Een belangrijk onderdeel van de verantwoording is overleg met (advies vragen aan) de Veiligheidsregio.

Vergelijkbare documenten
Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Intern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Quickscan externe veiligheid t.b.v. bestemmingsplan De Hoven, De Werven en De Gouwen

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley

EV rapportage N983 - Rondweg Aduard

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost

Intern memo. Projectteam Sportpark Buitenhout. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Van : M.H. van der Wielen Paraaf : MW

Bestemmingsplan Buitengebied Echt - Susteren. Teksten t.b.v. paragraaf externe veiligheid

Verantwoording groepsrisico. Bestemmingsplan VOSKO, Goudse Poort gemeente Gouda

Externe Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer

Onderzoek externe veiligheid Sportpark Van den Wildenberg

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Quickscan externe veiligheid

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Externe veiligheid. Algemeen

Algemeen. Externe Veiligheid

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer

Intern memo. 1. Inleiding. Projectteam bestemmingsplan Agrarisch gebied Buitenvaart. archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobiliteit

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Beheersverordening Nesciolaan Haren

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Inventarisatie van risicobronnen en verantwoording Molenhoefstraat 2

Verantwoording groepsrisico

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Notitie Externe veiligheid

Verantwoording groepsrisico. Van station tot hefbrug gemeente Waddinxveen

Van : Dhr. M.H. van der Wielen Paraaf : MW

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn

Memo. Inleiding. memonummer datum 11 mei 2016 Lisette Groen Maayke Houtman Louis de Nijs

Verantwoording groepsrisico. Esse-Kleinpolder gemeente Zuidplas

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Onderzoek externe veiligheid deel B: Verantwoordingsplicht groepsrisico

datum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden Joris Jennen Roel Kouwen

Advies Externe veiligheid inclusief verantwoording GR ten behoeve van bestemmingsplan Leeuwarden Industrieterreinen Leeuwarden-Oost en De Hemrik

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Verantwoording groepsrisico bestemmingswijziging Rembrandtlaan 25

Rapportage advies externe veiligheid

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober GM , revisie 00

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer Groeneweg Omgevingsdienst Regio Nijmegen Postbus BP NIJMEGEN

Intern memo. 1. Inleiding. Projectgroep bestemmingsplan Kruidenwijk Beatrixpark. archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobiliteit

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

ADVIES. 1 Probleembeschrijving. 2 Actoren. 3 Oplossingsrichting. 3.1 Wet en regelgeving

Veiligheidsregio Haaglanden I 2 FEB ORG. ONDERDEEL REG KENMERK

Bijlage Verantwoording externe veiligheid behorende bij het bestemmingsplan Oude Baan 6-8 te Swalmen

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

B i j l a g e 4 : A d v i e s e x t e r n e v e i l i g - h e i d

urn HIM ii iiiiiii in ii

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PRINSENSTICHTING KWADIJKERPARK TE PURMEREND

Quickscan Externe veiligheid Ontwerpbestemmingsplan Bentinckspark, deelplan Kalkoven

Toelichting advies. Bestemmingsplan. Veersedijk. Hendrik-Ido-Ambacht

BEOORDELING E x t e r n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n D e H o v e n, L e i d e r d o r p

2. Situering. Notitie : Beperkte verantwoording Leidsedreef 4-6 Leiderdorp. Berg en Terblijt, 14 november

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

GEMEENTE PURMEREND. Verantwoording groepsrisico. Hogedruk aardgastransportleidingen Wheermolen

Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen

Memo. Inleiding. Beleidskader

Memo. Datum : 18 januari Van : Dhr. C.J.M. Machielsen Paraaf : CM. Projectnummer : : Memo externe veiligheid Orthen te Den Bosch

Onderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden

Brandweer Amsterdam-Amstelland

GEMEENTE PURMEREND. Verantwoording groepsrisico. Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan Brantjesoever 2018

Checklist Externe Veiligheid

Notitie. Externe veiligheid. Kampstraat - Sebastiaanstraat te Leudal

Van : M.H. van der Wielen Paraaf : MW. Betreft : Verantwoording groepsrisico Tiendzone te Papendrecht

Amsterdam, stadsdeel Oost Verantwoording groepsrisico aardgastransportleidingen Weespertrekvaart Zuid

Intern memo. 1. Inleiding. Projectteam bestemmingsplan Bloemenbuurt Faunabuurt. archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobiliteit

N307 Passage Dronten Quickscan externe veiligheid

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart C. Land

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

Notitie. : Ruimtelijke onderbouwing, Kantoor Containerterminal Prinses Amaliahaven Beschouwing externe veiligheid. Inleiding

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

Bureau externe veiligheid \fryslan

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

Memo externe veiligheid

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

Verantwoording groepsrisico

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Almere-Pampus en Markermeer. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit

Intern memo. Wimbart de Kleuver. Archief afdeling ROM. Gert-Jan van de Bovenkamp

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Transcriptie:

Bijlage 9 - Aanvullende verantwoording groepsrisico Externe veiligheid Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico s voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (crnvgs) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico s in het besluitgebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico s dienen te worden beoordeeld op twee maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn etc.), waarbij de PR10-6 contour (kans van 1 op 1 miljoen op overlijden) de grenswaarde of richtwaarde is. (Beperkt) kwetsbare objecten 1 De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico geldt voor kwetsbare objecten, zoals ziekenhuizen, scholen, grote kantoren. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde van 10-6 /jaar. Beperkt kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld kleinere kantoren, verspreid liggende woningen en kleinschalige logiesfuncties. Groepsrisico Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm). In het Bevi is een verantwoording van het groepsrisico verplicht voor elk ruimtelijk plan dat (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk maakt binnen het invloedsgebied 2 van een Bevi-inrichting. In de crnvgs en het Bevb is een verplichting tot verantwoording van het groepsrisico opgenomen, voor elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico Het betrokken bestuursorgaan moet, al dan niet in verband met de totstandkoming van een besluit, expliciet aangeven hoe de diverse factoren (waaronder zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid) zijn beoordeeld en eventuele in aanmerking komende maatregelen zijn afgewogen. Een belangrijk onderdeel van de verantwoording is overleg met (advies vragen aan) de Veiligheidsregio. Risicovolle inrichtingen Binnen het plangebied komen volgens de risicokaart van de provincie Limburg bedrijven voor met een verhoogd risico ten aanzien van de externe veiligheid. De inrichtingen die onder de reikwijdte van het Bevi vallen zijn: Nr Bedrijf Adres Gevaarlijke stof PR10-6 Invloedsgebied 1 Zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen 2 Gebied waarin 1% van de aanwezige personen kan overlijden bij een ingeval met gevaarlijke stoffen, voor categoriale bedrijven een vaste afstand (Regeling externe veiligheid inrichtingen)

Nr Bedrijf Adres Gevaarlijke stof PR10-6 Invloedsgebied 1 Shell tankstation Rijksweg A2, westzijde LPG 45 *) 150 2 Tankstation Van de Torenweg 2, Ittervoort LPG 45 *) 150 Biesebos 3 Tankstation AVIA Stationsstraat 17, Baexem LPG 45 *) 150 4 Tankstation De Haan Rijksweg 2, Baexem LPG 110 *) 150 5 Bouw- en Hunselerdijk 5a, Kelpen-Oler LPG 110 *) 150 handelsonderneming Peeters vuurwerk 6 Lukoil Kloosterstraat 120, LPG 110 *) 150 Heythuysen 7 Auto Feijts Napoleonsweg 119, Haelen LPG 45 *) 150 8 Alucol B.V Soerendonck 3, Neer PGS15-65 520 opslag 9 Romar Voss Grote Laak 17, Roggel peroxiden 65 90 10 Verheijen Zwaarveld 1, Neer propaan 30 285 Landbouwbedrijf 11 Maatschap van Hunselerdijk 2, Kelpen-Oler propaan 30 285 Heugten 12 Maatschap Baetsen Heideweg 12, Kelpen-Oler propaan 30 13 J.P.H Beenders Graven 5, neer propaan 45 (2 keer) 285 14 Maatschap Peeters- Hunselerdijk 7 propaan 30 285 Donkers 15 Maatschap Hannen- Mevissen Boerderijweg 11, Heibloem propaan 30 285 *) De afstand geldt vanaf het vulpunt LPG. Voor alle LPG-tankstations gelden daarnaast PR10-6 contouren rond het ondergronds reservoir (20 m) en rond de afleverzuil (15 m). Binnen de contour PR10-6 zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan. Risicovol transport Er vindt in Leudal transport van gevaarlijke stoffen plaats via spoor, weg, water en buisleidingen. Spoor Door het buitengebied ligt de spoorlijn Weert-Roermond, die onderdeel is van het Basisnet Spoor. Voor het Basisnet Spoor zijn in de crnvgs afstanden vastgelegd waarbinnen het plaatsgebonden risico niet hoger wordt dan 10-6 per jaar. Risico-informatie over het tracé Weert-Roermond staat in onderstaande tabel. Weert-Roermond (110020) A B2 B3 C3 D3 D4 Transportgegevens 1500 2300 0 4600 3750 0 Invloedsgebied 995 m *) i.v.m. categorie B2 PR10-6 1-5 m Groepsrisico Lager dan de oriëntatiewaarde **) *) Uit: Handleiding Risicoanalyse Transport, Ministerie I&M, 1 november 2011 **) Uit: Eindrapport werkgroep Basisnet Spoor, 20 september 2011 A = brandbaar gas B2 = giftig gas B3 = zeer giftig gas C3 = brandbare vloeistof D3 = giftige vloeistof D4 = zeer giftige vloeistof Het plaatsgebonden risico is geen belemmering voor het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Buitengebied maakt binnen het invloedsgebied geen ontwikkelingen mogelijk, die leiden tot een

hogere bevolkingsdichtheid. Het groepsrisico neemt niet toe en daarom is een verantwoording van het groepsrisico niet nodig. Weg Het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van wegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, namelijk de A2, N280, N562 en N279. De A2 is onderdeel van het Basisnet Weg. Voor het Basisnet Weg zijn in de crnvgs afstanden vastgelegd waarbinnen het plaatsgebonden risico niet hoger wordt dan 10-6 per jaar. Risico-informatie over de tracés waarop tellingen zijn verricht staat in onderstaande tabel. A2 PR 10-6 GF3 transport Groepsrisico PAG **) (tankauto s per jaar) L38 (afrit 39 afrit 40) 0 m 4000 < 0,1 OW *) ja L39 (afrit 40 afrit 41) 0 m 4000 < 0,1 OW *) ja N280 L32 (A2 afrit 40 N273) 0 m 800 < 0,1 OW **) n.v.t. *) lager dan 10% van de oriëntatiewaarde, uit: Eindrapport werkgroep Basisnet Spoor, 20 september 2011 **) lager dan 10% van de oriëntatiewaarde, uit: Risicokaart provincie Limburg De N280 heeft bij toepassing van de vuistregels 3 geen PR10-6 contour. Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan. Van de N562 en de N279 zijn geen vervoersgegevens beschikbaar. Verondersteld wordt, dat de risico s vergelijkbaar zo niet lager zijn dan van de N280. Binnen dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt rond de wegen. Het groepsrisico neemt niet toe. Een verantwoording van het groepsrisico is daarmee niet nodig. De A2 heeft ter hoogte van Leudal een plasbrandaandachtsgebied. Dat is een zone van 30 meter aan weerszijden van de wegg, waarin voorwaarden zijn verbonden aan de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten in verband met de effecten van een plasbrand. Naar verwachting wordt medio 2014, met het te nemen Besluit Externe Veiligheid Transportroutes, wettelijk verplicht om hier rekening mee te houden. In het plangebied worden binnen het plasbrandaadachtsgebied geen mogelijkheden geboden voor nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten. Water De Maas is een transportroute voor gevaarlijke stoffen en is als categorie zwarte vaarweg opgenomen in het Basisnet Water. Voor het Basisnet Water zijn in de crnvgs afstanden vastgelegd waarbinnen het plaatsgebonden risico niet hoger wordt dan 10-6 per jaar. Risico-informatie over het tracé dat langs het bestemmingsplan loopt staat in onderstaande tabel. Maasroute GF3 GT3 LF1 LF2 LT1 LT2 propaan ammoniak diesel benzine acrylnitril Transportgegevens 289 258 803 2710 40 0 (tankschepen per jaar) Invloedsgebied 90 m 1070 m 35 m 600 m PR10-6 0 m (niet buiten de oeverlijn) Groepsrisico Lager dan 10% van de oriëntatiewaarde Plasbrandaandachtsgebied 25 m vanaf de oeverlijn en in uiterwaarden 3 Handleiding Risicoanalyse Transport, Ministerie I&M, 1 november 2011

Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk binnen het invloedsgebied die leiden tot een toename van het groepsrisico. Een verantwoording van het groepsrisico is daarom niet nodig. Buisleidingen met gevaarlijke stoffen Binnen het plangebied en de directe omgeving zijn de volgende leidingen gelegen die vanuit het oogpunt van externe veiligheid van belang zijn. Leiding Stof Diameter (inch) Druk (bar) PR10-6 Invloedsgebied Belemmeringen strook A520 aardgas 12 66 170 5 A521 aardgas 36 66 430 5 A585 aardgas 42 66 490 5 Z513-01 aardgas 8 40 100 4 Z540-01 aardgas 12 40 140 4 Z513-17 aardgas 4 40 50 4 639 (PPS) nafta 8 80 12 31 5

Na de screening, die is uitgevoerd door de leidingexploitanten in verband met het Bevb, zijn door de Gasunie maatregelen getroffen ter voorkoming van saneringsgevallen. Op delen van het tracé van de A520 vindt verscherpt toezicht plaats bij grondwerkzaamheden om graafschade te voorkomen. De andere buisleidingen leiden niet tot knelpunten ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Het bestemmingsplan legt vast, dat binnen de PR10-6 contour geen kwetsbare objecten gebouwd mogen worden. Daarmee wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico. Door de Deskundigenpool externe veiligheid is in 2012 het groepsrisico van de aardgasleidingen gescreend op overschrijdingen van de oriëntatiewaarde 4. Hieruit blijkt, dat er geen sprake is van een overschrijding en dat zelfs de waarde van 10% van de oriëntatiewaarde niet wordt bereikt. De leiding met het grootste groepsrisico betreft de A520, de locatie is groen gekleurd in onderstaande figuur. Het groepsrisico is op die plaats 0,06 keer de oriëntatiewaarde. Het bestemmingsplan Buitengebied maakt binnen de invloedsgebieden wel (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk, daarom moet op grond van artikel 12 van het Bevb een verantwoording van het groepsrisico plaatsvinden. Structuurvisie Buisleidingen In de Structuurvisie Buisleidingen (vastgesteld oktober 2012) is beschreven welke tracés voor ondergrondse transportleidingen voor gevaarlijke stoffen zijn gereserveerd voor buisleidingen van nationaal belang. In het buitengebied van Leudal is een deel van de verbinding Groningen-België aanwezig, zie onderstaande figuur. 4 Screening groepsrisico hogedruk aardgastransportleidingen in Leudal, Deskundigenpool externe veiligheid, 26 oktober 2012)

Binnen de buisleidingenstrook (van 35 meter aan weerszijden van het hart van het tracé) maakt het bestemmingsplan geen nieuwe kwetsbare objecten mogelijk. Conclusie Aangezien het voorliggende bestemmingsplan conserverend van aard is en gezien de toegestane functies, zijn er in principe geen belemmeringen wat betreft externe veiligheid. Er is een belemmeringenstrook (plasbrandaandachtsgebied) van 30 meter opgenomen vanaf de rand van de A2. Een verantwoording van het groepsrisico is uitgevoerd in verband met de aanwezigheid van (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van Bevi-bedrijven en van buisleidingen voor gevaarlijke stoffen.

Verantwoording groepsrisico Verantwoording van het groepsrisico vindt plaats op grond van artikel 13 uit het Bevi en artikel 12 uit het Bevb. De volgende onderdelen komen aan bod: 1. Omvang van het groepsrisico en aanwezige (dichtheid) van personen 2. Risicoreducerende maatregelen 3. Voorbereiding op bestrijding en beperking omvang van een ramp of zwaar ongeval 4. Zelfredzaamheid 1. Omvang van het groepsrisico en aanwezige (dichtheid) van personen Inrichtingen De invloedsgebieden van de Bevi-bedrijven liggen niet of nauwelijks in bebouwd gebied. In geen van de gevallen is het groepsrisico berekend. Uitgangspunt is, dat er geen of een verwaarloosbaar groepsrisico is, als er in het invloedsgebied minder dan tien personen aanwezig zijn. 1. Shell, A2 Er is geen bebouwing in het invloedsgebied, er is geen sprake van een groepsrisico. 2. Van de Biesebos Omdat het invloedsgebied alleen over verkeersdoeleinden ligt, draagt het bestemmingsplan buitengebied niet bij aan het groepsrisico. 3. AVIA

Het groepsrisico wordt bepaald door aanwezige personen buiten het bestemmingsplan. Het invloedsgebied ligt over één woonbestemming in het buitengebied. 4. De Haan Behalve enkele bedrijfspanden en één woonbestemming, zijn er geen objecten in het invloedsgebied. Het groepsrisico zal zeer laag zijn. 5. Bouw- en handelsonderneming Peeters en 12. Maatschap van Heugten Er zijn enkele agrarische bedrijven en één woonbestemming (in het invloedsgebied van Van Heugten) die bijdragen aan het groepsrisico. Het groepsrisico is verwaarloosbaar klein. 6. Lukoil Het groepsrisico wordt bepaald door aanwezige personen buiten het bestemmingsplan.

7. Auto Feijts Één woonbestemming in het buitengebied draagt bij aan het groepsrisico, dat grotendeels door aanwezige personen in Haelen wordt bepaald. In totaal gaat het om ongeveer 20 woningen in het invloedsgebied. 8. Alucol Één woonbestemming en verder agrarisch gebruik in het bestemmingplan valt binnen het invloedsgebied. Omdat toxische scenario s meestal niet leiden tot een significant groepsrisico, zal het groepsrisico ook hier verwaarloosbaar zijn. 9. Romar Voss Het invloedsgebied ligt over een deel van twee woonbestemmingen en een horecabestemming. Het groepsrisico zal verwaarloosbaar zijn. Voor de aanwezige propaantanks geldt, dat er één of geen object in het invloedsgebied aanwezig is. In alle gevallen is er geen sprake van een groepsrisico. Buisleidingen Het groepsrisico van de hogedruk aardgastransportleiding A520 is het hoogst, maar wel ruim onder de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico van alle aanwezige aardgasleidingen is in 2012 onderzocht4. Het groepsrisico van de naftaleiding is niet onderzocht.

2. Risicoreducerende maatregelen Omdat het groepsrisico, veroorzaakt door bedrijven of een aardgasleiding, (verwaarloosbaar) klein is, zijn er geen redenen om maatregelen te treffen om het groepsrisico te beperken. 3. Voorbereiding op bestrijding en beperking omvang van een ramp of zwaar ongeval Er zijn meerdere ongevalscenario s waarvan de effecten tot in het plangebied reiken. We zullen de scenario s afzonderlijk beschouwen. Fakkelbrand aardgasleiding Door een beschadiging van de leiding tijdens werkzaamheden, breekt de leiding. Aardgas komt onder grote druk vrij en ontsteekt. Er ontstaat een fakkelbrand, die het hevigst is gedurende ongeveer 20 seconden. Daarna neemt de druk snel af en ook de omvang van de fakkel. De leiding kan niet zonder meer worden afgesloten en daarom kan het geruime tijd duren (tot wel één uur) voordat de fakkel dooft. De hittestraling is zo groot, dat de brandweer niet dicht genoeg kan naderen om de brand te blussen. De hittestraling kan ervoor zorgen, dat omliggende objecten in brand vliegen. De inzet van hulpdiensten bestaat uit het bestrijden van die secundaire branden en het redden van personen die door de hitte zijn getroffen. (Dreigende) BLEVE LPG-tankstation of propaantank Door een brand in de omgeving van een propaantank of een tankauto met propaan of LPG, wordt de tank met het brandbare, tot vloeistof verdichte gas aangestraald. Door de opwarming bezwijkt na een tijd de tankwand en de kokende vloeistof komt vrij en expandeert snel tot een gaswolk. De gaswolk explodeert, dit verschijnsel heet Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion. Deze explosie heeft desastreuze gevolgen voor objecten en personen binnen een afstand van zo n 300 meter. De effecten zijn niet te bestrijden en de hulpdiensten zullen pas enige tijd na de explosie op kunnen treden. De inzet is dan gericht op het bestrijden van secundaire branden en het redden van slachtoffers. In de periode voordat de tankwand bezijkt ( dreigende BLEVE ) zal de brandweer, indien op tijd ter plaatse en voldoende bluswater aanwezig, de aangestraalde tank koelen om te voorkomen dat de inhoud vrijkomt. Giftige wolk bij brand in een inrichting waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen De opslag van verpakte gevaarlijke stoffen leidt niet direct tot gevaren. Het risico voor de omgeving ontstaat, zodra er brand uitbreekt. In de rook kunnen dan giftige stoffen zitten, afkomstig van de opgeslagen stoffen die stikstof, zwavel en halogenen (zoals chloor) bevatten. Die toxische verbrandingsproducten kunnen bij inademing letale gevolgen hebben. De letale effecten kunnen dus optreden als: er een brand uitbreekt; de rookpluim zich laag bij de grond verspreidt, dit gebeurt in de regel alleen als de brand nog geen grote omvang heeft omdat bij een echt grote brand de rook sterker stijgt; er mensen gedurende langere tijd (ca. 30 minuten) aan de rook worden blootgesteld. Bereikbaarheid De bereikbaarheid van hogedruk aardgastransportleidingen in het buitengebied is meestal slecht. De leidingen liggen in agrarische gebied en slechts gedeeltelijk in de buurt van verharde wegen. Bij inrichtingen kan het belangrijk zijn dat de locatie vanuit meerdere richtingen te benaderen is. Dan gaat het vooral om mogelijke incidenten, waarbij de windrichting invloed heeft op de effecten. In het bestemmingsplan buitengebied betreft het alleen het bedrijf Romar Voss in Roggel en Alucol in Neer. Romar Voss is vanuit meerdere richtingen te bereiken, Alucol ligt op een bedrijventerrein dat vanuit de Maasweg of de Molenstraat bereikt kan worden. Bluswatervoorzieningen Voor het bestrijden van de scenario s dreigende BLEVE en giftige wolk is veel meer bluswater nodig dan voor een gewone brand. Brandkranen, aangesloten op het waterleidingnet, kunnen deze capaciteit niet leveren. Er zal op plaatsen waar dergelijke scenario s kunnen optreden aanvullende voorzieningen getroffen moeten worden om aan de bluswaterbehoefte te voldoen. De keuze daartoe

en de uitvoering ervan, is onderdeel van de omgevingsvergunning voor de inrichting en vindt niet plaats in het kader van het bestemmingsplan. Bij het scenario fakkelbrand van een aardgasleiding wordt niet aan bronbestrijding gedaan. Wel zet de brandweer in op het voorkomen en bestrijden van brand van omliggende objecten. De bluswaterbehoefte daarvoor is beschreven in het bouwbesluit. Nieuw te bouwen objecten zullen door het bevoegd gezag worden getoetst aan de regels voor bluswatervoorziening en aldus aan de eisen voldoen. Voor bestaande objecten in de omgeving van een hogedruk aardgastransportleiding, zal er in een aantal gevallen onvoldoende bluswater aanwezig zijn. Opkomsttijd Voor een aantal risicobronnen geldt dat de opkomsttijd van de brandweer hoger is dan de zorgnorm. Verbetermaatregelen liggen niet binnen het bereik van de gemeente Leudal. 4. Zelfredzaamheid Binnen het invloedsgebied van de risicobronnen, voor zover gelegen in bestemmingsplan buitengebied, bevinden zich geen functies voor beperkt zelfredzame personen. De wijze waarop personen zich in veilgheid kunnen brengen bij een ramp of zwaar ongeval waar gevaarlijke stoffen bij vrijkomen, bestaat in hoofdzaak uit schuilen of vluchten. Fakkelbrand aardgasleiding Aanwezige personen in de omgeving van de aardgasleiding, voor zover niet getroffen door de eerste impact van het incident (de eerste 20 seconden) moeten het effectgebied zo snel mogelijk ontvluchten of schuilen in daartoe geschikte gebouwen. Hoewel de fakkelbrand na 20 seconden snel in omvang afneemt, is de warmtestraling nog zo groot, dat je niet onbeschermd in het effectgebied kunt verblijven. Het effect van een fakkelbrand is zichtbaar en hoorbaar. We kunnen veronderstellen, dat de aanwezigen het risico juist inschatten en van de bron af vluchten. (Dreigende) BLEVE Vóór het optreden van een BLEVE moeten aanwezige personen het gebied (tot 500 meter) ontvluchten. Op mogelijke ongevalslocaties in het buitengebied, is het gevaar moeilijk in te schatten, door de grote onderlinge afstand tussen de objecten. Ook zullen hulpdiensten meestal niet op tijd ter plaatse zijn om de bevolking te waarschuwen. Er zijn geen maatregelen denkbaar die daar verbetering in kunnen brengen. Na het optreden van een BLEVE hangt de zelfredzaamheid af van de afstand tot de bron en of er secundaire branden zijn ontstaan. In zijn algemeenheid geldt, dat de bebouwingsdichtheid in het buitengebied laag is en secundaire branden als dominoeffect niet of nauwelijks zullen optreden. De afstanden zijn groot en de duur van het scenario is kort. Vrijkomen giftige wolk als gevolg van een brand bij in een inrichting waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen De zelfredzaamheidstrategie bestaat uit het zo snel mogelijk naar binnen gaan, ramen en deuren sluiten en mechanische ventilatie uit te schakelen. Het is belangrijk, dat men op de hoogte is van het (dreigende) gevaar en daarom is een goede alarmering doorslaggevend. Voor zover gebieden niet vallen onder de dekking van het Waarschuwings- en Alarmeringsysteem (de sirene ), kan het ontwikkelde NL-Alert in steeds toenemende mate aanzetten tot zelfredding, door instructies te geven per mobiele telefoon. Samenvatting Het plangebied kent risico s als gevolg van de ligging van hogedruk aardgastransportleidingen, een naftaleiding en meerdere inrichtingen waar LPG, propaan of andere gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. De risico s zijn laag en de mogelijkheden om bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid te optimaliseren op planniveau zijn niet of nauwelijks aanwezig. De gemeente Leudal aanvaardt daarom de restrisico s, die niet verder te reduceren zijn.