Informatieblad. DNA-verwantschapsonderzoek. Versie 1. Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek versie 1 1/5

Vergelijkbare documenten
DNA-verwantschapsonderzoek

Inleiding. Achtergrond van het DNA-onderzoek

DNA-verwantschapsonderzoek in de strafrechtpraktijk

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. Samenvatting interpretatie DNA-bewijs

humaan mitochondriaal DNA-onderzoek

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. 6 Interpretatie van DNA-bewijs I

Leerlinghandleiding. Afsluitende module. Wie van de drie?

Lief Dagboek, 11 augustus Harry kwam opeens opdagen en ik liet hem het eiland zien. Hij is zo lief en begripvol. Ik kon het niet helpen en

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Complexe DNA-profielen

Het DNA-profiel HOOFDSTUK 6. De berekende frequentie van voorkomen van DNA-profielen van tien of meer loci is altijd kleiner dan één op één miljard.

Bewijskracht van onderzoek naar biologische sporen en DNA

TCATTCATTCAT: Short Tandem Repeats

Leidraad en praktische handvatten voor de jurist bij het doorgronden van conclusies forensisch DNA-onderzoek

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. 10 Begrippen

Leerlingenhandleiding

Registratie-eisen en toetsingsprocedure Humane DNA-analyse en -interpretatie Versie 1.1 (Juli 2010)

leerlinghandleiding Afsluitende module Complexe DNA-profielen

Berekening en toepassing van forensische bewijswaarde: frequentistisch of Bayesiaans?

Leerlingenhandleiding

Genetische Genealogie (DNA verwantschapsonderzoek) Kees van der Beek Gepensioneerd beheerder Nederlandse DNA databank voor strafzaken

Berekening en toepassing van forensische bewijswaarde: frequentistisch of Bayesiaans?

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. 7 Interpretatie van DNA-bewijs II

Nederlanderschap door erkenning of wettiging per

Statistische aspecten van de vaststelling van fraude na opsporing via datamining. Marjan Sjerps - KdVI (Uva) - NFI

1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse

DNA in de forensische diagnostiek

EDERLA DSFORE SISCHIN TITUUT

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. 5 Het DNA-profiel

Vakbijlage De reeks waarschijnlijkheidstermen van het NFI en het Bayesiaanse model voor interpretatie van bewijs

VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF

Het vaststellen van feiten in strafzaken: een forensisch perspectief. Marjan Sjerps 18 maart NFI -KdVI en CLHC, UvA

Vakbijlage - De reeks waarschijnlijkheidstermen van het NFI en het Bayesiaanse model voor interpretatie van bewijs

Vaststellen van de identiteit van een Nomen Nescio

001.1 DNA-analyse en -interpretatie Bronniveau Omlijning, registratie-eisen en toetsingsprocedure

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. 8 Interpretatie van DNA-bewijs III

V6 Oefenopgaven oktober 2009

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

DNA Profile. DNA profielen. DNA profielen. DNA profielen. DNA profielen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De waardering door de rechter van conclusies van vergelijkend DNA-onderzoek in de Nederlandse rechtspraak

naar sporen Forensisch expert worden

Figuur 1. Foto van de gevonden jas.

Kansrekening in forensisch DNA-onderzoek

Rol van automatisering bij DNA-onderzoek ter identificatie van slachtoffers van de MH17 ramp. Sander Kneppers Hoofd DNA Profileringslaboratorium

Bijzondere bepalingen voor de accreditatie van de DNA laboratoria erkend door de Minister van Justitie.

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. 3 Morfologisch en DNA-onderzoek van haren

Forensische Statistiek

Bewijsvoering op basis van DNA-profielen en -databases

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Out of Africa: mtdna en Y chromosoom. Jean-Jacques Cassiman KuLeuven

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Nieuw DNA-onderzoek Nicky Verstappen. Uw hulp is onmisbaar bij het oplossen van dit misdrijf

Leerlingenhandleiding

Toepassingsgebieden van DNA-profiling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op 17 juli 2014 stortte vlucht MH17 van Malaysia

Jaarverslag DNA-databank voor strafzaken

Criminalistiek is terugredeneren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De accreditatie werd uitgereikt aan/ L'accréditation est délivrée à/ The accreditation is granted to/ Die akkreditierung wurde erteilt für:

Samenvatting. Evaluatie regeling DNAverwantschapsonderzoek. prof. dr. Heinrich Winter mr. dr. Rolf Hoving mr. Christian Boxum mr.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ;

DNA als gerechtelijk bewijsmateriaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Zijn wij familie? DNA verwantschapsonderzoek

De Minister van Justitie

DNA-onderzoek van minimale biologische sporen; gevoelige problematiek

De accreditatie werd uitgereikt aan/ L'accréditation est délivrée à/ The accreditation is granted to/ Die akkreditierung wurde erteilt für:

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

DNA-profiling. ir. H.J.T. Janssen Gerechtelijk Laboratorium van het Ministerie van Justitie, Rijswijk

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER TESTEN. RvA-F004-1-NL

Leerlingenhandleiding

Lijk in koffer, Ro-erdam 1927

Jaarverslag van de Nederlandse DNA-databank voor Strafzaken

FORENSISCH DNA-BEWIJS: EEN MATCH MET WISKUNDE. Geachte decaan, Geacht curatorium, Zeer gewaardeerde aanwezigen, Inleiding

Grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek

IND-Werkinstructie. nr. 2011/12 (AUB)

Honden en Katten als Stille Getuigen. Daniëlle Hoogmoed, MSc.

Leerlingenhandleiding

26 januari Hoe gaat het er in Nederland aan toe? Nederlandse DNA-databank voor Stafzaken (I) Nederlandse DNA-databank voor Stafzaken (II)

Interdisciplinair forensisch onderzoek (IDFO) Profiteer van de veelzijdigheid van het Nederlands Forensisch Instituut

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek

In het voorgaande artikel werd aangegeven hoe de vaste verdeling van cijfers in getallen, zoals deze voortvloeit

DNA-bewijs ontrafeld. Door: Fleur le Roy, masterstudente strafrecht

Over grootschalig DNA - verwantschapsonderzoek

over Darwin en genomics

Het juiste gewicht in de schaal

NOTA VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

IND-Werkinstructie. Klantdirecties IND c.c. DDMB Ministerie van Buitenlandse Zaken, DCM/VV. DNA-onderzoek en identificerende vragen

Niets te verbergen, niets te vrezen?

Chapter 10. Nederlandse samenvatting

Knoops & Partners Advocaten Amsterdam HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Adviescommissie afgesloten strafzaken Postbus EH Den Haag

Figuur 1: schematische weergave van een cel

De Minister van Justitie

De accreditatie werd uitgereikt aan/ L'accréditation est délivrée à/ The accreditation is granted to/ Die akkreditierung wurde erteilt für:

Development of RNA Profiling Tools and the Implementation in Forensic Casework P.A. Lindenbergh

Aanbeveling: Ingangscontrole van antistoffen t.b.v. flowcytometrie

Transcriptie:

Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek Versie 1 Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek versie 1 1/5

Inleiding Dit Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek dient als algemene toelichting op het onderzoek en heeft een informatief karakter. Informatie over een specifieke zaak staat vermeld in het deskundigenrapport van de betreffende zaak. Dit Informatieblad verschaft nadere details over het onderzoek en dient gelezen te worden als aanvulling op hoofdstuk 10 van de uitgave 'De Essenties van forensisch biologisch onderzoek; Humane biologische sporen en DNA' (vijfde druk). Bij het DNA-verwantschapsonderzoek worden de volgende fasen onderscheiden: 1. DNA-onderzoek: het bepalen van de DNA-profielen. 2. Vergelijkend DNA-onderzoek: het vergelijken van de verkregen DNA-profielen. 3. Het vaststellen van de bewijskracht voor de mogelijke familierelatie. Het DNA-verwantschapsonderzoek wordt uitgevoerd conform criteria genoemd in de NEN-EN ISO/IEC 17025, conform het Besluit DNA-onderzoek Vaderschap dat in 2008 voor het vaderschapsonderzoek in Nederland is opgesteld en conform de aanbevelingen van de Paternity Testing Commission van de International Society of Forensic Genetics (2007) 1. Tevens is het DNA-verwantschapsonderzoek geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie (RvA registratienummer L 146) en als verrichting te vinden onder nummer 29 op de verrichtingenlijst, zie www.rva.nl. Fase 1: DNA-onderzoek Het autosomale DNA-onderzoek ten behoeve van het DNA-verwantschapsonderzoek wordt uitgevoerd volgens de methoden 2 die zijn aangegeven in de uitgave 'De Essenties van forensisch biologisch onderzoek; Humane biologische sporen en DNA' (vijfde druk). Standaard wordt bij het DNA-verwantschapsonderzoek het NGM DNA-analysesysteem van Life Technologies gebruikt. Hierbij worden de DNA-kenmerken van 15 autosomale loci en het locus voor het geslachtskenmerk geanalyseerd. Indien nodig wordt aanvullend autosomaal DNA-onderzoek verricht met bijvoorbeeld de Identifiler en/of Minifiler kit van Life Technologies of de PowerPlexESI17 van Promega. Voor het Y-chromosomale DNA-onderzoek wordt sinds september 2015 standaard het PowerPlexY23 DNAanalysesysteem van Promega gebruikt. Hierbij worden de DNA-kenmerken van 23 loci geanalyseerd. Voor september 2015 werd de kit van Y-filer DNA-analysesysteem van Applied Biosystems gebruikt. Hierbij werden de DNA-kenmerken van 17 loci geanalyseerd. Voor het mitochondriale (mt)dna-onderzoek wordt de BigDye Terminator v1.1 kit van Life Technologies gebruikt. Hierbij worden variabele gebieden (HVSI, II en III genoemd) in het mitochondriale (mt)dna genoom onderzocht met een sequentieanalyse. Variaties ten opzichte van een referentieprofiel ((revised) Anderson of Cambridge Referentie (CamRef)) bepalen het mtdna-profiel. 1 Gjertson, D.W. et al. 2007 Forencic Science International: Genetics 1:223. ISFG: recommendations on biostatistics in paternity testing. 2 Zie voor een schematische weergave van de gebruikte methoden de informatiebladen 'Methoden forensisch biologisch onderzoek' (www.forensischinstituut.nl, zoekterm: informatieblad). Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek versie 1 2/5

Fase 2: Vergelijkend DNA-onderzoek Het DNA-verwantschapsonderzoek voor het vaststellen van een ouder(s)-kindrelatie en een broer-broer (/zus)relatie begint met een vergelijkend autosomaal DNA-onderzoek waarbij de mate van overeenkomst van autosomale DNA-kenmerken wordt bepaald. 2.1 Ouder-kindrelatie Voor de DNA-kenmerken in het autosomale DNA-profiel van een persoon geldt dat bij ieder locus één DNAkenmerk afkomstig is van de biologische vader en het andere DNA-kenmerk afkomstig is van de biologische moeder van die persoon. Van dit gegeven maakt men gebruik bij het onderzoek van biologische ouderkindrelaties, omdat het in beginsel betekent dat een kind en een biologische ouder op elk autosomaal locus een gemeenschappelijk DNA-kenmerk hebben. Een uitzondering op deze regel is mogelijk als door een mutatie het DNA spontaan is veranderd. Als door een mutatie een DNA-kenmerk van het DNA in de geslachtscel van de ouder is veranderd en dit afwijkende DNA wordt overgedragen aan het kind, is het mogelijk dat ouder en kind op het betreffende locus geen gemeenschappelijk DNA-kenmerk hebben. Het NFI hanteert als richtlijn bij het standaard DNA-verwantschapsonderzoek op basis van 15 loci, dat indien van twee personen autosomale DNA-profielen zijn bepaald en er 3 of meer loci zijn waarop deze personen geen gemeenschappelijk DNA-kenmerk hebben, er wordt geconcludeerd dat deze personen geen ouder en kind van elkaar kunnen zijn. Deze richtlijn is gebaseerd op onderzoek beschreven in de literatuur (zie bijvoorbeeld Chakraborty 3 ). Wanneer een verwantschap tussen personen niet wordt uitgesloten, vindt een statistische berekening plaats van de bewijskracht (likelihood ratio; zie hieronder) van het DNA-verwantschapsonderzoek. Hierbij wordt rekening gehouden met de eventueel waargenomen mutaties. 2.2 Broer-broer(/zus)relatie Als op basis van verkregen informatie (bijvoorbeeld verklaringen van familieleden) er een vermoeden is van een mogelijke broer/broer(/zus)relatie kan dit met DNA-verwantschapsonderzoek worden getoetst. Bij een volle (dat wil zeggen: twee kinderen van dezelfde ouders) broer/broer(/zus)relatie is gemiddeld ongeveer tweederde van de onderzochte DNA-kenmerken gelijk. Het resultaat van het vergelijkend DNA-onderzoek kan een indicatie geven van een mogelijke broer/broer(/zus)relatie. De bewijskracht van het DNAverwantschapsonderzoek kan worden berekend (zie hieronder). In aanvulling op het autosomale DNA-onderzoek kunnen mogelijke broer/broer(/zus)relaties nader onderzocht worden aan de hand van Y-chromosomaal DNA-onderzoek en/of mitochondriaal DNA-onderzoek. 3 Chakraborty, R. and Stivers, D.N. J. 1996 Forensic Sciences 41: 671 677. Paternity exclusions by DNA markers: effects of paternal mutations. Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek versie 1 3/5

Fase 3: Bewijskracht Om de bewijskracht te berekenen wordt de likelihood ratio-methode (LR) gebruikt. Bij elke berekening worden de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd in het licht van twee of meer hypothesen. Voor de opgestelde hypothesen wordt de kans op het verkregen resultaat van het DNA-onderzoek berekend. Voor elk paar relevante hypothesen wordt de verhouding bepaald. 3.1 Formules De formules die het NFI standaard bij het DNA-verwantschapsonderzoek gebruikt voor de berekening van de LR zijn gebaseerd op het principe van de Mendeliaanse overerving met de mogelijkheid van een mutatie. Formules voor deze berekeningen zijn bijvoorbeeld vermeld in het boek van Buckleton 4. 3.2 Frequenties Als referentiebestand voor de populatiegenetische frequenties bij de berekening van de LR gebruikt het NFI het referentiebestand dat in 2010-2011 door het NFI en het FLDO (Forensisch Laboratorium voor DNA Onderzoek) bij 2085 Nederlandse mannen is bepaald. De frequenties in dit referentiebestand zijn gepubliceerd 5. Een statistische evaluatie met populatiegenetische frequenties van een andere bevolkingsgroep kan desgewenst worden uitgevoerd. Naar verwachting zal de waarde van de LR die berekend is met de frequenties van een ander populatiebestand mogelijk slechts in geringe mate afwijken van de LR die berekend is met het referentiebestand van het NFI/FLDO. 3.3 Rekenprogramma s Het NFI gebruikt gevalideerde programma s voor de berekening van de LR. Dit zijn Bonaparte 6 en Familias 7. Bonaparte wordt gebruikt voor berekeningen in grootschalig DNA-identificatieonderzoek, IND-zaken en zaken ten behoeve van de DNA-databank Vermiste Personen. Berekeningen in overige zaken worden met Familias of Bonaparte uitgevoerd. 3.4 Mutatiefrequenties Voor de berekeningen van LR die met Bonaparte worden uitgevoerd, wordt een uniform mutatiemodel gebruikt. Standaard is in Bonaparte de mutatiefrequentie op 5x10-3 ingesteld. Voor onderzoeken waarbij gebruik wordt gemaakt van Familias wordt de LR in geval van mutaties handmatig berekend met de formules die door K. Ayres zijn vermeld 8. Voor de frequenties voor éénstapsmutaties worden de frequenties gebruikt die gebaseerd zijn op de frequenties die vermeld zijn op de site van NIST 9. Voor meerstapsmutaties wordt de frequentie van een éénstapsmutatie per stap met een factor 20 verlaagd. 4 Buckleton, J., Triggs, C.M., et al. 2005. Forensic DNA evidence interpretation. CRC Press. ISWBN 0-849303017-3. 5 Westen A.A. et al. 2014 Forensic Science International: Genetics 10: 55-63. Comparing six commercial autosomal STR kits in a large Dutch population sample. 6 Slooten, K.2011 Forensic Science International: Genetics 5: 308-315. Validation of DNA-based software by computation of pedigree likelihood ratios. 7 Drabek, J. 2009 Forensic Science Internat. Genetics 3:112. Validation of software for calculating the likelihood ratio for parentage and kinship. Egeland, T. et al. 1997 Science & Justice, 37:269. A computerised method for calculating the probability of pedigrees from genetic data. 8 Ayres, K.L. 2000 Forensic Science Internat. 114:107. Relatedness testing in subdivided populations. 9 http://www.cstl/nist.gov/biotech/strbase/mutation.htm Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek versie 1 4/5

3.5 Inbreeding (theta)-correctie Het NFI gebruikt een theta van 0,01 bij DNA-verwantschapsonderzoek in strafzaken. Bij identificatieonderzoek gebruikt het NFI geen theta-correctie. 3.6 Size bias-correctie Het NFI hanteert als size bias een minimale frequentie van 5/2N, waarbij N het aantal personen in het referentiebestand is. Bij gebruikmaking van het programma Bonaparte worden de frequenties iets veranderd met zogenoemde pseudo-count parameters (size bias parameter; lambda s) voor common (λc), rare (λr) en new (λn) DNAkenmerken, waardoor de totale frequentie van alle DNA-kenmerken van een locus 1 blijft. De DNAkenmerken die ten minste één maal voorkomen in het referentiebestand, worden common alleles genoemd, de DNA-kenmerken die niet voorkomen in het referentiebestand, maar wel vermeld staan in de lijst van mogelijke DNA-kenmerken in Bonaparte, worden rare alleles genoemd en de DNA-kenmerken die niet eerder zijn gezien en niet in de lijst van het referentiebestand staan, worden new alleles genoemd. De frequentie f van een DNA-kenmerk a (fa) wordt als volgt berekend: fa = (na + λa)/(2n+λ) waarbij: na = N = Λ = Lc = Lr = Ln = aantal keren dat DNA-kenmerk a voorkomt in het referentiebestand; totaal aantal personen in het referentiebestand; Lcλc + Lrλr + Lnλn aantal common alleles aantal rare alleles aantal new alleles Voor het referentiebestand van het NFI/FLDO (2085 personen) worden de waarden voor de lambda s als volgt gekozen: λc = 5; λr = 5; λn = 5. NB. Omdat bij gebruikmaking van het NFI/FLDO referentiebestand (2N = 4170) Λ veel kleiner is dan 2N, geldt dat de frequentie van DNA-kenmerken die éénmaal zijn geteld in het NFI/FLDO referentiebestand, die zeldzaam zijn en die nieuw zijn, bij benadering gelijk is aan 5/2N. 3.7 Posterior kans Het NFI berekent een posterior kans alleen in zaken waarin een aanname gemaakt kan worden over de prior kans. Deze aanname wordt in het rapport vermeld. Een voorbeeld betreft de IND-zaken: hierin wordt als prior kans 50% gebruikt. De posterior kans wordt berekend met de formule: Posterior kans = ( LR x prior odds ) / (1 + LR x prior odds) waarbij prior odds = (prior kans) / (1 - prior kans). NB. Eerder is er van dit informatieblad een uitgave geweest zonder versienummer, dat informatieblad dateerde uit 2011. Informatieblad DNA-verwantschapsonderzoek versie 1 5/5