenminste één instelling voor katholiek onderwijs onderdeel uitmaakt 2. Een instelling die ressorteert onder een bevoegd gezag dat is aangesloten bij de VBKO èn dat financieel bijdraagt aan de instandhouding van de bezwarencommissie is bij de commissie aangesloten. 3. De aansluiting brengt voor het bevoegd gezag de verplichting mee zich aan de bepalingen van dit reglement te houden. 4. Middels een daartoe strekkend schrijven - aangetekend te richten aan de VBKO - kan de aansluiting van een instelling bij de commissie worden beëindigd. De VBKO stelt de commissie hiervan op de hoogte.

5. Beëindiging van de aansluiting ontslaat het bevoegd gezag niet van het nakomen van de op het ogenblik van de beëindiging reeds bestaande verplichtingen tegenover de VBKO of tegenover de commissie. Artikel 4. De samenstelling van de commissie 1. De commissie bestaat uit twee leden, twee plaatsvervangend leden en tenminste twee voorzitters die de plaatsvervanger van elkaar zijn. 2. De voorzitters worden benoemd door de bevoegde gezagsorganen van de aangesloten instellingen in overeenstemming met de Centrales van overheids- en onderwijspersoneel. 3. De voorzitters wijzen een lid en een plaatsvervangend lid aan op voordracht van de bevoegde gezagsorganen en een lid en een plaatsvervangend lid op voordracht van de centrales van overheids- en onderwijspersoneel. Artikel 5. Vereisten voor het lidmaatschap van de commissie 1a. Voorzitter, lid en plaatsvervangend lid kan niet zijn hij, die werkzaam is bij of deel uitmaakt van het bevoegd gezag van een instelling, waarover de commissie haar werkkring uitstrekt. 1b. Voorzitter, lid en plaatsvervangend lid, kan niet worden hij die de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt 1. 2. De voorzitter is bij voorkeur iemand die de hoedanigheid van meester in de rechten heeft verkregen op grond van een met goed gevolg afgelegd doctoraal examen in het Nederlands recht aan een Nederlandse universiteit of hogeschool. 3. Voorzitter, leden en plaatsvervangende leden dienen zich te kunnen verenigen met de identiteit van waaruit de instellingen werken. 4. De leden en plaatsvervangend leden worden benoemd voor een termijn van 4 jaar. De leden en plaatsvervangend leden zijn herbenoembaar. 5. In geval van tussentijds aftreden van een van de leden respectievelijk plaatsvervangend leden wordt terstond in de vacature voorzien. Een lid benoemd ter vervulling van een tussentijdse vacature treedt af op het tijdstip waarop zijn voorganger zou zijn afgetreden. Artikel 6. Kennisgeving van de samenstelling van de commissie De voorzitters van de commissie zorgen er voor dat de samenstelling van de commissie, alsmede eventuele wijzigingen daarin, ter kennis worden gebracht van de VBKO en van de centrales van overheids- en onderwijspersoneel. Artikel 7. Het huishoudelijk reglement van de commissie 1. De commissie legt de regeling van haar werkzaamheden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 6 maanden na haar benoeming vast in een huishoudelijk reglement en voorziet daarin in haar secretariaat. 2. De voorzitters zorgen er voor dat dit reglement, alsmede wijzigingen daarvan ter kennis worden gebracht van de VBKO en de centrales van overheids- en onderwijspersoneel. Artikel 8. Bekendmaking aan de bevoegde gezagsorganen en de geledingen 1. De VBKO draagt zorg voor bekendmaking aan de bij de commissie aangesloten bevoegde gezagsorganen van dit reglement, van de samenstelling van de commissie, van het kantooradres van de secretaris van de commissie en van het huishoudelijk reglement van de commissie. 2. Het bevoegd gezag zorgt er voor dat het reglement, de samenstelling van de commissie, het kantooradres van de secretaris van de commissie, alsmede het huishoudelijk reglement 1 Met dien verstande dat wanneer een lid gedurende de zittingstermijn de leeftijd van 70 jaar bereikt, hij/zij niet meer herbenoembaar is voor een nieuwe termijn. 2

van de commissie op een voor het personeel toegankelijke plaats in de instelling ter inzage beschikbaar is. 3. Deze kennisgevingen worden bij wijzigingen steeds onverwijld aangepast. Artikel 9. Het aantekenen van bezwaar inzake functiewaardering in het PO 1. De werknemer van een instelling als bedoeld in de WPO of de WEC kan bij de commissie gemotiveerd bezwaar aantekenen indien hij zich niet kan verenigen met het besluit dat de werkgever heeft genomen inzake: 1. de waardering van zijn functie; 2. de beschrijving van zijn functie in relatie tot de hem opgedragen werkzaamheden. 2. Indien de werkgever een interne bezwarencommissie functiewaardering heeft ingesteld dient de werknemer eerst bezwaar aan te tekenen bij de interne bezwarencommissie. Als de werknemer zich niet kan verenigen met het besluit dat de werkgever na ontvangst van het advies van de interne bezwarencommissie heeft genomen, kan hij gemotiveerd bezwaar aantekenen bij de externe bezwarencommissie functiewaardering. 3. Voor de indiening van het bezwaar geldt een termijn van 6 weken na de ontvangst van het schriftelijke (nieuwe) besluit van de werkgever. Artikel 10. Het aantekenen van bezwaar inzake functiewaardering in het VO 1. De werknemer van een instelling als bedoeld in de WVO kan gedurende de invoering van FUWA-VO bij de commissie gemotiveerd bezwaar aantekenen indien hij zich niet kan verenigen met het besluit dat de werkgever na ontvangst van het advies van de interne bezwarencommissie heeft genomen inzake: 1. de waardering van zijn functie; 2. de wijze waarop de in het invoeringsplan FUWA-VO beschreven procedure is gevolgd voorzover betrekking hebbend op de werknemer, die bezwaar aantekent; 3. de beschrijving van zijn functie in relatie tot de hem opgedragen werkzaamheden. 2. Voor de indiening van het bezwaar bedoeld in lid 1 van dit artikel geldt een termijn van 20 werkdagen na ontvangst van het schriftelijk besluit van de werkgever. 3. De werknemer van een instelling als bedoeld in de WVO kan bij de commissie gemotiveerd bezwaar aantekenen anders dan in samenhang met de invoering van FUWA-VO indien hij zich niet kan verenigen met: 1. de waardering van zijn functie 2. de beschrijving van zijn functie in relatie tot de hem opgedragen werkzaamheden. 4. Een bezwaar als bedoeld in lid 3 van dit artikel wordt zo spoedig mogelijk ingediend 2 nadat de werknemer schriftelijk bericht van de werkgever heeft ontvangen op zijn verzoek om vaststelling dan wel wijziging van de waardering van de functie dan wel van de beschrijving van de functie. Artikel 11. Indiening van het bezwaarschrift en het verweerschrift 1. De werknemer, die bezwaar heeft aangetekend als bedoeld in artikel 9 of artikel 10 van dit reglement, dient bij de commissie een gedateerd en door hem of zijn raadsman ondertekend gemotiveerd bezwaarschrift in. Bij het bezwaarschrift worden gevoegd: 1. een afschrift van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt; 2. indien van toepassing: het advies van de interne bezwarencommissie en het nieuwe besluit van het bevoegd gezag; 3. een afschrift van de arbeidsovereenkomst; 4. afschriften van de stukken die op het bezwaar betrekking hebben; 5. de namen en de correspondentieadressen van de werknemer en van het bevoegd 2 De commissie houdt voor de indiening als richtlijn een termijn van 6 weken aan bij gebrek aan een termijn in de CAO. 3

gezag van de instelling waar de werknemer werkzaam is. Bij het bezwaarschrift worden voorts alle op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd. 2. De werknemer verzoekt de commissie om een voor partijen bindende uitspraak. 3. De stukken worden ingediend bij de commissie door toezending aan het bekend gemaakte kantooradres van de secretaris. 4. Indien het bezwaarschrift niet voldoet aan de eisen welke in de voorgaande artikelen daaraan worden gesteld, wijst de voorzitter de verzoeker op het verzuim en stelt deze in de gelegenheid binnen een termijn van twee weken het verzuim te herstellen. 5. Van alle door de verzoeker aan de commissie overgelegde stukken ontvangt de wederpartij onverwijld een afschrift. 6. De commissie stelt de wederpartij in de gelegenheid om binnen een termijn van vier weken schriftelijk verweer te voeren. Artikel 12. Bevoegdheid commissie Indien de commissie van oordeel is dat zij niet bevoegd is het bezwaar te behandelen kan de commissie zonder nader onderzoek terstond op het bezwaar beslissen. Artikel 13. Intrekken van het bezwaar De werknemer kan zijn bezwaar schriftelijk en ter zitting ook mondeling intrekken. De secretaris doet van een schriftelijk intrekking van het bezwaar onverwijld mededeling aan het bevoegd gezag. Artikel 14. De hoorzitting 1. De voorzitter bepaalt de plaats waar en de dag en het uur waarop het bezwaar mondeling zal worden behandeld in een hoorzitting. 2. De hoorzitting vindt uiterlijk binnen zes weken na de ontvangst van de laatste schriftuur plaats. 3. Partijen worden per aangetekende brief voor de hoorzitting opgeroepen. Zij kunnen zich door een gemachtigde laten vervangen of zich door een raadsman laten bijstaan. De commissie kan van de gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen. 4. Indien een partij de voorzitter verzoekt de hoorzitting op een andere dag te bepalen, wordt alvorens daarop te beslissen de andere partij door de voorzitter in de gelegenheid gesteld haar standpunt dienaangaande kenbaar te maken. 5. De commissie kan ambtshalve of op verzoek van partijen getuigen en deskundigen oproepen voor de hoorzitting. 6. Partijen kunnen getuigen en deskundigen ter zitting meebrengen met dien verstande dat zij de namen van die personen uiterlijk op de vierde dag voor de zittingsdatum schriftelijk opgeven aan de secretaris van de commissie en aan de wederpartij. 7. Indien de commissie zulks ter beslissing van de zaak nodig acht, kan zij al dan niet op grond van een daartoe strekkend verzoek van een partij getuigen en deskundigen ter zitting horen. Indien zij van deze bevoegdheid gebruik maakt, doet de voorzitter hiervan vooraf mededeling aan partijen. 8. De voorzitter heeft de leiding van de hoorzitting. Hij geeft elk van de partijen de gelegenheid zijn standpunt toe te lichten. Artikel 15. Wraking of verschoning. 1. Voor de aanvang van de behandeling van het bezwaar op de hoorzitting kan op verzoek van een partij een lid van de commissie worden gewraakt: a. indien hij persoonlijk belang bij het geschil heeft; b. indien met een van de leden van het bij de zaak betrokken bevoegd gezag of met de belanghebbende een bloed- of aanverwantschap bestaat tot in de vierde graad ingesloten; c. indien hij een advies in de zaak heeft gegeven of met een van de partijen een bespreking heeft gevoerd; 4

d. indien er een hoge graad van vijandschap of vriendschap bestaat tussen hem en een (of meer leden) van de partijen; e. indien hij binnen een tijdvak van 5 jaren, voorafgaande aan de datum van ontvangst van het verzoekschrift door de voorzitter, deel heeft uitgemaakt of in dienst van het bevoegd gezag van de betrokken instelling is geweest; f. in andere gevallen waarin daartoe een reden aanwezig is om te twijfelen aan de objectiviteit van het betrokken commissielid. De commissie hoort ter vaststelling van de feiten partijen. 2. Ieder lid of plaatsvervangend lid dat weet dat er enige reden van wraking tegen hem bestaat, is gehouden dit aan de commissie mee te delen. In dezelfde gevallen als genoemd in het eerste lid van dit artikel kan een lid van de commissie zich verschonen. 3. Over de wraking of de verschoning wordt zo spoedig mogelijk beslist door de overige leden van de commissie. 4. Bij staking van stemmen wordt de wraking of de verschoning geacht te zijn toegewezen. Artikel 16. Schriftelijke behandeling Met goedvinden van de commissie en partijen kan de behandeling van het bezwaar schriftelijk geschieden. Artikel 17. Uitspraak 1. Uiterlijk binnen zes weken na de laatste zitting waarop het bezwaar is behandeld, stelt de commissie de uitspraak vast. 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. De leden van de commissie kunnen zich niet van stemming onthouden. 3. De leden en de secretaris van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle gegevens waarover zij tijdens de behandeling van de zaak de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen dan wel redelijkerwijs moeten vermoeden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling volgt. 4. De uitspraak bevat: 1. de vermelding van de (plaatvervangende) leden van de commissie die over het bezwaar een beslissing hebben genomen; 2. de vermelding van de partijen en hun vestigingsplaats respectievelijk woonplaats; 3. een weergave van het door partijen aangevoerde; 4. de uitspraak van de commissie en de gronden waarop zij berust. 5. De uitspraak wordt binnen zes weken nadat deze is vastgesteld bij aangetekend schrijven gezonden aan de partijen. Artikel 18. Termijnen Op de in dit reglement genoemde termijnen is de Algemene Termijnenwet van toepassing. Artikel 19. Kosten van de commissie De kosten van de commissie komen ten laste van de bevoegde gezagsorganen van de bij de commissie aangesloten instellingen. Artikel 20. Wijziging van het reglement 1. Dit reglement kan worden gewijzigd a. op voorstel van de commissie b. op voorstel van de VBKO. 2. Ingeval sprake is van een voorstel van de commissie genoemd in het eerste lid onder a, vindt overleg plaats van de commissie met de VBKO. 3. Ingeval sprake is van een voorstel van de VBKO vindt overleg plaats met de commissie. Indien onderling overeenstemming is bereikt wordt het gewijzigde reglement vastgesteld. 5

Artikel 21. Onvoorziene situaties In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter, gehoord de overige leden van de commissie. Artikel 22. Citeertitel Dit reglement kan worden aangehaald als het 'Reglement commissie Functiewaardering voor het katholiek basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en centrale diensten'. Artikel 23. Inwerkingtreding. Dit reglement is in werking getreden met ingang van 26 augustus 1997 en is gewijzigd op 1 januari 1999, 1 februari 2005, 1 juli 2008 en 1 april 2012. Aldus tot stand gekomen in onderlinge overeenstemming tussen VBKO en de commissie. s-gravenhage, april 2012. 6