Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2006 / 62 Naam Terrassennotitie Nijmegen n rijk aan terrassen, waarin beleidsregels voor de verlening van terrasvergunningen (2003) Publicatiedatum 24 mei 2006 Opmerkingen - Vaststelling van de notitie bij raadsbesluit van 17 december 2003 (raadsvoorstel nummer 241/2003). Het in de terrassennotitie omschreven beleid is sedert besluitvorming consequent gehanteerd als ware het een beleidsregel, maar niet als zodanig in genoemd raadsvoorstel vastgesteld. Daar echter niet de raad maar de burgemeester bevoegd is om dit beleid vast te stellen, heeft deze bij besluit d.d. 4 mei 2006 de terrassennotitie met de daarin reeds gehanteerde beleidsregels ongewijzigd opnieuw vastgesteld, waarmee de beleidsregels na bekendmaking een formele status hebben verkregen. Aantal bladzijden / verkoopprijs 15 / 0,75 gb06-062
Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Juridisch kader...4 2.1 Algemene plaatselijke verordening (APV)...4 2.2 Wet milieubeheer...4 2.3 Brandbeveiligingsverordening...5 2.4 Wet op de Ruimtelijke Ordening...5 2.5 Drank en horecawet...5 2.6 Algemene wet bestuursrecht...5 2.7 Leges- en precarioverordening...5 3. Uitgangspunten...6 3.1 Algemeen...6 3.2 Ruimte...6 3.3 Uiterlijk aanzien...7 3.4 Beperking overlast...7 4. Controle en handhaving...10 5. Procedure...12 6. Ingangsdatum en overgangsrecht...14
1. Inleiding De notitie "Nijmegen 'n rijk aan terrassen" van februari 2000 heeft als toetsingskader voor het uitgeven van terrasvergunningen gefunctioneerd. De roep om winterterrassen en jurisprudentie hebben ertoe geleid dat de notitie aan een herijking toe is. Terrassen zijn sfeerbepalend en hebben daardoor veel invloed op de uitstraling van de stad. Van deze positieve uitstraling gaat een aantrekkingskracht uit die ook wordt nagestreefd door de realisering van de Centrum-2000-plannen. In deze plannen ligt de nadruk op een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Aangezien terrassen een belangrijk onderdeel uitmaken van deze openbare ruimte is aandacht voor de kwaliteit van terrassen een van de uitgangspunten van voorliggende notitie. In de notitie worden randvoorwaarden gegeven om een bepaald minimum aan kwaliteit te garanderen. Binnen de aangegeven marges worden de ondernemers vrij gelaten in hun keuzen ten aanzien van het uiterlijk van het terras. Dit komt de flexibileit ten goede waardoor beter ingespeeld kan worden op nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast hebben terrassen een grote invloed op het leefklimaat en andere gebruiksfuncties van de openbare ruimte. In 1995 is de notitie Integraal horecabeleid vastgesteld waarin horecaaccentgebieden zijn aangewezen. In deze gebieden is een ruimer regiem ten aanzien van horeca van toepassing dan in de rest van de stad. Middels voorliggende notitie wordt een onderdeel van het integraal horecabeleid geëffectueerd Aangezien andere vormen van gebruik van de openbare ruimte mogelijk dienen te blijven geeft de voorliggende notitie duidelijke kaders waarbinnen ondernemers kunnen opereren. Tevens geven deze kaders eenduidig aan wat de andere gebruikers van de openbare ruimte van het gemeentebestuur kunnen verwachten om de kwaliteit van de openbare ruimte en het leefklimaat te kunnen blijven garanderen. Deze notitie zal worden gebruikt als toetsingskader voor de terrasvergunningaanvragen. In de vergunningen zelf zullen regels worden gesteld om eventuele overlastsituaties tegen te gaan. Daarnaast worden in deze notitie procedures uiteengezet en wordt aangeven op welke wijze de naleving van de vergunningvoorschriften wordt gecontroleerd en afgedwongen. 3
2. Juridisch kader 2.1 Algemene plaatselijke verordening (APV) Het vereiste van een vergunning voor de exploitatie van een terras is neergelegd in artikel 2.3.1.5.. Dit artikel luidt als volgt: Artikel 2.3.1.5. Terrasvergunningen 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.1 beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die betrekking heeft op een of meer bij het horecabedrijf behorende terrassen voorzover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras. 2. De vergunning tot het hebben van een terras bevat in elk geval voorschriften met betrekking tot de terrasafmetingen, het onderhoud en de verzorging en het uiterlijk aanzien van het terras. Indien deze vergunning geen voorschriften omtrent de sluitingstijden bevat, is het verboden het terras te hebben tussen 01.00 en 9.00 uur. 3. De burgemeester kan de vergunning ten behoeve van een of meer bij een horecabedrijf behorende terrassen weigeren: a) Indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan; b) Indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; c) Ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de nabije omgeving van het terras; d) Indien op het pand ten behoeve waarvan de terrasvergunning wordt aangevraagd krachtens het ter plaatse geldende bestemmingsplan gaan horecabestemming rust. In bovenstaand artikel zijn tevens criteria opgenomen voor het al dan niet weigeren van een vergunning. De terrasvergunning ziet met name toe op (verkeers)veiligheid, uiterlijk aanzien, openbare orde, schade aan de weg e.d.. Voor het plaatsen van reclameborden en bijvoorbeeld fietsrekken op de openbare weg worden eveneens eisen op grond van artikel 2.1.5.1. gesteld. Deze vergunningen dienen te worden aangevraagd bij het Loket Openbare Ruimte. Binnen de singels geldt sinds 1997 een strikt regiem. In dit gebied wordt het plaatsen van reclameborden niet langer toegestaan. Ten aanzien van het aanbrengen van andere reclame-uitingen aan de gevel of op particulier terrein wordt verwezen naar de notities "Kiezen voor kwaliteit" en Nijmegen over de brug, Kadernota Beeldkwaliteit Gemeente Nijmegen. Aan de hand van deze notities worden reclamevergunningaanvragen op grond van artikel 4.6.2. getoetst. Deze vergunningen dienen te worden aangevraagd bij het Loket Bouwen. 2.2 Wet milieubeheer Het overgrote deel van de horeca-ondernemeningen dient te voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in het besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen Wet milieubeheer. Dit besluit is onverkort van kracht ten aanzien van terrassen waarvan de bijbehorende inrichting onder dit besluit vallen. Het besluit stelt met name geluidsnormen. 4
2.3 Brandbeveiligingsverordening Op grond van deze verordening kunnen voorschriften worden gesteld aan het terrasmeubilair, de opslag ervan en kunnen veiligheidseisen worden gesteld aan het gebruik van terrasverwarming. 2.4 Wet op de Ruimtelijke Ordening Op grond van deze wet zijn bestemmingsplannen vastgesteld. In deze bestemmingsplannen is aangegeven op welke panden een horeca-bestemming rust. Omdat het ontbreken van een horecabestemming als weigeringsgrond in artikel 2.3.1.5. APV is opgenomen komen slechts panden met een horeca-bestemming in aanmerking voor een terrasvergunning. 2.5 Drank en horecawet Alle horecaondernemers die alcoholische dranken verkopen moeten in het bezit van een Drank en horecawetvergunning zijn. Alleen deze vergunninghouders mogen alcoholische dranken op een terras verkopen. 2.6 Algemene wet bestuursrecht In deze wet worden de procedures, termijnen, bezwaarmogelijkheden e.d. geregeld. De vergunningaanvraagprocedures dienen hieraan te voldoen. Voor de procedure ten aanzien van terrasvergunningen wordt verwezen naar hoofdstuk 5. 2.7 Leges- en precarioverordening Voor het in behandeling nemen van een terrasvergunningaanvraag is eenmalig een legesbedrag verschuldigd. De tarieven zijn opgenomen in de Legesverordening. Voor het in gebruik nemen van openbare gemeentegrond is jaarlijks een bedrag aan precario verschuldigd. De tarieven zijn opgenomen in de Verordening Precariobelastingen. 5
3. Uitgangspunten 3.1 Algemeen Het gehele jaar kunnen terrassen worden uitgezet. Buiten het gebruikelijke terrasseizoen van 1 maart tot en met 31 oktober kunnen vergunningen voor het plaatsen van zogenaamde winterterrassen worden aangevraagd. Deze kunnen in omvang en plaats afwijken van het zomerterras maar nooit groter zijn dan het zomerterras. Zo kan op plaatsen waar in de zomer uitsluitend eilandterrassen zijn toegestaan in de winter een gevelterras mogelijk zijn. Dit is uiteraard afhankelijk van de situatie ter plaatse en grootte van het winterterras. De vergunning voor een winterterras wordt beschouwd als een aanvulling op de bestaande terrasvergunning. Bij een nieuwe vergunningaanvraag dient tevens aangegeven te worden of de exploitant van deze mogelijkheid gebruik wil maken. Vanwege het feit dat zowel het gebruik als de opslag van losse gasgestookte terrasverwarmingselementen veiligheidsrisico s met zich meebrengen en er voldoende alternatieve verwarmingsapparatuur voorhanden zijn wordt dit type terrasverwarming niet toegestaan. Voor het gebruik van terrasverwarming kan de brandweer aanvullende voorschriften opleggen. 3.2 Ruimte Algemeen: Zoals in hoofdstuk 2 is vermeld geldt als algemeen uitgangspunt dat uitsluitend voor panden waarop een horeca-bestemming rust en waarin een horecaonderneming is gevestigd een terrasvergunning wordt verstrekt. Daarnaast wordt als uitgangspunt gehanteerd dat elk terras een minimale diepte van 1,5 meter (een rij tafels met stoelen) en een breedte overeenkomstig de breedte van het horeca-pand heeft. Ten aanzien van de terrasbreedte kan een uitzondering worden gemaakt voor eilandterrassen. Dit alleen in geval de direct betrokken belanghebbenden daar geen bezwaar tegen hebben. Als direct betrokkenen worden eigenaren van naastgelegen panden die hetzelfde trottoir delen beschouwd. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat bij een eventuele verhuizing de nieuwe bewoners en/of ondernemers van de belendende percelen wel bezwaren hebben. In deze gevallen wordt de uitbreiding ingetrokken. In deze notitie wordt onderscheid gemaakt in een drietal typen openbare ruimte, t.w.: 1. Voetgangersgebied inclusief Grotestraat; 2. Trottoir; 3. Pleinen. Voetgangersgebied inclusief Grotestraat: Een terras mag een maximale diepte van 25% van de breedte van de straat hebben. Als beperking geldt dat er een onafgebroken rechte doorrijroute van 4 meter voor de hulpdiensten gegarandeerd is. De vorm en plaats van het terras wordt per situatie bepaald. Doorslaggevende factoren zijn daarbij de verkeersveiligheid, de doorstromingsmogelijkheden voor en routes van voetgangers, de functie van belendende percelen e.d.. Tenslotte wordt, vanwege de uitzonderlijke situatie in de Grotestraat, gestreefd naar handhaving van de huidige situatie aldaar. Immers, in deze hellende straat zijn speciaal horizontale vlakken aangelegd ten behoeve van horecaterrassen. 6
Trottoir: Een terras mag maximaal 50% van de breedte van het trottoir in beslag nemen. Er dient te allen tijde een doorgang van 1,5 meter gegarandeerd te zijn. Ook hier geldt dat de vorm en plaats van het terras per situatie beoordeeld wordt waarbij dezelfde factoren als hierboven genoemd meewegen. Pleinen: Aangezien pleinen gezichtsbepalende elementen in de stad zijn en deze vaak meerdere functies vervullen is het moeilijk hier een algemene richtlijn voor te geven. Uitgegaan wordt derhalve van de bestaande situatie. Aanvragen zullen overeenkomstig de uitgebreide voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht behandeld worden (zie hoofdstuk "Procedures"). 3.3 Uiterlijk aanzien Algemeen: Een terras dient een positieve bijdrage te leveren aan de openbare ruimte en dient geen afbreuk te doen aan de architectuur en de belendende panden noch aan het straat- en stadsbeeld ter plaatse. Dit betekent dat een terras in beginsel dient te bestaan uit meubilair (tafels, stoelen) zonodig aangevuld met parasols en terrasafscheidingen. Overige voorwerpen zoals spandoeken, vlonders, hekwerken e.d. zijn niet toegestaan. Voor het plaatsen van bloembakken, verlichting e.d. ter opfleuring van het terras (geen reclame) kan een vergunning worden verstrekt. Dit dient in de aanvraag voor een terrasvergunning te worden vermeld. Het terrasmeubilair dient kwaliteit en uitstraling te hebben. Concreet betekent dit dat stoelen en tafels die volledig van kunststof zijn vervaardigd niet worden toegestaan. In het Beschermd Stadsgezicht (zie bijlage) dient meubilair van naturelkleurig riet, rotan of daarop lijkend kunststof te zijn vervaardigd. Terrasafscheidingen dienen een gedekte kleur te hebben. De grootte van parasols moet afgestemd zijn op de grootte van het terras. Een parasol mag in geen geval groter zijn dan het terras. Binnen de singels mogen geen borden op het terras worden geplaatst. Voor alle andere reclameuitingen moeten vergunningen op grond van artikel 4.6.2. van de APV worden aangevraagd. Deze worden getoetst aan de notities "Kiezen voor kwaliteit" en Nijmegen over de Brug, Kadernota Beeldkwaliteit Gemeente Nijmegen. Wanneer het opslaan van terrasmeubilair is toegestaan (ontheffingsmogelijkheid) dient de locatie en de wijze van afdekking geen afbreuk te doen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Op grond hiervan worden donkergroene afdekzeilen voorgeschreven. Bovendien moeten de zeilen een verzorgde indruk maken. 3.4 Beperking overlast Door de exploitatie van terrassen kunnen overlastsituaties ontstaan. Deze zijn globaal onder te verdelen in een zestal items. Geluid: De geluidsnormen staan vermeld in het besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen. Het College van Burgemeester en wethouders kunnen hieraan nadere voorschriften verbinden. Concreet komt het op het volgende neer: 7
Tussen 7.00 en 19.00 uur mag 50 db(a) aan de gevel van het dichtstbijzijnde pand gemeten worden. Tussen 19.00 en 23.00 uur mag 45 db(a) en tussen 23.00 en 7.00 uur mag 40 db(a) aan de gevel van het dichtstbijzijnde pand gemeten worden. Op terrassen die gelegen zijn aan de openbare weg mag stemgeluid daarbij niet meegerekend worden omdat dit geluid verloren gaat in het omgevingsgeluid. Hiervan kan in specifieke situaties worden afgeweken. Er mag geen levende muziek ten gehore worden gebracht tenzij daarvoor een vergunning is vertrekt op grond van artikel 4.1.1.1. van de APV. Deze vergunning wordt getoetst aan de notitie Geluidhinderlijke Evenementen in de openlucht Sluitingstijden: In z n algemeenheid geldt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.1.5. tweede lid van de APV, dat een terras in ieder geval gesloten dient te zijn van 01.00 uur tot en met 09.00 uur. Bij aangetoonde overlast kan de sluitingstijd in individuele gevallen gewijzigd worden vanaf 23.00 uur. In dergelijke gevallen mag het terras dus geopend zijn van 09.00 uur tot en met 23.00 uur. Vanaf de sluitingstijd mogen geen bezoekers zich meer op het terras bevinden. Opslag: Van 1 maart tot 1 november gelden voor de opslag van terrasmeubilair de volgende regels: Het terrasmeubilair moet na sluitingstijd inpandig of op eigen terrein opgeslagen worden. Indien dit niet mogelijk is moet het terras uit blijven staan. Dit vanwege de overlast die door het stapelen ontstaat. Bovendien is een dergelijke opslag vandalismegevoelig. Om te voorkomen dat terrasmeubilair wordt gestolen of er toch bezoekers gebruik gaan maken van het terras moeten de stoelen verbonden worden met een kabel op zodanige wijze dat het fysiek onmogelijk wordt plaats te nemen. Hierbij mag geen gebruik worden gemaakt van bij voorbeeld kettingen (geluidsoverlast). Indien het stapelen om dringende redenen noodzakelijk wordt geacht dient dit in de terrasvergunningaanvraag te worden aangegeven. Op deze wijze kan een plaats worden voorgeschreven die aan de hand van de criteria vermeld in artikel 2.1.5.1. van de APV het meest wenselijk is. De op het terras aanwezige parasols dienen na sluitingstijd bij voorkeur inpandig te worden opgeslagen. Indien dit niet mogelijk is moeten zij ingeklapt zijn. Van 1 november tot 1 maart moet al het meubilair na sluitingstijd van de inrichting inpandig worden opgeslagen. Van dit verbod wordt geen ontheffing verleend. Verontreiniging: Een terras dient te allen tijde schoongehouden te worden en een verzorgde indruk te maken. Voorschriften hiertoe zijn opgenomen in de terrasvergunning. Parkeren fietsen: Dit probleem kan zich bij alle terrassen voordoen. Ongeacht het feit dat de horecaondernemer hiervoor niet verantwoordelijk is wordt verzocht hier wel degelijk op te letten. In het stadscentrum zijn hiervoor stallingmogelijkheden gecreëerd. In de woonwijken kan vergunning worden verstrekt voor het plaatsen van fietsrekken nabij een terras. Uitdijen terrassen: Om het uitdijen van terrassen te voorkomen worden op plaatsen waar doorgangen gegarandeerd moeten zijn vaste terrasafscheidingen of andere vormen van fysieke afscheidingen (bijvoorbeeld bloembakken) voorgeschreven. In de overige gevallen worden markeringen in het wegdek aangebracht. Deze voorzieningen worden door de gemeente op koste van de horecaondernemer aangebracht. Bijzondere omstandigheden: In verband met de jaarlijkse Vierdaagsefeesten is bepaald dat de terrasvergunning niet geldt tijdens de feesten en op plaatsen waar dit relevant is ook tijdens de opbouw- en afbraakfase van 8
deze feesten. Uiteraard geldt dit alleen voor de binnenstad. In verband met evenementen als kermis, Waalkade à la Carte e.d. is het wenselijk dat Burgemeester en Wethouders in het belang van deze evenementen kunnen bepalen dat de terrasvergunning voor de opbouw, duur en afbraakperiode van deze activiteiten niet geldt. 9
4. Controle en handhaving De controle op naleving van de terrasvergunningvoorschriften wordt verricht door de ambtenaren die door het College van Burgemeester en Wethouders als toezichthouder voor de APV zijn aangewezen en politieambtenaren van Politieregio Gelderland Zuid, District Stad Nijmegen. In de praktijk komt het neer op toezichthouders van de Directie Stadsbedrijven. De toezichthouders van Bureau Midden- & Kleinbedrijf van de afdeling Milieu van de Directie Grondgebied zijn bevoegd om toezicht te houden op de voorschriften die zijn opgenomen in het Besluit Horeca-, sport- en recreatie-nrichtingen, Wet milieubeheer. De politie is uiteraard bevoegd om in het kader van zowel de terrasvergunning als de Wet Milieubeheer als toezichthouder op te treden. Worden er overtredingen geconstateerd dan zal de handhaving voornamelijk met de aan het bestuur ter beschikking staande instrumenten worden geëffectueerd. Concreet betekent dit dat bestuursrechtelijke maatregelen worden genomen. Dit kan betekenen dat er een dwangsom of bestuursdwang wordt opgelegd of dat een vergunning wordt ingetrokken. Uit de praktijk blijkt dat de volgende overtredingen regelmatig worden geconstateerd: Exploitatie van een terras zonder vergunning: In dit geval ontvangt de overtreder een waarschuwing dat het terras binnen 24 uur verwijderd dient te zijn en dat bij de volgende geconstateerde overtreding een dwangsom zal worden opgelegd. Bovendien wordt erop gewezen dat een vergunning aangevraagd dient te worden. Wordt na 24 uur nogmaals eenzelfde constatering gedaan dan wordt er een dwangsom opgelegd per geconstateerde overtreding per 24 uur met een maximum van twee maal het geldende jaartarief aan precario. Niet naleven van de vergunningvoorschriften: In de vergunningen is een passage opgenomen dat bij niet naleving van de voorschriften een bestuurlijk maatregel zal worden opgelegd. Indien toch overtredingen worden geconstateerd ontvangt de vergunninghouder een "beschikking" waarin staat vermeld dat de overtreding binnen 24 uur gestaakt moeten worden. Indien na het verstrijken van de termijn toch dezelfde overtreding wordt geconstateerd wordt de overtreding op kosten van de vergunninghouder door de gemeente ongedaan gemaakt. Hierbij valt te denken aan het niet schoonhouden van het terras, het uitdijen van het terras e.d. Voor het illegaal plaatsen van reclameborden bestaat reeds een dwangsomregeling. Niet naleven van de sluitingstijden: Wanneer geconstateerd wordt dat een vergunninghouder zich niet aan de sluitingstijden houdt wordt eveneens een waarschuwing en daarna een dwangsombeschikking gestuurd. Per overtreding wordt een dwangsom vastgesteld die erop gericht is de winst die in de betreffende periode gemaakt is ongedaan te maken. De hoogte is dus afhankelijk van de grootte van het terras. Niet verwijderen van terrasmeubilair na afloop van het terrasseizoen wanneer geen winterterras is aangevraagd: Bij besluit van 19 januari 1999 (nummer 98.26228) is reeds een dwangsomregeling van kracht geworden. Per dag dat een overtreding wordt geconstateerd wordt een dwangsom van 91,-- opgelegd. Hiervoor geldt een maximum van 910,--. 10
Geluidsoverlast: Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het Stappenplan Horeca. Verstoring openbare orde: Op voordracht van opsporingsambtenaren kan de Burgemeester besluiten een terrasvergunning in te trekken. Deze kan tevens op grond van de Gemeentewet in geval van verstoringen van de openbare orde maatregelen te nemen. Tenslotte wordt vermeld dat de politie en opsporingsambtenaren van bureau Toezicht, naast bovenstaande maatregelen, te allen tijde een proces verbaal op kunnen maken. 11
5. Procedure Aanvraag: Een terrasvergunning moet schriftelijk worden aangevraagd bij de Burgemeester, conform de algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 van de APV. Hiertoe dient het aanvraagformulier volledig te zijn ingevuld. Het verstrekken van onvoldoende gegevens kan leiden tot het niet in behandeling nemen van de aanvraag. Met het formulier kunnen tevens reclame-vergunningen, ontheffingen voor de opslag van terrasmeubilair en vergunningen voor het plaatsen van fietsrekken worden aangevraagd. Deze dienen in tegenstelling tot de terrasvergunning te worden aangevraagd bij het College van Burgemeester en Wethouders. Bovendien dient een exploitant in het kader van de Wet Milieubeheer een melding te doen in verband met de uitbreiding van zijn inrichting. De melding dient schriftelijk te worden ingediend bij Bureau Midden- & Kleinbedrijf van de afdeling Milieu. Aanvraag winterterras: Indien horeca-inrichtingen al beschikken over een terrasvergunning kan ten behoeve van de zogenaamde winterterrassen een uitbreiding van de terrasvergunning worden aangevraagd. Hiervoor hoeft geen leges te worden betaald. In de aanvraag wordt de gewenste omvang en locatie van het winterterras aangegeven. Wordt een nieuwe aanvraag ingediend dan moet naast een tekening van het zomerterras ook een tekening van het winterterras worden bijgevoegd. Er wordt vervolgens één vergunning verstrekt die uit drie onderdelen bestaat, algemene voorschriften en voorschriften die uitsluitend betrekking hebben op het zomer- dan wel winterterras. Toetsing: De aanvragen worden getoetst aan de wettelijke criteria en de relevante beleidsregels. Tevens wordt advies gevraagd aan: de politie, bureau verkeerstaken en Bijzondere Executieve Taken; de directie Grondgebied, de afdeling Stedebouw en Milieu; de directie Stadsbedrijven, de afdeling Stadsbeheer en Stadstoezicht; de brandweer, afdeling preventie. Binnen acht weken na dagtekening van de aanvraag zal de beschikking worden afgegeven en bekendgemaakt aan de aanvrager en de direct belanghebbenden (bewoners en ondernemers van de belendende percelen). Deze wordt tevens gepubliceerd in het huis-aan-huis-blad "De Brug" zodat alle belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld bezwaar te maken. Indien er een terrasvergunning voor een plein wordt aangevraagd, wordt alvorens een definitieve vergunning af te geven, eerst de ontwerp-vergunning gepubliceerd. Hierop kunnen alle belanghebbenden hun zienswijze geven. Daarna wordt pas de definitieve vergunning afgegeven. Ook deze wordt gepubliceerd. Tegen de definitieve vergunning bestaat uiteraard weer een bezwaarmogelijkheid. De laatste procedure (openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht) neemt meer tijd in beslag en zal doorgaans langer duren dan de bovengenoemde acht weken. Gezien de procedures die in het kader van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd moeten worden is het belangrijk ruim voor de opening van een horeca-inrichting een aanvraag in te dienen. Hiermee wordt voorkomen dat de exploitatie van het terras niet bij aanvang van de horecaonderneming kan worden gestart. Indien een procedure onverhoopt meer tijd in beslag gaat nemen wordt de aanvrager hiervan tijdig op de hoogte gesteld. 12
Geldigheidsduur vergunning: Een vergunning wordt voor onbepaalde tijd afgegeven en is persoonsgebonden. Dit betekent dat de vergunning wordt afgegeven aan de horeca-exploitant. Wanneer de horeca-inrichting door een andere exploitant wordt overgenomen dient een nieuwe terrasvergunning te worden aangevraagd. 13
6. Ingangsdatum en overgangsrecht. Iedere vergunning die na vaststelling en publicatie van deze beleidsregels wordt aangevraagd wordt aan dit beleid getoetst. Aanvragen die voor deze datum zijn binnengekomen worden aan de beleidsregels van februari 2000 getoetst. Waar mogelijk zal echter rekening worden gehouden met het nieuwe beleid. Mobiele gasgestookte verwarmingselementen mogen tot vijf jaar na aanschaf worden gebruikt. 14
Besluit Burgemeester De burgemeester van de gemeente Nijmegen d.d. 4 mei 2006, Gelet op artikel 4:81 Algemene wet Bestuursrecht, artikel 2.3.1.5 Algemene Plaatselijke Verordening Nijmegen en de Terrassennotitie 2003; Nijmegen n rijk aan terrassen Overwegende dat de door de Gemeenteraad in 2003 vastgestelde Terrassennotitie door de Burgemeester dient te worden vastgesteld omdat de Burgemeester op grond van artikel 2.3.1.5 van de APV bevoegd is terrasvergunningen af te geven en derhalve het te voeren beleid dient vast te stellen. Besluit de Terrassennotitie 2003, Nijmegen n rijk aan terrassen vast te stellen, daarbij opmerkende dat de inhoud van de reeds gehanteerde beleidsregels niet is gewijzigd. De burgemeester, mevr. dr. G. ter Horst 15