Monitoring van pepinomozaïekvirus bij 12 tomatenbedrijven met variërend hygiënisch beleid

Vergelijkbare documenten
Haalbaarheid hygiënestrategie bij tomatenbedrijven om vrij te blijven van pepinomozaïekvirus

Relatie tussen symptomen, PepMVvarianten

Consultancy-onderzoek naar de veroorzaker van een onbekende verwelking in komkommer

Teeltwisseling in de tomatenteelt

Overleving pepinomozaïekvirus in kleding

Pepinomozaïkvirus (PepMV) binnen de bedekte teelt van tomaat

Op zoek naar de variabiliteit van pepinomozaïekvirus

Komkommerbontvirus onder de loep genomen

Teeltwisseling en komkommerbontvirus

Ontwikkeling van een PCR-toets voor twee virussen in de cymbidiumteelt, CyMV en ORSV

Komkommerbontvirus Voorlichtingsavond 6 dec 2007

Overleving van komkommerbontvirus (CGMMV) in verschillende milieus

Kwantitatieve toets voor Agrobacterium rhizogenes

Komkommerbontvirus in komkommmer

TOMATO BROWN RUGOSE FRUIT VIRUS (ToBRFV)

Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei.

Komkommerbontvirus: Overleving tijdens het wassen en veranderingen in het virus

Herkennen van ziekten en plagen in tomaat. Productschap Tuinbouw

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Waarom hygiëne? Problemen in teelt voorkomen

TOMATO BROWN RUGOSE FRUIT VIRUS (ToBRFV)

TEELTWISSELING 2017 Van Iperen BV Najaar 2017

Komkommerbontvirus in komkommmer

Screeningsonderzoek bestrijding Fusarium in Buxus sempervirens

Hygiëneprotocol Tomaat

WELKOM. Ines van Marrewijk - Middelen voor het ontsmetten van mesjes - Is schoon schoon na teeltwisseling

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Effectiviteit van middelen tegen overmatige wortelgroei in de teelt

Onderzoek naar onderstammen en overmatige wortelgroei bij Aubergine

Virusziekten bij het gewas Eucomis

Bestrijding van potworm, Lyprauta met aaltjes

BESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT

Burkholderia in gladiolen

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Bescherming en beheersing van pepinomozaïekvirus in de tomatenteelt: kasproef cross-protectie

Eindrapportage coördinatie gezonde teelt van tomaten PT-nummer 12991

Energiezuinig telen in de glastuinbouw. Cursus Klimaat 8/02/2012 Kris Goen

De effectiviteit van middelen tegen Phytophthora capsici in paprika. Adriaan Vermunt, Mohamed Chettou, Liesbeth Nijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Bladvlekken bij belichte potplanten

Effect van pepinomozaïekvirus op tomaat: vergelijken van rassen en virus-isolaten

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Pepino mozaïekvirus; een blijvend probleem?? PPO Glastuinbouw, Postbus 8, 2670 AA Naaldwijk, 2

Bladval in Prunus - Consultancy

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Californische trips in lelie

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

PlAMV Update en Onderzoek

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Hygiëneprotocol Tomaat

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Ines van Marrewijk Groen Agro Control

Hygiëneprotocol Mycosphaerella en Fusarium bij komkommer. Ineke Stijger, Loes Stapel en DirkJan van der Gaag

Inventarisatie van factoren die samenhangen met het ontstaan van Fusarium binnenrot; inventarisatie op praktijkbedrijven

Schoon eindigen voor een schone start

Komkommerbontvirus en recirculatie van drainwater

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Hasten Spint komkommer

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Overmatige wortelgroei, Agrobacterium rhizogenes

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

1. Voorkomen 2. Signaleren 3. Ketenbescherming

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Inventarisatie van slakken in Alstroemeria. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw A. Ester PPO AGV

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer IWT-project nr

Zwartvruchtrot slaat toe

Pestalotiopis, niet alleen een lastige naam.. Rob van den Oever, Vlamings

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Monitoring/detectie van Pythium in tomaat

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Reinigen Lege kas: spuit de kas (en de goten) uit met water om stof en vervuiling af te spoelen.

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Onderzoek naar het aanslaan van de roofwants Macrolophus caliginosus in Tomaat

HYGIENE PROTOCOL XANTHOMONAS FRAGARIAE Hoe houd ik mijn bedrijf schoon en hoe voorkom ik interne verspreiding.

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

PlAMV Een update. Casper Slootweg, Maarten de Kock Telersbijeenkomst Agrifirm 6 jan 2014

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

VERSLAG. Inventarisatie virusproblematiek Alstroemeria. Uitgevoerd door: DLV Facet DLV Gewasbescherming DLV Snijbloemen

Inactivatie van komkommerbontvirus op materialen. Inactivatie van komkommerbontvirus op materialen

PRAKTIJKMEDEDELlROo. If

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's

Warmwaterbehandeling lelie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Studieavond Courgette

Hasten Chrysant mineervlieg-spint

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

PMV -01 vaccinatiestrategie tegen schade door Pepinomozaïekvirus (PepMV) in de tomatenteelt

^z:z 3'Z-o3. çv? os K OJL. De invloed van de ph-waarde op het gebruik van Ethrel op tomaten ter versnelling van de rijping. W.

Transcriptie:

Monitoring van pepinomozaïekvirus bij 12 tomatenbedrijven met variërend hygiënisch beleid Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 1/29

Monitoring van pepinomozaïekvirus bij 12 tomatenbedrijven met variërend hygiënisch beleid Financier en opdrachtgever: Productschap Tuinbouw Begeleidingscommissie: LTO Groeiservice Gewas Tomaat Looptijd project: januari 2006 - november 2006 COLOFON: Auteur: Adres: Dr. Ir. Adriaan Vermunt Groen Agro Control Distributieweg 1 2645 EG Delfgauw Telefoon: 015-2572511 Telefax: 015-2572522 E-mail: info@agrocontrol.nl Datum: April 2007 Titel Rapport: Monitoring van pepinomozaïekvirus bij 12 tomatenbedrijven met variërend hygiënisch beleid. Opdrachtgever en financier: Productschap Tuinbouw Kernwoorden: Pepinomozaïekvirus, hygiëne, tomaat. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch of op geluidsband of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgevers. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 2/29

Inhoudsopgave Pagina SAMENVATTING.. 4 1. INLEIDING. 5 1.1 Te beantwoorden vragen.. 5 1.2 Varianten van PepMV... 5 1.3 Hygiënische maatregelen. 6 1.4 Cross-protectie 6 2. MATERIAAL EN METHODEN 7 2.1 Bedrijven.. 7 2.2 Monstername.. 8 2.3 Metingen.. 8 2.3.1 ELISA 8 2.3.2 Real-time PCR 8 2.4 Visuele waarnemingen in kas.. 9 3. RESULTATEN.. 10 Monitoring van PepMV bij drie catogoriën van bedrijven:... 10 3. 1 Categorie 1: strikt hygiënisch beleid... 10 3.2 Categorie 2: milde PepMV-variant ingebracht.. 15 3.3 Categorie 3: PepMV vroeg erin laten komen 22 4. CONCLUSIES.. 28 5. LITERATUUR 29 Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 3/29

Samenvatting Om het pepinomozaïekvirusprobleem effectief aan te pakken is een duidelijke strategie noodzakelijk. Van de huidige tomatenbedrijven is nu circa 80% besmet met pepinomozaïekvirus (PepMV). Ieder bedrijf heeft zijn eigen visie hoe met dit probleem om te gaan. Groen Agro Control heeft in 2006 drie categoriën bedrijven gevolgd. Hiertoe zijn 12 bedrijven bezocht. Om de twee weken zijn op elk bedrijf vier vakken bemonsterd. De monsters zijn geanalyseerd op de aanwezigheid van PepMV. Als PepMV aanwezig was, is onderzocht welke PepMV-variant(en) aanwezig waren en in welke concentratie. Gedurende het hele teeltseizoen is er contact geweest met de telers en zijn eventuele symptomen, gewasstand en andere bevindingen bijgehouden. De eerste categorie bestond uit bedrijven die de intentie hadden om vrij te blijven van PepMV. Van de vier gevolgde bedrijven zijn er uiteindelijk twee tot het eind van de teelt daadwerkelijk virusvrij gebleven. In het algemeen lukt het de meeste telers wel om schoon te starten. Hiertoe dient men tijdens het teeltwisselen al het afval goed op te ruimen, alles grondig schoon te maken en te ontsmetten. Echter, het virusvrij blijven tijdens de teelt vraagt meer discipline. Tijdens de teelt is het belangrijk om een strak deurbeleid te volgen. Al het materiaal dat in de kas komt moet schoon of ontsmet zijn. Alle bezoekers moeten zich om kleden in overall, schoon schoeisel, haarnet en handschoenen. De tweede categorie betrof telers die een milde PepMV-variant in het tomatengewas gebracht hadden om de planten te beschermen tegen agressieve virusbeelden later in de teelt. Planten besmet met een milde variant doorstonden een infectie met een onbekende PepMV beter dan niet besmette planten. Deze bescherming was alleen effectief als de milde PepMV-variant goed was ingebracht in een virusvrije omgeving minimaal drie weken voor besmetting met de andere PepMV-variant. In de derde categorie zaten vier bedrijven die onbewust vroeg PepMV op het bedrijf lieten komen. Bij deze vier bedrijven waren de virussymptomen in 2006 als niet ernstig ervaren. PepMV in tomaat kan alleen effectief aangepakt worden als er een duidelijke strategie wordt gekozen. Met hygiënische teeltwisselen en het consequent uitvoeren van de gekozen strategie kan het virusprobleem beheerst worden. Of men kiest voor een strikte hygiëne bij de start en blijft dit volhouden gedurende de gehele teelt of men kiest voor het inbrengen van een milde variant in een schone omgeving zodat agressievere varianten later minder problemen geven. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 4/29

1. INLEIDING De laatste jaren is ongeveer 80% van de bedrijven besmet met pepinomozaïekvirus (PepMV). De problemen in de tomatenteelt lijken geleidelijk toe te nemen. De toegenomen verschijnselen zijn heftige bladsymptomen in het begin van de teelt en ernstige vruchtsymptomen in de tweede helft van de teelt. Met de toename aan symptomen is ook de economische schade toegenomen. Telers proberen de economische schade op verschillende manieren te beperken. Om inzicht te krijgen in de haalbaarheid en het rendement van drie strategiën tegen PepMV-schade, heeft Groen Agro Control in 2006, twaalf tomatenbedrijven gevolgd en begeleid. De bedrijven zijn in te delen in drie categorieën: 1. Strikt-hygiënische bedrijven: bedrijven die er alles aan doen om PepMV buiten de deur te houden. 2. Bedrijven die bewust besmetten met een milde PepMV-variant. 3. Bedrijven die PepMV onbewust op het bedrijf laten komen. Op alle bedrijven is frequent bemonsterd en bepaald of er PepMV aanwezig was. Indien er PepMV aangetoond was, werd vervolgens bepaald welke variant het betrof en in welke concentratie. Met de bedrijfsleiders zijn de hygiënische maatregelen die een bedrijf doorvoert besproken. Observaties en bevindingen van de telers zijn tevens doorgegeven. 1.1 Te beantwoorden vragen Het onderzoek heeft tot doel om de volgende vragen te beantwoorden: Welke hygiënische maatregelen hebben de telers getroffen? Wanneer treedt besmetting van PepMV op? Hoe verspreidt het virus zich in de kas? Wat zijn de maatregelen als er een besmetting optreedt? Hoe verloopt de concentratie van de verschillende PepMV-varianten? Wat zijn de symptomen gerelateerd aan de PepMV-variant, tijd, klimaatcondities en de virusconcentratie? 1.2 Varianten van PepMV In 2005 heeft Groen Agro Control onderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat de aard van symptomen afhankelijk was van de PepMV-variant waarmee de planten geïnfecteerd waren. Het moment van optreden van symptomen is sterk afhankelijk van de concentratie van het virus, teeltcondities, tomatencultivar en het gebruik van onderstammen [1]. Groen Agro Control heeft meer dan 30 PepMV-isolaten uit de praktijk gekaraktiseerd. In het onderzoek van 2005 zijn vier varianten nader bekeken. De PepMV-varianten GAC-V1 en GAC-V2 gaven geen of heel lichte virussymptomen. GAC-V3 veroorzaakte bij alle cultivars typische chlorosepatronen op de bladeren en GAC-V4 liet typische necroseplekken zien op blad en stengel [1]. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 5/29

1.3 Hygiënische maatregelen De meest voor de hand liggende oplossing voor virusproblemen zijn hygiënische maatregelen. Virussen zijn niet te bestrijden in de plant. Wel kan door ontsmetting van materialen, grondige schoonmaak tijdens teeltwisseling, strak deurbeleid en andere maatregelen het virus buiten de deur gehouden worden. Door DLV, PPO, LTO Groeiservice, NAK-tuinbouw en Groen Agro Control is in 2001 een Hygiëneprotocol Tomaat opgesteld [2]. Hierin staan maatregelen omschreven die ziekten zoals Pepinomozaïekvirus, Verticillium en Clavibacter zoveel mogelijk moeten voorkomen. Echter in de praktijk blijkt dat steeds meer bedrijven besmet zijn met PepMV. Uit schattingen van voorlichters en enquêtes van LTOgroeiservice blijkt dat in 2006, ongeveer 80% van het tomatenareaal besmet is met PepMV. De helft van de bedrijven probeert PepMV-vrij te blijven. Slechts 40-60% van de telers die er alles aan doen om virusvrij te blijven, slaagt daar ook daadwerkelijk in [3]. In dit onderzoek zal de bruikbaarheid van het hygiëneprotocol worden getoetst. Tevens zal gekeken worden welke factoren bepalend zijn voor het buiten de deur houden van PepMV. 1.4 Cross-protectie Uit onderzoek van Groen Agro Control uitgevoerd in 2004 en 2005, bleek dat een milde virusvariant tomatenplanten kan beschermen tegen de ernstige gevolgen van virulente virusvarianten [1]. Wanneer planten eerst besmet werden met een mild PepMV-isolaat (GAC-V1) en vervolgens met een virulent PepMV-isolaat, bleek dat het milde isolaat zowel de concentratie als de symptomen van het virulente isolaat te onderdrukken. Dit verschijnsel heet cross-protectie. Dit principe is in Nederland eerder toegepast bij ToMV en wordt ook in andere landen toegepast op andere gewassen [3]. Zeer waarschijnlijk zullen mutaties in GAC-V1 gedurende één teeltseizoen geen effect hebben op symptomen. Uit modelberekeningen blijkt dat de combinatie van cross-protectie en hygiënische maatregelen de meest robuuste weg is om in de toekomst PepMV-vrij te kunnen telen [3]. In dit onderzoek wordt getoetst of cross-protectie op bedrijfsniveau de symptomen van PepMV kan verminderen Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 6/29

2. MATERIAAL EN METHODEN 2.1 Bedrijven Categorie 1, Strikt hygiënische beleid: 1. Bleiswijk, vleestomaat, strikt-hygiënische aanpak. 2. Bleiswijk, nieuw ras onder nummer, strikt-hygiënische aanpak. 3. s-gravenzande, trostomaat, hygiënische start. 4. Poeldijk, hygiënische start. Categorie 2, Milde PepMV-variant ingebracht: 5. Zeeland, trostomaat, op 11 jan. PepMV geconstateerd, 12 jan. milde variant ingebracht in enkele planten. 6. Zeeland, dec.-12 jan. vrij van PepMV, 12 jan. milde variant ingebracht in enkele planten. 7. De Lier, trostomaat, dec-12 jan. vrij van PepMV, 13 jan. milde variant ingebracht in alle planten van de kas. 8. Maasland, cherry, tros, op 6 dec. in 3 paden milde variant ingebracht. Categorie 3, PepMV vroeg in het gewas laten komen: 9. De Lier, belicht, eind nov. PepMV geconstateerd, begin dec. in 6 paden milde variant ingebracht. 10. Zuid-Hollandse eilanden, in jan. PepMV geconstateerd, dit verder doorgelopen. 11. De Lier, 28 dec PepMV geconstateerd op een paar plekken, redelijk mild. In jan. heeft PepMV zich zelf verder verspreid, maar niet homogeen in kas. In jan. één vak sterk virusbeeld, één vak licht virusbeeld en twee vakken negatief. 12. De Lier, dec. vrij van PepMV, op 6 jan. PepMV van nr. 11 ingebracht. Eind jan. PepMV homogeen verdeeld in kas. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 7/29

2.2 Monstername In totaal zijn er 12 bedrijven gevolgd en begeleid in dit project. Om de twee weken is in vier vakken in de kas van een teler bemonsterd. In elk vak zijn van 20 planten, willekeurig verspreid in een vak, van elke plant een deelblaadje in een plastic afsluitbare zak verzameld. De zakken van vier vakken met elk 20 blaadjes zijn opgehaald door monsternemers van Groen Agro Control en de monsters zijn vervolgens geanalyseerd door het laboratorium van Groen Agro Control. De monsters zijn geanalyseerd op de aanwezigheid en concentratie van PepMV. Op alle bedrijven is bepaald met een genetisch analyse welke variant er aanwezig was. Als er verschillende varianten aanwezig waren in een kas, zijn er vervolgens testen ontwikkeld om de verschillende varianten te volgen en de verhouding ten opzichte van elkaar te bepalen. In het begin is bemonsterd om de twee weken. Bij de bedrijven met een strikt-hygiënische aanpak is dit vervolgd tot het einde van het teeltseizoen. Als op een gegeven moment aangetoond was dat bij een bedrijf alle planten vol zaten met virus, is de frequentie van bemonsteren van eens in de twee weken verlaagd naar eens in de vier weken. 2.3 Metingen 2.3.1 ELISA De aan- of afwezigheid van PepMV in het algemeen is bepaald met de methode Enzyme-Linked Immuno Sorbent Assay (ELISA). Hierbij wordt gebruik gemaakt van antistoffen die alle PepMV-isolaten herkennen. 2.3.2 Real-time PCR Met de DNA-techniek real-time PCR kan de hoeveelheid PepMV gekwantificeerd worden. Tevens kan er met deze techniek onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende PepMV-varianten. Hiervoor worden PCR-primers gebruikt die specifiek één variant herkennen. Voor deze methode wordt eerst het RNA van het virus geïsoleerd, daarna wordt het RNA enzymatisch omgezet in cdna. Op dit cdna kan in de Polymerase Chain Reaction (PCR) met specifieke primers een stukje DNA geamplificeerd en gedetecteerd worden. Door verschillende monsters met elkaar te vergelijken kunnen de verhoudingen van PepMV in de monsters bepaald worden. Voor de hier omschreven experimenten is een algemene PCRprimerset gebruikt die alle PepMV-varianten aantonen. Tevens zijn verschillende PCR-primersets ontwikkeld die specifiek een bepaalde variant aantonen. Voor elke serie metingen werd een standaard meegenomen die geïndexeerd was op 100. De te meten monsters krijgen een waarde t.o.v. deze standaard. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 8/29

2.4 Visuele waarnemingen in kas Bij teler 8 en 9, beide met een paar paden waarin een milde PepMV-variant ingebracht was, heeft Groen Agro Control zelf waargenomen in de kas. Terplaatse zijn foto s genomen en symptomen vastgelegd Bij de andere telers, mocht niemand van Groen Agro Control in de kas. Dit is een hygiënische maatregel om zoveel mogelijk te voorkomen dat bezoekers mogelijk PepMV naar binnen brengen. Regelmatig zijn de waarnemingen en bevindingen van de telers doorgegeven aan Groen Agro Control. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 9/29

3. RESULTATEN Monitoring van PepMV bij drie catogoriën van bedrijven 3.1 Categorie 1, Strikt hygiënisch beleid: Teler 1: Bleiswijk, zeer strikte hygiëne. Hygiënemaatregelen: Teler nr. 1 was zeer strikt in de bedrijfshygiëne. Naar zijn idee is de grootste kans op besmetting in de kas, dat virus door de deur naar binnenkomt. Hierop was men dan ook extra alert De hygiënische schoonmaak tijdens de teeltwisseling is uitgevoerd volgens het Hygiëneprotocol Tomaat [2]. Al het organisch materiaal is verwijderd uit de kas. Het glas is schoon gemaakt met water en flusolfort. Na het schoonmaken van de kas, is de onderbouw bespoten met chloorbleekloog. Nieuwe steenwolmatten en nieuw loopfolie zijn gebruikt. Stekers zijn gedoopt in chloor. Toen alles klaar lag voor de nieuwe teelt, is alles nog éénmaal ingespoten met EasyClean. Voordat de planten kwamen, zijn ook de schuur en sorteerder schoon gemaakt. Er is een strikt deurbeleid gevolgd. Voorlichters en biologen kwamen de kas niet in. Leden van excursiegroepen moesten zich helemaal inpakken (handschoenen, overschoenen en overalls) en tijdens de excursies op het middenpad blijven. Bedrijfskleding en schoenen van medewerkers bleven op het bedrijf en werden door het bedrijf zelf gewassen. Geen van de hulpmiddelen verliet de afdeling. Iedereen werkte met weggooihandschoenen. Meermalig fust dat retour kwam, werd op het bedrijf in een chlooroplossing gedoopt. Reparaties (o.a. van glas) werden zoveel mogelijk door eigen mensen uitgevoerd en zoveel mogelijk in de teeltwisseling gerepareerd. Monteurs gingen in kleding van van de teler in de kas. Alle gereedschappen gingen door een EasyClean badje. Algemeen advies naar medewerkers: Scherp blijven. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 10/29

Monitoring: Gedurende het hele teeltseizoen (eind december tot eind oktober) was er bij teler nr. 1 geen PepMV aangetoond. Opmerkingen teler: Het deurbeleid is altijd strak aangehouden. In heeft de teler op tijd gezien dat een medewerker een gebruikt mes had meegenomen vanuit het pension waar hij verbleef. De teler heeft kunnen voorkomen dat het mes gebruikt werd en heeft de medewerker nogmaals de hygiëne-instructies laten lezen. Op een andere locatie van dezelfde teler is in ustus wel PepMV in het gewas geconstateerd. De teler vond een paar verdachte planten en met een test op het laboratorum was aangetoond dat het inderdaad PepMV betrof. Hier werden planten gezien met doffe kronen en enkele gemarmerde vruchten. De locatie waar intensief bemonsterd was, is vrij gebleven van PepMV. Teler 2: Bleiswijk, zeer scherpe hygiëne. Hygiënemaatregelen: Ook teler nr. 2 had een zeer strikt hygiënebeleid. Hieronder volgt een lijst van punten waar hij extra aandacht aan heeft gegeven: Schoon teeltwisselen door o.a. het versnipperen van het gewas, en georganiseerd werken tijdens teeltwisseling. Al het groenafval + plastics verwijderen. Uitspuiten van kas + opstanden + verwarmingssteunen + goot. Ontsmetten met Jet-5 in de kas + bedrijfsruimte + kleedkamers, WC, kantine en gereedschappen + alle transportmiddelen (alles wat in de kas kan komen). Werkkleding + schoenen blijven op bedrijf. Na omkleden (voor aanvang werkzaamheden) handen ontsmetten. Geen mobiele telefoons in de kas. Overalls voor monteurs + ontsmetten van gereedschap. Bij elke ingang ontsmettingsmatten leggen. Instructies (nieuwe) medewerkers. Monitoring: Tot het einde van de teelt, eind oktober, is er geen PepMV geconstateerd op het bedrijf. In januari en februari werden er enkele verdachte planten getest, maar deze bleken geen virus te bevatten. Echter op 1 november, zijn er door de teler vruchten gevonden met wankleurigheid. De planten waar deze vruchten vandaan kwamen, bleken na analyse, PepMV te bevatten. Opmerkingen teler: De teler heeft altijd scherp de planten in de gaten gehouden. Als er een plant verdacht was, werd deze onmiddellijk getest. Pas helemaal op het eind van de teelt is er toch PepMV op het bedrijf gekomen. Maar doordat hij het overgrote deel PepMV-vrij heeft kunnen telen, had hij een prima groeiend gewas en tomaten van een goede kwaliteit. Waardoor op het laatst toch PepMV in het gewas is gekomen, is onbekend. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 11/29

Teler 3: s-gravenzande, hygiënische start. Hygiënemaatregelen: Teler nr. 3 had ook duidelijk de intentie om schoon te starten en schoon te blijven. De extra aandachtspunten van hem waren: Bij de teeltwisseling al het bladmateriaal en tomaten uit het warenhuis verwijderen. Daarna naharken en al wat er nog lag onder de goot harken. De bovenbouw schoon spuiten met fluor. De goten schoonmaken met chloorbleekloog. Voor het schoonspuiten de kas met formaline foggen (150 liter/ha) Daarna van achteren naar voren folie en steenwolmatten leggen. De stekers ontsmetten met salpeterzuur met een ph van 1. Wanneer alles in de kas klaar ligt, alles in de kas bespuiten met HortiClean. Al het rollende materiaal ook ontsmetten. Monitoring: Het bedrijf heeft twee locaties: Kas 1 en Kas 2. Kas 1 is in dit project intensief gevolgd. De tomatenplanten in deze kas zijn geplant op 15 december 2005. De intentie was om vrij te blijven van PepMV in beide kassen. Echter in Kas 2, werd op 14 feb 2006 een PepMV-besmetting geconstateerd. Vervolgens is op 28 feb ook PepMV vastgesteld in twee van de vier vakken in Kas 1. Op 14 maart waren er drie van de vier vakken besmet en op 28 maart alle vier vakken. Het verloop van de virusconcentratie is weergegeven in Fig. 1. Verloop PepMV-concentratie 2500 2000 Virus Index 1500 1000 500 0 14-28- 11-25- 9-23- 6-20- 4-18- 1-15- 29-12- sep 26- sep Tijd Fig. 1. Verloop van PepMV-concentratie bij Teler 3 in Kas 1 gedurende het teeltseizoen. De gegeven waarden zijn gemiddelden van concentraties die in vier vakken zijn bepaald. Van begin januari tot en met 14 maart was er geen PepMV vastgesteld in de vier vakken. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 12/29

Observaties teler: In maart zijn op het hele bedrijf virusbeelden waargenomen, maar wel in een milde vorm. De kroontjes stonden sterk gekruld en als grijpertjes gesloten. Op de bladeren waren gele vlekken zichtbaar. Aan de vruchten was niets te zien. In ustus waren er meer symptomen te zien, zoals meer gele vlekken op de bladeren en bobbelig blad bovenin. De observatie dat er in ustus meer symptomen te zien waren komt overeen met de hoge concentratie aan virus die gemeten is in ustus. Teler 4: Poeldijk, hygiënische start. Hygiënemaatregelen: Hieronder volgen de acties die teler nr. 4 heeft toegepast om vrij te blijven van PepMV: Tijdens de teeltwisseling schoonmaken volgens het Hygiëneprotocol Tomaat [2]. Invulling die teler hieraan gegeven heeft: De kas na uitruimen van het oude gewas uitspuiten met EasyClean. Al het groen en los materiaal en onkruid verwijderen. De kas na het intrekken van de nieuwe loopfolie, uitspuiten met Menno ter Forte. De kas op het moment dat die plantklaar is uitspuiten met chloor. Alle gebruikte materialen, karren, gereedschappen, kisten e.d. schoonmaken met EasyClean (afsoppen) De kantine, deurknoppen stoelen e.d. (alles waar mogelijk contact mee heeft plaatsgevonden) schoonmaken met EasyClean. Vanaf het planten onstmettingmatten voor de deur. Mensen enkel in de kas na omkleden in overall, schoenen en handschoenen. Tijdens de oogst komt er enkel oogstfust in de kas dat op het bedrijf blijft. Monitoring: Net na de start van het oogsten, 15 maart, bleek een gedeelte van de planten besmet te zijn met PepMV. Twee van de vier vakken waren toen besmet (Fig. 2, vak C+D). Twee weken daarna waren alle vier de geteste vakken besmet. Uit de genetische analyse van de PepMV-variant die in de besmette planten aanwezig was, bleek dat deze afweek van de variant die het jaar daarvoor aanwezig was. Mede hierdoor vermoedde de teler dat de besmetting via ingeleend personeel in het gewas is gekomen en niet via oude gewasresten. Het verloop van de virusconcentratie is weergegeven in Fig. 2. Observaties teler: In maart waren er een aantal planten met een lichte aantasting in de kop. Een maand later zijn er gele bladeren gezien hoog in de plant. In verdwenen de symptomen. In i en i werden er enkele vergroeide en opengegroeide vruchten waargenomen. Deze waren ook aanwezig in september. Toen was 5% van de vruchten opengegroeid. Op de bladeren was het virusbeeld vooral goed te zien aan de randen van de oudere bladeren. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 13/29

Verloop PepMV-concentratie 600 500 Virus Index 400 300 200 Vak A+B Vak C+D 100 0 15-29- 12-26- 10-24- 7-21- 5-19- 2-16- 30-13- sep Tijd Fig. 2. Verloop van PepMV-concentratie bij Teler 4 gedurende het teeltseizoen. De gegeven waarden zijn gemiddelden van concentraties in twee vakken. In vakken C en D is voor het eerst PepMV aangetoond op 15 maart en in vakken A en B twee weken daarna. Van begin januari tot en met 14 maart was er geen PepMV aangetoond. In ustus was er een hoge concentratie van PepMV gemeten. Dit is in overeenstemming met de aanwezigheid van opengegroeide vruchten in ustus en september. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 14/29

3.2 Categorie 2, Milde PepMV-variant ingebracht. Teler 5: Zeeland, enkele planten milde PepMV-variant ingebracht nadat PepMV is geconstateerd. Bij teler 5 zijn eind december de tomatenplanten op het bedrijf gekomen. Nadat PepMV was geconstateerd in januari werd direct een milde PepMV-variant ingebracht. Hiertoe werden in enkele paden, 5 planten ingesmeerd met besmet plantensap. Dit is licht ingesmeerd. Hygiënemaatregelen: Tijdens de teeltwisseling is er grondig schoongemaakt en gedurende de teelt is er een strikt deurbeleid gevolgd. Monitoring: Half januari is in twee van de vier vakken PepMV geconstateerd. Op 8 februari zat er in alle vakken PepMV. Direct nadat voor de eerste keer PepMV was vastgesteld, is er een milde PepMV-variant ingebracht. Echter dit milde virus is niet meer teruggemeten. Er kan daarom geconcludeerd worden dat het inbrengen van het milde virus niet gelukt is hier. Tijdens het volgen van de virusconcentratie viel het op dat in ustus de virusconcentratie hoog opliep (Fig. 3). Verloop PepMV-concentratie 1800 1600 1400 Virus Index 1200 1000 800 600 400 200 0 14- feb 28- feb 14-28- 11-25- 9-23- 6-20- 4-18- 1-15- 29- Tijd Fig. 3. Verloop van PepMV-concentratie bij Teler 5. De gegeven waarden zijn gemiddelden van concentraties in vier vakken. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 15/29

Observaties teler: Het inbrengen van het milde virus was bij teler 5 niet gelukt. Het andere virus dat al eerder in het gewas aanwezig was, veroorzaakte in begin februari brandnetelblad en af en toe opengegroeide vruchten. Eind februari waren de virusbeelden het ernstigst. Toen waren er bruine vruchten en was er verbrand blad, necrose, in de koppen te zien (Fig. 4). Fig. 4. Ernstige PepMV-symptomen bij Teler 5, eind februari. Links, het blad vertoont necrose in de kop van de plant, de bladeren lijken weggebrand te zijn. Rechts, bruine vruchten. Half maart namen de virussymptomen af, maar er waren nog wel steeds opengegroeide vruchten waar te nemen. Tevens kwamen er gele vlekjes op. Begin i was er licht virusbeeld te zien. Brandnetelkoppen en blaadjes die voor de helft uitgroeiden zijn waargenomen. Op de vruchten was niets te zien. Eind i zijn er geen ernstige virussymptomen waar te nemen. Wel laten de planten met enkele donkere dagen gelijk milde symptomen zien, hetzij brandnetelblad of gekrulde kroonblaadjes. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 16/29

Teler 6: Zeeland, bij enkele planten een milde PepMV-variant ingebracht toen er nog geen PepMV aanwezig was. Teler 6 heeft eind december geplant. Half januari heeft ook deze teler, net als teler 5, een milde PepMV-variant, in enkele planten van enkele paden, licht ingesmeerd. Hygiënemaatregelen: Tijdens de teeltwisseling is er grondig schoongemaakt en er is een strikt deurbeleid gevolgd. Monitoring: De milde PepMV-variant is na inbrengen nooit teruggevonden. Dus ook hier is het inbrengen van het milde virus niet gelukt. Tot was er nauwelijks PepMV te vinden. Wel was er in maart licht een andere PepMV-variant aanwezig. In nam de concentratie van PepMV sterk toe. Met name in afd.1+2 en afd. 3+4 was een aanzienlijke viruspiek gemeten in i. In afd. 5+6 was de concentratie virus veel lager (Fig. 5). Verloop PepMV-concentratie afdelingen 300 250 Virus Index 200 150 100 Afdeling 1+2 Afdeling 3+4 Afdeling 5+6 50 0 1-15- 29-12- 26-10- 24-7- 21-5- 19-2- 16-30- Tijd Fig. 5. Verloop van PepMV-concentratie bij Teler 6 gedurende het teeltseizoen. Er is in drie vakken gemeten (afd. 1+2, afd. 3+4 en afd. 5+6). Observaties teler: Het virusbeeld was over het algemeen vrij mild. Wel was er brandnetelblad te zien in de koppen. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 17/29

Teler 7: De Lier, de hele kas een milde PepMV-variant ingebracht. Teler 7 heeft eind december geplant. Half januari hebben medewerkers een milde PepMV-variant licht ingelopen door een plumeau te dopen in verdund plantensap en daarmee langs de planten te lopen en bladeren onderin licht te raken met de natte plumeau. Toen echter bleek dat na twee weken het milde virus niet terug te meten was in de planten, is het milde virus nog een keer ingebracht (begin februari), maar nu door alle planten boven in de kop stevig in te wrijven met besmet plantensap. Hygiënemaatregelen: Tijdens de teeltwisseling is er grondig schoongemaakt en gedurende de teelt is er een strikt deurbeleid gevolgd. Monitoring: Half februari, bleek in twee vakken PepMV aanwezig te zijn en dit was niet de ingebrachte milde variant. De milde variant was wel in alle vier vakken terug te vinden eind februari, twee weken na inbrengen. In de twee vakken waar eerst de andere PepMV-variant gevonden was en daarna de milde, stond het gewas in de paden er visueel slechter voor dan in de vakken waar eerst de milde ingebracht is en daarna de andere variant erbij was gekomen, de visueel goede paden. Dus, de milde variant zorgde voor een betere gewasstand als deze er eerder in zat dan een andere variant. Verloop PepMV-concentratie Visueel Goede Paden 1200 1000 Virus Index 800 600 400 PepMV V1 200 0 13-27- 10-24- 8-22- 5-19- 3-17- 31-14- 28-11- sep Tijd Fig. 6. Verloop van PepMV-concentratie bij Teler 7 gedurende het teeltseizoen in de visueel goede paden. In deze paden is de milde PepMV-variant V1 ingebracht en daarna is er een andere PepMV-variant bijgekomen. V1 en PepMV-algemeen zijn gemeten. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 18/29

Verloop PepMV-concentratie Visueel Slechte Paden 1200 1000 Virus Index 800 600 400 PepMV V1 200 0 13-27- 10-24- 8-22- 5-19- 3-17- 31-14- 28-11- sep Tijd Fig. 7. Verloop van PepMV-concentratie bij Teler 7 gedurende het teeltseizoen in de visueel slechte paden. In deze paden is de milde PepMV-variant V1 ingebracht op hetzelfde moment toen er ook een andere PepMV-variant aanwezig was. V1 en PepMV-algemeen zijn gemeten. Observaties teler: In de visueel goede paden, groeide het gewas beter en waren er minder virussymptomen te zien dan in de visueel slechte paden. Gedurende de eerste drie maanden was in de visueel goede paden, de ratio (milde PepMV-variant : PepMV algemeen) gunstiger dan in de visueel slechte paden (Fig. 6 en Fig. 7). Begin ustus gaf PepMV algemeen een enorme viruspiek, zowel in de visueel goede als slechte paden. Echter dit had geen duidelijke consequenties voor het gewas. Blijkbaar waren de planten op dat moment goed beschermd. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 19/29

Teler 8: Maasland, een paar paden met een milde PepMV-variant Eind november is teler 8 begonnen met de teelt. Begin december is in drie paadjes een milde PepMV-variant, V1, ingebracht door besmet plantensap in de bladeren te wrijven, hoog in de plant, net onder de kop. Hygiënemaatregelen: Teeltwisseling is uitgevoerd zonder ontsmetting, omdat er de laatste jaren geen tomaten hebben gestaan op het bedrijf. Er is geen extra moeite genomen om erg hygiënisch te beginnen en tijdens de teelt is ook weinig ondernomen op hygiënegebied. Wel is er in de eerste maanden het werk in vakken uitgevoerd om eventuele besmetting qua oppervlak te beperken. Monitoring: Eind december kon het milde virus voor het eerst gedetecteerd worden in de drie paden. Begin januari was er in de andere paden ook PepMV aangetoond, niet de milde variant, V1, maar een andere (Fig. 8). Verloop PepMV-concentratie 1400 1200 Virus Index 1000 800 600 PepMV V1 400 200 0 5-jan 18-jan 2-feb 8-feb 3-13- 19 may Tijd Fig. 8. Concentratieverloop van de milde PepMV-variant V1 en PepMV in een pad bij teler 8, waarin eerst een milde PepMV-variant is ingebracht en daarna een andere PepMV-variant erbij is gekomen. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 20/29

Observaties: Door de zeer vroege teelt was het virusprobleem aanzienlijk in de hele kas. Volgens de teler waren de planten te veel belast ten opzichte van de lage hoeveelheid licht in de beginperiode van de hoge plantbelasting. In de paden waar eerst het milde virus was ingebracht, hebben de planten er altijd beter uitgezien dan in de paden waarin geen mild virus is ingebracht en alleen andere PepMV-varianten aanwezig waren (Fig. 9). De planten met mild en ander PepMV (Fig. 9A) hadden meer blad dan de planten met alleen ander PepMV (Fig. 9B) A. mild en ander PepMV B. alleen ander PepMV Fig. 9. Tomatenplanten in twee paden bij teler 8 op 9 februari 2006. In pad A zit zowel een milde als een andere PepMV-variant. In pad B zit alleen een andere PepMV-variant. Het gewas in pad A staat voller dan in pad B. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 21/29

3.3 Categorie 3, PepMV vroeg erin laten komen: Teler 9: De Lier, nadat een andere PepMV-variant in de kas was gekomen, een paar paden met een milde variant ingebracht. Teler 9 is een belichter. Met de teelt is eind oktober aangevangen. Eind november is in een paar paadjes een milde PepMV-variant ingebracht. Hygiënemaatregelen: Tijdens de teeltwisseling was alles ontsmet. De kas is met formaline behandeld. Toen alles klaar lag, is vervolgens de kas met chloorbleekloog uitgespoten. Ook de beugels waar de stengels in liggen werden met chloor behandeld. Druppelslangen werden vernieuwd wegens verstoppingen. In alle kassen werd gewerkt met handschoenen per pad bij het indraaien en snoeien. Met het bladsnijden werd per pad een nieuw mes genomen. Monitoring: In een aantal paden waar de milde PepMV-variant V1 is ingebracht, is er van november tot en met V1 en PepMV-algemeen gevolgd (Fig. 10 en Fig. 11). Half december waren alle paden besmet met PepMV en V1. In pad 331 zat er meer PepMV dan V1 (Fig. 10). In pad 386 heeft een maand alleen V1 gezeten, want hier was de verhouding V1:PepMV ongeveer 1:1 van januari tot begin februari (Fig. 11). Verloop PepMV-concentratie Pad 331 120 100 Virus Index 80 60 40 20 PepMV V1 0 5-jan 18-jan 2-feb 8-feb 3-13- 19 may Tijd Fig. 10. Concentratieverloop van de milde PepMV-variant V1 en PepMV in pad 331 bij teler 9, waarin eerst een milde PepMV-variant is ingebracht en daarna een andere PepMV-variant erbij is gekomen. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 22/29

Verloop PepMV-concentratie Pad 386 Virus Index 80 70 60 50 40 30 20 10 PepMV V1 0 5-jan 18-jan 2-feb 8-feb 3-13- 19 may Tijd Fig. 11. Concentratieverloop van de milde PepMV-variant V1 en PepMV in pad 386 bij teler 9, waarin eerst een milde PepMV-variant is ingebracht en daarna een andere PepMV-variant erbij is gekomen. Observaties: In de paden zonder V1, maar met een andere PepMV, waren geen extreme virusbeelden te zien. Wel waren er milde symptomen, zoals trekken in de kop, af en toe gele plekjes en dunner staand gewas dan wanneer er geen virus in zou zitten. In de paden met V1, is vrij snel ook een andere PepMV-variant erbij gekomen. In deze paden waren geen duidelijke verschillen waar te nemen in vergelijking tot de andere paden (Fig. 12 en Fig. 13). Fig.12. Twee afgezette paden op 9 februari 2006, waarin zowel een milde PepMV-variant als een andere PepMV-variant aanwezig waren. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 23/29

Fig 13. Pad 386 bij teler 9 op 13 il 2006. In dit pad was zowel een milde PepMV-variant als een andere PepMVvariant aanwezig. Teler 10, Zuidhollandse Eilanden. PepMV er door gelopen. Teler 10 heeft 12 december geplant. Hygiënemaatregelen: Tijdens wisseling van de teelt is alles ontsmet en gedurende de teelt is er een strikt deurbeleid gevolgd. Monitoring: Eind januari is er visueel PepMV geconstateerd. Dit is bevestigd met analyses. In alle vier geteste vakken was er toen PepMV aanwezig. Bij teler 10 viel op dat er alleen in februari een hoge viruspiek te zien was (Fig. 14). Daarna daalde de virusconcentratie en bleef laag. De virussymptomen vielen over het algemeen mee. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 24/29

Verloop PepMV-concentratie 2000 1800 1600 1400 Virus Index 1200 1000 800 600 400 200 0 25- jan 8- feb 22- feb 8-22- 5-19- 3-17- 31-14- 28-12- 26-9- Tijd Fig. 14. Verloop van de PepMV-concentratie bij teler 10. De gegeven waarden zijn gemiddelden van concentraties in vier vakken. Observaties teler: In februari vielen de symptomen mee. De koppen stonden echter wel wat zwakker. In maart was op enkele plekken het virusbeeld sterker geworden. Eind maart groeiden de planten daar doorheen. De kwaliteit van de vruchten was over het algemeen goed, maar wel was er af en toe een glimmende vrucht, zeker op de koudste plekken in de kas waargenomen. In i waren er geen virusbeelden te zien op de vruchten, maar op sommige plekken was het wel goed te zien aan de stand van het gewas dat er virus in zat, met name bij donker weer. In i waren helemaal geen virusbeelden te zien in de kas. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 25/29

Teler 11: De Lier. Vroeg PepMV-besmetting opgetreden. Niet bewust verder doorgelopen. Teler 11 heeft begin december geplant. In één kas (nr.11) was vrij snel PepMV geconstateerd, daar is vervolgens onbewust het virus er doorgelopen. In een andere kas (nr. 12) is bewust het virus van nr. 11 verder doorgelopen. Hygiënemaatregelen: Ontsmetten tijdens teeltwisseling en strikt deurbeleid. Monitoring: Bij teler 11 waren er twee viruspieken gemeten, de ene in februari en de andere eind i (Fig. 15). Verloop PepMV-concentratie 350 300 250 Virus Index 200 150 100 50 0 25- jan 8- feb 22- feb 8-22- 5-19- 3-17- 31-14- 28-12- 26-9- 23- Tijd Fig. 15. Concentratieverloop van PepMV bij teler 11. De waarden zijn gemiddelden van concentraties van vier vakken. Observaties teler: In februari en maart waren er milde virusbeelden. Half maart waren er wel af en toe vlekken op de vruchten waar te nemen. In il leek het net of er geen virus aanwezig was. Er waren helemaal geen virusbeelden waar te nemen en de planten gaven kwalitatief goede vruchten. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 26/29

Teler 12: De Lier, met materiaal van teler nr. 11 besmet. Teler 12 is dezelfde teler als nr 11, maar dan betreft het hier een andere kas. Het virus dat bij nr. 11 er in zat, is bij nr. 12 er verder in gelopen. Hygiënemaatregelen: Zie opmerkingen bij teler 11. Monitoring: Bij nr. 12, zat vrij snel PepMV homogeen verdeeld in de kas. In deze kas waren er drie viruspieken gemeten, namelijk in februari, en eind i (Fig. 16). Dit in tegenstelling tot nr. 11, waar er maar twee pieken gemeten zijn (Fig. 15, feb en eind i) Verloop PepMV-concentratie 250 200 Virus Index 150 100 50 0 13- feb 27- feb 13-27- 10-24- 8-22- 5-19- 3-17- 31-14- 28- Tijd Fig. 16. Concentratieverloop van PepMV bij teler 12. De gegeven waarden zijn gemiddelden van concentraties in vier vakken. Observaties teler: Zie opmerkingen bij teler 11. De virusbeelden bij teler 11 en 12 waren over het algemeen zeer mild. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de virusvariant die daar aanwezig was, mild geweest moet zijn en dat daarnaast de viruspieken niet samen vielen met hoge plantbelasting. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 27/29

4. CONCLUSIES o Opruimen, grondig schoonmaken en onstmetten tijdens de teeltwisseling maken een virusvrije start in de tomatenteelt mogelijk. o Vrij blijven van PepMV tijdens de teelt is mogelijk maar vraagt het hele jaar veel discipline. Tijdens de teelt is het belangrijk om een strak deurbeleid te volgen. Materiaal moet nieuw of schoon zijn. Medewerkers moeten dagelijks schone kleren aantrekken en geen besmet materiaal meenemen naar binnen. Bezoekers moeten zo min mogelijk worden toegelaten en zich omkleden in overall, handschoenen, haarnet en schoeisel. o Planten besmet met een milde variant doorstonden een infectie met een onbekende PepMV beter dan niet besmette planten. o Deze bescherming met behulp van milde PepMV-variant was alleen effectief als de milde PepMV goed was ingebracht in een virusvrije omgeving minimaal drie weken voor besmetting met de andere PepMVvariant. o Als er éénmaal een PepMV-besmetting geconstateerd is, dan zijn in de meeste gevallen binnen twee tot drie weken alle planten in de gehele kas besmet. o De aard van de virussymptomen is afhankelijk van de PepMV-variant die aanwezig is in de tomatenplanten. o Bij de bedrijven met PepMV-besmetting, waren de virussymptomen het ernstigst in het vroege voorjaar en in ustus en september. De hoge viruspieken vielen over het algemeen net voor de periode met veel symptomen. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 28/29

5. LITERATUUR 1. Vermunt, A.M.W. (2006) Relatie tussen symptomen, PepMV-varianten en tomatenrassen. Groen Agro Control. Rapport is op te vragen bij Productschap Tuinbouw. 2. Hygiëneprotocol tomaat (2001). DLV Adviesgroep, PPO cluster Glastuinbouw, LTO Groeiservice, NAK-tuinbouw en Groen Agro Control. Protocol is op te vragen bij Productschap Tuinbouw. 3. Vermunt, A.M.W., Hofman, M., Kaarsemaker, R. en Tol, van, J.B.A. (2006) Riscicoanalyse PepMV. Groen Agro Control. Rapport is op te vragen bij Productschap Tuinbouw. Monitoring PepMV, Groen Agro Control, 2007 29/29