1 Beschrijving In deze fiche komt de beschermings- en signalisatiekledij op bouwwerven aan bod. De fiche geeft een overzicht van de risico s, de regelgeving die van kracht is in België en de preventiemaatregelen. 2 Risico s Op de markt is een erg ruim gamma aan beschermings- en signalisatiekledij te koop die ter beschikking gesteld kan worden voor erg veel verschillende activiteiten die uitgevoerd worden op bouwwerven. De risico s waarvoor beschermings- en signalisatiekledij nuttig kan zijn, zijn: risico s als gevolg van slecht weer (regen, wind en koude), mechanische risico s (wrijving, snijwonden en scheuren), thermische risico s (omgevingswarmte en -koude), chemische risico s (zuren, basen, oplosmiddelen, koolwaterstoffen, stilstaand water, enz.) en risico s die verband houden met een gebrek aan zichtbaarheid (wegenwerken, enz.). 3 Regelgeving Voor de regelgeving verwijzen we naar het koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) (Belgisch Staatsblad van 14 juli 2005). De werkgever is verplicht om de risico s te identificeren en preventiemaatregelen te nemen. Als deze maatregelen niet volstaan, moeten er PBM s gebruikt worden. De PBM s moeten voldoen aan bepaalde eisen (geschikt zijn voor het risico; beantwoorden aan de heersende omstandigheden op de arbeidsplaats; afgestemd zijn op de vereisten met betrekking tot de ergonomie, het comfort en de gezondheid van de werknemer; geschikt zijn voor de drager; op elkaar afgestemd zijn als er meerdere PBM s tegelijk gebruikt worden). De werkgever moet de PBM s gratis ter beschikking van de werknemers stellen. Bij de keuze van de PBM s moet hij een beoordeling maken van het PBM dat hij van plan is te gebruiken en moet hij het advies vragen van de preventieadviseur, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het CPBW. De werkgever bepaalt de omstandigheden waaronder de PBM s gebruikt moeten worden. De werkgever heeft ook verplichtingen inzake de aankoop en het gebruik van PBM s. Hij moet zijn werknemers opleiden en informeren over het gebruik van PBM s. Navb-cnac Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van en duidelijke bronvermelding. 1/6 Het preventie-instituut van de bouw
We willen eraan herinneren dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen beschermingskledij en werkkledij, die onder twee verschillende wetgevingen vallen. Beschermingskledij is immers een individueel beschermingsmiddel, want het is bedoeld om te beschermen tegen één of meer risico s die de veiligheid of gezondheid van de werknemer kunnen bedreigen (KB Gebruik van PBM s van 13/06/2005), terwijl werkkledij bedoeld is om te vermijden dat de werknemer zich vuil maakt door de aard van zijn activiteiten (KB Werkkledij van 06/07/2004). Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u onze site raadplegen: http://navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > Regelgeving > Koninklijke besluiten > Werkkledij. We willen ook melden dat er rekening gehouden moet worden met de wetgeving met betrekking tot de kleedkamers: het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen van 25/01/2001, bijlage III, 14a. en de collectieve arbeidsovereenkomst van 10/02/2005 met betrekking tot de humanisering van de arbeid, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u op onze website navb dossier 116 De kleedkamers, refters, wasplaatsen, toiletten op de bouwplaatsen raadplegen: http://navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > Publicaties. Bijlage II-1 van het KB betreffende het gebruik van PBM s verplicht het dragen van beschermingskledij onder andere voor de volgende werknemers: b) de buiten tewerkgestelde en aan regen of uitzonderlijke koude blootgestelde werknemers; d) werknemers tewerkgesteld aan werkzaamheden waarbij de blootstelling aan chemische en biologische agentia, die een risico voor de gezondheid kunnen bieden, technisch niet kan vermeden worden; e) werknemers die aan kankerverwekkende en mutagene agentia kunnen blootgesteld worden. Bijlage II-15 verplicht het dragen van signalisatiekledij onder andere voor de volgende werknemers: 15.1. werknemers tewerkgesteld aan werkzaamheden op en langs de openbare weg waarbij het verkeer tijdens de duur van de werkzaamheden niet wordt verboden; dit geldt onder meer voor herstellingswerken, het onderhoud van bermen, onderhoudswerken, reiniging, schilderwerken, het aanbrengen, het controleren en het onderhouden van nutsvoorzieningen zoals leidingen voor gassen, water, telecommunicatie, elektriciteit, laden en lossen van vrachtwagens, enz.; 2/6 Het preventie-instituut van de bouw
3.1 Normen Beschermingskledij moet voldoen aan de bepalingen uit de norm NBN EN 340: Beschermende kleding - Algemene eisen. Er zijn ook andere, specifiekere normen van toepassing, bijvoorbeeld: CEN/TR 15321: Richtlijnen voor de keuze, gebruik, verzorging en onderhoud van beschermende kleding NBN EN 471: Waarschuwingskleding met hoge zichtbaarheid voor professioneel gebruik - Beproevingsmethoden en eisen NBN EN 342: Beschermende kleding - Pakken en kledingstukken voor bescherming tegen kou NBN EN 343: Beschermende kleding - Bescherming tegen regen NBN EN 14058: Beschermende kleding - Kledingstukken voor bescherming tegen een koele omgeving NBN EN 13034: Beschermende kleding tegen vloeibare chemicaliën - Prestatie-eisen voor beschermende kleding tegen chemicaliën die beperkte bescherming tegen vloeibare chemicaliën biedt (Type 6 en Type PB [6] uitrusting) NBN EN 14605: Beschermende kleding tegen vloeibare chemicaliën - Prestatie-eisen voor kleding met vloeistofdichte (Type 3) of spraydichte (Type 4) verbindingen, inclusief onderdelen die bescherming bieden voor afzonderlijke delen van het lichaam (Typen PB [3] en PB [4]) NBN EN ISO 11612: Beschermende kleding - Kleding voor bescherming tegen hitte en vlammen NBN EN ISO 11611: Beschermende kleding voor gebruik bij lassen en verwante processen NBN EN ISO 14116: Beschermende kleding - Bescherming tegen hitte en vlammen - Materialen, samengestelde materialen en kleding met een beperkte vlamverspreiding 3/6 Het preventie-instituut van de bouw
4 Preventiemaatregelen 4.1 Eigenschappen van beschermingskledij De keuze van de beschermings- of signalisatiekledij wordt gemaakt op basis van de risicoanalyse. Er moet ook rekening gehouden worden met de beperkingen die de activiteiten met zich meebrengen (werk op de knieën, buigingen, werk in de openlucht,...) en de beperkingen van de gebruiker (lichamelijke bijzonderheden, overmatig zweten,...). Welke materialen gebruikt worden, hangt af van de bescherming die nodig is: textiel, bestreken textiel, leder, polymeren, enz. Soms is een combinatie van verschillende materialen nodig om de efficiëntie van de bescherming en het comfort van de kledij te verbeteren. De kledij kan voorzien zijn van elementen met hoge zichtbaarheid, zoals geel of oranje fluorescerend textiel en retroreflecterende stroken. Er bestaan diverse modellen: jassen, korte jassen, broeken, overalls, hesjes, hoofdkappen,... Ze kunnen aangevuld worden met elementen zoals verstevigingen aan de knieën en de ellebogen, zakken, zakken met geïntegreerd kniestuk, uitneembare polars in de jassen,... 4.1.1 Signalisatiekledij De norm NBN EN 471 Waarschuwingskleding met hoge zichtbaarheid voor professioneel gebruik - Beproevingsmethoden en eisen verdeelt signalisatiekledij onder in 3 klassen in functie van het fluorescerend en/of retroflecterend oppervlak. Materiaal Klasse 3 Klasse 2 Klasse 1 Fluorescerend 0,80 m² 0,53 m² 0,14 m² Retroflecterend 0,20 m² 0,13 m² 0,10 m² Materiaal met gecombineerde eigenschappen - - 0,20 m² Uiteraard biedt klasse 3 de hoogste beschermingsgraad, want ze bezit het grootste aandeel aan fluorescerend en retroreflecterend materiaal. In de praktijk behoren enkel jassen en overalls tot klasse 3. Hesjes en salopetten behoren tot klasse 2. Schouderbanden (banden op de schouders en rond het bovenlichaam) behoren tot klasse 1. 4/6 Het preventie-instituut van de bouw
De Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk heeft een voorstel geformuleerd aan de hand waarvan ondernemingen de meest geschikte werkkledij kunnen kiezen die ze ter beschikking van hun werknemers moeten stellen. Signalisatiekledij van klasse 1 mag niet gebruikt worden voor het uitvoeren van werken op of langs de openbare weg. Daarvoor moet dus altijd een hogere klasse gekozen worden, ongeacht de duur van de werken. Signalisatiekledij van klasse 2 wordt overdag gedragen, bij gunstige weersomstandigheden die een goede zichtbaarheid waarborgen. Ze is verplicht voor alle soorten werken, ongeacht de duur ervan. Ze moet ondersteund worden door een goede organisatie van de werf, een duidelijke werfsignalisatie die oordeelkundig aangebracht is, een snelheidsbeperking die aangepast is aan de omstandigheden en alle andere nodige maatregelen die aangepast zijn aan de omstandigheden en de aandacht van de weggebruikers vestigen op de uitvoering van de werken op of langs de openbare weg. Signalisatiekledij van klasse 3 mag gedragen worden in dezelfde omstandigheden als signalisatiekledij van klasse 2, maar ze moet in elk geval gedragen worden bij het vallen van de nacht, s nachts en in ongunstige weersomstandigheden (regen, sneeuw, mist, enz.). Net als bij klasse 2 moeten alle nodige signalisatiemiddelen en -maatregelen die aangepast zijn aan de omstandigheden, genomen worden om aan te geven dat er wegenwerken bezig zijn. 4.2 Markering Beschermingskledij moet een etiket bevatten met de volgende inlichtingen: CE-markering/nummer van de aangemelde instantie (volgens de categorie) Markering van overeenstemming met de norm Identificatie van de fabrikant/de importeur Naam van het product Samenstelling van de middelen in textiel Pictogrammen met aanduiding van de risico s waartegen de kleding bescherming biedt Onderhoudssymbolen (eventueel aangevuld met een referentie aan de specifieke onderhoudsvoorschriften) Aanduiding van de maat Pictogram i dat aanduidt dat de gebruiksaanwijzing van de fabrikant geraadpleegd moet worden Signalisatiekledij: pictogram met prestatieniveaus + oppervlakte fluorescerend materiaal: klasse 1, 2 of 3 + oppervlakte retroreflecterend materiaal: klasse 1, 2 of 3 5/6 Het preventie-instituut van de bouw
4.3 Advies en onderhoud Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant voor het onderhoud en de vervanging van de kledij. Als de kledij onderhouden wordt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing, kan dat de levensduur ervan verlengen. Voor kledij met een hoge zichtbaarheid is het belangrijk dat ze proper gehouden wordt, want vuil vermindert de zichtbaarheid ervan. Voor het comfort van de werknemer is het belangrijk dat er regenkledij gekozen wordt die niet alleen waterdicht, maar ook ademend is, zodat het zweet afgevoerd kan worden. De werkgever moet op zijn eigen kosten zorgen voor het onderhoud, de reiniging, desinfectering, herstelling en vervanging van de beschermingskledij. Om zeker te zijn dat de kledij gedragen wordt, moet er ook rekening gehouden worden met het esthetische aspect en de mode. Er wordt aangeraden om beschermingskledij te verstrekken die niet te wijd is om het risico om gegrepen te worden te vermijden. Bovenop de beschermingskledij tegen de koude is het ook zinvol om onderkledij te voorzien die aangepast is aan de koude. 5 Referenties en nuttige documentatie NAVB. Navb dossier 131, Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector. Beschikbaar op navb.constructiv.be > Welzijnsinfo > Publicaties. 6/6 Het preventie-instituut van de bouw