Leerlingenmateriaal Op 4 november zijn er presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. Zelfs op de Nederlandse televisie zien we bijna elke avond toespraken, discussies, achtergronden en meer. Het lijkt een spannende race te worden tussen de democraat Barack Obama en de republikein John McCain. In peilingen krijgt Obama ongeveer de helft van de stemmen. McCain komt tot 40%. De overige 0% weet het nog niet. Veel Amerikanen wagen graag een gokje. Bij zogenaamde bookmakers sluiten ze weddenschappen af op allerlei sportuitslagen, maar ook op de uitslag van de verkiezingen. Daar zijn de verschillen groter dan in de peilingen. 65% van de gokkers zette in op Obama. Slechts 35% gokte op McCain. Hoe betrouwbaar zijn de peilingen en de bookmakers? Is Obama echt de grootste kanshebber? Hoe spannend wordt de race? In deze les gebruik je geografische gegevens om de uitslag zo goed mogelijk te voorspellen. Dat lukt natuurlijk nooit helemaal. Anders waren er geen verkiezingen meer nodig. Maar misschien kom je verder dan je denkt. Namen: 3 4 A. Wie bepaalt de uitslag? In de inleiding las je dat Barack Obama in peilingen en bij bookmakers de meeste stemmen haalt. Maar er is hoop voor McCain. Door het kiesstelsel van de V.S. zeggen percentages niet alles. In het verleden heeft de kandidaat met de minste stemmen wel eens gewonnen! Hoe kan dat? Tekst Bij Nederlandse verkiezingen telt elke stem direct mee. Als een partij bijvoorbeeld 5% van de stemmen haalt, dan krijgt deze partij 5% van de zetels in de tweede kamer. 0,66% van alle stemmen levert al één zetel op. Dit heet een systeem van directe vertegenwoordiging. Amerikanen stemmen niet direct. Zij hanteren een districtstelsel. Per staat kiezen zij voor zogenaamde kiesmannen. Het aantal kiesmannen in een staat hangt af van het aantal inwoners. Californië heeft het grootste aantal: 55. In totaal zijn er 538 kiesmannen in de VS. Om de verkiezingen te winnen zijn 70 kiesmannen nodig.
Het lijkt misschien vreemd, maar alle kiesmannen van een staat gaan naar de winnaar in die staat. Als in Californië 5 % van de mensen op de democraten stemt, dan winnen de democraten dus 55 kiesmanen en de republikeinen 0. Een partij komt in het parlement als deze in minimaal één staat een meerderheid haalt. {Afb: kiesmannen - wikimedia commons.png. Bijschrift: Kiesmannen per staat} Opdracht In een districtstelsel is het voor kleine patijen bijna onmogelijk om in het parlement te komen. Leg uit waarom. Het percentage stemmen is dus niet belangrijk. Het gaat om het aantal staten dat een kandidaat haalt en om het aantal kiesmannen dat bij die staten hoort. In 33 van de 5 staten is het vrij zeker wie er wint. Helemaal zeker is het natuurlijk nooit, maar hier won één van beide partijen in het verleden bijna altijd met een grote meerderheid. De presidentskandidaten voeren in deze staten geen campagne, want dat heeft geen zin. Ze steken hun energie, geld en tijd liever in de overige 9 staten. Dat zijn de zogenaamde swing states. Hier kunnen zowel de democraten als de republikeinen winnen.
{Afb swingstates - wikimedia commons. Bijschrift: Democratische staten (blauw), republikeinse staten (rood) en swing states (paars). De getallen geven het aantal kiesmannen per staat weer.} Opdracht a. Om de verkiezingen te winnen zijn 70 kiesmannen nodig. Gebruik de kaart met swing states om te bepalen hoeveel kiesmannen vrij zeker zijn voor de democraten en republikeinen. Vul dit in de onderstaande tabel in. Vul ook in hoeveel kiesmannen elke partij nog nodig heeft uit de swing states. Democraten Republikeinen Vrij zekere kiesmannen Nog nodig uit swingstates Totaal 70 70 b. Welke partij heeft op basis van deze cijfers de beste uitgangspositie? Democraten / Republikeinen c. Vergelijk afbeelding met de themakaarten van de V.S. in de Bosatlas. Welke beweringen zijn waar? O Staten met veel akkerbouw of katoen stemmen overwegend republikeins. O Staten met veel industrie stemmen overwegend democratisch. O Staten met veel minderheden stemmen overwegend democratisch. O Staten met een lage bevolkingsdichtheid stemmen overwegend republikeins.
Opdracht 3 De echte strijd wordt dus gestreden in de 9 swing states. Daar kunne beide partijen winnen. Maar dat wil niet zeggen dat in deze staten beide partijen evenveel kans maken. Sommige swing states neigen meer naar de democraten en andere naar de republikeinen. In opdracht c heb je de eigenschappen van de democratische staten en republikeinse staten bepaald. Deze kenmerken ga je gebruiken om een voorspelling te doen. a. In de onderstaande tabel zie je de namen van de swing states. Zoek in de atlas de kenmerken van deze staten op. Als de kenmerken van de staat het meest overeen komen met democratische staten, zet dan het aantal kiesmannen van deze staat in de kolom Democraten. Als de staat meer op een republikeinse staat lijkt, zet je de kiesmannen onder Republikeinen. Als het echt niet te bepalen is, zet je het aantal kiesmannen onder Neutraal. Staat Oregon (7) Nevada (5) Utah (9) Arizona (5) Minnesota (0) Iowa (7) Missouri () Arkansas (6) Wisconsin (0) Michigan (7) Indiana () Kentucky (8) Tennessee () Ohio (0) West Virginia (5) Pennsylvania () Virginia (3) Florida (7) New Hampshire(4) Totaal (07) Democraten Neutraal Republikeinen Tel de totalen voor de democraten en republikeinen op bij de vrij zekere kiesmannen uit opdracht a. Dit je eerste prognose.
Prognose: Voorspelling kiesmannen voor democraten: Voorspelling kiesmannen voor republikeinen: Voorspelling kiesmannen neutraal: Voorspelling winnaar: Betrouwbaarheid Deze prognose geeft een idee van het kiesgedrag van de staten. Maar de voorspelling van de uitkomst is niet erg betrouwbaar. Als alleen geografische kenmerken van de staten een rol speelden, zou dezelfde partij immers altijd winnen. Zoals je ziet zijn de verschillen ook erg klein. Als één swing state de andere kant op gaat, is de uitslag heel anders. Natuurlijk spelen er andere zaken een rol. Bij verkiezingen zijn ook partijprogramma s en ideeën van kandidaten belangrijk. Wat de kiezers het belangrijkst vinden verandert steeds. Bij de vorige verkiezingen was dat de dreiging van terrorisme. Bij deze verkiezingen speelt de economie een belangrijke rol. B. De economie als inzet Begin september hield CBS News een peiling met maar één vraag: Welk onderwerp vindt u het belangrijkst bij deze presidentsverkiezingen?. De top 3 was als volgt:. De economie/werkgelegenheid: 43%. De oorlog in Irak: 5% 3. Energiebeleid, prijzen van energie: 4% De economie is dus verreweg het belangrijkste thema. Vooral als je bedenkt dat energie en energieprijzen direct met de economie verbonden zijn. De documentaire Made in China gaat over de arbeidsomstandigheden van fabrieksarbeiders in China. Maar deze documentaire belicht ook de gevolgen voor de arbeidsmarkt in de Verenigde Staten. De dvd maakt duidelijk waarom zoveel Amerikanen zich zorgen maken over de economie.
Opdracht 4 Bekijk de hoofdstukken Niet langer made in the US en Vroeger (samen ongeveer minuten). Maak tijdens het kijken de volgende vragen. a. Waarom koopt Wayne Peterson vandaag toch maar geen sportbroek? b. De Amerikaanse mijnwerkers die ontslagen worden, verliezen hun inkomen. Maar dat is niet het enige probleem. Noem een ander gevolg van het ontslag. c. De film legt een verband tussen ontwikkelingen in China en de economische recessie in de Verenigde Staten. Leg uit waarom de Amerikanen last hebben van de Chinese groei. 3 Opdracht 5 Je hebt nu een beeld gekregen van de economische problemen in de Verenigde Staten. De problemen zijn het grootst in staten met veel mijnbouw en industrie. In welke 0 swing states is de meeste mijnbouw en industrie? 3 4 5 6 7 8 9 0
Opdracht 6 Je weet nu waar de strijd tussen de beide kandidaten vooral beslist wordt. Je weet ook welk onderwerp daarbij het belangrijkst is. Kun je met die kennis een uitslag voorspellen? Gebruik daarvoor de websites www.barackobama.com en www.johnmccain.com. Inhoudelijke informatie vind je op beide sites onder Issues. Beschrijf in het kort wat beide kandidaten willen doen om de economie uit het slop te halen. Richt je vooral op de problemen die je in de film gezien hebt. Barack Obama John McCain Opdracht 7 Welke kandidaat heeft volgens jullie groep de beste oplossingen voor de economische problemen? Leg uit waarom: Opdracht 8 Ga er vanuit dat de mensen in de tien staten uit opdracht 5 tot dezelfde conclusie komen als jullie groep. Ze stemmen allemaal op de kandidaat die jullie bij opdracht 7 hebben ingevuld. Pas de tabel in opdracht 3 aan. Verplaats de kiesmannen voor de tien staten uit opdracht 5 naar de partij van jullie keuze. Maak vervolgens een nieuwe prognose. Nieuwe prognose: Voorspelling kiesmannen voor democraten: Voorspelling kiesmannen voor republikeinen: Voorspelling kiesmannen neutraal: Waarschijnlijke winnaar van de verkiezingen:
Tot slot Waarschijnlijk verschilt deze prognose niet heel veel van de vorige. Maar kleine verschillen kunnen in de V.S. een grote invloed op de uitkomst hebben. In 004 won George Bush de verkiezingen van Al Gore. De uitslag werd pas bepaald in de laatste staat: Florida. Het verschil tussen de kandidaten was daar minder dan 600 stemmen! Deze prognose is waarschijnlijk iets beter dan de vorige. Je let nu niet alleen op de eigenschappen van de staten, maar kijkt ook naar wat de belangrijkste problemen zijn. Waarschijnlijk krijgt de kandidaat met het beste antwoord op die problemen extra stemmen. Maar mensen stemmen vaak helemaal niet zo rationeel en informeren zich niet altijd goed. Heel veel mensen kiezen een kandidaat omdat hij gelovig is, uit hetzelfde gebeid komt als zijzelf, dezelfde huidskleur heeft, goed kan spreken of gewoon een leuke uitstraling heeft. Dat maakt verkiezingen onvoorspelbaar en spannend. Hopelijk heb je met deze les wel meer inzicht gekregen in zaken die bij de verkiezingen een rol spelen.