NB: dit verhaal is een concept en nog niet af.



Vergelijkbare documenten

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.


rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Verhaal: Jozef en Maria

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Niet in slaap vallen hoor!

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51


Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

2

TONEELSTUK Marama en de krokodillenrivier.

De magische deur van KASTEEL013

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Door het raam ziet ze Bea, de benedenbuurvrouw. Ze veegt de sneeuw weg van het pad voor de flat. Uitslover, denkt Alice.

De brief voor de koning

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Er was eens een meisje dat zich heel alleen voelde. Haar naam was Sterre. Ze hield van lezen, maar ze had maar één boek:

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Ik ben maar een eenvoudige ezel, maar ik wil je graag een mooi verhaal vertellen

Het raam achter het gordijn stond op een kier. Uit de nacht kwamen geluiden de kamer van Dolfje binnen. Tsjirpende krekels, brullende kikkers,

Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

De steen die verhalen vertelt.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

- VIOLET - Ninja Paap-Luijten

Het Verloren Ei. Geschreven door. Judie McEwen Illustraties van. Dick Rink

De epilepsie van Annemarie Als je hersens soms op hol slaan

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong

De tijd die ik nooit meer

KINDEREN VAN HET LICHT

Vlinder en Neushoorn

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

LEZEN FICTIE BK 1 LEKKER LEZEN PERRON 1

Ze zouden haar treiteren! Gegiechel achter haar rug. Gemene opmerkingen. Flauwe geintjes. Misschien wel een spin in haar cola... Ze zag het gezicht

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen.

Eerste druk, september Tiny Rutten

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Verteld door Schulp en Tuffer

Marleen loopt met de tijd Mee. Tekeningen en tekst: Dick de Jong

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

OPDRACHT1. De nieuwe winkelervaring. Jerrymel Anino( ) Esra Isguzar ( )

Een gelukkige huisvrouw

Het. Boekenliefje. Helen Docherty & Thomas Docherty. Clavis

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

Op reis naar Bethlehem

Sofie en Regenboog HOOFDSTUK ÉÉN


De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Andrea Voigt. Augustus in Parijs. Uitgeverij De Geus

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

De kleine wildebras. Th. Storm. Magda Stomps. Zie voor verantwoording:

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker

De gelukkige olifant

Zeesteen. Janneke Holwarda. roman

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je.

sarie, mijn vriend kaspar en ik

veeg de tranen van me weg. Ik kijk nog eens rond en er valt een hoop spanning van me af. Er komt zelfs een kleine glimlach op me gezicht terug.

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55

3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren! Verkenning van het verhaal " #

Vermoord? vroeg Evi angstig. Ongetwijfeld. Maar de directeur... Vermoord, herhaalden we beslist. Daarna hebben ze zijn lichaam ondergedompeld in een

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Aan de poort van de stad der geletterdheid

Niet eerlijk. Kyara Blaak

GAAT ER OP UIT. Balder

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

e klok had twaalf geslagen in de metropool

De week van Springmuis.

De jongen die niet griezelen kon

in het holst van de nacht

Suzanne Peters. Blijf bij me! liefdesroman

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

H utnieuws

Transcriptie:

Wraak NB: dit verhaal is een concept en nog niet af. De verkenning Het statige huis was omringd door bomen en had zelfs een kleine oprijlaan met grind. De steentjes kraakten onder zijn voeten. De makelaar was een jonge vent in een pak met krijtstreep. Hij wees op de bomen en had het over een konijn. Eigenlijk ging het langs Herman heen. De deur was donker en zwaar. Hij had graag de sfeer goed in zich opgenomen, maar werd afgeleid door het blauw-wit gestreepte overhemd met witte boord en de brede roze das. De nek bolde iets over de boord heen. Lichte zweetdruppels konden wijzen op zenuwen, maar waarschijnlijk was de makelaar gewoon te dik. De man had een zakdoek in zijn hand waar hij het zweet mee weg veegde. Zal ik u dan verder even alleen laten?, hoorde hij tot zijn opluchting de man zeggen. Hij ging alleen verder, de makelaar ging naar buiten. Wat was het toch? Het rook wel lekker, maar de herinnering was zo naar. Hij groef in zijn geheugen. Hij kon het niet plaatsen als een specifieke geur. Het was een mengsel van geuren. Was het zoet? Het rook naar vroeger, naar matte, bruin geworden zwart-witfoto's. Het hoorde bij een sloom tikkende koekoeksklok. Het was zijn opa die wel, wel zei als hij binnenkwam en die op de grote stoel bij het raam in slaap sukkelde. Het was de geur van stilte die je niet mocht verstoren. Maar het hoorde ook bij zijn oma die altijd een dikke pakkerd gaf. Hij rook het bij de andere opa die Arie heette, postzegels spaarde en ook al zo'n statig tikkende klok had. Het rook naar de tijd dat tantes Pietje konden heten en dat mensen afklopten op sigarenkistjes. Het hoorde bij kleedjes op de tafel, bij draadjesvlees. Hij dacht aan meubels die in de was werden gezet, of een gemoffeld emaille petroleumstel of oliekachels, maar ook aan rode kool, karnemelkse pap en boekweitgrutten. Het rook zo alleen, als je de klok hoorde tikken. Het was niet een echte petroleumgeur, te zoet. Het was geen meubelwas, te zacht. Het was weg zodra je speelde of rende, als dat mocht. Zo rook vroeger. Hij kromp ineen, zijn schouder deed pijn, hij wilde woedend worden, maar werd bang. Het was alsof een duivel zijn keel dichtkneep. Hij voelde hoe hij licht in zijn hoofd werd. Nu doorzetten zei hij tegen zichzelf. Steun zoekend bij een kastje in de gang hervond hij zijn evenwicht. De hal was donker. De eigenares hield van hout en bruin. Ook hier tikte een klok. Buiten hoorde hij de makelaar telefoneren. Een stellig Nee, nee, geen schijn van kans dat dat bekend wordt! Had hij het over dit huis? Het kon hem niet schelen. Voor de makelaar was hij een geïnteresseerde koper, maar hij was al jaren niet meer bezig met zulke platte zaken. Hij had een andere, verborgen mystieke wereld ontdekt die anderen eng vonden of tot het rijk der fabelen rekenden. Die mystieke wereld bracht hem hier, ook al was het huis verbonden aan herinneringen van vroeger die pijn deden en hem van walging vervulden. De keuken was vrij modern. Hij had oude geëmailleerde pannen verwacht. In zo'n oud huis hoorde een fornuis met gaspitten, geen gladde zwarte kookplaat met inductie. In de bijkeuken kwam hij een oud petroleumstel tegen. Hij zag er ook wat voorraadkasten. De namen alleen al waren een reis door het verleden. Biotex, Witte Reus: dat was voor de was. En dan de Verkaderepen en het Drosteblik. Een klassiek effect: op het blik staat een dame, die heeft in haar hand een Drosteblik met daarop dezelfde dame, maar dan kleiner, met in haar hand opnieuw een Drosteblik, oneindig kleiner wordend. Heeft de vrouw op het kleinste blik door dat zij slechts een plaatje is op het blikje van een grotere vrouw? En Wajang, bestond dat merk nog? Saroma! Het water liep hem in de mond. Caramel, zag hij. Als kind vond hij dat juist niet lekker. Nee: hij wilde die andere smaken, aardbeien of banaan! De pret begon al in de winkel met de keuze uit drie verschillende smaken. Het smaakte natuurlijk niet echt niet

naar aardbeien, het was lekkerder. Aardbeiensnoepjes, bananenschuinpjes en toffees konden ze het beter noemen. Hij nam altijd een hapje op de lepel en schoof de lepel zijn mond in. Vervolgens haalde hij de lepel er heel langzaam uit zonder alles er af te happen. Het was namelijk het lekkerst: de lippen een klein beetje sluiten en de Saroma er zo van afschuiven. Dan bleef er een eerste luchtig wolkje in zijn mond. Dat ging via zijn tong de hele mond door. Dat was de sensatie: aardbeiensnoepjes, pudding, plakkend aan zijn tong en nog een vrijwel het hele schaaltje te gaan. De pijn in zijn schouder was verdwenen. Zijn jeugd was even terug. Hij schudde de gedachte van zich af. Duidelijk was dat dit huis uitstekend zou voldoen. De keuken detoneerde, maar de voorraadkasten maakten alles goed. Buiten hoorde hij de makelaar. Het geluid van de telefoon paste bij dat akelige overhemd. Ja, dat hoort bij de originele details. Ik heb overal aan gedacht! De trap naar boven kraakte. Wat hij zag beviel hem. Het was beter dan verwacht! De zolder was lang verwaarloosd. Met behoud van de oorspronkelijke details, heette dat in de advertentie. De bakelieten schakelaar deed het nog. Een droge eerlijke klik, als het licht aangedraaid werd. De kopers zouden er vast de elektrische bedrading moeten vernieuwen. Zeer geschikt! Een klein zolderraampje deed hem denken aan de kamer van zijn broer en hem op zolder. Het was een houten kamer met een plat plafond. Een ruime kamer waarbinnen bijna niets te merken was van het schuine dak. Hij vond een krukje en keek op het dak van de slaapkamer. Op het plafond en onder het schuine dak lagen elektriciteitsbuizen en planken, die over waren van een verbouwing. Er lagen ook kampeerspullen, zoals tenten, een gasstelletje en slaapzakken. Hoorde hij iets? Geritsel! Hij hoorde het nu echt. Wat zou het zijn? Hij glimlachte. Een adder, zou hij vroeger hebben gedacht. Hij wist nog hoe hij in zijn bed lag en het geluid hoorde. Op school had de juf verteld over slangen. Brigit had gevraagd over adders en de juf had gezegd dat er wel adders waren in Nederland, giftige adders. Een adder kon wel een meter lang worden. Hij had koperbruine ogen met verticale streep: een slangenpupil. Zou er een adder op zijn zolder zijn? Zou hij zijn broer wakker maken? Hij deed het toch maar niet. Oom Harbert had er om gelachen. Oom Harbert had altijd overal om gelachen. Lachen en knipogen. Hij voelde zich misselijk worden. Stilte. Een brommer, een auto: gewone geluiden. De adder bewoog niet meer. Muizen waarschijnlijk. Of toch? Hij voelde zijn nekharen overeind gaan. Een dolende ziel? In oude huizen was alles mogelijk. Hoe meer de geschiedenis voelbaar was des te beter kon een dolende ziel zich er vestigen. Nee, dat was onwaarschijnlijk. Herman wreef over in zijn schouder. Net wilde hij naar beneden toen hij weer iets hoorde. Geritsel, maar ook Wat was het? Waar kwam het vandaan? Hij kan weinig meer zien dan de kampeerspullen. Op de tast ging hij verder. Hij hoorde nu geen geritsel meer, maar wat was het dan? Een luchtverplaatsing, maar geen gat in het dak, want het tochtte niet. Adem? Een vogel? Een dolende ziel? De eigenares zal niets weten van magie en dolende zielen, daar duidde niets in het huis op. Hij schudde de gedachte van zich af. Niets zou verstorend werken, het was goed. Hij vond de hendel van het zolderraampje en zette het raampje op een kier. Op deze zolder moest het gebeuren. Hij pakte zijn kompas en tekende in gedachten een ster op de vloer. Prima. Nu kijken hoe hij hier 's nachts naar binnen zou kunnen. Beneden hoorde hij de makelaar. Die maakte zich vast zorgen over de prijs. Nu had hij toch niet goed gelet op een manier om binnen te komen. Was het raampje wel genoeg?

De oproep 's Nachts stond hij weer voor de oprijlaan. Opnieuw was er die stekende pijn in zijn schouder. Hij was ook misselijk, beefde en voelde een zware kloppende hoofdpijn. Het lukte vrij gemakkelijk om binnen te komen. Het raampje was nog open. De zolder was verlaten en stil. Hij hoorde geen geritsel van muizen. Om geen licht te hoeven aanklikken streek hij een lucifer aan. Kaarslicht was genoeg. Kaarsen zouden zelfs bijdragen aan de juiste sfeer. De geur van verbrande lucifers hing al in de lucht. De zwavel was nu nodig, wat haren, het scheerapparaat van oom Harbert, zout en de juiste tekening precies op het noorden om te zorgen dat alles beheersbaar bleef. Herman pakte het boek, het krijt, zout en zwavel uit zijn rugzak. Met het krijt tekende hij een pentagram binnen een diameter van 2 meter. Om het pentagram strooide hij een ring van zout. Het zout zou hem beschermen en het gevaar binnen houden. In het midden van de ster legde hij een doosje met daarop de haren en het oude scheerapparaat en de zwavel en stak het aan. De geur van zwavel vulde nu de ruimte. Een witte waas verscheen, maar er was niet veel te zien. Hij wachtte en bladerde in het boek. De vettig geworden leren omslag lag prettig in zijn handen. De bladzijden waren met de hand beschreven, de hoofdletters prachtig versierd. Het stugge papier was donkerbruin en soms gescheurd. Eerst moest hij zorgen dat de eigenaresse niets hoorde. Hij nam de voorzorgen uit het boek, waardoor alle geluiden binnen de kamer bleven. De geluiden van buiten drongen nog wel door: hij hoorde in de verte een uil. Hij had dit al zo vaak gelezen en in gedachten uitgevoerd en alles tot in de puntjes gepland. De zwavel, de haren, een oud verbonden voorwerp, maar ook het zout, de klok en de lijm. Twintig jaar had hij gezocht naar een manier van wraak. Het boek was het allermoeilijkste geweest. Het huis was ook lastig. Oom Harbert was al lang overleden, het boek gaf aan dat het oorspronkelijke huis de beste garantie gaf. Maar het huis van oom Harbert was al tien jaar geleden in rook opgegaan, hij had een alternatief moeten zoeken. Dit huis benaderde dat van oom Harbert het meest. De blauwe walm van de zwavel sprong heen en weer, het was tijd. Hij las hardop de spreuken uit het boek. Geritsel, zuchten en dan een donkere lach. De geur van zwavel werd plotseling heel sterk en leek te schroeien in zijn neus. En toen: Wat kom jij ineens doen? Hij was altijd te bang geweest als het om oom Harbert ging. Ook nu dook hij in elkaar. Een golf van misselijkheid overviel hem, alles deed hem pijn, vooral zijn schouder. Een demon moest altijd verschijnen in een pentagram, dat was ook nu gebeurd. Vervolgens kon de demon binnen een vaste ruimte gehouden worden door een ring van zout om het pentagram. Harbert nam direct de controle. Het was hem, overduidelijk: de dikke buik, krullend haar, die enge ogen,tegelijk hij was het ook niet echt: getuige de horentjes, de poten en een ontbloot bovenlichaam. Verlang je dus toch terug? Ik wist het wel! Wil je weer over mijn buik wrijven? Het was oom Harbert. De demon wilde uit het pentagram stappen. Het zout hield hem echter tegen. Ha, ha, je zult binnen de kring moeten komen, jongen. Net als vroeger leek niets Harbert te verstoren. Hoe je dit huis gevonden hebt weet ik niet. De bakelieten schakelaars vond ik prachtig. De klok, het rieten dak. Wist je dat hier ook wat zielen rondzwerven? Het doet er niet toe. Je hebt mij inderdaad vast. De rollen zijn voor één keer omgedraaid. Het leek de demon niet te deren. Je dacht toch niet dat je nu drie wensen kon doen? Eén wens, wist hij en langzaam kwam zijn zelfvertrouwen terug. Hij had alles klaar: de lijm, het zout en het plan. De ultieme wraak! Ik heb één wens zei hij rustig. Nog steeds was oom Harbert onverstoorbaar. Heel goed,

je bent blijkbaar voorbereid. Je mag nu dan die wens doen. Ik hoop dat je je wens goed doordacht hebt. Je kunt mij geen pijn wensen, ik ben onkwetsbaar. Wat je verder ook maar wilt, wordt vervuld. Rijkdom, vrouwen, macht? Of heb je iets nieuws? De demon leek verveeld te wachten op zijn reactie. Ik wens dat de tijd stil blijft staan sprak Herman. Bulderend gelach vulde de zolderkamer en met het gelach nam de geur van zwavel toe. Hij voelde de hete lucht diep in zijn longen doordringen. Met moeite onderdrukte hij een paniekreactie, wegvluchten zou zonde zijn. Het hoefde ook niet, want het zout beschermde hem. Hij wilde niet rijk worden, hij wilde geen vrouwen. Laten we het snel doen dan, je hebt je keus gemaakt, lachte de demon, De tijd zal stilstaan, maar reken niet op het eeuwige leven. De tijd zal stil staan voor precies 24 uur, vanaf nu. Op zijn horloge verschenen twee rode wijzers over de zwarte wijzers heen. Die gaven aan hoe de tijd voor hem zou lopen wist hij, de zwarte wijzers zouden 24 uur lang stil blijven staan. De demon verstijfde. Alles werd plotseling stil. De demon zou zich 24 uur niet kunnen bewegen. Snel wiste hij het pentagram. Hij tekende een nieuw, kleiner pentagram. Het lukte met een diameter van 50 centimeter. Daar zou de demon over 24 uur in moeten verschijnen. Met lijm maakte hij nu het zout om het pentagram vast. Alles was klaar. Hij verliet de kamer. Plotseling realiseerde hij zich dat hij ongemerkt steeds geluid had gehoord: een late auto, een blaffende hond, het ruisen van de bomen, de wind langs het dak. Niets was nu nog te horen. De trap kraakte niet, het grind van de oprijlaan gaf geen geluid. Een vogel hing stil in de lucht. Hij had 24 uur. Het wachten Wat kun je doen in 24 uur als de tijd stil staat? Hij maakte een wandeling door het dorp. Het was hetzelfde, maar tegelijk volstrekt anders. Hij liep rond in een foto in plaats van in het echte dorp. De bomen stonden stil, niet kaarsrecht omhoog, zoals bij windstilte het geval zou zijn, maar door een onbekende kracht licht scheef, allemaal dezelfde kant uit wijzend. Het water leek bevroren, met stilstaande geboetseerde golfjes waarop de reflectie van de straatlantaarns niet bewoog. Hij liep naar de kant en probeerde met zijn hand door het water te woelen. Het voelde onecht, alsof het water dienst weigerde. Rond zijn hand schoof het gemakkelijk opzij. Maar terwijl normaal het water de beweging overneemt en doorgeeft in een golfje, was er nu geen enkele reactie. Het water sliep een diepe slaap en was niet in staat of bereid de beweging van de hand over te nemen en door te geven. De meeste huizen waren donker. Bij een enkel huis brandde licht en keek hij ongegeneerd naar binnen. Dan staarde iemand naar een televisie waarop een beeld te zien was. Een dunne donkergrijze horizontale streep liep door het beeld. De streep kwam van de beeldbuis die elke honderdste seconde een nieuw plaatje maakte, maar nu niet meer doorschreef. Een enkeling stak net iets in zijn mond of nam een slokje van wijn die roerloos in het glas lag, een beetje aan de bodem klevend, zich schrap zettend om de mond in te glijden. Een wassenbeeldenmuseum met slechts een bezoeker. Een late wandelaar liep met zijn hond op straat. De man nam juist een trekje van een sigaret. Het puntje van de sigaret was feloranje met daaraan een wazig grijze flard rook. Herman voelde geen warmte bij de punt en wuifde met zijn hand door de rook, zonder in staat te zijn deze weg te duwen. De rook sloot om zijn hand, maar bewoog niet. Niemand was geïnteresseerd in zijn bewegingen, niemand sloeg acht op wat hij deed, zelfs de rook weigerde zich weg te laten wuiven. Toch lukte het om een trekje te nemen van de sigaret. Blijkbaar werd de rook heel even wakker, zwom zijn longen binnen en deed daar het

opwekkende werk. Waar Herman was, was tijd voor beweging, alleen daar, om daarbuiten direct te stoppen en alle interesse te verliezen. Hij stal de sigaret van de late wandelaar en liep verder. Hij herinnerde zich dat hij geen eten had en besefte dat hij dat waarschijnlijk ook niet klaar kon maken. Ook de automatiek kon hij niet gebruiken, zodra hij een muntje in de gleuf gooide zou het muntje vergeten verder te rollen en roerloos blijven hangen zodra het zijn hand verlaten had. Gelukkig haalde net iemand een hamburger uit het vakje. Iemand zou over 24 uur verrast zien dat er vier happen van zijn hamburger waren genomen. De gedachte om wraak te nemen had niet zijn hele leven beheerst. Eerst was er het geheim van Oom Harbert, waar hij niets over mocht vertellen. Hij schaamde zich en was bang. Later was er vooral de schaamte over wat hij had laten gebeuren. Hoe was het mogelijk dat hij zich zo het zwijgen had laten opleggen met een vette knipoog van zijn oom? Toen oom Harbert nog leefde had hij het niet durven vertellen. Niemand had hem ooit naar zijn oom gevraagd. Echte woede kwam pas nadat hem duidelijk was geworden dat hij geen schuldige was, maar een slachtoffer, een van de vele. Dat bleek toen na de dood van zijn oom mensen wel durfden te vragen wat er toch was. Het bleek dat meerdere neefjes waren overdonderd en gezwegen hadden. Die vage ontwijkende blik, die zijn moeder altijd een familietrekje had genoemd, kwam bij meerdere neven voor omdat zij allemaal gedwongen waren om iets te verzwijgen. De dominee sprak over vergeven, enkelen hadden het gekund, hij niet. Hij was boos en wilde wraak nemen. Op zijn moeder, op al die mensen die iets hadden kunnen vermoeden, maar nooit vroegen. Op oom Harbert, maar die was al dood en begon toen net te rotten in zijn graf. Hij had gehoord van mensen die spraken met geesten. Toen was de gedachte opgekomen om de geest van oom Harbert te kwellen. Dat was echter onmogelijk, beweerde iedereen. Proberen was overbodig, maar ook levensgevaarlijk. Geesten konden de levenden op veel verschillende manieren kwellen. Hij had er geen genoegen mee genomen en was naar een medium gestapt. Die had zijn best gedaan en had een verbinding met zijn oom Harbert gevonden, maar wilde er niet mee verder gaan. Harbert was geen gewone geest, maar een demon, zo had het medium achterhaald. Het medium wilde er verder niets meer mee te maken te hebben en had hem dringend aangeraden zijn pogingen om zijn oom terug te vinden te staken. Demonen waren veel gevaarlijker dan geesten, had iedereen die het kon weten hem verteld. Hij had het geloofd, maar niet geaccepteerd. Inmiddels vijf jaar geleden had hij het boek in handen had gekregen. Je kon demonische geesten in bedwang houden met een ring van zout om een pentagram. De geest moest verschijnen in een pentagram. De demon kon dan niet buiten de zouten ring komen. Zo had hij zijn oom opgeroepen. De wraak was ingezet. Hij zag een politieauto met het raampje open. Hij voelde zich baldadig worden en zette de sirene aan. Er gebeurde niets uiteraard. De twee agenten bewogen niet, de auto stond stil op straat en er was niets te horen. Wacht maar, zei hij tegen zichzelf. Op de zolder stond Harbert de demon nog stil als een wassen beeld. Alles was gestart, nog even en hij zou zien of het allemaal zo werkte als hij had bedacht. Hij schopte tegen een steen, maar die verstijfde in de lucht en bleef hangen. De wraak Een etmaal later stond hij weer op de zolder. De rode wijzers op zijn horloge waren weer bijna gelijk met de zwarte. De tijd was om. Hij was blij, maar ergens diep in zijn hoofd was

hij zenuwachtig. Hij kreeg kippenvel en zijn nekharen stonden overeind. Hij voelde zich nog niet bevrijd. Het móet wel werken, stelde hij zichzelf gerust. En het mooie was dat de demon nog niets vermoedde. Herman wilde het meemaken, het gezicht zien, horen, zeker weten. De tijd was om. De zolder vulde zich weer met geluiden. Het ruisen van de bomen, de wind langs het dak. In de verte klonk een politiesirene. Ergens verderop keek iemand verrast naar zijn hamburger. Zo, klonk de donkere stem van de demon, die leek te ontdooien. De waas verscheen en de geur van zwavel was er weer. En was dat er zonet ook? De geur van meubels die in de was werden gezet, of oliekachels, maar ook rode kool, karnemelkse pap en boekweitgrutten. Oom Harbert bewoog weer en hij lachte bulderend. Genoten van je 24 uur? De demon leek echter plotseling van zijn stuk gebracht en keek om zich heen. Waar heb je het pentagram gelaten?. De demon wilde zich verplaatsen, maar het lukte niet. Het leek wel of de geur van zwavel vermengd werd met zweet. Je hebt het pentagram kleiner gemaakt. Ik moet in dat pentagram komen. Momentje, ik voel het, geen probleem. Hij leek even te vervagen en kromp. Daar was hij, nu nog maar 50 centimeter groot. Zo! He? Hoe kan dat? Waar is toch dat verdomde pentagram? En hoe kan het dat ik zo weinig ruimte heb om te bewegen? Nu was het eindelijk tijd voor de wraak en hij genoot ervan. Het lukte, dat was overduidelijk. De demon verscheen weer, nu 15 centimeter groot. Het bulderend gelach was al overgegaan in zenuwachtig gepiep. Een hoog stemmetje klonk, waar is toch dat verdomde pentagram? Om weer te vervagen en kleiner te worden. Een hond blafte, een auto reed voorbij, het gepiep was inmiddels een zacht gezoem geworden. Zou de demon het pentagram al hebben gevonden? Het was zo vlakbij, met een cirkel van lijm eromheen met zout er op. Er was ruimte geweest voor een pentagram van 50 centimeter. Maar toen de demon terug kwam was het pentagram nog maar een kwart van de oorspronkelijke diameter. En weer een kwart en weer. Zo zou het doorgaan, niet voor 24 uur, maar voor altijd. Herman was tevreden. Wraak smaakte inderdaad zoet, naar Saroma, om precies te zijn! Over Harbert's buik wrijven hè? Niet meer, nooit meer! Hij had er nu op getekend: een mooi pentagram op die dikke verwenste akelige buik! Hein Albeda, 2009 De ontknoping is ontleend aan een SF, ik geloof van Frederic Brown