MEMORANDUM t.a.v. de VLAAMSE POLITIEKE PARTIJEN maart 2004

Vergelijkbare documenten
Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES. 2. Mobiliteit Ouderen willen zich overal kunnen verplaatsen, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit.

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

VLAAMSE OUDERENRAAD. Advies 2009/1 Sport en Bewegen voor ouderen. Vlaamse Ouderenraad 25 maart 2009 Koloniënstraat bus Brussel

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

Seniorenbeleidsplan

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

ZORG EN WONEN VOOR OUDEREN

Ouderenbeleidsplan pleit voor samenleving voor àlle leeftijden

OKRA geeft Tussengas

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

Federaal memorandum van de OCMW s. Algemene Vergadering afdeling OCMW s van de VVSG Zottegem, 7 juni 2007

VLAAMSE OUDERENRAAD. Standpunt De verdere ontwikkeling en de financiering van de oudereneducatie

Ouderenbeleidsplan Verslag consultatieronde ouderenraden en organisaties

Toekomstgericht antwoord geven op de uitdagingen van de vergrijzing

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

ACTIEF OUDER WORDEN. Visie van de Vlaamse Ouderenraad

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

sector personen met een handicap

Meer dan 1 miljoen extra voor vrijwilligers zorgsector

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

ACTIEF OUDER WORDEN EN ZIJN. Beleidsnota van de minister van Sociale zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke over ouderenbeleid

Memorandum. Senioren Adviesraad Stad Hasselt. Voor de beleidsploeg

MEMORANDUM t.a.v. de VLAAMSE POLITIEKE PARTIJEN i.f.v. de beleidsperiode

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

Dienstencentra & ouderenverenigingen Van samenspraak naar samenwerking!

Hoe willen wij wonen? Woonwensen en verwachting van ouderen 3 maart 2009

betreffende de erkenning en ondersteuning van de Minder Mobielen Centrales (MMC s)

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen

Vlaams ouderenbeleidsplan GENERATIE NU

België - Vlaanderen. Alle Vlamingen zijn betrokken. Pijlers van het Vlaams zorgen ouderenbeleid. Vermaatschappelijking van zorg

OKRA geeft Tussengas

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

DECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

VLAAMSE OUDERENRAAD Memorandum naar aanleiding van de provincieraadsverkiezingen van oktober 2012

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

10 JAAR VLAAMSE OUDERENRAAD GROEI - REALISATIES MIE MOERENHOUT - DIRECTEUR VLAAMS PARLEMENT 28 JANUARI 2016

Intern kwaliteitscharter

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

29 oktober Samenlevingsopbouw bouwt met partners aan zorgnetwerken als schakel in het antwoord op onderbescherming

Voor ik naar hier kwam, heb ik nog even een kijkje genomen op de. organisaties, vzw s die al dan niet dringend op zoek zijn naar

SESSIE GEZIN (BRON VAN GEZONDHEID)

Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg

Bouwen aan een breed sociaal beleid INLEIDING: DE SOCIALE GRONDRECHTEN EN HET SOCIAAL BELEID ONDER DRUK?

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie

Samenhuizen in het beleid

10 UITGANGSPUNTEN OUDERENBELEID voor de gemeente Moerdijk

Sociale maatregelen drinkwater 28 maart 2012

Bewegingskansen via toegankelijke (preventieve) gezondheidszorg Jan Tessier

Ziekenfonds: een veranderende rol in een veranderende gezondheidszorg-wereld

DECREET BETREFFENDE HET ALGEMEEN WELZIJNSWERK - 19 DECEMBER 1997

MORTSEL» DE WEG VOORUIT. Samen zorgen dat we met z'n allen vooruitgaan in Mortsel.»

Budget 2015 OCMW BEVEREN

DE KRACHT VAN SPEELPLEIN WERK Memorandum Vlaamse, federale en Europese verkiezingen 2019

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Lokaal overleg kinderopvang Kortrijk

Reglement erkenning. verenigingen. A. Definities. B. Algemene erkenningsvoorwaarden. Pagina 1 van 6

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Geachte Dames en Heren,

Federgon kwaliteitscharter

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

SESSIE WERK (WERKEN, OOK AAN GEZONDHEID)

Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

Infovergadering adviesraden WOONBELEIDSPLAN WOONPLUS LWW. Wetteren 16 mei 2017

Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk

Inhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62

Uitdagingen bij de vermaatschappelijking van de zorg

VLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Premie voor zorgbehoevende kinderen Reglement

Gemeentelijk charter voor de integratie van gehandicapten

sterker vlaanderen, sterker land economische groei met sociale vooruitgang

Jongeren meer bij de politiek te betrekken en hen mondiger te maken door middel van talrijke activiteiten die burgerschapsvormend zijn.

regionaal zorgstrategisch plan

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

Toespraak van Sven Gatz. Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont. Brussel, zaterdag 1 oktober 2016

GEMEENTE KALMTHOUT. Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen. Goedgekeurd door de minister op 14 november 2012

DEELNAME AAN NATIONALE RADEN EN COMITÉS

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:


NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Besluit(en): 1. Instemmen met het verlengen van de ouderennota voor de periode Secretaris Burgemeester Wethouder Jan van der Laag

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

MEMORIE VAN TOELICHTING

Omzendbrief 10 december 2012

BELEIDSNOTA S NAAR AANLEIDING VAN DE GEMEENTERAADS VERKIEZINGEN

Transcriptie:

OOK Vlaams OUDEREN OVERLEG KOMITEE vzw MEMORANDUM t.a.v. de VLAAMSE POLITIEKE PARTIJEN maart 2004 Het 21-puntenprogramma, dat geschreven werd in 2000 bij het afsluiten van het Internationaal Jaar van de Ouderen, formuleerde 21 aandachtspunten voor de 21 ste eeuw onder het motto 'Naar een samenleving voor alle leeftijden'. Een samenleving voor allen dient mede door de ouderen uitgebouwd in een evenwaardig partnerschap met de andere generaties. Ouderen kunnen en willen hun steentje bijdragen aan de multigenerationele samenleving met een toekomst voor allen. In de evolutie van 20 naar 30 % ouderen in de bevolking is aandacht nodig voor deze gediversifieerde bevolkingsgroep. Als voornaamste opdrachten van het ouderenbeleid zien wij: het versterken van de draagkracht, de zelfstandigheid en de maatschappelijke inzet en inzetbaarheid van ouderen het voorkomen van zorgafhankelijkheid het waarborgen van een menswaardig bestaan voor iedereen in welke situatie ook Van een Vlaams Ouderenbeleid verwachten wij dat het een inclusief karakter heeft. Onder een inclusief ouderenbeleid verstaan wij een beleid dat in al zijn aspecten en in samenhang rekening houdt met de specifieke mogelijkheden en behoeften van ouderen. Concreet betekent dit onder meer dat ouderen betrokken worden bij het ontwikkelen van het beleid op de diverse terreinen waarvoor de Vlaamse Overheid bevoegd is. Het betekent ook dat dit beleid wordt gecoördineerd en uitgebouwd tot een samenhangend geheel. Om de versnippering van bevoegdheden tegen te gaan, is een coördinerend politiek verantwoordelijke op elk beleidsniveau een noodzaak voor een degelijk ouderenbeleid. Wij stellen voor om een minister bevoegd voor ouderenbeleid toe te voegen aan de minister-president omwille van het feit dat ouderenbeleid verspreid is over verschillende departementen. Deze minister is dan het rechtstreeks aanspreekpunt voor de hele regering. Het is nodig het huidige ouderenbeleid te moderniseren en als een breed beleid voor ouderen te realiseren. In de aanloop naar een nieuw ouderenbeleid is het voorbereidende werk gedaan tijdens de voorbije 4 jaar. Deze draad dient opnieuw opgenomen en omgezet in een decreet. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 1/10

GELIJKE KANSEN 1. Inspraak 1.1. Een Vlaamse Ouderenraad dient bij decreet opgericht te worden. De functie van deze ouderenraad is de betrokkenheid en de inspraak in alle materies die ouderen aanbelangen, te waarborgen. Opdat deze Vlaamse Ouderenraad degelijk zou kunnen functioneren dienen de nodige middelen te worden voorzien; slechts op die voorwaarde zal de bevolking weten dat het beleid de ouderen ernstig neemt. 1.2. In elke provincie dient een Provinciale Ouderenadviesraad actief te zijn als vertegenwoordiger en ter ondersteuning van de lokale seniorenadviesraden. 1.3. Via het decreet dienen in elke gemeente lokale ouderenadviesraden opgericht te worden. Deze ouderenadviesraden vormen de uitvalsbasis voor de participatie aan de andere lokale adviesraden waarin de ouderen een evenwichtige vertegenwoordiging dienen te krijgen. Voor Brussel neemt de Vlaamse Gemeenschapscommissie desgevallend de rol over. 1.4. Op elk niveau dienen de bestaande ouderenorganisaties te worden betrokken bij de oprichting van ouderenadviesraden. De ouderenadviesraden bestaan in hoofdzaak uit vertegenwoordigers van deze ouderenorganisaties. 1.5. De ouderenadviesraden van elk niveau brengen adviezen uit en worden om adviezen gevraagd inzake alle thema's die op enige wijze van belang zijn voor de ouderen. Alle beleidsverantwoordelijken bespreken en onderzoeken de aangeleverde adviezen ernstig. 2. Politieke participatie Omdat ouderen meer kennis en aandacht hebben van de noden van de ouderen zijn verkiesbare plaatsen voor ouderen op de kandidatenlijsten een noodzaak. Tevens willen ouderen meewerken aan een beleid voor alle generaties. Ouderen politiek laten participeren is een erkenning van hun competentie en van hun absolute wil en engagement tot directe beleidsparticipatie. 3. Inspraak in de zorg Zorgbehoevende ouderen, zowel in residentiële voorzieningen als in de thuiszorg, hebben een goed ontwikkeld kanaal van inspraak nodig. De leden/deelnemers van ouderenorganisaties, die frequent contact hebben met zorgbehoevende ouderen, kunnen deze personen ondersteunen vanuit hun inzicht in de noden van de betrokkenen. Een statuut voor vertrouwenspersonen of vertegenwoordigers van zorgbehoevende personen is tevens een noodzaak. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 2/10

4. Arbeidsparticipatie 4.1. Flexibele arbeidsparticipatie en haalbare uitgroeiregelingen voor oudere werknemers gericht op het aanwakkeren en het behoud van de actieve en gemotiveerde betrokkenheid van ouder wordende mannen en vrouwen in het arbeidsproces moet een mogelijkheid worden. 4.2. Toegelaten arbeid voor gepensioneerden moet beter en fiscaalvriendelijk georganiseerd worden. 5. Discriminatie 5.1. Elke discriminatie op basis van leeftijd moet weggewerkt worden zoals de anti-discriminatiewet het bepaalt. 5.2. Het Vlaams Fonds voor integratie van gehandicapten dient de leeftijdsgrens van 65 jaar op te heffen. Personen die na hun 65 ste gehandicapt verklaard worden, mogen geen discriminatie ondervinden op materieel en financieel vlak ten opzichte van personen die voor hun 65 ste met een handicap geconfronteerd worden. Zij moeten hun integratiekansen gewaarborgd weten. 5.3. Oudere autobestuurders moeten hun rechten als chauffeur kunnen behouden en dit zonder een bijkomende proef of een hogere verzekeringspremie. Een rijbewijs dient gebonden te zijn aan het rijgedrag. 5.4. Vlaamse beleidsverantwoordelijken dienen kordaat op te treden tegen elke vorm van discriminatie waarvan de Brusselse Vlamingen vaak het slachtoffer zijn in de bicommunautaire verzorgingssector. Die dient veeleer cocommunautair ingericht te worden. Vlaamse zorgverstrekkers dienen aangespoord tot het nemen van hun verantwoordelijkheid in Brussel. ZORG & WELZIJN 1. De zorgvoorziening 1.1. Zowel de residentiële zorg als de verschillende thuiszorgdiensten dienen fors en complementair uitgebreid te worden en betaalbaar te zijn voor alle zorgbehoevenden. Consequent aan de lofzang voor thuiszorg dient de thuiszorg extra uitbreiding en ondersteuning te krijgen, alsook een voldoende financiering zodat de kosten voor alle zorgbehoevenden vergelijkbaar zijn. 1.2. Wachtlijsten zijn uit den boze, zowel in de thuiszorg als in de residentiële zorg. Een vraag naar hulp heeft meestal een dringend karakter en dient dan ook een antwoord te krijgen in de urgente fase. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 3/10

1.3. De zorg dient 24/24 uur gegarandeerd te zijn en dit zowel voor thuiswonenden als in de residentiële settings. 1.4. De zorgbehoeften moeten de basis vormen voor het zorgaanbod en niet omgekeerd. 1.5. Het Centraal Meldpunt en de Provinciale meldpunten Ouderenmis(be)handeling dienen de kans te krijgen hun werking verder uit te bouwen zodat elke situatie van ouderenmis(be)handeling in de thuiszorg kan aangepakt worden. Om dit te waarborgen is voldoende financiële steun vanuit de Vlaamse overheid nodig om de werking van het centraal en de provinciale meldpunten te bestendigen (structurele financiering). 1.6. Er is bijzondere aandacht nodig voor ouderen van elke vreemde origine. Een grondige studie en discussie over de ouderenzorg voor mensen van andere culturen moet worden opgezet en de nodige maatregelen getroffen. 2. De mantelzorger De mantelzorgers dienen in hun voortdurende en onmisbare zorg erkend te worden. Daartoe dient een degelijk statuut van de mantelzorger te worden uitgewerkt. Tevens dient de mantelzorger ondersteund te worden als waarborg dat de balans van draaglast en draagkracht in evenwicht kan blijven. Het aanbod van zorgvoorzieningen tussen thuis en rusthuis (transmurale voorzieningen) dient uitgebreid zodat mantelzorgers degelijk ontlast worden. 3. De onderhoudsplicht Bij het behoud van de onderhoudsplicht moeten interpretatieverschillen onmogelijk worden gemaakt zodat de onderhoudsplicht in elke gemeente identiek wordt toegepast. Het grensbedrag dient flink opgetrokken te worden waardoor deze maatregel niet van toepassing is op doorsnee-inkomens. 4. De zorgverzekering 5.1. Vanuit de vaststelling dat de kosten voor langdurige zorg onredelijk hoog zijn, en dit zowel in de thuiszorg als in de residentiële zorg, dient de zorgverzekering verder uitgebouwd te worden. 5.2. De verplichte zorgverzekering dient een solidair karakter te hebben door invoering van de bijdrage in verhouding tot het inkomen. 5.3. De tussenkomst aan de zorgbehoevenden dient niet afhankelijk gesteld van de woonvorm, maar wel van de graad van zorgbehoevendheid. Dit moet voor gevolg hebben dat zowel zwaar zorgbehoevenden die thuis wonen als residentieel verblijven allen recht hebben op de hoogste tussenkomst. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 4/10

5.4. De zorgverzekering is bedoeld om de zorg voor de zorgbehoevenden beter betaalbaar te maken. Prijsverhogingen in de zorgsector tengevolge van de zorgverzekeringspremie zijn in tegenspraak met het principe en ontoelaatbaar. 5.5. De Brusselse Vlamingen dienen gemotiveerd te worden om aan te sluiten bij de Vlaamse zorgverzekering. Daartoe moet iedereen die vrijwillig ingetekend heeft volledig dezelfde rechten krijgen als in Vlaanderen. Daartoe dient het aanbod fors uitgebreid te worden. 5. Zakgeld De gebruikelijke terminologie 'zakgeld' voor rusthuisbewoners dient omgevormd te worden tot 'persoonlijk budget' omwille van het respect voor de leeftijd van de betrokkenen en het feit dat dit budget (meestal) deel uitmaakt van het inkomen van de ouderen. 6. Vrijwilligers De vrijwilligers dienen een volwaardig statuut te krijgen. Aangezien vrijwilligerswerk op verschillende beleidsdomeinen relevant is, is het belangrijk een coördinerend minister binnen de Vlaamse regering aan te stellen. Deze minister waakt er over dat de waarde en de kracht van het vrijwilligerswerk voldoende wordt gehonoreerd en gevaloriseerd en dat het vrijwilligerswerk permanent op de politieke agenda komt. Het Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk verdient erkenning zodat het verder het vrijwilligerswerk kwalitatief kan ondersteunen. 7. Gezondheidsbevordering Zowel preventieve gezondheidsacties als publiciteit voor gezonde voeding als sport en bewegen voor ouderen moeten regelmatig en doelmatig aan bod komen. HUISVESTING 1. Woonbehoeften Het huisvestingsbeleid moet inspelen op de wijzigende woonbehoeften van de ouderen in een vergrijzende samenleving. Alle ouderen hebben recht op een betaalbare, comfortabele en aangepaste woning (thuis of in een voorziening) van eigen keuze in een veilige woonomgeving. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 5/10

2. Sociale woningen 2.1. De investeringen in de sociale woningbouw dienen verder gezet te worden. 2.2. Ouderen die op de privé-markt een woning huren dienen prioritair behandeld te worden indien zij voldoen aan de toekenningscriteria voor een sociale woning. 2.3. Elke politieke inmenging bij de toewijzing van sociale woningen moet gesanctioneerd worden. 2.4. Omwille van de kennis van de mogelijke problematieken van ouderen moeten de ouderenorganisaties betrokken worden in het beleid van de sociale huisvestingsmaatschappijen. 3. Aanpassingen aan de woning 3.1. Om het gewenste effect te bereiken dat meer ouderen langer in hun woning blijven wonen, dienen aanpassingen aan de eigen woning of aan de huurwoning gestimuleerd en gesubsidieerd te worden. Ingeval van een huurwoning moet als voorwaarde voor een tegemoetkoming aan de eigenaar gesteld worden dat de sociale huurprijzen geldig blijven. 3.2. Eenvormigheid van de premiestelsels moeten vereenvoudiging creëren. Ouderen zullen eerder aangespoord zijn om tijdig de woning aan te passen als ze kennis hebben van en inzicht in de systemen van premies en andere hulp. 3.3. Ouderen moeten reële hulp kunnen krijgen indien zij dit nodig hebben zowel voor het plannen van aanpassingen, als de concrete steun tijdens de werken, als de premieaanvraag. 3.4. Verbouwingen tot kangoeroewoning of voor de opvang van de ouders in de eigen woning mogen de financiële druk op de verbouwers niet verhogen door het optrekken van het kadastraal inkomen aangezien het hier om dienstverlening gaat waardoor betaalde zorg niet (of beperkt) nodig is. 3.5. Stimulansen zijn nodig tot het bekend maken van de principes van het levenslang wonen, alsook voor bouwers en verbouwers die deze principes toepassen. VEILIGHEID 1. Algemeen Veiligheid is een thema dat gevoelig ligt bij ouderen doordat velen in een fysiek zwakkere positie staan of/en alleenstaand zijn. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 6/10

In dit opzicht is de herwaardering van de wijkagent prioritair. Acties dienen ondernomen zodat allen de wijkagent kennen en het vertrouwen hebben op zijn hulp te kunnen rekenen indien nodig. 2. Aanpak van de criminaliteit en de verloedering Strijd tegen het vandalisme, het sluikstorten en de verloedering zal bijdragen tot een aangenamere leef-, woon en werkomgeving en tegelijkertijd de veiligheid positief beïnvloeden. 3. Verkeersveiligheid 3.1. De zwakke weggebruiker dient centraal te worden gesteld in het verkeersbeleid. Bovendien mogen ouderen niet gehinderd worden door andere zwakke weggebruikers. De wegeninfrastructuur dient veilige ruimte voor fietsers en wandelaars te garanderen, met bijzondere aandacht voor oversteekplaatsen en ronde punten. 3.2. De reglementering voor wandelen in groep dient duidelijk te worden gesteld naar analogie met de wetgeving op het fietsen in groep. 3.3. Snelheidsbeperkingen dienen ingesteld rond alle plaatsen waar kwetsbare mensen passeren, o.a. scholen, dorpscentrum, rusthuis, enz. 3.4. Optreden tegen het niet correct toepassen van de verkeersregels is noodzakelijk. 4. Veiligheid thuis Intensieve preventiecampagnes om ongevallen in en rond het huis te vermijden, dienen herhaaldelijk gevoerd te worden. MOBILITEIT EN TOEGANKELIJKHEID Op het vlak van mobiliteit wordt door de ouderenorganisaties een grote vooruitgang vastgesteld. Toch zijn er nog verbeterpunten. 1. Er dient aandacht te komen voor de mobiliteitsproblemen van de ouderen in het algemeen en voor hen die op het platteland wonen in het bijzonder. 2. Het OOK wil in de mobiliteitsdebatten betrokken worden zodat plannen worden opgesteld mede vanuit het oogpunt van de ouderen. 3. Het decreet op de basismobiliteit dient uitgevoerd te worden. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 7/10

Een doeltreffend en goedkoop openbaar vervoer dient tot in de verste uithoeken van Vlaanderen uitgebouwd te worden, ook 's avonds. Belbussen dienen te worden ingezet op alle plaatsen waar het regelmatig openbaar vervoer onvoldoende is. Het systeem van de belbus aan huis dient opnieuw te worden ingevoerd voor wie onmogelijk de bushalte kan bereiken. 4. Diensten en voorzieningen dienen voor allen bereikbaar te worden gemaakt, ook op het platteland. Mobiele kantoren of het heropenen van kantoren zijn nodig zodat voor alle burgers basisvoorzieningen in de nabijheid beschikbaar zijn. 5. In de zorg voor een betere toegankelijkheid van gemeenschapsgebouwen is meer aandacht voor de ouderen nodig, zowel wat betreft architectuur, als ritme als techniek. Aanmoediging van toegankelijkheid van privégebouwen is een zinvolle investering. BEWEGEN EN SPORT 1. Gezien het grote gezondheidsvoordeel, zowel op fysiek als op psychisch vlak, dient in het sport- en gezondheidsbeleid de aandacht voor sport en recreatiesport voor ouderen geïntegreerd te worden, met daaraan verbonden de nodige middelen. Investeren in gezondheidspromotie kan door de financiële drempel voor bewegen en sport zo laag mogelijk te houden. 2. De opleiding van oudere vrijwilligers tot sportbegeleider met een doelgericht programma dient een erkenning te krijgen zoals de andere opleidingen. Deze opleidingen moeten volledig afgestemd zijn op het doelpubliek en zijn dan ook vaak verschillend van de bestaande opleidingen voor de specifieke sporttakken. Vermits de Vlaams Trainersschool zich voor deze opleidingen baseert op de sporttakkenlijst is het wenselijk dat seniorensport opgenomen wordt in de sporttakkenlijst om zo een volledig aangepaste opleiding te garanderen. 3. In de opleidingen lichamelijke opvoeding en kinesitherapie dient een theoretisch en een praktisch luik over sport en bewegen bij ouderen ingeschakeld te worden. 4. Op het vlak van sport en bewegen dienen de media een informatieve en sensibiliserende rol te vervullen. 5. Ook zorgbehoevende ouderen en rusthuisbewoners maken positieve evoluties door te bewegen. De bewegingsvormen voor deze ouderen zijn zeer specifiek en vragen een professionele begeleiding. Zij moeten dan ook hun plaats en de nodige aandacht en ondersteuning krijgen in het gezondheids- en welzijnsbeleid. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 8/10

6. De Vlaamse overheid verantwoordelijk voor het sportbeleid dient in samenspraak met de federale overheid van sociale zaken een regeling te treffen waardoor het bereiken van een betere gezondheidstoestand ten gevolge van sport- en bewegingsactiviteiten zorgbehoevenden niet in een slechtere financiële categorie onderbrengt aangezien dit demotiverend werkt. Dit nalaten geeft een averechts gezondheidsbeleid. HET VERENIGINGSLEVEN 1. Gezien studies het belang van het verenigingsleven beklemtonen, dient het verenigingsleven geherwaardeerd, gestimuleerd en ondersteund te worden zodat het middenveld ten volle zijn rol kan spelen in de samenleving. Het middenveld is belangrijk als sociaal weefsel en een buffer tegen vereenzaming. Wie over een goed sociaal netwerk beschikt, behoudt zijn zelfstandigheid langer en heeft tevens een betere gezondheidstoestand. In dit verband situeert zich het belang van de ouderenverenigingen en dienstencentra. De ouderenorganisaties dragen bij tot de ondersteuning en opvolging van zwakkeren, alleenwonenden. Deze vormen van sociale cohesie verdienen waardering en subsidiëring. 2. Grensoverschrijdende samenwerking met de aangrenzende gebieden moet aangemoedigd worden. LEVENSLANG LEREN 1. Leren en blijven leren is zowel een recht als een plicht voor alle generaties. Levenslang leren moet voor alle ouderen mogelijk gemaakt worden. De overheid dient de ouderen te stimuleren tot het leren in functie van het versterken van hun zelfredzaamheid, van de maatschappelijke inzetbaarheid en het mee-evolueren in de maatschappij. 2. Bijzondere aandacht is nodig voor de ouderen die in hun jeugdjaren minder leerkansen kregen om hen te stimuleren eveneens mee te doen. 3. Speciale overheidsinspanningen blijven nodig om voor alle ouderen de toegang tot en het gebruik van de moderne technologieën te promoten. Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 9/10

MEDIA De media zijn best geplaatst om de beeldvorming over ouderen breed, correct en realistisch naar buiten te brengen. We rekenen er op dat de openbare omroep op dit vlak extra inspanningen doet. NAAR EEN MAATSCHAPPELIJKE HERPOSITIONERING VAN DE MIDDENGENERATIE Met de prognose van een omgekeerde bevolkingspiramide in het achterhoofd, kunnen we stellen dat de druk op de middengeneratie alsmaar zal toenemen. Hier komt nog bij dat ook de familiale context als gevolg van sociaaleconomische omstandigheden onderhevig is aan veranderingen. Dit vraagt heel wat van een generatie die nog professioneel actief zou moeten zijn en die op psychosociaal vlak toe is aan herbronning of uitkijkt naar nieuwe levensperspectieven. Opdat de middengeneratie haar functie als tussenschakel zou kunnen blijven waarmaken zodat de niet-wettelijk geregulariseerde solidariteit kan blijven bestaan, is het nodig politieke maatregelen te nemen die de noodzakelijke herpositionering van de middengeneratie weet te bestendigen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de persoonlijke behoeften op het vlak van zelfontwikkeling, professionele bezigheden en sociale ontplooiing, eigen aan de leeftijdsgroep van 50-ers en 60-ers. TOT SLOT Elke beleidsmaatregel moet getoetst worden aan het solidariteitsbeginsel. Er is solidariteit nodig tussen de actieve mensen en de niet actieven, solidariteit binnen de actieve bevolking, solidariteit tussen de ouderen onderling. Goedgekeurd op de Raad van bestuur van 3 maart 2004 Memorandum t.a.v. de Vlaamse regering 2004 10/10