Werk & Inkomen gemeente@amstelveen.nl De heer B. de Pijper Fractie van de ChristenUnie Postbus 4, 1180 BA Amstelveen Vermeld bij reactie ons kenmerk en datum van deze brief Datum 24 maart 2014 Uw brief van Uw kenmerk - Ons kenmerk - Betreft Vragen ex artikel 33 RvO over de Maatschappelijke tegenprestatie door bijstandsgerechtigden Geachte heer De Pijper, Op 10 februari 2014 heeft u op grond van artikel 33 van het Reglement van Orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Amstelveen aan ons een aantal vragen gesteld over de maatschappelijke tegenprestatie door bijstandsgerechtigden. In deze brief gaan wij in op de door u gestelde vragen. Voor de volledigheid herhalen wij uw inleiding en de door u gestelde vragen (schuin lettertype). Daaronder volgt de beantwoording. In april 2012 heeft het college n.a.v. de beleidsnotitie Tegenprestatie die door wethouder Koops in het college werd ingebracht, een beleid vastgesteld met betrekking tot het leveren van een maatschappelijke tegenprestatie naar vermogen door bijstandsgerechtigden. Dit betrof de volgende verplichting voor bijstandsgerechtigden uit art. 9, lid 1, onder c, WWB. naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Dit onderdeel werd in art. 9 Wwb opgenomen, n.a.v. een sterke lobby van de fractie van de ChristenUnie in de Tweede Kamer in de periode van 2010 2012. In die periode heeft mevr. C. Ortega Martijn, voormalig TweedeKamerlid voor de ChristenUnie, zich sterk gemaakt voor de invoering van een maatschappelijk werkboekje voor bijstandsgerechtigden. In dit werkboekje kan voor bijstandsgerechtigden worden bijgehouden welke maatschappelijke tegenprestaties zij verrichten in relatie tot het recht op bijstand. Deze inzet van mevr. Ortega heeft uiteindelijk de vertaling gevonden in de invoering van art. 9, lid 1, onder c, WWB. Raadhuis Laan Nieuwer Amstel 1 Route per bus - Lijn 149, halte Raadhuis 1182 JR Amstelveen Lijn 186/187, halte Dorpsstraat + 4 min. T (020) 540 49 11 Lijn 172, halte Huis aan de Poel + 8 min. www.amstelveen.nl IBAN NL22 BNGH 0285 0003 14 F000 ICT [ college schriftelijke vragen
Datum 24 maart 2014 Pagina 2 van 6 Wethouder Koops heeft met de hierboven genoemde Beleidsnotitie Tegenprestatie de tegenprestatie naar vermogen door bijstandsgerechtigden in Amstelveen ingevoerd. De fractie van de ChristenUnie hecht daarbij met name aan de volgende uitgangspunten die in de beleidsnotitie zijn neergelegd: De werkzaamheden moeten een maatschappelijk doel / maatschappelijk nut hebben; de werkzaamheden mogen geen belemmering zijn voor het accepteren van werk; de werkzaamheden mogen geen belemmeringen opleveren voor het volgen van een re-integratie traject; de plaatsing / toewijzing van werkzaamheden leidt niet tot verdringing op de arbeidsmarkt; de kandidaat is (fysiek) in staat om de werkzaamheden te verrichten. Bijna twee jaar na dato is de fractie van de ChristenUnie benieuwd hoe het beleid rond de tegenprestatie naar vermogen vanaf 2012 in Amstelveen gestalte heeft gekregen. De fractie van de ChristenUnie heeft daarom de volgende vragen aan het college: Vraag 1: Welk percentage van de bijstandsgerechtigden in Amstelveen komen in aanmerking voor het verrichten van tegenprestatie naar vermogen? : In principe komen alle bijstandsgerechtigden die fysiek en psychosociaal in staat zijn een tegenprestatie of vrijwilligerswerk te doen in aanmerking voor het verrichten van een tegenprestatie. De tegenprestatie mag de re-integratieverplichting echter niet in de weg staan. In de praktijk zullen daarom vooral ouderen of klanten die nog voor een klein deel arbeidsgeschikt zijn en langer dan een halfjaar in de uitkering zitten in aanmerking komen. Daarnaast kan het gaan om klanten die naast de trajectverplichtingen, voldoende ruimte hebben voor de uitvoering van de tegenprestatie. De schatting is dat ongeveer 20% van de bijstandsgerechtigden in aanmerking komt voor een tegenprestatie. Ons klantenbestand is steeds in beweging. Na instroom heeft uitstroom naar een reguliere baan de eerste prioriteit. Het doel en verwachting is dat bijstandsgerechtigden met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt snel naar betaald werk uitstromen. Jaarlijks stromen ongeveer 300 á 400 (50%) Amstelveners in en relatief snel uit de bijstand. Naar schatting ondervinden ongeveer 200 (25%) bijstandsgerechtigden veel belemmeringen bij het vinden van werk. Het re-integratietraject bestaat dan uit plaatsing op bijvoorbeeld een werkervaringsplek, vrijwilligerswerk of een stage. Het doel is dan ook uitstroom naar werk, maar soms zal bijvoorbeeld vrijwilligerswerk het hoogst haalbare zijn. Ongeveer 200 á 300 (30%) bijstandsgerechtigden komen in aanmerking voor een tegenprestatie en levert vaak al een vorm van tegenprestatie. Soms is echter sprake van ernstige psychiatrische problematiek waardoor het onmogelijk is een tegenprestatie uit te voeren. De schatting is dat uiteindelijk ongeveer 20% van de bijstandsgerechtigden in Amstelveen in aanmerking komt voor een tegenprestatie. Vraag 2: Wat is het aantal bijstandsgerechtigden in 2012 en 2013 dat daadwerkelijk een tegenprestatie naar vermogen heeft kunnen verrichten?
Datum 24 maart 2014 Pagina 3 van 6 Het college vindt het van belang dat een bijstandsgerechtigde een vorm van tegenprestatie levert naar zijn/haar voorkeur en dat past bij de persoonlijke capaciteiten en ontwikkeling van de klant. Dit is in lijn met de uitspraken van staatssecretaris Klijnsma in een reactie aan de Tweede Kamer in december 2013. Klijnsma benadrukt in deze brief dat bijstandsgerechtigden een voorkeur voor een tegenprestatie mogen uitspreken. In Amstelveen worden bijstandsgerechtigden door de klantmanager gestimuleerd op zoek te gaan naar vrijwilligerswerk als vorm van tegenprestatie. In 2013 is 327 keer gestart met vrijwilligerswerk. Bijstandsgerechtigden vinden deze werkzaamheden zelfstandig of met hulp van klantmanager of consulent re-integratie. Het college heeft ook de mogelijkheid om officieel een tegenprestatie op te leggen aan een bijstandsgerechtigde. Bijvoorbeeld als een klant te weinig initiatief toont bij de zoektocht naar vrijwilligerswerk. In 2013 is in totaal 78 keer officieel een tegenprestatie opgelegd middels een beschikking. Vraag 3: Hoeveel bijstandsgerechtigden uit deze groep, zijn na het verrichten van een tegenprestatie naar vermogen daadwerkelijk een re-integratietraject gaan volgen en hoeveel bijstandsgerechtigden zijn in staat geweest om een baan in het vrije bedrijf te vinden? Zoals geformuleerd in het beleid van Amstelveen zijn de belangrijkste doelstellingen van de tegenprestatie dat klanten zich maatschappelijk nuttig maken en het in beweging krijgen en houden van mensen met een grote achterstand tot de arbeidsmarkt. Naast het maatschappelijke doel is het ook belangrijk dat het verrichten van een tegenprestatie van positieve invloed is op de re-integratie van de betreffende bijstandsgerechtigden, maar dit is geen doel op zich. In een re-integratietraject kan echter het verrichten van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk als tegenprestatie zeker een instrument zijn om uiteindelijk het doel uitstroom naar werk te bereiken. Een aantal bijstandsgerechtigden ontwikkelt door het leveren van een tegenprestatie in de vorm van vrijwilligerswerk (werk)vaardigheden. De afstand tot de arbeidsmarkt kan daardoor kleiner worden. Op dit moment zitten ongeveer 65 klanten in een dergelijk re-integratietraject. Bij ongeveer 20 bijstandsgerechtigden is vrijwilligerswerk als instrument binnen dit traject ingezet. Vraag 4: Hoe ziet het begeleidingstraject door klantmanagers van de bestaande bijstandsgerechtigden er uit om hen te zetten op een traject van de maatschappelijke tegenprestatie? De begeleiding van een klantmanager is vooral gericht op het realiseren van uitstroom naar regulier werk voor en samen met de bijstandsgerechtigde. Afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt en de mogelijkheden van de klant wordt in eerste instantie een reintegratietraject op maat ingezet. Als de betreffende bijstandsgerechtigde naar oordeel van de klantmanager valt in de doelgroep voor het verrichten van een tegenprestatie wordt de klant gevraagd en gestimuleerd zelf op zoek te gaan naar het (vrijwilligers)werk dat aangemerkt kan worden als een tegenprestatie.
Datum 24 maart 2014 Pagina 4 van 6 De klantmanager heeft ook de mogelijkheid om officieel een tegenprestatie op te leggen aan een bijstandsgerechtigde. Bijvoorbeeld als een klant te weinig initiatief toont bij de zoektocht naar vrijwilligerswerk. De klantmanager kan dan een voorstel doen voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden, bijvoorbeeld ter ondersteuning van ambtenaren werkzaam in het groen. Ook functioneert de klantmanager als gesprekspartner bij de zoektocht naar passende werkzaamheden. Vraag 5: Hoeveel personen die in 2012 en 2013 de Wwb zijn ingestroomd, hebben zelf, buiten de begeleiding door de gemeente om, een mogelijkheid gevonden om een maatschappelijke tegenprestatie te gaan verrichten? Bijstandsgerechtigden die vallen in de doelgroep worden gevraagd en gestimuleerd zelf op zoek te gaan naar het (vrijwilligers)werk van hun voorkeur dat aangemerkt kan worden als een tegenprestatie. Daarnaast functioneert de klantmanager als gesprekspartner bij de zoektocht naar passende werkzaamheden. In 2013 is 327 keer met vrijwilligerswerk gestart. De ervaring is dat bijstandsgerechtigden uiteindelijk zelfstandig passend vrijwilligerswerk vinden omdat zij dan gemotiveerd zijn werkzaamheden van de eigen voorkeur te doen. De rol van de klantmanager als gesprekspartner is echter belangrijk voor bijstandsgerechtigden om te onderzoeken wat mogelijk passende (vrijwilligers)vacatures en welke werkzaamheden de voorkeur heeft. Vraag 6: Hoe ziet de begeleiding van de bijstandsgerechtigden die in een traject van een maatschappelijke tegenprestatie zitten, er uit? Hoe verlopen de contacten met instellingen / werkgevers die bijstandsgerechtigden in hun organisatie een maatschappelijke tegenprestatie laten verrichten? Bijstandsgerechtigden worden gemotiveerd zelfstandig op zoek te gaan naar (vrijwilligers)werkzaamheden van hun voorkeur als vorm van tegenprestatie. Ook Amstelveen heeft met organisaties (binnen en buiten de gemeente) afspraken gemaakt over de verrichting van maatschappelijk nuttige werkzaamheden door bijstandsgerechtigden. Vrijwilligerscentrale Amstelland biedt een traject voor de doelgroep aan. Onder begeleiding en in groepsverband onderzoeken deelnemers hun mogelijkheden voor vrijwilligerswerk in de informele zorg. Op dit moment zijn 20 bijstandsgerechtigden ondergebracht bij de vrijwilligerscentrale. Ook biedt afdeling Wijkbeheer van de gemeente de mogelijkheid voor bijstandsgerechtigden om werkzaamheden te verrichten bij Speelboerderij Elsenhove en de Schooltuintjes. Deze winter is in samenwerking met de afdeling wijkbeheer de mogelijkheid voor werkzaamheden bij sneeuwval uitgewerkt. Een groep van 35 bijstandsgerechtigden is bereid gevonden om bij sneeuw en ijzel voetpaden sneeuwvrij te maken. Bij deze groep is de tegenprestatie officieel opgelegd middels een beschikking.
Datum 24 maart 2014 Pagina 5 van 6 Doel van de werkzaamheden door bijstandsgerechtigden is bij gladheid de veiligheid van vooral ouderen te garanderen. Naast inzet bij sneeuwval worden in samenwerking met de afdeling Wijkbeheer ook andere mogelijke werkzaamheden uitgewerkt, zoals het ruimen van bladeren. Vraag 7 Zijn er in Amstelveen voldoende mogelijkheden bij instellingen / werkgevers om alle bijstandsgerechtigden die in aanmerking komen voor een maatschappelijke tegenprestatie, ook daadwerkelijk op een dergelijk traject te zetten? Er zijn voldoende mogelijkheden voor een maatschappelijke tegenprestatie in Amstelveen. Naast de eerder genoemde projecten, vinden bijstandsgerechtigden ook zelfstandig (vrijwilligers)werk, bijvoorbeeld via de vrijwilligerscentrale. Voorbeelden zijn werkzaamheden als taalcoach, overblijfmoeder, koffie schenken in verzorgingshuizen, vrijwilligerswerk bij Ziekenhuis Amstelland en verschillende parochies in Amstelveen. Vraag 8 In de beleidsnotitie worden een aantal projecten genoemd van werkzaamheden die geschikt zijn voor de tegenprestatie naar vermogen, zoals bijv. klaarovers, schooltuinen, kinderboerderij Elsenhoven, schoonhouden zandbakken en taalvrijwilligers. Welke van de werkzaamheden zijn met succes ingezet en welke werkzaamheden bleken niet geschikt te zijn? Is in de uitvoeringspraktijk van 2012 en 2013 gebleken dat er nog andere projecten voor de tegenprestatie naar vermogen in aanmerking kwamen? Zo ja, welke waren dat? Van de projecten genoemd in de beleidsnotitie zijn in 2012 concrete en haalbare afspraken gemaakt met de afdeling Wijkbeheer voor werkzaamheden bij de Schooltuintjes en op Speelboerderij Elsenhove (zie ook het antwoord op vraag 6). De klantmanager en een contactpersoon bij de afdeling Wijkbeheer beoordelen of de betreffende persoon geschikt is om werkzaamheden te verrichten op deze locaties. In 2013 zijn projecten gestart, die niet genoemd worden in de beleidsnotitie. Een voorbeeld is het begeleidingstrajecten aangeboden door de vrijwilligerscentrale Amstelland en de samenwerking met de afdeling Wijkbeheer omtrent sneeuwruimen (zie ook het antwoord op vraag 6) Naast inzet bij sneeuwval worden in samenwerking met de afdeling Wijkbeheer ook andere mogelijke werkzaamheden uitgewerkt, zoals het ruimen van bladeren. Vraag 9 Welke waardeoordeel geeft het college na ca. twee jaar dat de maatschappelijke tegenprestatie naar vermogen is ingevoerd, aan dit re-integratie-instrument? Het college kan zich nog steeds vinden in de visie op het verrichten van een vorm van tegenprestatie door een bijstandsgerechtigde, zoals is vastgesteld in de beleidsnotitie. De tegenprestatie is geen doel op zich, maar een instrument om uitkeringsgerechtigden te stimuleren om maatschappelijk te participeren. Daarbij is het belangrijk om te kijken wat mensen kunnen en naar welke werkzaamheden de voorkeur uit gaat.
Datum 24 maart 2014 Pagina 6 van 6 Tegenprestatie naar Vermogen wordt door het College niet gezien als een repressiemiddel, maar als een stimulans om bezig te zijn en het liefst op een maatschappelijk verantwoorde manier. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen, de secretaris, de burgemeester, mr. R.J.T. Schurink J.E. Levie, l.b.