Steenweg 64 te Berbroek BEMALINGSNOTA - INVLOED OP NABURIGE VERONTREINIGING 22 oktober 2015 (Bron: Google Earth, 2015) AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-1/34 -
Steenweg 64 te Berbroek BEMALINGSNOTA - INVLOED OP NABURIGE VERONTREINIGING 22 oktober 2015 Klant: Studiebureau: SERTIUS CVBA Rogierlaan 349, bus 4 1030 Brussel Contact: Michaël DE COOMAN E-mail: michael.decooman@sertius.be AGT n.v. Kontichsesteenweg 38 2630 Aartselaar Tel.: 03-369.06.40 Contact: ir. Yves Meyus E-mail: yves.meyus@agt.be AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-2/34 -
Inhoudstafel Inhoudstafel... 3 1. Inleiding... 4 2. Referentiepeil... 4 3. Grondonderzoek... 4 3.1. Sonderingen... 4 3.2. Boring uit DOV... 5 3.3. Grondwaterpeil... 5 3.4. Hydrogeologisch profiel... 6 4. Bemalingstechnische randvoorwaarden... 7 4.1. Omgevingskenmerken en VOCl-verontreiniging... 7 4.2. Geplande uitgraving... 9 4.3. Evaluatie zettingsrisico s... 9 4.4. Opbarstgevaar... 13 4.5. Screening mogelijke verontreinigingen... 16 5. Bemalingsconcept... 17 5.1. Drains... 17 5.2. Afscherming verontreiniging met waterkerende wanden... 20 5.3. Afscherming verontreiniging met tegenbemaling... 20 6. Besluit... 22 Bijlage 1 Sonderingsgrafieken... 25 Bijlage 2 Boring uit DOV... 31 Bijlage 3 Plannen stijghoogtecontouren (Sertius cvba)... 34 AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-3/34 -
1. Inleiding Voor de bouw van appartementsgebouwen langs de Steenweg 64 te Berbroek, is een uitgraving noodzakelijk voor één verdieping ondergrondse parking. De uitgraving is voorzien tot ca. 3,15 meter onder het nulpeil van de architect (march). Lokaal wordt tot -4,65 march uitgegraven voor liftputten. Een VOCl-verontreiniging, afkomstig van een nabijgelegen site, is aanwezig op minimaal 15 meter afstand van de werfzone. De bouwplaats bevindt zich in de directe omgeving van gebouwen en woningen met ongekende, mogelijk variabele fundering. Aan AGT werd gevraagd een bemalingsadvies op te stellen en de mogelijke invloed op de aanwezige verontreiniging te beoordelen. De bemalingsstudie werd uitgevoerd aan de hand van de aangeleverde gegevens en openbaar op DOV (Databank Ondergrond Vlaanderen) beschikbare gegevens. Uitgaande van deze gegevens werd een interpretatie gedaan van de hydrogeologische toestand van de site en werden de mogelijke zettingsrisico s en het bemalingsconcept geëvalueerd. Meer in het bijzonder werd de invloed op de nabijgelegen verontreiniging geëvalueerd. 2. Referentiepeil Het nulpeil van de architect komt overeen met het afgewerkt vloerniveau op gelijkvloers (cfr. plannen Block-Office Architecten dd. 31/05/2015). Het lokale maaiveld ligt ongeveer 0,1 meter onder het nulpeil van de architect. In dit rapport wordt het nulpeil van de architect gebruikt als referentiehoogte (march), wat op basis van het Digitaal Hoogtemodel overeenkomt met ca. +34,0 mtaw. 3. Grondonderzoek 3.1. Sonderingen Vijf sonderingen, verder aangeduid als sonderingen S1 t.e.m. S5, werden uitgevoerd ter hoogte van de werfzone op 04/03/2015 door Advison bvba. De resultaten werden gerapporteerd in het rapport met referentie 1542115. De sondeergrafieken zijn toegevoegd in bijlage 1. De inplanting van de sonderingen en het referentiepeil zijn aangeduid in Figuur 1. Het referentiepeil van de sonderingen ligt (op basis van informatie van de opdrachtgever) op -0,2 march. De maaiveldhoogtes en de dieptes van de sonderingen zijn dan: S1: maaiveldhoogte: -0,23 march / diepte: -7,63 march S2: -0,20 march / -9,80 march S3: -0,26 march / -12,26 march S4: -0,28 march / -12,68 march S5: -1,09 march / -13,69 march AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-4/34 -
Ter hoogte van de sonderingen wordt tot ca. -2,3 march een heterogene deklaag aangetroffen. Onder deze heterogene laag ligt een zandige laag tot -5,1 à -5,9 march, gevolgd door een slappe mogelijk kleiige laag tot -6,4 à -7,5 march. Ter hoogte van sondering S4 ontbreekt de heterogene deklaag. De dikte van de kleiige laag ligt tussen 0,8 en 2,4 meter. Onder de kleiige laag wordt een zandige laag aangetroffen tot de einddiepte van de sondering. Figuur 1 Inplantingsplan sonderingen 3.2. Boring uit DOV Op ongeveer 80 meter ten zuidwesten van de werfzone is een boring uitgevoerd tot een diepte van -60,2 march (boring kb25d76e-b257). De boorbeschrijving is toegevoegd in bijlage 2. In de bovenste 4 meter wordt een quartaire zandige deklaag aangetroffen. Daaronder ligt het Zand van Eigenbilzen (leemhoudend fijn zand) tot ca. -15,2 march, gevolgd door de Boomse Klei tot -48,2 march. Onder de kleilaag ligt het Zand van Berg (fijn zand). 3.3. Grondwaterpeil Op basis van grondwaterpeilen opgemeten in augustus 2015 in peilbuizen op het naastliggende verontreinigd terrein, zijn stijghoogtecontouren opgemaakt door Sertius cvba. De plannen met deze contouren zijn toegevoegd in bijlage 3 (waardes in mtaw). AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-5/34 -
Bij het doortrekken van de contouren naar de werfzone van Steenweg 64 worden volgende grondwaterpeilen bekomen: Laag Grondwaterpeil (mtaw) (march) Min. Max. Min. Max. 0-5 march 31.30 31.10-2.70-2.90 5-10 march 30.95 30.85-3.05-3.15 10-15 march 30.90 30.80-3.10-3.20 Er wordt dus in het vervolg van de studie uitgegaan van volgende conservatieve (minst diepe) grondwaterpeilen: zandlaag boven kleiige laag (0,0 tot -5,1/-5,9 march): -2,70 march. zandlaag onder kleiige laag (-6,4/-7,5 tot -15,2 march): -3,05 march. 3.4. Hydrogeologisch profiel Op basis van bovenstaande gegevens is onderstaand hydrogeologisch profiel opgemaakt Figuur 2 Vereenvoudigd, hydrogeologisch profiel. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-6/34 -
4. Bemalingstechnische randvoorwaarden 4.1. Omgevingskenmerken en VOCl-verontreiniging Vlakbij de site zijn er gebouwen met ongekende funderingen op korte afstand (zie Figuur 3). Op ongeveer 50 m ten zuidwesten van de werfzone ligt een site verontreinigd met VOCl in het grondwater. In het kader van bodemonderzoeken heeft Sertius cvba contourkaarten opgemaakt voor de lagen 0-5 march, 5-10 march en 10-15 march (zie Figuur 4, Figuur 5 en Figuur 6). Op basis van de contourkaarten kan worden geconcludeerd dat de verontreiniging aanwezig is in het volledige zandpakket van Eigenbilzen. Vanuit de verontreinigingskern (gelegen aan de oostelijke rand van de verontreinigde site) heeft de verontreiniging zich verspreid naar het westen tot noordwesten. De verontreiniging reikt niet tot de werfzone, doch is wel gelegen op minimaal 15 meter afstand. Figuur 3 Locatie werfzone en verontreinigde site. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-7/34 -
Figuur 4 Contourkaart van Sertius cvba voor laag 0-5 march. Figuur 5 Contourkaart van Sertius cvba voor laag 5-10 march. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-8/34 -
Figuur 6 Contourkaart van Sertius cvba voor laag 10-15 march. 4.2. Geplande uitgraving Een rechthoekige uitgraving (65 x 20 meter) is voorzien voor de aanleg van drie appartementsgebouwen met elk voorzien van één verdieping ondergrondse parking en een liftput. Er is voorzien om de bouwput uit te graven onder open talud. De onderzijde van de keldervloerplaat en de liftput bedragen respectievelijk -3,15 march en -4,65 march. De afmetingen van de liftput bedragen ca. 2,1 x 2,4 meter. Het grondwater dient tot een halve meter onder het uitgravingsniveau te worden verlaagd. Volgende bemalingsniveaus en grondwaterverlagingen zijn noodzakelijk: Parking: bemalingsniveau: -3,65 march / grondwaterverlaging: 0,95 meter; Liftput: bemalingsniveau: -5,15 march / grondwaterverlaging: 2,45 meter; 4.3. Evaluatie zettingsrisico s Uitgaande van de resultaten van de door Advison bvba uitgevoerde sonderingen worden theoretische absolute zettingen berekend aan de hand van de formule van Terzaghi. De evenredigheidscoëfficiënt (α) gebruikt voor het berekenen van de samendrukbaarheidsmodulus (C) uit de conusweerstandswaarde werd gelijk genomen aan 3, zoals aangegeven in de Richtlijnen Bemalingen (versie september 2009). AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-9/34 -
Voor de berekeningen werd een waterpeil van -2,7 march genomen (zie hoofdstuk hoofdstuk 3.3). Als dichtheid van droge en natte grond werden respectievelijk 17 en 20 kn/m³ genomen. De grondwaterverlaging en bijhorende zettingen zullen sterk afgezwakt zijn in de Boomse Klei (top gelegen op ca. -15,2 march). Het is daarom voldoende om de zettingsberekeningen uit te voeren tot de grootste einddiepte van de sonderingen, namelijk -13,7 march in sondering S5. De conusweerstanden onder de einddiepte van de andere sonderingen werden aangevuld met waarden uit sondering S5. Ter hoogte van sonderingen S3, S4 en S5 wordt bij een grondwaterverlaging van 1,9 meter reeds de maximaal toegestane theoretische absolute zetting van 20 mm overschreden. Voor de uitgraving van de parking zijn er geen onaanvaardbare zettingsrisico s te verwachten, omdat de verlaging beperkt is tot 0,95 meter. De grondwaterverlaging voor de uitgraving van de liftput bedraagt echter 2,45 meter. Onaanvaardbare zettingsrisico s kunnen worden vermeden door een kortstondige (max. 2 weken) lokale bemaling uit te voeren bij de uitgraving van de liftput. Figuur 7 Theoretische absolute zetting in functie van de grondwaterverlaging bij S1. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-10/34 -
Figuur 8 Theoretische absolute zetting in functie van de grondwaterverlaging bij S2. Figuur 9 Theoretische absolute zetting in functie van de grondwaterverlaging bij S3. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-11/34 -
Figuur 10 Theoretische absolute zetting in functie van de grondwaterverlaging bij S4. Figuur 11 Theoretische absolute zetting in functie van de grondwaterverlaging bij S5. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-12/34 -
4.4. Opbarstgevaar Ontgravingsput De uitgraving gebeurt in de zandige toplaag. Door de uitgraving bestaat er mogelijk gevaar tot opbarsten van de bouwput. In de volgende berekening naar opbarstgevaar werden de meest conservatieve waarden gekozen: grondwaterpeil van -3,05 march in de onderliggende zandlaag (cfr. hoofdstuk 3.3); kleilaag van -5,1 tot -6,4 march; grondwaterverlaging tot 0,5 meter onder de bouwput: -3,65 march. Er is geen risico op opbarsten in de bouwput indien (zie Figuur 12): D 1 zand_ onverzadigd D 2 H zand_ verzadigd water D 3 klei _ verzadigd veiligheidsfactor march 0 H -3.05 D1-3.15-3.65 D2-5.10 D3 bodem kleilaag) -6.40 Figuur 12 Schematische schets van de uitgraving van de bouwput AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-13/34 -
Waarbij: H = drukhoogte op onderkant slappe laag = -3,05 march (-6,40 march) = 3,35 meter D 1 = dikte onverzadigde zandlaag = 0,5 meter D 2 = dikte verzadigde zandlaag = 1,45 meter D 3 = dikte kleilaag = 1,3 meter γ water = 9,81 kn/m³ γ zand_onverzadigd = 17 kn/m³ (1) γ zand_verzadigd = 19 kn/m³ (1) γ klei_verzadigd = 17 kn/m³ (1) veiligheidsfactor = 1,15 Opbarstcoëfficient: 1,77 (1) Overgenomen uit tabel NA uit Eurocode 7, versie 2011 Met deze gegevens bekomt men als opbarstcoëfficiënt 1,77. Opbarstgevaar wordt pas kritisch bij een uitgraving tot -4,18 march. Liftput Bij het berekenen van het opbarstgevaar ter hoogte van een liftput kan rekening worden gehouden met het gewicht van de grond rond de liftput. Er wordt aangenomen dat er gewerkt zal worden met een maximale taludbreedte (a) gelijk aan 0,2 meter. Het grondwaterpeil bedraagt -3,05 march in de onderliggende zandlaag en de kleiige laag ligt tussen -5,1 tot -6,4 march, zoals aangenomen in de berekening van het opbarstgevaar voor de ontgravingsput (zie eerder). Het grondwaterpeil wordt verlaagd tot op de kleiige laag (-5,10 march). Er is geen opbarstgevaar indien (zie Figuur 13): f D 1 γ zand_onverzadigd + D 2 γ zand_onverzadigd + D 2 γ klei_verzadigd H γ water 1,05 AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-14/34 -
march 0 b a H -3.05-3.15 D1 D2-4.65 D3 (bodem kleilaag) -5.10-6.40 Figuur 13 Schematische schets van de uitgraving van de sleuf Waarbij: H = drukhoogte op onderkant slappe laag = -3,05 march (-6,40 march) = 3,35 meter D 1 = overdikte = 1,5 meter D 2 = dikte onverzadigde zandlaag = 0,45 meter D 3 = dikte kleilaag = 1,3 meter γ water = 9,81 kn/m³ γ zand_onverzadigd = 17 kn/m³ (2) γ klei_verzadigd = 17 kn/m³ (2) Noodzakelijke veiligheidsfactor = 1,05 (2) Overgenomen uit tabel NA uit Eurocode 7, versie 2011 De fractie f is in functie van de afmetingen van de extra uitgraving en het talud: f = 2 π {(1 + b a ) boogtan (D 2 + D 3 + D 4 a + b ) ( b a ) boogtan (D 2 + D 3 + D 4 )} b Waarbij: a = breedte van de talud = 0,2 meter b = halve breedte van de liftput = 1,2 meter Met deze gegevens bekomt men als opbarstcoëfficiënt 1,13. Bij een beperkte uitgraving tot -4,65 march en een grondwaterpeil in de onderliggende zandlaag van -3,05 march is er geen opbarstgevaar. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-15/34 -
Besluit Er is geen opbarstgevaar voor de uitgraving van de parking en de liftput bij de aangenomen randvoorwaarden (uitgravingsdiepte, grondwaterpeil, etc.). Er is echter een opbarstgevaar voor de uitgraving van de liftput vanaf een grondwaterpeil van -2,8 march in de onderliggende zandlaag, wat slechts 0,25 meter hoger is dan het grondwaterpeil aangenomen in deze studie. Het is daarom van belang om vóór de start van de werken een diepe peilbuis (filterstelling in de onderliggende zandlaag: -8 tot -10 march) te plaatsen om het grondwaterpeil te bevestigen. 4.5. Screening mogelijke verontreinigingen In de directe omgeving van de site werd via het geoloket van OVAM nagegaan of rondom de site bodemonderzoeken uitgevoerd zijn, buiten de site met de VOCl-verontreiniging. De berekening in hoofdstuk 5.1 toont aan dat de invloedsstraal van de bemaling kan reiken tot ca. 130 meter. Binnen deze invloedsstraal is één site (buiten de site met de VOCl-verontreiniging) aanwezig waarop bodemonderzoeken zijn uitgevoerd (OVAM dossiernummer 6807). Gezien er minstens een beschrijvend bodemonderzoek is uitgevoerd op deze site, is er mogelijk een verontreiniging aanwezig. De ligging is te raadplegen in het OVAM geoloket (http://services.ovam.be/geoloket/). Het is aan te raden de dossiers op te vragen bij de OVAM voor de opstart van de bemalingswerken. Figuur 14 Locatie sites waarop bodemonderzoeken zijn uitgevoerd (uit OVAM geoloket) AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-16/34 -
5. Bemalingsconcept Voor de bouw van een kelderparking met één ondergrondse verdieping is een uitgraving noodzakelijk tot -3,15 march. Lokaal wordt tot -4,65 march gegraven voor liftputten. Verder dient er te worden rekening gehouden met de volgende randvoorwaarden: Het grondwaterpeil in de bovenste zandlaag bedraagt -2,70 march. Het grondwaterpeil in de onderste zandlaag ligt op -3,05 march. Het bemalingsniveau bedraagt -3,65 march en de nodige grondwaterverlaging 0,95 meter. De VOCl-verontreiniging op 20 meter afstand van de werfzone mag niet worden beïnvloed en/of aangetrokken tijdens de bemaling. Opbarstgevaar bij de uitgraving van de liftput bij een grondwaterpeil van -2,8 march in de onderste zandlaag. Vóór de start van de werken is het aangewezen om ter hoogte van de werfzone twee peilbuizen te plaatsen, waarvan één met filterstelling in de bovenste zandlaag (-2 tot -4 march) en één met filterstelling in de onderste zandlaag (-8 tot -10 march). Zodoende kunnen de grondwaterpeilen aangenomen in deze studie worden bevestigd. 5.1. Drains In de eerste plaats zou de bemaling kunnen worden uitgevoerd met vacuümfilters tot op de kleiige tussenlaag van Eigenbilzen. De effectiviteit van deze filterbemaling wordt echter in vraag gesteld gezien de beperkte lengte van de filters. Als alternatief is het aangewezen om de bemaling uit te voeren door middel van 3 stroken drains onder de bouwput (zie Figuur 15), te plaatsen op minimum 1 meter onder het beoogde bemalingsniveau (-4,65 march). Er mogen geen oude funderingen of andere obstakels in de grond zitten die het plaatsen van de drain verhinderen. Er moet ook worden rekening gehouden met paalfunderingen van de te plaatsen gebouwen, die mogelijk de drains kunnen doorboren. De reikwijdte van de bemaling (invloedsstraal R) wordt indicatief berekend met de volgende formule: R = Q N. π Waarbij Q het bemalingsdebiet is en N de effectieve neerslag, geschat op 200 mm/jaar. Het benaderde debiet van de drain wordt berekend met de formule van Dupuit: Q = π. k h 0 2 H² ln(r + r) ln (R) AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-17/34 -
Waarbij: k : horizontale doorlatenheid van het Zand van Eigenbilzen = geschat op 5 m/dag; h 0 : stijghoogte in rust ten opzichte van tussenliggende kleiige laag; H : verlaagde stijghoogte; r : equivalente straal van de bouwput. Na een iteratieve berekening wordt een invloedsstraal van 129,37 meter en een bemalingsdebiet van 1,20 m³/u bekomen (zie Figuur 16). Indien de tussenliggende laag doorlatend is, dan kan er worden gewerkt met een filterbemaling rond de bouwput, waarvan de filters reiken tot -10 march. De waarden van h 0 en H wijzigen. Door het feit dat de bemalingsfilters onvolkomen zijn ( = filters die niet reiken tot aan de onderkant van de aquifer), dient er te worden rekening gehouden met een toeslagfactor van 0,84. Het berekende bemalingsdebiet bedraagt dan 4,68 m³/u en de invloedsstraal 278,65 meter (zie Figuur 17). Indien geen hydraulisch afschermende maatregelen worden genomen, zal de VOClverontreiniging worden aangetrokken. Er dient een grondwaterzuiveringsinstallatie te voorzien die kan voldoen aan ca. 5 m³/uur. Bijkomend zal er zich een verplaatsing van de verontreiniging voordoen. Figuur 15 Bouwput met indicatieve locatie drains AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-18/34 -
Grondwaterdiepte tot maaiveld (m) Grondwaterdiepte tot maaiveld (m) bouwput afmetingen Lengte 65.00 m r h s Afstand WPrust WPverl. Breedte 20.00 m m m m m m m horiz. doorlatendheid van de bodem (k) 5.79E-05 m/s 20.34 1.45 0.95 0.00-1.80-2.75 Stijghoogte (rust) 2.40 m 21.90 1.50 0.90 1.56-1.80-2.70 gewenste neerhaling in centrum (s) 0.95 m 22.76 1.52 0.88 2.42-1.80-2.68 Invloedsstraal R 129.37 m 24.11 1.55 0.85 3.77-1.80-2.65 Equivalente straal bouwput r 20.34 m 26.20 1.60 0.80 5.86-1.80-2.60 Qtot 1.20 m3/h 29.46 1.67 0.73 9.12-1.80-2.53 34.53 1.75 0.65 14.19-1.80-2.45 42.42 1.86 0.54 22.08-1.80-2.34 54.69 1.98 0.42 34.35-1.80-2.22 73.78 2.11 0.29 53.44-1.80-2.09 103.49 2.25 0.15 83.15-1.80-1.95 149.72 2.40 0.00 129.37-1.80-1.80 Verhanglijn 0.0-0.5-1.0-1.5-2.0-2.5-3.0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105 110 115 120 125 130 135 140 Afstand tot bouwput (m) Figuur 16 Berekening invloedsstraal R, bemalingsdebiet Q en verhanglijn bij volkomen drains (slecht doorlatende tussenlaag). bouwput afmetingen Lengte 65.00 m r h s Afstand WPrust WPverl. Breedte 20.00 m m m m m m m horiz. doorlatendheid van de bodem (k) 5.79E-05 m/s 20.34 11.55 0.95 0.00-1.80-2.75 Stijghoogte (rust) 12.50 m 22.01 11.58 0.92 1.67-1.80-2.72 gewenste neerhaling in centrum (s) 0.95 m 23.13 11.60 0.90 2.78-1.80-2.70 Invloedsstraal R 278.65 m 24.99 11.63 0.87 4.64-1.80-2.67 Equivalente straal bouwput r 20.34 m 28.09 11.67 0.83 7.75-1.80-2.63 Qtot 5.57 m3/h 33.27 11.73 0.77 12.92-1.80-2.57 Qtot (onvolkomen) 4.68 m3/h 41.90 11.81 0.69 21.56-1.80-2.49 56.31 11.92 0.58 35.97-1.80-2.38 80.35 12.04 0.46 60.01-1.80-2.26 120.46 12.19 0.31 100.12-1.80-2.11 187.37 12.34 0.16 167.03-1.80-1.96 299.00 12.50 0.00 278.65-1.80-1.80 Verhanglijn 0.0-0.5-1.0-1.5-2.0-2.5-3.0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 210 220 230 240 250 260 270 280 290 300 Afstand tot bouwput (m) Figuur 17 Berekening invloedsstraal R, bemalingsdebiet Q en verhanglijn bij onvolkomen filters (goed doorlatende tussenlaag). AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-19/34 -
5.2. Afscherming verontreiniging met waterkerende wanden Indien de verontreiniging niet mag worden beïnvloed en/of aangetrokken, kunnen waterkerende wanden rond de bouwput worden geplaatst tot minstens 1 meter in de kleiige tussenlaag (ca. -6,9 march). De nodige oppervlakte van de waterkerende wand is 170 m * 6,9 m = 1173 m². Bij een indicatieve éénheidsprijs van 100 /m² voor de wand, wordt de totale kostprijs ruw geschat op 117.300. De waarde van de hydraulische weerstand van de kleiige laag is echter niet gekend. Indien de kleiige laag goed doorlatend is, dan moet de waterkerende wand worden geplaatst tot 1 meter in de Boomse klei (-16,2 march). Dan stijgt de kostprijs al tot ruwweg 275.400. 5.3. Afscherming verontreiniging met tegenbemaling Als tweede en mogelijk goedkopere optie voor de hydraulische afscherming van de verontreiniging, kan een tegenbemaling worden georganiseerd ter hoogte van de verontreinigingspluim. Hierbij wordt de bemalingszone uitgebreid tot in de zone van de verontreiniging (zie Figuur 18). Het bemalingswater wordt dan selectief gezuiverd en kan eventueel als deel van de sanering worden beschouwd. De verontreiniging zal zich niet verder verspreiden (doch wel worden beïnvloed) en er zal enkel een kost van de waterzuivering zijn op de verontreinigde bemalingsfilters. Voor een nauwkeurige dimensionering van de tegenbemaling (benodige bemalingsdebiet, aantal filters, diepte, invloed op de verontreiniging, etc.) is het aangewezen om een grondwatermodel op te stellen. Figuur 18 Optie tegenbemaling AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-20/34 -
5.4. Bepaling doorlatendheid kleiige laag Bovenstaande heeft aangetoond dat het bemalingsdebiet, de invloedsstraal van de bemaling en de diepte van de mogelijk noodzakelijke waterkerende wanden sterk afhankelijk is van de effectieve doorlatendheid van de kleiige laag. Deze doorlatendheid kan worden bepaald door middel van een dubbele pompproef, met filterstelling boven en net onder de kleiige laag en idem dito peilbuizen op ongeveer 5 meter afstand van de pompputten. De peilbuizen kunnen eveneens worden gebruikt ter bevestiging van het grondwaterpeil in rust. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-21/34 -
6. Besluit Voor de bouw van appartementsgebouwen langs de Steenweg 64 te Berbroek, is een uitgraving noodzakelijk voor één verdieping ondergrondse parking kelder. De uitgraving is voorzien tot ca. 3,15 meter onder het nulpeil van de architect (march). Lokaal wordt tot -4,65 march uitgegraven voor liftputten. Een VOCl-verontreiniging, afkomstig van een nabijgelegen site, is aanwezig op minimaal 15 meter afstand van de werfzone. De bouwplaats bevindt zich in de directe omgeving van gebouwen en woningen met ongekende, mogelijk variabele funderingen. Tot ca. -2,3 march wordt een heterogene deklaag aangetroffen, daaronder ligt het Zand van Eigenbilzen tot -15,2 march. Tussen -5,1 à -7,5 march ligt een kleiige tussenlaag van Eigenbilzen. Onder het Zand van Eigenbilzen wordt de Boomse Klei aangetroffen. Het hoogste grondwaterpeil onder en boven de kleiige laag van Eigenbilzen bedragen respectievelijk -2,70 march en -3,05 march. Voor de uitgraving van de parking en de liftput is een grondwaterverlaging nodig van respectievelijk 0,95 meter en 2,45 meter. Bij een verlaging van minimaal 1,90 meter van het grondwaterniveau wordt de maximaal toegestane theoretische absolute zetting van 20 mm reeds overschreden. Er zijn enkel onaanvaardbare zettingsrisico s te verwachten voor de uitgraving van de liftput. Deze kunnen worden vermeden door een kortstondige (max. 2 weken) lokale bemaling uit te voeren bij de uitgraving van de liftput. Er is een opbarstgevaar voor de uitgraving van de liftput vanaf een grondwaterpeil van -2,8 march in de onderliggende zandlaag. Vóór de start van de werken is het aangewezen om ter hoogte van de werfzone twee peilbuizen te plaatsen, met filterstelling boven en net onder de kleiige laag, om het grondwaterpeil in rust te controleren. De bemaling kan best worden uitgevoerd door middel van 3 stroken drains onder de bouwput, te plaatsen op ongeveer één meter onder het beoogde bemalingsniveau (-4,65 march). Zo wordt de bemaling enkel boven de kleiige laag uitgevoerd waardoor de invloed op de VOClverontreiniging en het bemalingsdebiet worden geminimaliseerd. De reikwijde van de bemaling bedraagt 129,37 meter en het bemalingsdebiet 1,20 m³/u. Indien de kleiige laag goed doorlatend is, dan bedraagt het debiet 4,68 m³/u en de invloedsstraal 278,65 meter. De VOCl-verontreiniging zal worden aangetrokken. Er dient mogelijk een grondwaterzuiveringsinstallatie te worden voorzien die kan voldoen aan ca. 5 m³/uur en er zal zich een verplaatsing van de verontreiniging voordoen. Indien de verontreiniging niet mag worden beïnvloed en/of aangetrokken, kunnen waterkerende wanden rond de bouwput worden geplaatst tot minstens 1 meter in de kleiige tussenlaag (ca. -6,9 march). Indien de kleiige laag goed doorlatend is, dan moet de waterkerende wand worden geplaatst tot minstens 1 meter in de Boomse klei (-16,2 march). AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-22/34 -
Als tweede en mogelijk goedkopere optie voor de hydraulische afscherming van de verontreiniging, kan een tegenbemaling worden georganiseerd ter hoogte van de verontreinigingspluim. De verontreiniging zal zich niet verder verspreiden (doch wel worden beïnvloed) en er zal enkel een kost van de waterzuivering zijn op de verontreinigde bemalingsfilters. De doorlatendheid van de kleiige laag kan worden bepaald door middel van een dubbele pomproef, met filterstelling boven en net onder de kleiige laag en idem dito peilbuizen op ongeveer 5 meter afstand van de pompputten. De peilbuizen kunnen eveneens worden gebruikt ter bevestiging van het grondwaterpeil in rust. De gehanteerde hydrogeologische parameters zijn geschatte waarden. De resultaten van de berekeningen die hieruit voortvloeien zijn dus enkel indicatief. AGT kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele afwijkingen van de bodemparameters in de realiteit. De gehanteerde gegevens van de sonderingen en boringen zijn puntgegevens en zijn mogelijk niet representatief voor het ganse studiedomein. AGT kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele afwijkingen in de reële bodemopbouw van het profiel dat uit de puntgegevens is samengesteld. Deze studie moet beschouwd worden als één geheel. Individuele waarden van parameters en/of resultaten kunnen niet gebruikt worden buiten de globale context van deze studie, zonder toestemming van AGT. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-23/34 -
Opgemaakt te Aartselaar op 22 oktober 2015 ir. Ken Bergers Projectmedewerker AGT n.v. Interne kwaliteitscontrole uitgevoerd op 22 oktober 2015 ir. Yves Meyus Senior projectleider AGT n.v. AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-24/34 -
Bijlage 1 Sonderingsgrafieken AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-25/34 -
AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-26/34 -
AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-27/34 -
AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-28/34 -
AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-29/34 -
AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-30/34 -
Bijlage 2 Boring uit DOV AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-31/34 -
AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-32/34 -
AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-33/34 -
Bijlage 3 Plannen stijghoogtecontouren (Sertius cvba) AGTref.: 2015/S/01-1755-03 kb/ym 22/10/15-34/34 -
Legenda: Perceelsgrens volgens kadaster (indicatief en afwijkend t.o.v. de reëele toestand zoals gemeten door landmeter) Boorpunt Peilbuis - (filter van 0 tot 5 m-mv) Peilbuis - (filter van 5 tot 10 m-mv) Peilbuis - (filter >10 m-mv) Lijn van gelijke stijghoogte Grondwaterstromingsrichting 29,65 Stijghoogte (in TAW) 28X Steenweg P5042-08/2015 30.89 25C 23D P406-08/2015 30.98 30B P308-08/2015 30.98 30C 32V 30D 27G2 27H2 P208-08/2015 31.08 30E N 30.90 P104-08/2015 31.09 W O 30G Z 27K2 31.00 P1001-08/2015 30.94 P1010-08/2015 31.07 P102-08/2015 31.07 P2022-08/2015 30.94 sertius P418-08/2015 31.06 30K P1005-08/2015 30.94 P1002-08/2015 30.98 P1012-08/2015 31.15 Environmental & Safety Services 31.00 opdrachtgever 133T P15001-08/2015 30.86 P404-08/2015 30.87 P306-08/2015 30.91 P419-08/2015 30.99 OVAM Stationstraat 110 2800 MECHELEN P206-08/2015 30.93 project 133R P305-08/2015 30.93 P15003-08/2015 30.94 OVAM Steenweg 68 3450 HERK-DE-STAD P15002-08/2015 30.84 P15004-08/2015 31.12 Actualisatie ambtshalve beschrijvend bodemonderzoek: Stijghoogtekaart (13-08-'15) filters van 0 tot 5 m-mv projectverantwoordelijke schaal planoppervlakte projectnr M. De Cooman 1/250 Sol15030036 plannummer Index Datum Wijzigingen 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 Sertius cvba Environmental & Safety Services Deinsesteenweg 114 BE-9031 Drongen tel. fax email +32 9 321 77 80 +32 9 321 77 81 info@sertius.be http://www.sertius.be bank iban bic KBC 733-0176664-57 BE09 7330 1766 6457 KREDBEBB btw BE 0862.464.018 woensdag 23 september 2015 15:51:40
P15012-08/2015 30.76 Legenda: Perceelsgrens volgens kadaster (indicatief en afwijkend t.o.v. de reëele toestand zoals gemeten door landmeter) Boorpunt Peilbuis - (filter van 0 tot 5 m-mv) Peilbuis - (filter van 5 tot 10 m-mv) Peilbuis - (filter >10 m-mv) Lijn van gelijke stijghoogte Grondwaterstromingsrichting 29,65 Stijghoogte (in TAW) 28X P15011-08/2015 30.65 Steenweg 30.70 P15008-08/2015 30.72 25C 23D 30B P15010-08/2015 30.61 30C 32V 30D 30.80 27G2 27H2 30E N P417-08/2015 30.84 W O 30G Z 27K2 P414-08/2015 30.87 P400-08/2015 30.87 P1000-08/2015 30.85 P1016-08/2015 30.87 P1014-08/2015 30.86 sertius 30K P1004-08/2015 30.86 P1018-08/2015 30.86 Environmental & Safety Services P15007-08/2015 30.82 P415-08/2015 30.87 opdrachtgever 133T P15006-08/2015 30.75 30L OVAM Stationstraat 110 2800 MECHELEN project 133R OVAM Steenweg 68 3450 HERK-DE-STAD Actualisatie ambtshalve beschrijvend bodemonderzoek: Stijghoogtekaart (13-08-'15) filters van 5 tot 10 m-mv projectverantwoordelijke schaal planoppervlakte projectnr M. De Cooman 1/250 Sol15030036 plannummer Index Datum Wijzigingen 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 Sertius cvba Environmental & Safety Services Deinsesteenweg 114 BE-9031 Drongen tel. fax email +32 9 321 77 80 +32 9 321 77 81 info@sertius.be http://www.sertius.be bank iban bic KBC 733-0176664-57 BE09 7330 1766 6457 KREDBEBB btw BE 0862.464.018 woensdag 23 september 2015 15:52:10
Legenda: Perceelsgrens volgens kadaster (indicatief en afwijkend t.o.v. de reëele toestand zoals gemeten door landmeter) Boorpunt Peilbuis - (filter van 0 tot 5 m-mv) Peilbuis - (filter van 5 tot 10 m-mv) Peilbuis - (filter >10 m-mv) Lijn van gelijke stijghoogte Grondwaterstromingsrichting 29,65 Stijghoogte (in TAW) 28X Steenweg P5041-08/2015 30.68 25C P412-08/2015 31.11 23D 30B 30C 32V 30D 30.70 27G2 27H2 30E P317-08/2015 30.82 N P213-08/2015 30.84 W O 27K2 30G Z P321-08/2015 30.84 P212-08/2015 30.92 P411-08/2015 30.93 30.80 P316-08/2015 30.85 30K P1006-08/2015 30.86 P210-08/2015 30.85 P1007-08/2015 30.86 P2021-08/2015 31.03 sertius Environmental & Safety Services P1003-08/2015 30.86 P211-08/2015 30.96 133T P15009-08/2015 30.71 P410-08/2015 30.8 30L P320-08/2015 30.86 opdrachtgever OVAM Stationstraat 110 2800 MECHELEN P318-08/2015 30.81 P315-08/2015 30.85 project 133R OVAM Steenweg 68 3450 HERK-DE-STAD Actualisatie ambtshalve beschrijvend bodemonderzoek: Stijghoogtekaart (13-08-'15) filters > 10 m-mv projectverantwoordelijke schaal planoppervlakte projectnr M. De Cooman 1/250 Sol15030036 plannummer Index Datum Wijzigingen 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 Sertius cvba Environmental & Safety Services Deinsesteenweg 114 BE-9031 Drongen tel. fax email +32 9 321 77 80 +32 9 321 77 81 info@sertius.be http://www.sertius.be bank iban bic KBC 733-0176664-57 BE09 7330 1766 6457 KREDBEBB btw BE 0862.464.018 woensdag 23 september 2015 15:52:39