Aansprakelijkheid in de sport : probleemstelling vanuit de sportpraktijk



Vergelijkbare documenten
Veelgestelde vragen verzekeringen CLUBWERKING

Verzekeringen: Goede raad voor al wie met paarden omgaat

Verzekering (reddings)boten

A R E N A The Name in Sports Insurance

Informatiefiche verzekering lokale groepen

Verzekering Sportfederaties

VERZEKERINGEN VOOR SPORTCLUBS. Kempische Verzekeringskring 22 januari 2008 Eddy Van Den Bosch

Verzekering Sportfederaties

Ledenverzekeringen van de Klim- en Bergsportfederatie: Praktische gids

SUBSIDIEREGLEMENT VOOR GEMEENTELIJKE SPORTCLUBS

DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT ter ondersteuning van de kwalitatieve uitbouw van de sportverengingen

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid loontrekkende verpleegkundigen

Verzekering Sportfederaties

Verzekering Sportfederaties

AANVRAAGFORMULIER VOOR SUBSIDIES SPORT

UW SPORTVERZEKERING. Wegwijs in de nieuwe verzekeringspolis. Infovergadering 24 oktober 2015 De Graanmaat - St-Niklaas Eddy Van Den Bosch

DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER

The Name in Sports Insurance

SUBSIDIEREGLEMENT BELEIDSSUBSIDIE SPORTVERENIGING

GRATIS VRIJWILLIGERSVERZEKERING: REGLEMENT

Opleiding Aspirant-Initiator. Draaiboek voor de organisatie van erkende cursus Aspirant-Initiator Hockey voor organisatoren

Draaiboek voor de organisatie van erkende cursus Aspirant-Initiator voor organisatoren. (versie 2017)

VERZEKERINGEN - INFO VOOR CLUBS

Uw rechten en plichten als 18-jarige

KVLV helpt vrouwen over de drempel naar beweging!

BELEIDSSUBSIDIEREGLEMENT VOOR SPORTVERENIGINGEN AARSCHOT

Het statuut van de sportbeoefenaar, een round-up

Subsidiereglement Gelet op de wet van 16 juli 1973 betreffende de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen;

Waarom het voor u zo BELANGRIJK is dat wij onafhankelijk zijn! 100% ONAFHANKELIJK

Gemeente Kasterlee verenigingen en vrijwilligers UW VERENIGING GOED VERZEKERD?

UW SPORTVERZEKERING. Infovergadering Sport & Verzekering Sporthotel / Gent Eddy Van den Bosch

De sportverenigingen die aan de volgende criteria voldoen hebben recht op een subsidie:

TOELAGE ALGEMENE WERKING SPORTVERENIGINGEN. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact;

Sportclubondersteuning. Subsidies voor sportclubs Infovergadering - januari 2017

Betreft: Voorschriften Decreet 13 juli 2007 m.b.t. Medisch Verantwoorde sportbeoefening.

HOOFDSTUK 5 : IMPULSSUBSUDIE

WELKE VERZEKERINGSPOLISSEN BESTAAN ER? EEN EERSTE OVERZICHT

Art. 3. Als werkingsjaar geldt de periode van 1 augustus tot en met 31 juli.

SID SPORTVERENIGINGEN

REGLEMENT ERKENNING als ANTWERPSE SPORTVERENIGING

B.A. Privé-Leven Brochure

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Basisopdracht 2. Organiseren van recreatieve sportbeoefening per provincie

Verzekering Sportfederaties

Verzekeringen Wandelsport Vlaanderen vzw

ABN AMRO Risicoverzekering

Wegwijs in verzekeringen voor federaties en sportclubs. 30 april 2019 Den Eyck - Kasterlee Eddy Van Den Bosch

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. duurzame G-sportclubwerking

Impulssubsidiereglement Sportverenigingen HAMME

Subsidiereglement voor sportverenigingen

Impulssubsidie : Kwaliteit van de jeugdsportbegeleider verhogen in erkende sportverenigingen.

vrind Vlaamse Regionale Indicatoren

Betoelagingreglement jeugdsportbegeleider/jeugdsportcoördinator

Waarom het voor u zo BELANGRIJK is dat wij onafhankelijk zijn! 100% ONAFHANKELIJK

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie

Verzekering Sportfederaties

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers

De KBC-Gezinspolis beschermt de verzekerde(n) tegen allerlei risico s in zijn privé-leven.

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

vergadering 21 zittingsjaar Handelingen Plenaire Vergadering van 14 januari 2015

Avontuurlijke speelterreinen en aansprakelijkheid. Speel op zeker!

I. VERZEKERING LICHAMELIJKE ONGEVALLEN EN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID

Ik stelde de minister hierover reeds eerdere schriftelijke vragen (nr. 235 van 8 januari 2013 en nr van 19 september 2013).

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. duurzame G-sportclubwerking

Reglement impulssubsidie

Sportverenigingen Subsidiereglement

nr. 306 van PETER WOUTERS datum: 11 februari 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Paardensport - Veiligheid

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

Verzekeringen. Schuldsaldoverzekering. Hypotheeklening. In geval van tegenspoed bent u beschermd!

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Mis de train niet: tewerkstelling en fiscaliteit in de paardensport. Evert Van Mele Accountant Belastingconsulent EQUI CONSULT

Goed verzekerd. Polissen op maat van jouw jeugdhuis

SELECTIECRITERIA MET BETREKKING TOT DE TECHNISCHE DRAAGKRACHT

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Beroepsaansprakelijkheid sport monitoren

VLAAMSE JUDOFEDERATIE vzw WEGWIJS IN DE ONGEVALLENPOLIS VJF. Bart Hannes september 2013

Aansprakelijkheid Verzekeringen

Gemeentereglement voor de verdeling van de toelagen aan de sportverenigingen in Heuvelland.

ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR VRIJWILLIGERS OP HET WETSVOORSTEL VAN GOOL-DE MEYER BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGERS (Doc.51/0455/001).

Sport (voetbal) clubs

UW SPORTVERZEKERING. Infovergadering Sport & Verzekering HALESTRA Ruitersclub Aalter Eddy Van den Bosch

Productwijzer Reis- en annuleringsverzekering

KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN

COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR. BETREFT: Bijdrage voor een verkeersongevallenverzekering voor leerlingen.

Waarborg burgerlijke aansprakelijkheid (BA)

Dienstenwijzer THEO RIETVELD FINANCES vastgoed-verzekeringen-hypothekenpensioenen

GEMEENTELIJK IMPULSSUBSIDIEREGLEMENT

Reglement voor de erkenning en subsidiëring van sportverenigingen

Verzekering Sportfederaties

Infobundel organisatoren opleiding Aspirant-initiator Paardrijden

Vrijwilliger : elke natuurlijke persoon die vrijwilligerswerk verricht.

POLIS EVENEMENTEN. Doelgroep

Gemeente Zandhoven Liersebaan Zandhoven. Sportdienst

1.1. Jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met 18 jaar op 1 januari van het burgerlijk jaar.

Verzekerde gemoedsrust

VLAAMSE ROEILIGA vzw VERZEKERINGEN. Bart Hannes 23 oktober 2013

Transcriptie:

door : H. Smulders (Dr. L.O.) Leuven, 6 mei 1994 Inhoud 1. Inleiding 2 2. Situering 3 3. Valkuilen 4 4. Beroepsbekwaamheid 8 5. Besluit 9 Referenties 10 1

1. Inleiding Mits enige overdrijving en veralgemening mag men stellen dat onder niet-juristen aansprakelijkheid in de sport vaak automatisch gelijk gesteld wordt aan Burgerlijke Aansprakelijkheid en/of familiale verzekering. Dit alles dan gekoppeld aan een - liefst zo goedkoop mogelijke - verzekeringspolis. Iedereen vindt wel ergens een verzekeringsagent die dit voor hem wel in orde brengt. Bij een iets dieper nadenken over aansprakelijkheid in de sport komt men tot meer actuelere problemen, zoals o.a.: - het geval Criquielion - Bauer. Maar deze discussie ontaard nogal snel in pro of contra. - het geval Lozano - Desloover, waarbij de discussie dan weer gaat over sportreglementen en het aanvaarden van risico. - een leraar L.O. die een ongeval in zijn les heeft. Dit laatste is meestal het probleem van een ander. Een goede leraar heeft dit niet voor. En, de school is toch verzekerd. Wij menen evenwel dat het gegeven Burgerlijke Aansprakelijkheid in de sport, niet enkel zeer complex is, maar eveneens door zeer velen niet voldoende wordt ingeschat. Als ze het al inschatten. Hierbij verwijzen wij vooral naar de verantwoordelijke sportorganisatoren zoals : inrichtende machten van scholen, de verantwoordelijken van sportclubs en - federaties, evenement organisators, commerciële sportorganisaties, tness centra, en last but zeker not least de verzekeringsmaatschappijen. Deze opsomming pretendeert helemaal geen volledigheid. De complexiteit van het gegeven BA wordt nog duidelijker als men het bekijkt vanuit het standpunt van de participanten. Hoe zit het met de BA van : - de individuele sportman / -vrouw - de sporters onderling - de toeschouwers - de monitoren, trainers en lesgevers - de ouders - betaalde versus niet-betaalde sportbeoefenaars - enz., enz.,... Wij zullen binnen de ons toegemeten tijd hierop maar zijdelings ingaan. De meeste van deze aspecten komen immers uitgebreider aan bod in andere bijdragen. Wij zullen ons tijdens ons betoog hoofdzakelijk concentreren op z.g. natuursporten zoals alpinisme, speleologie, kajak, enz... Deze opsomming zou uiteraard kunnen uitgebreid worden met mountain bike, oriëntatielopen, ski, langlauf, rafting,... De redenen voor onze benadering zijn meervoudig. Enerzijds komen de hoger genoemde sporten in het ganse sportdebat, vrijwel nooit aan bod. Anderzijds, heeft het er alle schijn naar dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de toename van de vrijetijd en de toenemende belangstelling voor recreatie (in de natuur). Verder blijkt de schaarse wetgeving m.b.t. de sport weinig of geen rekening te houden met deze actuele vormen van sport- of recratiebeoefening. Meestal is er in de wetgeving sprake van clubs, federaties, kompetities, enz... Er wordt kennelijk voorbijgegaan aan sporten waar het kompetitie element per de nitie uit den boze is (alpinisme, speleologie, duiken,...) alsook aan recreatievormen die niet per se in clubverband beoefend worden (joggen, aerobic, bergtochten, ski, pleziervaart, zeilen,...) 2

2. Situering Als wij - bij wijze van situering - even stilstaan bij de verzekerings-maatschappijen, dan is het verrassend vast te stellen hoe makkelijk het is om voor zowat alle sporten een BA-polis en ook een PO-polis af te sluiten. Aan de hand van een overzichtelijke tabel bepaalt men in één oogopslag hoeveel Uw premie zal bedragen. U mag evenwel niet gewagen van alpinisme of speleologie - alhoewel beide sporten m.i. wellicht de meest beveiligde sporten zijn die men kan beoefenen - of de poppen gaan aan het dansen. Uiteindelijk kan men voor alpinisme, via de BAC (Belgische Alpen Club) of de VBF (Vlaamse Bergsport Federatie) een polis tot 1.700 m afsluiten. Vanaf 1.701 hoogtemeters doet U er best aan een goede relatie op te bouwen met de hooggebergte goden, OF : bijbetalen voor een uitbreiding van Uw PO-polis. Het is evenwel niet duidelijk of ook de BA boven 1.700 m uitbreidbaar is. Wist U dat in een levensverzekering vaak de clausule is ingebouwd die parachutisme uitsluit. Een levensverzekering wordt automatisch gekoppeld aan een hypothecaire lening, een lening die een zeer groot deel van de Belgische baksteenzwangere bevolking afsluit. Het zal U maar overkomen dat U eens met een aantal vrienden inschrijft voor een initiatieweekend parachutisme. Men kan er best niet aan denken wat de gevolgen zouden kunnen zijn voor de initiatiefnemer van deze escapade. Zeker niet als deze laatste betaald wordt voor de organisatie van dit weekend. Aan de hand van deze twee simpele voorbeelden mag het duidelijk zijn dat het BA-spook in zeer onverwachte hoeken kan zitten. Men zal wellicht opwerpen dat de aangehaalde voorbeelden eerder extreem zijn. Ons verder betoog zal hopelijk duidelijk maken dat dit BA-spook in alle sport-situaties de kop kan opsteken. Gaande van een vrijblijvende wekelijkse jogging tot de organisatie van een jaarlijks mosselfeest om de clubkas te spijzen. Gaande van de organisatie van een sportkamp, een triathlon, een na-schoolse sportmanifestatie tot de organisatie van grote sportkompetities (cfr.heysel) of een publiciteitsevenement. Steeds wordt men met aansprakelijkheid geconfronteerd. Er weze hierbij opgemerkt dat de aansprakelijkheid niet beperkt blijft tot de BA tegenover derden, maar dat men eveneens rekening dient te houden met o.a. BA deelnemers onderling, organisatie A., contract A., produkt A, exploitatie A,... Het is voor diegenen die in de sportpraktijk staan, momenteel onbegonnen werk nog te weten waar men aan toe is. Het enige redmiddel is vertrouwen op de deskundigheid van Uw verzekeringsagent en hopen dat deze laatste niets over het hoofd heeft gezien. Met zekerheid kan men stellen dat : hoe groter de cijfers op Uw polis hoe meer U zult betalen. Of de voorziene dekking voldoende is, juist is, volledig is, blijft een raadsel. Wij durven hopen dat de experten terzake, meer duidelijkheid in deze materie zullen kunnen brengen. Ons verder betoog zal hen hopelijk overtuigen van de noodzaak hun burgerlijke verantwoordelijkheid terzake op te nemen. 3

3. Valkuilen Zoals hoger reeds gesteld, menen wij dat als men het over aansprakelijkheid in de sport heeft, men hoofdzakelijk naar de aansprakelijkheid van de organisatoren van de sport moet kijken. Er is vrijwel geen elke individuele sportman /-vrouw die al ooit zijn / haar verzekeringspolis van kortbij heeft gezien. Hopelijk niet ten onrechte, gaan de meesten ervan uit dat alles wel in orde is gebracht via de club en de federatie. Als er zich dan problemen voordoen worden de formaliteiten afgehandeld door de clubsecretaris en het ziekenfonds en daarmee is de kous af. Trainers, lesgevers, begeleiders vertrouwen eveneens meestal blindelings in een club- en / of federatieverzekering. Men kan anderzijds de sportfederaties niet verwijten dat ze in gebreke zouden blijven. Immers, wilden de sportfederaties na de invoering van het Cultuurpact (Decreet van 28 januarie 1974) nog in aanmerking komen voor subsidie door de overheid, dan moesten ze zich niet enkel opsplitsen in een Vlaamse en een Franstalige vleugel. Tevens moesten ze o.a. nog voldoen aan de bepalingen van het KB van 4 juli 1978. Dit laatste KB, betreffende de verzekeringspolissen die de landelijk georganiseerde sportverenigingen ter bescherming van hun leden moeten afsluiten, bepaalt evenwel enkel de minimum verzekeringsvoorwaarden. Het zijn dan ook uitgerekend deze minimum voorwaarden die men terugvindt bij vele sportfederaties. Er is echter, zoals steeds, een keerzijde aan deze medaille. Door het spel van de vrije concurrentie is er niet één polis gelijk aan de andere. Weliswaar zijn de bij KB verplichte minimum voorwaarden steeds opgenomen maar de reeks uitsluitingen en bijzondere clausules lijken wel eindeloos EN - althans wat de BA betreft - o.i. angstaanjagend. Uitdrukkelijk moet gesteld worden dat al dergelijke polissen uitsluitend gelden voor z.g. amateurs. De polis van de Belgische Alpen Club stelt : Tevens sluit de maatschappij elke vorm van kompetitie uit evenals betaalde prestaties. De polis van de Vlaamse Bergsport Federatie stelt het zo : Privé aktiviteiten van natuurlijk betalende leden, buiten clubs of federatie, vallen dus niet onder deze dekking. De polis van het Verbond van Vlaamse Speleologen (VVS) bepaalt niet enkel dat de polis enkel geldig is voor niet bezoldigde liefhebbers. Deze laatste polis bevat eveneens een clausule (Aanhangsel 9) die stelt dat :... de dekking enkel vervalt indien het verbod van overheidswege om een grot of een rots te betreden opgelegd wordt... Er is niet één instantie, niet één organisatie, club, federatie of individuele speleoloog die U precies kan vertellen welke grotten al dan niet door de overheid, en om welke reden verboden zouden zijn! Hetzelfde doet zich trouwens ook voor bij kajak- en kanovaren. Een totaal onoverzichtelijk kluwen van wetgeving REGELT het kajak- en kanovaren : bevaarbare - en bevlotbare rivieren, niet-bevaarbare - en niet-bevlotbare rivieren, in- en uitstapplaatsen, seizoens-, tijds-, debietbeperkingen, gewestelijke-, gemeentelijke verordeningen... enz., enz. En dan hebben we het nog niet over de verschillen in regelingen aan weerszijden van de taalgrens. Dan zijn er bijvoorbeeld nog de wet op het kamperen (KB 29 okt.1971) en het veldwetboek. Deze laatste bepaalt o.a. waar men zoal geen vuur mag maken (Art. 89, 8). Een ruiter die conform het nieuwe bosdecreet (13 juni 1990) in een openbaar bos wil gaan rijden mag dit enkel op de daarvoor aangeduidde wegen. Moet men hieruit besluiten dat elke niet gemarkeerde bosweg taboe is voor ruiters? Of moet men de paarden op stal laten tot Waters & Bossen alle wegen van alle bossen heeft versierd met nog meer verkeersborden? (Men is hier ondertussen al zeer ijverig aan bezig) Alhoewel de meeste in het oog springende sporten in clubverband beoefend worden zijn er toch een aanzienlijk aantal sport- en recreatievormen die uitgesproken individueel beoefend worden. Het is haast uitgesloten dat elke alpinist, speleoloog, kajakker, ruiter,... zijn / haar club of federatie zal of kan inlichten over elke activiteit. Voor jogging, aerobic en konditietraining bijvoorbeeld, bestaan er op een uitzondering na, zelfs geen clubs laat staan federaties. Het is bovendien uitgesloten dat elke individuele sporter op de hoogte KAN zijn van alle wettelijke bepalingen. Anderzijds zou men dit van professionele organisatoren wel mogen verwachten, maar ook voor hen is het vaak onbegonnen werk. 4

Als men dan als klap op de vuurpijl, in Vlaanderen nog eens geconfronteert wordt met een Decreet op de medisch verantwoorde sportbeoefening (Decreet van 27 maart 1991) waarin bijvoorbeeld in Hoofdstuk II, Art. 89, gesteld wordt dat : De sportvereniging, de sportfederatie, of in voorkomend geval, het overkoepelend orgaan stelt de Administratie minstens veertien dagen van tevoren bij wijze van een ter post aangetekende brief, die uitwerking heeft de derde werkdag na verzending, in kennis van alle geplande sportmanifestaties, georganiseerde voorbereidingen en van elke wijziging van deze planning. Deze mededeling vermeldt:... dan is het niet langer verwonderlijk dat men de bomen in het bos niet meer ziet staan. Gans deze problamatiek van wetgeving verplaatst zich o.i. uiteindelijk naar de problematiek van aansprakelijkheid. Hoe vaak gebeurt het niet dat een paar vrienden tijdens een weekend eens samen gaan klimmen, kajakken, mountain biken,... - Wie is aansprakelijk voor wat? - Wie is nog verzekert voor wat? - Wat als men zich laat betalen voor de begeleiding? - Wat als men van het organiseren van sport zijn beroep heeft gemaakt? - Wat als universiteits-café s, psychologen, (gesubsidieerde) vzw s allerhande, reklame-jongens,... enz., zich op deze markt gooien? (Deze opsomming is helemaal niet toevallig) Dit alles kadert in een zeer actuele vorm van sportbeoefening namelijk, het deelnemen aan door derden georganiseerde aktiviteiten, al dan niet tegen betaling. Als maar meer mensen nemen deel aan allerhande georganiseerde activiteiten zoals joggings, daguitstappen, conditietrainingen, bergtochten, kanotrips, skistages, survival trainingen,... Vanlangsom meer mensen trachten dergelijke sportactiviteiten te commercialiseren. Het is alsof iedereen die meent iets speciaals te kunnen, zich geroepen voelt dit ook te verkopen. Er gaat geen week voorbij of ergens organiseert men een survival, raid, trophy, challenge, training of zelfs opleidingen met echte diploma s. Moderne commerciele sportinfrastructuren zijn o.a. tnesszalen, squashcentra, indoor-klimzalen, golfterreinen, motorcross circuits,... Het is evident dat in iedere situatie zich speci eke problemen rond aansprakelijkheid kunnen stellen. Men kan er zich o.i. bijvoorbeeld als uitbater van dergelijke sport-infrastructuur of als organisator van dergelijke activiteiten niet vanaf maken met de simpele mededeling : Het bestuur is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen Het zou ons hier te ver leiden om deze problematiek tot op de bodem uit te spitten. Een voorbeeld kan ook hier illustratief zijn. In de manegewereld is het schering en inslag dat z.g. gevorderde ruiters, beginners - dit zijn ruiters die vaak maar enkele uren opleiding in de piste hebben genoten - mee op wandeling nemen. - Op wiens verantwoordelijkheid? - Op wiens paard? - Volgens wiens instructies? Het zijn zeker niet enkel de manegehouders die op de goodwill van anderen rekenen om hun zaak draaiende te houden. - Wie geeft er allemaal niet tennisles, squashles, turnen, aerobic, powertraining,..? - Wie wordt er allemaal niet ingehuurd om groepen te begeleiden? - Wie leidt er al deze z.g. begeleiders op? - Welke diploma s / bevoegdheden hebben al deze erzats begeleiders? 5

Meteen raken we de problematiek van zwartwerk en ook opleiding aan. Een zeer recent fenomeen op dit vlak heeft te maken met de hervorming van het Belgische leger. Door de afslanking van het leger pro leren vele ex-militairen zich als - let op de terminologie - instructor of trainer van allerhande (sport)-activiteiten. Survival trainingen rijzen tegenwoordig als paddestoelen uit de grond. Wij willen hier helemaal niet sugereren dat alle ex-militairen zwartwerkers zijn, maar over diegenen die in de sport actief zijn durven wij toch onze twijfels uiten. Zwartwerk is niet per de nitie de rechtstreekse oorzaak van narigheden maar geeft vaak wel onrechtstreeks aanleiding tot problemen. Indien men, zoals een bepaalde schoolsportfederatie bijvoorbeeld doet, systematisch gebruik maakt van zwartwerk-militairen (waar blijft men met het pedagogische project?), creëert men op termijn onvermijdelijk problemen. Onder het motto zo goedkoop mogelijk bespaart men letterlijk op alles : vervoer, materiaal, begeleiding. Om nog even op het gegeven opleiding terug te komen. Er bestaan in Vlaanderen alleen al tientallen instanties en privéinitiatieven die de meest uiteenlopende opleidingen organiseren. Ze hebben allen als gemeenschappelijk kenmerk dat ZIJ, en zij alleen de BESTE zijn. Zo is er bijvoorbeeld zelfs een mutualiteit die erin slaagt aan 17-jarige kinderen een diploma van berggids af te leveren. Instructor survival, buitensportbegeleider, alles blijkt mogelijk te zijn. Men kan in Vlaanderen minstens twee z.g. erkende ski-monitor diploma s behalen. Om dan nog te zwijgen van de talrijke verenigingen, clubs, reisbureaus, die in een eigen monitoren opleiding voorzien. - Erkend door wie of wat? - Hoe is het gesteld met de BA van al deze would-be monitoren, die vaak met zeer veel inzet en meestal niet erg of cieel, actief zijn? - Wat als ze bijvoorbeeld een ski-ongeval hebben in Zwitserland, een land waarvan men MOET weten dat men enkel met een diploma van de Zwitserse skischool, skiles mag geven. Anderzijds zitten er voor gediplomeerde licentiaten en regenten lichamelijke opvoeding o.i. ook nog genoeg addertjes onder het gras om zich zorgen over te maken. Bestaat er bijvoorbeeld een vermoeden van bekwaamheid en / of van lesgeven als een toevallige deelnemer aan een totaal vrijblijvende sportaktiviteit (wekelijkse jogging, mountain bike trip, bergtocht,...) bovendien blijkt licentiaat of regent lichamelijke opvoeding te zijn? - Wat als deze licentiaat of regent effectief aan zo n jogging groepje instructies (les) geeft, al dan niet tegen betaling? 6

En tenslotte nog dit.: - Wat met mensen die helemaal geen sportopleiding genoten hebben (bijvoorbeeld ex-atleten) maar toch met veel overgave en ervaring, al dan niet bezoldigd, lesgeven aan een dergelijk jogging groepje? - Komt het decreet op de medisch verantwoorde sportbeoefening ook hier om de hoek kijken? Een gemakkelijk antwoord op al deze vragen is : als er niets gebeurt, is er voor niemand een probleem. Wij menen echter dat diegenen die in de sportpraktijk staan, zeer veel interesse hebben in het antwoord op de simpele en duidelijke vraag : Wat als er wel iets ernstigs gebeurt? Tot hiertoe hebben we het nog simpel gehouden en ons beperkt tot de deelnemer aan of de organisator van één speci eke sport -dicipline. Een bijkomend element is dat dezelfde persoon, heel vaak lesgever en tegelijkertijd organisator (initiatiefnemer) is. De zaken worden ingewikkelder als men verschillende sporten met elkaar gaat combineren. Bijvoorbeeld een alpinist die ook touring-ski of piste-ski beoefent en die met een zweefparachute terug naar beneden komt. Een speleoloog die per mountain bike naar een grot rijdt en vervolgens in deze grot gaat sifonduiken. Welke verzekering en van welke sportdicipline (-federatie) gaat hier spelen? Is er een probleem van dubbele verzekering? Men moet vermoedelijk al een specialist in de kleine lettertjes zijn om in het polisjargon enige verwijzing naar dergelijke combinaties te ontwarren. Het vermoeden is groot dat, op een zeldzame uitzondering na, (ons is zulke uitzondering totaal onbekend) men geen toepasbare clausules zal kunnen opdiepen. En zeker geen clausules die de ondertekenaar van de polis ten goede zouden kunnen komen. De problematiek wordt nog complexer als men stilstaat bij de aansprakelijkheid van de al dan niet bezoldigde organisator van dergelijke combinatie aktiviteiten. Als deze organisator op zijn beurt dan nog materiaal verhuurt of derden inhuurt als toeleveranciers van materiaal of als free lance begeleiders (met welk diploma?), dan...... dan bekruipt ons wel eens de gedachte dat het voor de eigen gezondheid en gemoedsrust beter zou zijn thuis weg te dromen in een luie zetel, kaarslicht, een goed glas wijn, een knetterend houtvuur en een spannende avonturenroman. Voor de meer juridisch geïnteresseerden kan de lectuur van ongevalsbeschrijvingen - liefst in het hooggebergte - en de daaraan gekoppelde rechtspleging, ook voor de nodige kick zorgen. 7

4. Beroepsbekwaamheid Wat dit laatste betreft vragen wij ons af of we hier niet van de gelegenheid misbruik moeten maken om, met aandrang te pleiten voor een diepgaande studie naar de wettelijke draagkracht van opleidingen en diploma s in de sport. Er zijn o.i. immers te veel onbevoegden betrokken in de organisatie en begeleiding van de sport. Uitdrukkelijk willen wij hier verwijzen naar de wet van 25 juni 1992 op de landsverzekeringsovereenkomst. Onder de hoofding Gevallen van grove schuld wordt letterlijk de volgende uitsluitingsclausule vermeld : een zulkdanige tekortkoming aan de voorzichtigheids- of veiligheidsnormen aan de wetten, regels of gebruiken eigen aan de verzekerde activiteiten, dat de schadelijke gevolgen van die tekortkoming - volgens de mening van éénieder die terzake normaal bekwaam is - hoogstwaarschijnlijk waren Verder wordt eveneens kennelijke beroepsonbekwaamheid als uitsluitings mogelijkheid opgenomen. Twee bedenkingen hierbij. De eerste is de positieve bedenking, in die zin dat men toch moet stellen dat de begeleiding niet per de nitie aansprakelijk hoeft te zijn. Deelnemers kunnen uiteraard ook persoonlijk fouten maken. De tweede bedenking is de negatieve. Het is niet ondenkbaar dat iemand die meent tegen alle eventualiteiten verzekerd te zijn, omwille van kennelijke beroepsonbekwaamheid plots zonder dekking komt te staan en ten private titel zal moeten opdraaien voor de aangerichtte schade. Men kan zich hierbij de vraag stellen of de verzekeringsmaatschappij zelf de bekwaamheid van de polis-onderschrijver niet eerst aan objectieve criteria had moeten toetsen alvorens BA en / of andere polissen af te sluiten? Waar begint en eindigt de aansprakelijkheid van de verzekeringsmaatschappijen? Uit dit alles menen wij te mogen besluiten dat, niet enkel opleiding en beroepsbekwaamheid dringend onder de loupe moeten genomen worden. Tevens menen wij te mogen suggereren dat zowel rechtbanken als verzekeringsmaatschappijen i.v.m. aansprakelijkheidscon icten in de sport, zich best zouden laten bijstaan door gerechtelijke deskundigen gespecialiseerd in de sport. Tenslotte nog dit. In gans deze context kunnen wij ons niet ontdoen van de indruk dat verzekeringsagenten en -makelaars nogal snel geneigd zijn de problematiek van aansprakelijkheid te herleiden tot de nanciële consequenties ervan. Over strafrechtelijke neveneffecten wordt vrijwel niet gesproken. Samengevat komt het er ongeveer zo op neer : Een goede verzekering kost geld. Zolang U de polis betaalt hoeft U zich geen zorgen te maken over de nanciële implikaties. De maatschappijen onderling - en in het slechtste geval de rechtbank - zullen wel uitmaken wie voor wat moet betalen. Als U achteraf desgevallend bijvoorbeeld nog tot een jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld, dan hebt ge pech gehad. 8

5. Besluit Als men het over aansprakelijkheid in de sport heeft lijkt het erop dat er wellicht evenveel facetten aan de aansprakelijkheid zijn als er facetten zijn aan het ganse sportgebeuren. Het zou dan ook onbegonnen werk zijn alles tot op de bodem te willen uitzoeken. Wij hebben ons tijdens deze uiteenzetting bewust beperkt tot een analyse - vanuit onze sportpraktijk - van de aansprakelijkheidsproblematiek in de sport, en dit buiten school- of clubverband. Meerbepaald hebben we de z.g. natuursporten als uitgangspunt voor ons betoog genomen. Zeer bewust hebben wij geopteerd voor een problematiserende benadering terzake. Ter afronding willen wij hier nog een aantal bijzondere aspecten van de sportbeoefening en van de daaraan verbonden aansprakelijkheid in een iets bredere context situeren. Zo is het merkwaardig vast te stellen dat voor betwistingen tussen spelers onderling (cfr. Lozano - Desloover) de rechtspraak geneigd is rekening te houden met het principe van risico aanvaarding. De onderliggende gedachte lijkt te zijn dat zonder risico aanvaarding er geen sportcompetitie mogelijk is. Dit laatste is vanuit sporttechnisch standpunt wellicht waar maar belet anderzijds nog niet dat men etische argumenten kan aanvoeren om overdreven geweld in de sport te veroordelen. De sport bevindt zich o.i. immers niet buiten of boven de wetten van de samenleving. Hoe men er ook tegenover staat, feit blijft dat indien een speler strafrechtelijk zou vervolgd worden voor een sportongeval, men zich terdege vragen moet stellen bij de gevolgen voor de dader. Het zou immers wel eens kunnen zijn dat de dader op termijn het grootste ( nanciële) slachtoffer wordt. Voor zover wij konden nagaan, zijn er geen precedenten waarbij risico aanvaarding werd weerhouden in betwistingen met betrekking tot zogenaamde natuursporten. Integendeel, bij de beoordeling van aansprakelijkheid in alpinisme, ski, speleologie,...wordt men kennelijk geacht te handelen als een goede huisvader. Is risico aanvaarding toepasbaar op moderne kompetitiesporten, terwijl het principe van de goede huisvader eerder toepassing vindt in de meer vrijblijvende recreatiesporten? Ook al zijn deze laatsten gecommercialiseerd? Zijn dit twee maten en twee gewichten? Wij zijn er ons van bewust dat juristen in gans deze context van aansprakelijkheid, nogal snel geneigd zijn te verwijzen naar een toverformule als bijvoorbeeld 1382-1383 B.W.. Voor niet-juristen en zeker voor diegenen die dagdagelijks in de sportpraktijk staan, heeft dit soort argumenten veel weg van een gecodeerd dieventaaltje. Wij menen dat men, die elementen die aan de basis liggen van mogelijke aansprakelijkheid, terdege onder de loupe dient te nemen. Immers, indien er zich een probleem van aansprakelijkheid voordoet, dan tracht de tegenpartij een fout te vinden die in oorzakelijk verband kan worden gebracht met het ongeval en de geleden schade. Deze fout is dan vaak : - beroepsonbekwaamheid - grove fout - ontoereikende diploma s - zwartwerk - negatie van... 9

Er moeten o.i. dringend duidelijke antwoorden komen op een aantal pertinente vragen zoals : 1. Zou het niet aangewezen zijn te komen tot een z.g. objectieve aansprakelijkheidsverzekering voor sportorganisatoren? 2. Zou het niet aangewezen zijn dat zowel rechtbanken als verzekeringsmaatschappijen zich i.v.m. de aansprakelijkheidsproblematiek in de sport, zouden laten bijstaan door gerechtelijke deskundigen gespecialiseerd in de sport? 3. Zou het voor verzekeringsmaatschappijen niet aangewezen zijn voorafgaandelijk de (beroeps)- bekwaamheid van de kandidaat polis-onderschrijvers aan objectieve criteria te toetsen alvorens een BA en / of andere polis af te sluiten? 4. Wat is de juridische draagkracht van diploma s in de sport? 5. Is het dekreet op de Medisch Verantwoorde Sportbeoefening van toepassing op de organisatie van sport buiten club- en schoolverband? Diegenen die in de sportpraktijk staan hebben dringend nood aan meer duidelijkheid terzake. Naar wij menen te weten, zouden diegenen die in de sportpraktijk staan, bovendien graag het risico aanvaarden om als goede huisvaders door het leven te gaan. REFERENTIES blz. 4 : - Decreet van 28 januarie 1974 betreffende het cultuurpact. (Sportcodex p. 23) - KB van 4 juli 1978 betreffende de verzekeringspolissen. (Sportcodex p. 103) blz. 4: blz. 8: blz. 8: - KB van 29 /10/1971 : wet op het kamperen - Veldwetboek - bosdecreet van 13/6/1990 - decreet van 27 maart 1991 op de MVS (Sportcodex p. 151) - KB van 8/7/1992 vergunning luchtarbeid - wet van 25 juni 1992, wet op de landsverzekeringsovereenkomst 10