Terranova 1: begrippenlijst

Vergelijkbare documenten
Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

INDONESIË. Natuurlijke en landschappelijke kenmerken

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Reliëf THEMA 2 INHOUD

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Woordenlijst - Aarde


Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

> Schatting van de verplaatsingssnelheid

De Alpen-natuurlandschap

2 Landschapszones op aarde SO 1

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Werkblad:weersverwachtingen

Les 5: Factoren van weer en klimaat

Wat is Meteorologie?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

4 Leven in een koud gebied

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Benodigdheden onderzoek 1. Onderzoek 1 Horizonlijn Helling Hoogteverschil

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3. eerste druk

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Van de regen in de drup

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Hoofdstuk 2 AARDE Klimaat en landschap

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Een les met WOW - Temperatuur

De vegetatiezones: Kleur de vegetatiezones tussen 0 en 20 OL. Maak een legende:

Boekverslag door Mart 1381 woorden 28 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. H2 Landschappen in beweging (BuiteNLand 2Havo/Vwo 3 e druk)

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

H4 weer totaal.notebook. December 13, dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Een les met WOW - Luchtdruk

Een les met WOW - Temperatuur

Naam: VULKANEN. Vraag 1. Uit welke drie lagen bestaat de aarde? Vraag 2. Hoe dik is de aardkorst gemiddeld?

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

De horizontale bewegingen van de platen

Ten noorden van de evenaar ligt het noordelijk halfrond. Ten zuiden daarvan het zuidelijk halfrond.

Een les met WOW - Neerslag

Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

Zaterdagmiddag 3 sept 2016 Studie van de afzettingen uit het Trias. Buntsandstein en Muschelkalk.

Aardrijkskunde gaat over gebieden. Een gebied of regio is een stuk van het aardoppervlak.

Tentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 UITWERKINGEN TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Een les met WOW - Luchtdruk

Waterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Werkblad bij de geoquest Vulkanen

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Klimaatverandering en de landschapszones in het hooggebergte

INHOUD 1 WAAR LIGT HET? 2 WAAR KOMT HET VANDAAN? 3 EUROPA

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

Benodigdheden: een ringmap, atlas, woordenboek Nedl-Nedl, papier A4 formaat voor nota s, pen, lat, potlood, gom, markeerstift.

Een les met WOW - Neerslag

1. Het Heelal. De aarde lijkt groot, maar onze planeet is niet meer dan een stip in een onmetelijke ruimte.

Samenvatting aardrijkskunde H9:

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

2 Bemesting Meststoffen Soorten meststoffen Grondonderzoek Mestwetgeving 49

6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

Het weer hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

Verdeling van al het water op aarde

Oriënteren Kaart en Kompas

Kernpunten. Conclusie en nawoord. Essay naar de temperaturen binnen de kern van de aarde. Auteur: Sebastien Immers. Copyright Augustus 2010

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

BOUW JE EIGEN WEERSTATION MET METEOZ

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

6,9. Samenvatting door een scholier 1093 woorden 21 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde HFD 1 1. Schaalniveaus

Roestig land. De Wijstgronden

Natuurrampen. Natuurrampen. Enkele voorbeelden... Oorzaken: bijvoorbeeld lawine, aardbeving, orkaan, overstroming, tsunami en vulkaanuitbarsting.

THEMA 4 - WEERSVOORSPELLING

Zon, aarde en maan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

4 Het heelal 6. De zon. De aarde. Jupiter. De maan. Ons zonnestelsel. Mars. Mercurius Venus

Werkkatern 3 Hoog boven ons hoofd. Het weer waarnemen en meten

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

inhoudsopgave voorwoord Blz. 2 inleiding Blz. 3 hoofdstukken Blz. 4 nawoord Blz. 11 bibliografie Blz. 12

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

1. LESBEGIN. 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD

11. Weersituaties Inleiding Weertype

Beknopt verslag van de stormperiode 25 tot 29 januari 2002

JAARRAPPORT WAARNEMINGEN ZEEBRUGGE METEOPARK 2014

Duid volgende breedtelijnen aan op de kaart, die je op pagina 1 kan vinden.

Werkbladen landschapsstudie

Transcriptie:

Terranova 1: begrippenlijst A aardkorst buitenste laag van de Aarde; bestaat vooral uit gesteenten afvoergeul een geul waarlangs water wordt afgevoerd afzetting meegevoerd puin dat door de wind, bewegend ijs, de zee of een rivier in laagjes wordt afgezet afzettingsbodem een bodem ontstaan door de ophoping van losse gesteenten aangevoerd door de wind, bewegend ijs, de zee of een rivier anemometer een toestel voor het meten van de windsnelheid archipel een eilandengroep die een natuurlijke samenhang vertoont B barometer een toestel waarmee de luchtdruk wordt gemeten bedding de bodem van een beek of een rivier beek een kleine waterloop met ondiep water bergketen een lange sliert van hoge bergtoppen bergpas een lager gelegen deel van een bergrug bergstorting het plotseling neerstorten van grote hoeveelheden gesteenten, zoals langs een helling bewolking de waterdamp die in de lucht condenseert en als wolken de hemel bedekt blokdiagram ruimtelijke voorstelling van het reliëf bodem het bovenste, losse deel van de aardkorst waarin de plantenwortels kunnen groeien bodemerosie het verdwijnen van de bovenste laag van een bodem door stromend water of door de wind bodemkaart een kaart die de samenstelling van de bodem weergeeft bodemsoort de gesteenten die de bodem vormen: zand, leem of klei of een mengeling ervan bodemvervuiling vorm van milieuverontreiniging waarbij de mens schadelijke stoffen in of op de bodem achterlaat bolle oever de binnenbocht van een beek of rivier, waar het water het traagst stroomt en er afzetting optreedt boogdal een vallei met gebogen dalflanken breedtecirkel een cirkel op de wereldbol die evenwijdig loopt met de evenaar breedteligging de ligging ten opzichte van de evenaar breukschaal een wiskundige breuk die aangeeft hoeveel maal de werkelijke afstanden verkleind zijn op een kaart breukvlak het vlak waarlangs een gesteente gemakkelijk afbreekt bron plaats waar grondwater aan de oppervlakte komt bruinkool een minder energie leverende vorm van steenkool buienradar website en app die informatie geeft over de actuele en de nabije weersomstandigheden, vooral de neerslagkans C condensatie de overgang van (water)damp naar de vloeibare vorm (water) continent groot vasteland omgeven door water cuesta een asymmetrische heuvel met een steil front en een zacht hellende rug curvimeter een miniwieltje waarmee je op een kaart een weg afrijdt en omzet in de werkelijke afstand cycloon een tropische storm met een windsnelheid van meer dan 118 km/h D dal vallei; langgerekt gebied in het landschap dat lager ligt dan de omgeving en waarin meestal een rivier of beek vloeit dalbodem het vlakke, laagst gelegen deel van een dal, meestal gevormd door de afzetting van sedimenten dalflank de zijwanden van een dal dalvorm de vorm van de dwarsdoorsnede van een dal, zoals een kloofdal, een V-dal, een vlakbodemdal en een vlakdal

debiet de hoeveelheid water die in een tijdseenheid door een dwarsdoorsnede van een rivier stroomt depressie een laagte in het landschap of een gebied met lage luchtdruk dieptelijn een lijn die alle plaatsen verbindt met dezelfde diepte onder de zeespiegel digitaal terreinmodel met een computer getekend 3D-model 3D-model een verkleinde weergave van de werkelijkheid in drie dimensies droge maand maand waarin N < 2T; er valt onvoldoende neerslag voor de plantengroei duin een heuvel van zand, opgehoopt door de wind duinmassief een groep duinen die bij elkaar horen dwarsprofiel doorsnede van een rivier, loodrecht op de stroomrichting E echt natuurlandschap een landschap dat volledig is opgebouwd uit natuurlijke elementen erosie verwering, gevolgd door het wegvoeren van het puin door de wind, bewegend ijs, de zee of een rivier erts gesteente of mineraal met een economische waarde evenaar lijn over het midden van de aardbol, op gelijke afstand van de noord- en de zuidpool F fjord een smalle, diep in het land dringende inham met steile hellingen, uitgeschuurd door een gletsjer front de scheidingslijn tussen een warme en een koude luchtmassa; gaat meestal gepaard met bewolking en neerslag G gematigde zone de temperatuurzone op aarde, gelegen tussen de tropische en de polaire zone gemiddelde (temperatuur) de som van alle metingen, gedeeld door het aantal metingen gesteenten de natuurlijke bestanddelen waaruit de aardkorst is opgebouwd gletsjer ijsstroom in het gebergte die langzaam naar beneden beweegt en U-dalen uitschuurt gps global positioning system; een navigatiesysteem voor plaatsbepaling op aarde met behulp van satellieten grind los gesteente met korrels tussen 2 mm en 2 cm groot groeve een ontginningsplaats van gesteenten in de open lucht grondverschuiving de beweging van aardmateriaal langs een helling onder invloed van de zwaartekracht grondwater het water dat zich in de verzadigde zone onder de grond bevindt grondwaterlaag een grondlaag waarin grondwater zit H halfrond een helft van de Aarde: een noordelijk en een zuidelijk of een westelijk en een oostelijk heide halfnatuurlijk landschap op onvruchtbare zandbodems; vooral lage struiken (struikheide en dopheide), met weinig of geen bomen helling de overgang van laag naar hoog in het reliëf hellingsgraad de mate waarin hellingen van elkaar verschillen; wordt uitgedrukt in graden of percentages heuvel alleenstaande reliëfvorm die boven zijn omgeving uitsteekt met hellingen van niet meer dan 500 m hoogte heuvelrug een langgerekte heuvel hittegolf een periode van minstens vijf dagen na elkaar met een maximumtemperatuur van 25 graden of meer en minstens drie dagen van 30 graden of meer hoge luchtdruk een luchtdruk die meer dan 1 013 hpa bedraagt holle oever de buitenbocht van een beek of rivier, waar het water het snelst stroomt en waar vooral erosie optreedt holle weg een dieper liggende weg, ontstaan door erosie; komt vooral voor in leemstreken hoofdwindrichting de windrichtingen noord, oost, zuid en west hooggebergte een gebergte in het hoogland hoogland een ruim gebied dat gelegen is boven 2 000 m hoogte; hiertoe behoren de reliëfvormen hoogvlakte, hoogplateau en hooggebergte

hoogplateau een plateau in het hoogland hoogte het aantal meter dat een plaats boven de zeespiegel ligt; kan enkel worden afgelezen op een hoogtekaart hoogtelijn een lijn op een kaart die alle plaatsen verbindt met eenzelfde hoogte hoogteoverdrijving het aantal keren dat de hoogte overdreven wordt voorgesteld hoogteverschil het verschil in hoogte tussen twee punten in het landschap hoogtezone een ruim gebied met eenzelfde maximale hoogteligging; omvat laagland, middelland en hoogland hoogvlakte een vlakte in het hoogland horizon de vorm van de gezichtseinder; de grenslijn tussen het land en de lucht horizonlijn als de horizon een scherp afgetekende lijn vormt houtkant smalle groene rand langs een weg of beek; bestaat vooral uit hogere struiken en lage bodem humus de vergane plantenresten in de bodem, herkenbaar aan de donkere, bruine kleur I inhoudsopgave / -tafel lijst van alle kaarten die in een atlas voorkomen isobaar een lijn op een kaart die plaatsen verbindt met eenzelfde luchtdruk isohyeet een lijn op een kaart die plaatsen verbindt met eenzelfde neerslaghoeveelheid isotherm een lijn op een kaart die plaatsen verbindt met eenzelfde temperatuur J jaarneerslag de totale neerslag in de loop van een jaar K kaart een verkleinde voorstelling van het landschap, vanuit de lucht gezien kaartbladwijzer een atlaskaart met aanduiding van de deelkaarten kamlijn een hooggelegen kniklijn tussen twee stijgende hellingsvlakken kimlijn zie horizonlijn klei los gesteente met korrels kleiner dan 0,002 mm kleine landschapselementen de vele kleine natuurlijke elementen die ons landschap mee vorm geven; bv. bomenrijen, hagen, houtkanten, waterlopen en poelen klimaat de gemiddelde toestand van het weer op een plaats, gemeten over een langere periode klimatogram diagram dat de gemiddelde temperatuur (curve) en de gemiddelde neerslag (staafjes) per maand van een bepaalde plaats voorstelt kloofdal een dal met bijna loodrechte wanden KMI Koninklijk Meteorologisch Instituut, gevestigd in Ukkel bij Brussel kompas toestel waarin de naald de richting van het magnetische noorden aangeeft korrelgrootte de diameter van losse gesteenten en bodemdeeltjes krater trechtervormige vulkaanopening en plaats waar het magma uit een vulkaan komt kraterpijp het deel van een vulkaan dat zich onder de krater bevindt L laagland gebied met een hoogteligging tot 200 m; hiertoe behoren de reliëfvormen laagvlakte, laagplateau en heuvel laagplateau een plateau in het laagland laagvlakte een vlakte in het laagland lage heuvel een heuvel in het laagland lage luchtdruk een luchtdruk die lager is dan 1 013 hpa landhalfrond de helft van de aarde die vooral uit land bestaat landschap een overzichtelijk deel van het aardoppervlak met eigen kenmerken landschapselement een onderdeel van een landschap landwind een droge wind die vanuit het land waait leem los gesteente met korrels tussen 0,002 mm en 0,05 mm

legende lijst met de verklaring van de symbolen, kleuren en tekens op een kaart of een figuur lengtecirkel een halve cirkel op de wereldbol die van de noordpool naar de zuidpool loopt lengteligging de ligging van een plaats ten opzichte van de nulmeridiaan lengteprofiel een lijn die de hoogte van een rivier aangeeft tussen de bron en de monding lijnschaal een lijnstuk bij een kaart dat aangeeft hoeveel maal de afstanden op de kaart kleiner zijn dan in werkelijkheid linkeroever oever die je aan de linkerhand hebt wanneer je stroomafwaarts kijkt lokaliseren de juiste ligging bepalen luchtdruk de druk die de lucht van de dampkring uitoefent op het aardoppervlak luchtvochtigheid de hoeveelheid waterdamp die zich in de lucht bevindt M magma het gesmolten gesteente onder de aardoppervlakte; komt bij een vulkaanuitbarsting aan de oppervlakte en wordt dan lava genoemd maximumtemperatuur de hoogste temperatuur meander een sterke kronkel in een rivier meer een grote waterplas die omsloten is door land meridiaan zie lengtecirkel meteopark een verzameling toestellen die de weerselementen opmeten; deze staan op gras in een open ruimte middelgebergte een gebergte in het middelland middelhoge vlakte een vlakte in het middelland middelhoog plateau een plateau in het middelland middelland een gebied dat gelegen is tussen 200 en 2 000 m hoogte; hiertoe behoren de reliëfvormen: middelhoge vlakte, middelhoog plateau en middelgebergte mineraal een stof die in homogene vaste vorm in de natuur voorkomt minimumtemperatuur de laagste temperatuur mobiliteit de mate waarin de mens zich kan verplaatsen op aarde, beweeglijkheid moesson een halfjaarlijkse wind in de tropen, vooral in Zuidoost-Azië moessonklimaat een tropisch klimaat dat gekenmerkt wordt door de moesson: een natte zeewind in de zomer en een droge landwind in de winter monding plaats waar een stroom in zee vloeit (of een rivier in een stroom) N natte maand N > 2T; er valt voldoende neerslag voor de plantengroei natuur de oorspronkelijke, ongewijzigde verschijnselen natuurgebied een gebied met opvallende natuurlijke elementen op het vlak van onder meer reliëf, geologie, flora en fauna natuurlandschap een overzichtelijk deel van het aardoppervlak, gedomineerd door natuurlijke elementen natuurpark een uitgestrekt en toegankelijk natuurgebied dat door de overheid in zijn natuurlijke staat wordt behouden natuurlijke vegetatie het geheel van planten die in een bepaalde natuurlijke omgeving voorkomen natuurreservaat een natuurgebied met beperkte toegankelijkheid dat wettelijk wordt beschermd met als doel het landschap in stand te houden neerslag de vloeibare en vaste waterdeeltjes die in wolken gevormd worden en op aarde vallen noorderbreedte de aanduiding van een plaats die ten noorden van de evenaar ligt noordpool het meest noordelijk gelegen punt op de aardbol nulmeridiaan de meridiaan door Greenwich die als referentiemeridiaan wordt gebruikt O ondergrond het gedeelte dat direct onder de bodem ligt ontginningsplaats plaats waar gesteenten worden gewonnen oosterlengte de aanduiding van een plaats die ten oosten van de nulmeridiaan ligt

oppervlaktewater het water in rivieren, vijvers, stuwmeren en spaarbekkens oriënteren de juiste richting bepalen ten opzichte van de windstreken P parallelcirkel zie breedtecirkel plateau reliëfvorm met effen of lichtgolvende horizon, met hellingen en hoogteverschillen; bevat duidelijke rivierinsnijdingen plattegrond een kaart van een klein gebied met een schaal groter dan 1/10 000 pluviometer een regenmeter; een toestel om de neerslaghoeveelheid te meten polaire zone de koude zone nabij de noord- en de zuidpool, waar de temperatuur van de warmste maand niet boven 10 C stijgt poolnacht het verschijnsel waarbij de zon 24 uur niet boven de horizon uitkomt; komt alleen voor in de poolstreken Poolster de staartster van het sterrenbeeld Kleine Beer; wijst het noorden aan puinkegel het materiaal dat afgezet werd aan de monding van een rivier of stortbeek R rechteroever oever die je aan de rechterhand hebt wanneer je stroomafwaarts kijkt register een alfabetische lijst van alle namen die in een atlas voorkomen, met daarachter de plaatsaanduiding in de atlas reliëf de oneffenheden van het terrein reliëfblok een driedimensionele voorstelling van het reliëf reliëfdoorsnede / -profiel grafiek met het verloop van de hoogteligging tussen twee plaatsen reliëfimpact de invloed van het reliëf op het landschap, menselijke activiteiten en natuurlijke factoren reliëfkaart een kaart waarop de hoogtes boven het nulniveau kunnen worden afgelezen, meestal door middel van hoogtelijnen rivier een natuurlijke waterweg die uitmondt in een stroom rivierbekken een gebied dat door een rivier en haar bijrivieren wordt afgewaterd rivierstelsel het net van waterlopen waarvan het water naar eenzelfde rivier stroomt routeplanner navigatiesysteem dat ook andere informatie geeft, o.m. over de tijdsduur S schaal een breuk of een lijnstuk dat aangeeft hoeveel maal de afstanden kleiner zijn dan in werkelijkheid schommeling het verschil tussen de maximum- en de minimum(temperatuur) schuine luchtfoto een luchtfoto die schuin naar beneden is genomen sedimentatie zie afzetting stadsplan kaart met de plattegrond van een stad (zie plattegrond) steenkool een brandbare zwarte delfstof afkomstig van versteende plantenresten steilkust een kustlijn met grote hoogteverschillen steilrand een plotseling hoogteverschil, van enkele tot vele meters sterk reliëf reliëf met een hoge weerstand tegen uitwendige krachten stijgingsregen neerslag die ontstaat doordat vochtige lucht door het reliëf gedwongen wordt om te stijgen en daardoor afkoelt en condenseert stortbeek een geul in het gebergte met een verzamelbekken, een afvoergeul en een puinkegel stroom een grote rivier die in zee uitmondt stroomafwaarts in de richting van het stromende water stroombekken een gebied dat door een rivierstelsel wordt afgewaterd stroomopwaarts tegen de richting van het stromende water in symbool een teken dat op een kaart de plaats van een landschapselement weergeeft T temperatuur de gemeten warmte/koude van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald tijdstip; wordt uitgedrukt in graden Celsius ( C)

thermometer toestel dat de temperatuur van de lucht meet thermometerhut witgeschilderde kast waarin de thermometers worden geplaatst topografische kaart een grootschalige kaart waarop bijna alle landschapselementen zijn voorgesteld tropische zone de warme zone tussen de keerkringen, waar het maandgemiddelde van de koudste maand nooit onder 18 C daalt tussenwindrichting de windrichtingen noordoost, zuidoost, zuidwest en noordwest tyfoon een tropische storm in de Stille Oceaan, boven de Indische Oceaan en aan de oostkust van China en India U U-dal een dal dat uitgeschuurd werd door een gletsjer Ukkel een gemeente nabij Brussel, waar het KMI is gevestigd V vallei zie dal vasteland een continent, een grote aaneengesloten landmassa V-dal een rivierdal met schuine dalwanden vegetatie-index een maat voor de bedekking van het aardoppervlak door plantengroei verticale luchtfoto een luchtfoto die loodrecht naar beneden is genomen verval het hoogteverschil tussen twee plaatsen in een rivier verzamelbekken een gebied waarin het water verzameld wordt voor een rivier vlakdal een vlak terrein met een rivier, zonder noemenswaardige dalflanken vlakte een overwegend horizontale reliëfvorm, met horizontale horizonlijn en met bijna geen of weinig plaatselijke hoogteverschillen vulkaan meestal kegelvormige berg waarlangs magma naar boven is gekomen W waterdamp water in de gasvormige fase; ontstaan door de verdamping van water waterkringloop het proces waarbij oppervlaktewater verdampt en wolken vormt waaruit neerslag terug op aarde valt waterscheidingslijn een lijn die de scheiding vormt tussen stroombekkens weer de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald moment weerkaart een kaart van een bepaald gebied waarop de weersituatie is weergegeven weersatelliet het type satelliet dat hoofdzakelijk gebruikt wordt om het weer van een groot deel van de aarde in beeld te brengen wegenkaart een kleinschalige kaart waarop symbolen en plaatsen zijn weergegeven die voor de weggebruiker belangrijk zijn werelddeel vasteland met de omringende eilanden wereldzone een deel van de wereld op basis van economische kenmerken westerlengte de aanduiding voor een plaats die ten westen van de nulmeridiaan ligt wind verplaatsing van de lucht aan het aardoppervlak windrichting geeft de richting aan van waaruit de wind komt; bv. een westenwind komt uit het westen windroos een tekening die de windrichtingen voorstelt windsnelheid / -kracht de snelheid waarmee de wind beweegt; uitgedrukt in m/s of km/h windvaan / -wijzer een instrument om de windrichting te meten; bv. een windzak, een weerhaan wolk zeer kleine zwevende waterdruppeltjes of ijskristallen in de dampkring woud een groot natuurlijk bos met veel hoge bomen die dicht bij elkaar staan Z zand los gesteente met korrels tussen 0,05 mm en 2 mm zeehalfrond de helft van de aarde die vooral uit oceanen bestaat zeewind meestal vochtige wind die van over zee naar het land waait

zonneschijn als er overdag geen wolken zijn en het zonlicht direct op het aardoppervlak schijnt zuiderbreedte de aanduiding van een plaats die ten zuiden van de evenaar ligt zuidpool het meest zuidelijk gelegen punt op de aardbol zure regen een vorm van neerslag die veel zure stoffen bevat ten gevolge van luchtvervuiling; tast het milieu aan zwak reliëf reliëf met een lage weerstand tegen uitwendige krachten