Een COMMENTAARRECORD mag slechts bij een aantal records voorkomen.

Vergelijkbare documenten
Mutatieoverzicht iwlz 1.0 vs AZR 3.2

BEP-model Wmo iwmo 1.0 versie 1.1

Berichtspecificatie - ZK39 (Mutatie zorg ZK-ZK)

Informatiemodel Wlz iwlz 1.1 versie 1.0

BEP-model AWBZ AZR 3.2 v1.0 / AW319 v1.4

BEP-model Wlz AZR 3.2 versie 1.2 vs i-wlz 1.0 versie 0.9

Mutatieoverzicht iwlz 1.0 versie 1.1 t.o.v. versie 1.0 Regels

12 De eigen bijdrage is gebaseerd op de geleverde Wlz-zorg. De eigen bijdrage is gebaseerd op de geleverde Wlz-zorg of de afgegeven beschikking.

BEP-model Wlz iwlz 1.0 versie 1.1

BEP-model AWBZ AZR 3.2 v0.9 / AW319 v1.4

Mutatieoverzicht iwlz 1.1 t.o.v. iwlz september Uitgangspunten. Informatiemodel iwlz 1.1

BEP-model Wlz iwlz 1.0 versie 1.1

Informatiemodel Wlz iwlz 1.1 versie 1.0

Informatiemodel Wlz iwlz 1.2 versie 1.1

Inleiding. Wijzigingsoverzicht AZR 2.2 AZR 3.0

iwlz-release 1.1 Functionele uitwerking

Vraag en antwoord op de grootste veranderingen in AZR 3.0

BEP-model AWBZ concept - versie 0.1. Algemeen. Mutaties t.o.v. BEP-model AWBZ 3.1 (versie 1.2) Bedrijfsregels

WMO307 (Wmo-BeeindigingMutatieOndersteuning)

BEP-model Jeugdwet ijw 1.0 versie 1.1

BEP-model AWBZ Algemeen. versie 1.0. Mutaties t.o.v. BEP-model AWBZ 3.1 (versie 1.2)

iwlz-release Functionele uitwerking 28 februari 2019

Bijlage C: Leveringsstatus

AW39 (Mutatie zorg) Berichtspecificatie - AW39 Mutatie zorg. Informatiemodel Wlz iwlz 1.1 versie 1.1

Informatiemodel Jeugdwet ijw 2.1 versie 1.2

Informatiemodel Wmo iwmo 2.0 versie 1.0

Technische referentiegroep iwlz april 2017

Referentiegroep iwlz. 14 maart 2017

Rekenregels Wachtlijsten

Migratie, Conversie en Kwaliteitstraject AZR Toelichting en verduidelijking

iwlz-release Functionele uitwerking 28 juni 2018

Veelgestelde vragen zorgtoewijzing Versie 3.0, d.d. maart 2013

Technische referentiegroep iwlz release Dinsdag 8 mei 2018

Mutatieoverzicht iwmo 2.0 t.o.v. iwmo 1.0. Uitgangspunten. Informatiemodel iwmo 2.0

In dit document worden de conversieregels voor deze conversie beschreven.

Handleiding Groene Vink-module voor iwlz 2.0

iwlz-release 2.1 Functionele uitwerking

Kwaliteitstraject AZR definitief april 2011

Totaaloverzicht wijzigingsverzoeken iwlz juni 2018

iwlz-release 1.1 Functionele uitwerking

Berichtspecificatie - JW305 (Aanvang Jeugdhulp)

Toelichting inhoudelijke retourcodes bedrijfs- en controleregels Vektis versie

Scenario s voor de administratieve afhandeling van de AWBZuitstroom

iwlz-release 2.0 Functionele uitwerking

Externe integratie. Indicatie Wlz IW801-IW802. Invulinstructie [INV] Versie EI-standaard 1.0 Versie datum

FAQ AZR 3.2 versie 8, d.d. februari 2014 Trefwoorden AAT Indicatie MUT BSN MAZ Toewijzing Declaratie MigratieOverig

Handleiding CAK voor zorgaanbieders

Overdracht van cliëntgegevens AWBZ naar Wmo

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

Mutatieoverzicht iwmo 1.0 versie 1.1 t.o.v. versie 1.0. Regels. BEP-model iwmo 1.0. Bedrijfsregels. Technische regels. Nieuwe bedrijfsegels

AZR 3.0 Migratie en Conversie

Conversieregels iwmo 2.0 <> 1.0

Informatiemodel Wmo iwmo 2.1 versie 1.1

Handboek Zorgregistratie AWBZ, AZR 3.0, uitgave 10 1

Zorgtoewijzing. Thema: wachtlijstschoning

Handboek iwlz. iwlz release 1.0. Datum 24 juli 2014 Status Definitief Versie 1.0

Procesbeschrijving Begeleiding, Verblijf en Persoonlijke verzorging

Mutatieoverzicht iwlz 1.2 versie 1.1 t.o.v. iwlz 1.2 versie 1.0. Inhoudsopgave. Informatiemodel iwlz 1.2 versie 1.1.

Wijzigingsverzoeken voor istandaarden. iwlz 2.0

Specificaties Conversie iwlz 1.1

Handleiding ZOTO Web

IW801-IW802v1.0_INVu5

Externe integratie. Indicatie Wlz IW801-IW802. Invulinstructie [INV] Versie EI-standaard 1.0 Versie datum

Berichtspecificatie - WMO301 (Wmo-Toewijzing)

WET- EN REGELGEVING 2018

Besluiten rondom implementatie AZR 2.1

Technnische referentiegroep iwlz release Dinsdag 17 april 2018

Declaratieprotocol Forensische Zorg Facturatie ZZP's en extramurale parameters

Uitgangspunten. Informatiemodel ijw 2.0

Conversieregels ijw 2.0 <> 1.0

Landelijk draaiboek samenvoeging zorgkantoorregio s DSW Zorgkantoor 12 oktober 2016

Specificaties Conversie iwlz 1.1

Extra exemplaren kunt u verkrijgen via de website

iwlz 2.0 iwlz 2.0 on the move: op weg naar de nieuwe release iwlz 2.0 Februari 2018

AZERA Gebruikershandleiding

OVERBRUGGINGSZORG. versie augustus Achmea Zorgkantoren

Een MAZ maken (globaal)

Het Nederlandse Zorgstelsel

Externe integratie. Indicatie Wlz IW801-IW802. Invulinstructie [INV] Versie EI-standaard 1.0 Versie datum

Scenario s voor de administratieve afhandeling van de AWBZuitstroom

Informatiemodel PGB Trekkingsrecht PGB 1.0 versie 1.1

Declaratieprotocol Forensische Zorg

Versie Datum Toelichting Par. 4.1, AW317 toegevoegd aan tijdschema (4.1.9) Par. 4.1, AW318 toegevoegd aan tijdschema (4.1.

Voorschrift Zorgtoewijzing AWBZ. Naar een uniforme uitvoering in 2014

WET- EN REGELGEVING 2018

Draaiboek implementatie gegevensaanlevering t.b.v. opleggen eigen bijdrage zorg thuis

Totaaloverzicht wijzigingsverzoeken iwlz juni 2019

Handleiding ZOTO Web

OVERZICHT NIEUWE/GEWIJZIGDE CONTROLES AW319 VERSIE

Veel gestelde vragen iwlz 2.0

ijw-release 2.0 Functionele uitwerking

Voorschrift Zorgtoewijzing AWBZ. Naar een uniforme uitvoering in 2013

Handleiding AZR 3.1. januari 2013 versie 1.3. PlanCare Dossier elektronisch cliënten dossier

Voorschrift Zorgtoewijzing AWBZ

Agenda. Belangrijkste wijzigingen. Rekenmodule. Migratie per 1 april Wat gaan wij doen de komende periode. Vragen.

Voorschrift Zorgtoewijzing Subsidieregelingen Wlz 2015

Technische referentiegroep iwlz mei 2017

Overdracht cliëntgegevens AWBZ - Wmo

iwmo-release 2.0 Functionele uitwerking

Migratiehandreiking: iwmo 2.2 en ijw 2.2 naar iwmo 2.3 en ijw 2.3

Transcriptie:

Uitgangspunten ID UP 1 UP 3 UP 4 UP 6 UP 7 UP 8 UP 12 UP 15 UP 16 UP 17 UP 19 UP 21 UP 23 UP 24 UP 25 Uitgangspunt De AWBZ-brede zorgregistratie (AZR) ondersteunt het indiceren, toewijzen en leveren van AWBZ-zorg in natura (ZIN) en het bepalen van de eigen bijdrage. De privacy van de cliënt is in AZR geborgd door te conformeren aan de Wet Bescherming Persoongegevens (WBP). Het zorgkantoor in de AWBZ-regio van de cliënt coördineert de inzet van AWBZ-zorg voor de cliënt door middel van zorgtoewijzingen. De cliënt wordt in AZR uniek geïdentificeerd. Het recht van de cliënt op AWBZ-zorg wordt vastgelegd in een indicatiebesluit. De levering van AWBZ-zorg kan alleen worden gemeld door de zorgaanbieder als deze een zorgtoewijzing heeft. De eigen bijdrage is gebaseerd op de daadwerkelijk geleverde AWBZ-zorg. De AWBZ-regio van de cliënt wordt bepaald op basis van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). AWBZ-zorg wordt uitgedrukt in functies of zorgzwaartepakketten. De informatieuitwisseling in AZR is gebaseerd op gestandaardiseerd berichtenverkeer. De (zorg voor de) cliënt staat centraal. De AWBZ-wachtlijst is gebaseerd op de zorgtoewijzing, de zorg die geleverd wordt en het moment waarop deze zorg wordt geleverd. Informatie wordt eenmalig bij de cliënt uitgevraagd. De informatievoorziening AWBZ conformeert zich aan de wet- en regelgeving die voortvloeit uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De geleverde zorg wordt gedeclareerd op cliëntniveau. Technische regels TR 1 Een COMMENTAAR mag slechts bij een aantal records voorkomen. Alleen het CLIENT, ZIEKTEBEELD EN STOORNIS, BEPERKING, INDICATIEBESLUIT, FUNCTIE, ZORGZWAARTEPAKKET SCORE STOORNIS en SCORE BEPERKING kunnen COMMENTAARS bevatten. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 1 / 184

De retourcode moet geplaatst worden in het commentaarrecord dat in strijd is met de regel. AW319 COMMENTAAR - COMMENTAAR - IO31 COMMENTAAR - COMMENTAAR - OP 48 Medische en zorginhoudelijke informatie over de cliënt mag alleen met uitdrukkelijke toestemming van de cliënt verstuurd worden aan zorgaanbieder en zorgkantoor. UP 3 UP 24 TR 2 GEBOORTEDATUM mag niet meer dan 120 jaar voor de DAGTEKENING HEENBERICHT liggen. CLIENT GEBOORTEDATUM RELATIE GEBOORTEDATUM AW35 CLIENT GEBOORTEDATUM AW39 CLIENT GEBOORTEDATUM CA317 CLIENT GEBOORTEDATUM CA319 CLIENT GEBOORTEDATUM IO31 CLIENT GEBOORTEDATUM IO31 RELATIE GEBOORTEDATUM CLIENT GEBOORTEDATUM RELATIE GEBOORTEDATUM ZK35 CLIENT GEBOORTEDATUM ZK39 CLIENT GEBOORTEDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 2 / 184

OP 47 Als een bericht niet aan de geldende standaard voldoet, mag het UP 17 bericht afgekeurd worden. TR 4 Als er een huishouden met partner is, moet de partner als relatie worden opgenomen. Als de AFGIFTEDATUM in het INDICATIEBESLUIT groter is dan 1 maart 2007 en LEEFEENHEID in het CLIENT heeft de waarde 3 of 4 (beide: heeft huishouden met partner), dan moet er een RELATIE zijn waarin SOORT de waarde 12 (partner) bevat. Let op: de waarde die BURGERLIJKE STAAT in het CLIENT heeft doet niet ter zake. CLIENT - IO31 CLIENT - CLIENT - OP 4 Als de cliënt een huishouden deelt met een partner, dan moeten de gegevens van de partner worden vastgelegd. UP 23 UP 3 TR 5 Als de AFGIFTEDATUM in het INDICATIEBESLUIT groter is dan 1 maart 2007 en SOORT in het RELATIE heeft de waarde 12 (partner), dan moeten HUISNUMMER en POSTCODE gevuld zijn. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 3 / 184

ADRES - IO31 ADRES - ADRES - OP 4 Als de cliënt een huishouden deelt met een partner, dan moeten de gegevens van de partner worden vastgelegd. UP 23 UP 3 OP 130 Van de relatie moet altijd een naam worden vastgelegd, aangevuld met een volledig adres en/of een telefoonnummer. UP 23 TR 6 Een ADRES moet een TELEFOON (01), en/of de combinatie HUISNUMMER en POSTCODE bevatten. ADRES - IO31 ADRES - ADRES - OP 77 Het CIZ legt tenminste het GBA adres en/of het verblijfadres van de cliënt vast. UP 23 UP 15 OP 130 Van de relatie moet altijd een naam worden vastgelegd, aangevuld met een volledig adres en/of een telefoonnummer. UP 23 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 4 / 184

TR 8 De KLASSE in het FUNCTIE moet horen bij de betreffende FUNCTIECODE Per functie staan hieronder de toegestane klasses: Functie 11 (OB-ALG) -- K1, K2, K3, K4, K5, K6, K7 of K8 Functie 12 (OBDAG) -- KD01, KD02, KD03, KD04, KD05, KD06, KD07, KD08 of KD09 Functie 21 (HV) -- K1, K2, K3, K4, K5 of K6 Functie 31 (PV) -- K1, K2, K3, K4, K5, K6, K7 of K8 Functie 41 (VP) -- K0, K1, K2, K3, K4, K5, K6 of K7 Functie 51 (ABALG) -- K1, K2, K3 of K4 Functie 52 (ABDAG) -- KD01, KD02, KD03, KD04, KD05, KD06, KD07, KD08 of KD09 Functie 61 (BHALG) -- 99 Functie 62 (BHVBF) -- 99 Functie 63 (BH-IND) -- 99 Functie 64 (BH-GRP) -- KD01, KD02, KD03, KD04, KD05, KD06, KD07, KD08 of KD09 Functie 71 (VBTYD) -- KE1, KE2, KE3, KE4, KE5, KE6 of KE7 Functie 81 (BG-IND) -- K1, K2, K3, K4, K5, K6, K7 of K8 Functie 82 (BG-GRP) -- KD01, KD02, KD03, KD04, KD05, KD06, KD07, KD08 of KD09 Functie 91 (ADL) -- 99 AW317 FUNCTIE KLASSE FUNCTIE KLASSE FUNCTIE KLASSE (toegewezen) AW35 FUNCTIE (geleverd) KLASSE AW39 AANVRAAG FUNCTIE KLASSE CA317 FUNCTIE (geleverd) KLASSE IO31 FUNCTIE KLASSE FUNCTIE KLASSE FUNCTIE KLASSE (toegewezen) ZK35 FUNCTIE (geleverd) KLASSE ZK39 AANVRAAG FUNCTIE KLASSE AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 5 / 184

OP 157 Als de hoogte van de geïndiceerde of geleverde zorg uitstijgt boven de maximaal toegestane klasse van een functie wordt dit vastgelegd in de vorm van additionele zorg. UP 7 TR 9 SOORT in het FUNCTIE mag alleen de waarde 2 (onderdeel zzp) bevatten als FUNCTIECODE de waarde 82 (BG-GRP) bevat. AW317 FUNCTIE SOORT FUNCTIE SOORT IO31 FUNCTIE SOORT FUNCTIE SOORT OP 140 2 Er zijn zorgzwaartepakketten waarbij de 'begeleiding' aan een andere zorgaanbieder mag worden toegewezen dan de UP 4 UP 24 zorgaanbieder die het zorgzwaartepakket krijgt toegewezen. TR 10 OPSLAG mag niet gevuld zijn als de KLASSE de waarde '99' bevat of de KLASSE niet de maximum waarde bevat. Per functie staan hieronder de maximum waarde voor de klasses: Functie 11 (OB-ALG) -- K8 Functie 12 (OBDAG) -- KD09 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 6 / 184

Functie 21 (HV) -- K6 Functie 31 (PV) -- K8 Functie 41 (VP) -- K7 Functie 51 (ABALG) -- K4 Functie 52 (ABDAG) -- KD09 Functie 64 (BH-GRP) -- KD09 Functie 71 (VBTYD) -- KE7 Functie 81 (BG-IND) -- K8 Functie 82 (BG-GRP) -- KD09 FUNCTIE OPSLAG FUNCTIE OPSLAG (toegewezen) AW35 FUNCTIE (geleverd) OPSLAG AW39 AANVRAAG FUNCTIE OPSLAG CA317 FUNCTIE (geleverd) OPSLAG IO31 FUNCTIE OPSLAG FUNCTIE OPSLAG FUNCTIE OPSLAG (toegewezen) ZK35 FUNCTIE (geleverd) OPSLAG ZK39 AANVRAAG FUNCTIE OPSLAG OP 157 Als de hoogte van de geïndiceerde of geleverde zorg uitstijgt boven de maximaal toegestane klasse van een functie wordt dit vastgelegd in de vorm van additionele zorg. UP 7 TR 11 Wanneer dezelfde zorgeenheid meer dan één keer aan dezelfde INSTELLING is toegewezen, mogen de geldigheidsduren van deze toewijzingen niet overlappen. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 7 / 184

FUNCTIE (toegewezen) - ZORGZWAARTEPAKKET - (toegewezen) FUNCTIE (toegewezen) - ZORGZWAARTEPAKKET - (toegewezen) OP 140 Een zorgeenheid mag op hetzelfde moment niet aan meer UP 4 dan één zorgaanbieder toegewezen worden met dezelfde soort toewijzing. OP 140 1 In het geval van overplaatsing van de cliënt én in het geval UP 4 van overdracht van de zorgtoewijzing is één dag overlap in de zorgtoewijzing toegestaan, mits de zorgtoewijzing binnen de begin- en einddatum van het indicatiebesluit blijft. OP 140 2 Er zijn zorgzwaartepakketten waarbij de 'begeleiding' aan een andere zorgaanbieder mag worden toegewezen dan de UP 4 UP 24 zorgaanbieder die het zorgzwaartepakket krijgt toegewezen. TR 12 In een indicatiebesluit mag FUNCTIECODE 71 (tijdelijk verblijf) niet als enige functie voorkomen. FUNCTIE - IO31 FUNCTIE - FUNCTIE - AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 8 / 184

OP 1 De functie tijdelijk verblijf mag alleen in combinatie met andere UP 7 functies geïndiceerd worden. TR 14 De grootste EINDDATUM van een geïndiceerde zorgeenheid moet samenvallen met de EINDDATUM in het INDICATIEBESLUIT. INDICATIEBESLUIT EINDDATUM IO31 INDICATIEBESLUIT EINDDATUM INDICATIEBESLUIT EINDDATUM OP 159 De geldigheidsduren van alle geïndiceerde zorgeenheden bepalen de geldigheidsduur van het indicatiebesluit. UP 7 TR 15 De kleinste INGANGSDATUM van een geïndiceerde zorgeenheid moet samenvallen met de INGANGSDATUM in het INDICATIEBESLUIT. INDICATIEBESLUIT INGANGSDATUM IO31 INDICATIEBESLUIT INGANGSDATUM INDICATIEBESLUIT INGANGSDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 9 / 184

OP 159 De geldigheidsduren van alle geïndiceerde zorgeenheden UP 7 bepalen de geldigheidsduur van het indicatiebesluit. TR 16 De geldigheidsduur van een toegewezen zorgeenheid moet in overeenstemming zijn met het indicatiebesluit. Indien SOORT van de toegewezen zorgeenheid de waarde 1 (regulier) of 4 (transferzorg) bevat, dan moet de zorgeenheid geïndiceerd zijn en moet de geldigheidsduur van de toewijzing vallen binnen de geldigheidsduur van de betreffende zorgeenheid in het indicatiebesluit. Indien SOORT van de toegewezen zorgeenheid niet de waarde 1 of 4 bevat moet de geldigheidsduur vallen binnen de geldigheidsduur van het betreffende indicatiebesluit. Een zorgeenheid is geïndiceerd als deze voorkomt in het indicatiebesluit, waarbij een vertaalde functie niet als geïndiceerd geldt. FUNCTIE (toegewezen) - ZORGZWAARTEPAKKET - (toegewezen) FUNCTIE (toegewezen) - ZORGZWAARTEPAKKET - (toegewezen) OP 69 Een toegewezen zorgeenheid heeft betrekking op één UP 4 geïndiceerde zorgeenheid en valt binnen de geldigheidsduur van UP 16 deze zorgeenheid. UP 8 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 10 / 184

TR 17 De BEGINDATUM en SLEUTELDATUM van een geleverd zorgzwaartepakket moeten vallen binnen de geldigheidsduur van de zorgtoewijzing. AW35 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM AW35 ZORGZWAARTEPAKKET BEGINDATUM (geleverd) AW35 ZORGZWAARTEPAKKET SLEUTELDATUM (geleverd) ZK35 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET BEGINDATUM (geleverd) ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET SLEUTELDATUM (geleverd) OP 22 De gemelde begindatum of einddatum van de zorglevering moet UP 4 altijd binnen de geldigheid van de zorgtoewijzing vallen. UP 21 OP 44 De sleuteldatum mag maximaal 14 dagen voor de begindatum van de zorglevering liggen, maar nooit voor de ingangsdatum van de zorgtoewijzing. UP 12 TR 18 Indien de BEGINDATUM in het mutatierecord gevuld is, moet de MUTATIEDATUM groter dan of gelijk zijn aan deze begindatum. AW39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIEDATUM AW39 MUTATIE MUTATIEDATUM ZORGZWAARTEPAKKET CA319 MUTATIE FUNCTIE MUTATIEDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 11 / 184

CA319 MUTATIE MUTATIEDATUM ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIEDATUM ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET MUTATIEDATUM OP 72 Pas na een melding aanvang zorg mag een zorgaanbieder melden dat de zorglevering beëindigd is. UP 12 UP 17 TR 19 De melding aanvang zorg of de mutatie moet gerelateerd zijn aan een zorgtoewijzing (op basis van de sleutelvelden). AW35 FUNCTIE (geleverd) - AW35 ZORGZWAARTEPAKKET - (geleverd) AW39 MUTATIE FUNCTIE - AW39 MUTATIE - ZORGZWAARTEPAKKET ZK35 FUNCTIE (geleverd) - ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET - (geleverd) ZK39 MUTATIE FUNCTIE - ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET - OP 32 Alleen de zorgaanbieder die in de zorgtoewijzing vermeld is UP 4 mag de binnen de grenzen van de zorgtoewijzing passende UP 8 aangevangen zorg melden. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 12 / 184

OP 66 Indien er wijzigingen in de zorglevering plaats vindt moet de zorgaanbieder dit melden met een bericht. UP 4 UP 21 UP 12 OP 66 3 OP 66 2 OP 66 1 OP 72 In het geval van logeeropvang voor minder van vier dagen per UP 4 week waarbij de frequentie vooraf bepaald is, wordt het einde UP 12 van de zorglevering gemeld op het moment dat de UP 8 logeeropvang definitief wordt beëindigd. In het geval van doorlopende zorg wordt geen mutatiebericht UP 17 gestuurd. Een nieuwe zorgtoewijzing wordt altijd beantwoord met een UP 4 bericht. Pas na een melding aanvang zorg mag een zorgaanbieder UP 12 melden dat de zorglevering beëindigd is. UP 17 TR 20 De MUTATIEDATUM per geleverde zorgeenheid mag niet voorbij de EINDDATUM van de bijbehorende toewijzing liggen. AW39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIEDATUM AW39 MUTATIE MUTATIEDATUM ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIEDATUM ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET MUTATIEDATUM OP 22 De gemelde begindatum of einddatum van de zorglevering moet UP 4 altijd binnen de geldigheid van de zorgtoewijzing vallen. UP 21 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 13 / 184

TR 21 Voor iedere cliënt geldt dat er minimaal één toegewezen zorgeenheid moet zijn waarbij de INSTELLING hoort bij de ontvangende partij uit het VOORLOOP. Regionaal () geldt dat de INSTELLING uit de toewijzing gelijk is aan de INSTELLING uit het voorlooprecord. Bovenregionaal () geldt dat de INSTELLING conform de AZR-AGB-codelijst hoort bij de ZORGKANTOOR (01) in het voorlooprecord. Let op: de records met toegewezen zorg zijn niet direct aan het cliëntrecord gekoppeld. CLIENT - CLIENT - OP 87 Een zorgtoewijzingbericht bevat altijd alle zorgtoewijzingen die op of na de aanmaakdatum van het bericht geldig zijn, maar wordt alleen verstuurd naar de zorgaanbieder waarvoor de zorgtoewijzing nieuw of gewijzigd is. UP 4 TR 34 De OPSLAG mag niet gevuld zijn als FUNCTIECODE de waarde ' 71' (verblijf tijdelijk) bevat. FUNCTIE OPSLAG FUNCTIE OPSLAG (toegewezen) AW35 FUNCTIE (geleverd) OPSLAG AW39 AANVRAAG FUNCTIE OPSLAG CA317 FUNCTIE (geleverd) OPSLAG AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 14 / 184

IO31 FUNCTIE OPSLAG FUNCTIE OPSLAG FUNCTIE OPSLAG (toegewezen) ZK35 FUNCTIE (geleverd) OPSLAG ZK39 AANVRAAG FUNCTIE OPSLAG OP 157 Als de hoogte van de geïndiceerde of geleverde zorg uitstijgt boven de maximaal toegestane klasse van een functie wordt dit vastgelegd in de vorm van additionele zorg. UP 7 TR 35 Wanneer eenzelfde zorgeenheid meer dan één keer is geïndiceerd, mogen de geldigheidsduren behorend bij deze zorgeenheden elkaar niet overlappen. Geldigheidsduur is de periode van datum ingang geïndiceerde zorgeenheid tot en met datum geldigheid (einde) geïndiceerde zorgeenheid (dat is inclusief de begin- en einddatum van de geldigheidsduur). FUNCTIE - ZORGZWAARTEPAKKET - IO31 FUNCTIE - IO31 ZORGZWAARTEPAKKET - FUNCTIE - ZORGZWAARTEPAKKET - AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 15 / 184

OP 13 In een indicatiebesluit kunnen meerdere zorgeenheden UP 7 voorkomen en kan dezelfde zorgeenheid meermalen voorkomen. TR 36 Bij een geïndiceerde ZORGZWAARTEPAKKET moeten één of meer FUNCTIES voorkomen met een SOORT die de waarde 3 ('vertaald') bevat, tenzij ZZPCODE de waarde 999 (ZZP0) bevat. ZORGZWAARTEPAKKET - IO31 ZORGZWAARTEPAKKET - ZORGZWAARTEPAKKET - OP 52 Indien een zorgzwaartepakket is geïndiceerd, bevat het indicatiebesluitbericht zowel het geïndiceerde zorgzwaartepakket als een vertaling daarvan in functies en klassen. UP 7 UP 16 TR 37 Bij een INDICATIEBESLUIT komt in ieder geval één zorgeenheid (FUNCTIE of ZORGZWAARTEPAKKET) voor. INDICATIEBESLUIT - IO31 INDICATIEBESLUIT - AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 16 / 184

INDICATIEBESLUIT - OP 19 Een indicatiebesluit bevat de geïndiceerde zorgeenheden voor UP 4 de cliënt en wordt altijd aan zowel de cliënt als het zorgkantoor afgegeven. UP 7 UP 16 UP 24 OP 19 1 OP 19 2 Een registratief indicatiebesluit wordt niet aan de cliënt afgegeven, maar alleen aan het zorgkantoor. Een negatief indicatiebesluit bevat de geïndiceerde zorgeenheden uit het voorlaatste indicatiebesluit. UP 4 UP 4 TR 38 Indien SOORT in een geïndiceerd FUNCTIE ongelijk is aan '1', dan moet de INGANGSDATUM en de EINDDATUM gelijk zijn aan die van een ZORGZWAARTEPAKKET dat bij hetzelfde INDICATIEBESLUIT hoort. AW317 FUNCTIE INGANGSDATUM AW317 FUNCTIE EINDDATUM FUNCTIE INGANGSDATUM FUNCTIE EINDDATUM IO31 FUNCTIE INGANGSDATUM IO31 FUNCTIE EINDDATUM FUNCTIE INGANGSDATUM FUNCTIE EINDDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 17 / 184

OP 140 2 Er zijn zorgzwaartepakketten waarbij de 'begeleiding' aan een andere zorgaanbieder mag worden toegewezen dan de UP 4 UP 24 zorgaanbieder die het zorgzwaartepakket krijgt toegewezen. TR 39 Bij een CLIENT in een AW35 komt in ieder geval één geleverde zorgeenheid (FUNCTIE of ZORZWAARTEPAKKET) voor. AW35 CLIENT - CA317 CLIENT - ZK35 CLIENT - OP 66 Indien er wijzigingen in de zorglevering plaats vindt moet de zorgaanbieder dit melden met een bericht. UP 4 UP 21 UP 12 OP 66 3 OP 66 2 OP 66 1 In het geval van logeeropvang voor minder van vier dagen per UP 4 week waarbij de frequentie vooraf bepaald is, wordt het einde UP 12 van de zorglevering gemeld op het moment dat de UP 8 logeeropvang definitief wordt beëindigd. In het geval van doorlopende zorg wordt geen mutatiebericht UP 17 gestuurd. Een nieuwe zorgtoewijzing wordt altijd beantwoord met een UP 4 bericht. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 18 / 184

TR 40 Bij een CLIENT in een AW39 komt in ieder geval één mutatierecord (MUTATIE FUNCTIE of MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET) voor. AW39 CLIENT - CA319 CLIENT - ZK39 CLIENT - OP 66 Indien er wijzigingen in de zorglevering plaats vindt moet de zorgaanbieder dit melden met een bericht. UP 4 UP 21 UP 12 OP 66 3 OP 66 2 OP 66 1 In het geval van logeeropvang voor minder van vier dagen per UP 4 week waarbij de frequentie vooraf bepaald is, wordt het einde UP 12 van de zorglevering gemeld op het moment dat de UP 8 logeeropvang definitief wordt beëindigd. In het geval van doorlopende zorg wordt geen mutatiebericht UP 17 gestuurd. Een nieuwe zorgtoewijzing wordt altijd beantwoord met een UP 4 bericht. TR 41 Een aanvraagrecord mag alleen voorkomen bij een MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET voor een reguliere toewijzing met MUTATIECODE 12 (cliënt wil nu de zorg (nog) niet), 18 (aanbieder kan nu de zorg nog niet leveren) of 19 (Levering zorg is beëindigd - zorgtoewijzing sluiten). AW39 AANVRAAG FUNCTIE - AW39 AANVRAAG - ZORGZWAARTEPAKKET AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 19 / 184

ZK39 AANVRAAG FUNCTIE - ZK39 AANVRAAG ZORGZWAARTEPAKKET - OP 55 Indien een zorgaanbieder de toegewezen zorg (nu) nog niet UP 4 kan leveren of de cliënt de toegewezen zorg (nu) nog niet kan of wil ontvangen, vraagt de dossierhouder (in overleg met de zorgaanbieder) een aangepaste zorgtoewijzing aan. OP 55 1 Voor cliënten afkomstig uit een andere AWBZ-regio kan de dossierhouder zijn rol terugleggen bij het regionale zorgkantoor. UP 4 TR 42 De gebruikte AGB-code moet geldig zijn. De peildatum om de geldigheid van de AGB-code te controleren met behulp van de AZR- AGB-codelijst is: voor het indicatiebesluit (IO31) de INGANGSDATUM geïndiceerde zorgeenheid; voor de zorgtoewijzing () de INGANGSDATUM toegewezen zorgeenheid; voor de melding aanvang zorg (AW35 en CA317) de BEGINDATUM geleverde zorgeenheid; voor de mutaties (AW39 en CA319) de MUTATIEDATUM. FUNCTIE (toegewezen) INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (toegewezen) AW35 FUNCTIE (geleverd) INSTELLING AW35 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (geleverd) AW39 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING AW39 MUTATIE INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET AW39 AANVRAAG FUNCTIE INSTELLING AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 20 / 184

AW39 AANVRAAG INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET CA317 FUNCTIE (geleverd) INSTELLING CA317 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (geleverd) CA319 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING CA319 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING BESTEMMING CA319 MUTATIE INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET CA319 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING BESTEMMING IO31 FUNCTIE INSTELLING (01) IO31 FUNCTIE INSTELLING (02) IO31 FUNCTIE INSTELLING (03) IO31 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (01) IO31 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (02) IO31 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (03) FUNCTIE (toegewezen) INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (toegewezen) ZK35 FUNCTIE (geleverd) INSTELLING ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (geleverd) ZK39 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING ZK39 MUTATIE INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 AANVRAAG FUNCTIE INSTELLING ZK39 AANVRAAG ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING OP 20 De cliënt kan per geïndiceerde zorgeenheid een voorkeur voor een zorgaanbieder opgeven. UP 4 UP 16 UP 19 UP 24 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 21 / 184

OP 125 Als een zorgaanbieder met meer dan één zorgkantoor een contractrelatie heeft, heeft hij voor elke relatie een aparte AGBcode. UP 17 TR 43 Indien de ZZPCODE de waarde 999 (ZZP0) bevat, is voor LEVERINGSVORM de waarde 2 (PGB) niet toegestaan. AW317 ZORGZWAARTEPAKKET LEVERINGSVORM ZORGZWAARTEPAKKET LEVERINGSVORM IO31 ZORGZWAARTEPAKKET LEVERINGSVORM ZORGZWAARTEPAKKET LEVERINGSVORM OP 114 Het CIZ moet voor de meeverhuizende partner een indicatie voor partnerverblijf afgeven met de leveringsvorm zorg in natura. UP 19 TR 44 Indien de ZZPCODE de waarde 999 (ZZP0) bevat, is voor VPT de waarde 1 (ja) niet toegestaan. AW35 ZORGZWAARTEPAKKET VPT (geleverd) AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 22 / 184

CA317 ZORGZWAARTEPAKKET VPT (geleverd) ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET VPT (geleverd) OP 57 De partner van een cliënt met de grondslag somatisch of psychogeriatrisch met een indicatie voor verblijf mag meeverhuizen als dit gewenst en mogelijk is. UP 7 UP 19 TR 45 Indien SOORT in een geïndiceerd FUNCTIE gelijk is aan '1', dan moet er tenminste één ACTIVITEIT bij dit FUNCTIE voorkomen, anders mogen er geen ACTIVITEITS voorkomen. FUNCTIE - IO31 FUNCTIE - FUNCTIE - OP 9 Geïndiceerde functies worden nader toegelicht door activiteiten. UP 7 UP 16 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 23 / 184

TR 46 De LEVERINGSSTATUS moet toegestaan zijn bij de opgegeven MUTATIECODE. De volgende waarden zijn in combinatie met de MUTATIECODE toegestaan: MUTATIECODE 02 (overlijden) -- 5 (einde zorgvraag); MUTATIECODE 12 (cliënt wil de zorg (nu) nog niet) -- 3 (slapend wachtend) of 5 (einde zorgvraag); MUTATIECODE 17 (overplaatsing (er is een MAZ)) -- 5 (einde zorgvraag); MUTATIECODE 18 (aanbieder kan de zorg nu nog niet leveren) -- 1 (actief wachtend) of 2 (wens wachtend); MUTATIECODE 19 (levering zorg is beëindigd - zorgtoewijzing sluiten) -- 5 (einde zorgvraag); MUTATIECODE 20 (levering zorg is beëindigd - zorgtoewijzing aanhouden) -- 1 (actief wachtend), 2 (wens wachtend) of 3 (slapend wachtend); MUTATIECODE 21 (overdracht ZTW (er is geen MAZ)) -- 5 (einde zorgvraag). AW39 MUTATIE FUNCTIE LEVERINGSSTATUS AW39 MUTATIE LEVERINGSSTATUS ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE LEVERINGSSTATUS ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET LEVERINGSSTATUS OP 66 Indien er wijzigingen in de zorglevering plaats vindt moet de zorgaanbieder dit melden met een bericht. UP 4 UP 21 UP 12 OP 66 3 OP 66 2 OP 66 1 In het geval van logeeropvang voor minder van vier dagen per UP 4 week waarbij de frequentie vooraf bepaald is, wordt het einde UP 12 van de zorglevering gemeld op het moment dat de UP 8 logeeropvang definitief wordt beëindigd. In het geval van doorlopende zorg wordt geen mutatiebericht UP 17 gestuurd. Een nieuwe zorgtoewijzing wordt altijd beantwoord met een UP 4 bericht. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 24 / 184

OP 139 Het definitief beëindigen van de zorglevering leidt tot het UP 4 beëindigen van de zorgtoewijzing. TR 49 INSTELLING BESTEMMING moet gevuld zijn indien MUTATIECODE de waarde 17 (overplaatsing (er is een MAZ)) of 21 (overdracht (er is geen MAZ)) bevat en mag ook alleen in die gevallen worden gevuld. AW39 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING BESTEMMING AW39 MUTATIE INSTELLING BESTEMMING ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING BESTEMMING ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING BESTEMMING OP 160 Bij overdracht van de zorgtoewijzing en bij overplaatsing moet de zorgaanbieder de nieuwe aanbieder in het mutatiebericht vermelden. UP 4 UP 17 TR 52 De BEGINDATUM van een geleverde zorgeenheid mag niet groter zijn dan de DAGTEKENING HEENBERICHT. AW35 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM AW35 ZORGZWAARTEPAKKET BEGINDATUM (geleverd) CA317 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 25 / 184

CA317 ZORGZWAARTEPAKKET BEGINDATUM (geleverd) ZK35 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET BEGINDATUM (geleverd) OP 11 De zorgaanbieder moet de begindatum van de zorglevering melden nadat de zorg daadwerkelijk is aangevangen. UP 4 UP 21 UP 12 TR 55 Het gebruikte UZOVI-nummer moet geldig zijn. De AFGIFEDATUM in het INDICATIEBESLUIT moet groter dan of gelijk zijn aan (indien gevuld) de 'datum opneming' van het betreffende UZOVI en kleiner dan (indien gevuld) de 'datum uitschrijving'. IO31 CLIENT UZOVI OP 31 In het indicatiebesluit kan de zorgverzekeraar van de cliënt worden opgenomen. UP 23 TR 56 IDENTIFICATIE HEENBERICHT moet per berichtsoort uniek zijn voor de verzendende partij. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 26 / 184

Voor het FACTUURNUMMER DECLARANT in de AW319 geldt dat deze controle niet case sensitive is (er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofd- en kleine letters). AW310 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT AW317 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT AW319 VOORLOOP FACTUURNUMMER DECLARANT AW320 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT AW34 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT AW35 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT AW36 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT AW39 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT CA317 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT CA318 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT CA319 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT CA320 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT IO31 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT IO32 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT ZK310 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT ZK34 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT ZK35 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT ZK36 VOORLOOP IDENTIFICATIE RETOURBERICHT ZK39 VOORLOOP IDENTIFICATIE HEENBERICHT AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 27 / 184

OP 47 Als een bericht niet aan de geldende standaard voldoet, mag het UP 17 bericht afgekeurd worden. TR 57 Wanneer meerdere geïndiceerde ZORGZWAARTEPAKKETS aanwezig zijn bij een INDICATIEBESLUIT, dan mogen de geldigheidsduren van deze zorgzwaartepakketten elkaar niet overlappen. ZORGZWAARTEPAKKET - IO31 ZORGZWAARTEPAKKET - ZORGZWAARTEPAKKET - OP 13 In een indicatiebesluit kunnen meerdere zorgeenheden UP 7 voorkomen en kan dezelfde zorgeenheid meermalen voorkomen. TR 58 Wanneer meerdere toegewezen ZORGZWAARTEPAKKETS met dezelfde SOORT voorkomen, dan mogen deze toewijzingen maximaal één dag overlappen. Toewijzingen met SOORT regulier en alternatief moeten in deze context als dezelfde SOORT worden beschouwd. ZORGZWAARTEPAKKET - AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 28 / 184

(toegewezen) ZORGZWAARTEPAKKET - (toegewezen) OP 140 Een zorgeenheid mag op hetzelfde moment niet aan meer UP 4 dan één zorgaanbieder toegewezen worden met dezelfde soort toewijzing. OP 140 1 In het geval van overplaatsing van de cliënt én in het geval UP 4 van overdracht van de zorgtoewijzing is één dag overlap in de zorgtoewijzing toegestaan, mits de zorgtoewijzing binnen de begin- en einddatum van het indicatiebesluit blijft. OP 140 2 Er zijn zorgzwaartepakketten waarbij de 'begeleiding' aan een andere zorgaanbieder mag worden toegewezen dan de UP 4 UP 24 zorgaanbieder die het zorgzwaartepakket krijgt toegewezen. TR 59 FUNCTIECODE mag niet de waarde '72' (langdurig verblijf) bevatten. AW317 FUNCTIE FUNCTIECODE AW317 FUNCTIE (wachtlijst) FUNCTIECODE FUNCTIE FUNCTIECODE FUNCTIE FUNCTIECODE (toegewezen) AW35 FUNCTIE (geleverd) FUNCTIECODE AW39 MUTATIE FUNCTIE FUNCTIECODE AW39 AANVRAAG FUNCTIE FUNCTIECODE CA317 FUNCTIE (geleverd) FUNCTIECODE CA319 MUTATIE FUNCTIE FUNCTIECODE IO31 FUNCTIE FUNCTIECODE AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 29 / 184

FUNCTIE FUNCTIECODE FUNCTIE FUNCTIECODE (toegewezen) ZK35 FUNCTIE (geleverd) FUNCTIECODE ZK39 MUTATIE FUNCTIE FUNCTIECODE ZK39 AANVRAAG FUNCTIE FUNCTIECODE OP 12 AWBZ-zorg met langdurig verblijf moet worden geindiceerd als een zorgzwaartepakket. UP 7 UP 16 UP 24 TR 60 De gebruikte AGB-code moet geldig zijn gedurende de periode dat de zorg wordt toegewezen. De periode dat de zorg wordt toegewezen loopt van INGANGSDATUM tot en met EINDDATUM. Hoewel uitzonderingen theoretisch mogelijk zijn, biedt een controle op geldigheid op startdatum en een controle op geldigheid op einddatum in de praktijk waarschijnlijk voldoende zekerheid. FUNCTIE (toegewezen) INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (toegewezen) AW39 AANVRAAG FUNCTIE INSTELLING AW39 AANVRAAG INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET FUNCTIE (toegewezen) INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 30 / 184

(toegewezen) ZK39 AANVRAAG FUNCTIE INSTELLING ZK39 AANVRAAG ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING OP 20 De cliënt kan per geïndiceerde zorgeenheid een voorkeur voor een zorgaanbieder opgeven. UP 4 UP 16 UP 19 UP 24 TR 61 Bij een CLIENT moet minimaal één ADRES voorkomen waarvan SOORT de waarde '01' (GBA adres) of '03' (Verblijfadres) heeft. CLIENT - IO31 CLIENT - CLIENT - OP 77 Het CIZ legt tenminste het GBA adres en/of het verblijfadres van UP 23 de cliënt vast. UP 15 TR 62 De ACTIVITEITCODE moet aansluiten op de bijbehorende FUNCTIECODE. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 31 / 184

De eerste twee cijfers van de ACTIVITEITCODE moeten overeenkomen met de eerste twee cijfers van de bijbehorende FUNCTIECODE, tenzij de laatste vier cijfers van de ACTIVITEITCODE de waarde 9999 hebben; in dat geval moet alleen het eerste cijfer overeenkomen. ACTIVITEIT ACTIVITEITCODE IO31 ACTIVITEIT ACTIVITEITCODE ACTIVITEIT ACTIVITEITCODE OP 47 Als een bericht niet aan de geldende standaard voldoet, mag het UP 17 bericht afgekeurd worden. TR 63 Indien STATUS AANLEVERING de waarde 3 bevat, dan moet eerder een record met dezelfde logische sleutel verstuurd zijn. Gezien het corrigerende karakter van een record waarbij STATUS AANLEVERING de waarde 3 bevat, is het niet nodig om overige inhoudelijke controles op dit record uit te voeren. Opmerking: Deze regel is bedoeld om het gebruik van de waarde 3 in goede banen te leiden en zegt niets over het mogelijk toegestaan zijn van deze waarde. Eventuele beperkingen van dit gebruik worden via een constraint (of eventueel andere technische regels) beschreven. CLIENT STATUS AANLEVERING RELATIE STATUS AANLEVERING ADRES STATUS AANLEVERING OMGEVING STATUS AANLEVERING AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 32 / 184

ZIEKTEBEELD- EN STOORNIS STATUS AANLEVERING BEPERKING STATUS AANLEVERING INDICATIEBESLUIT STATUS AANLEVERING FUNCTIE STATUS AANLEVERING ACTIVITEIT STATUS AANLEVERING SCORE STOORNIS STATUS AANLEVERING SCORE BEPERKING STATUS AANLEVERING FUNCTIE (toegewezen) STATUS AANLEVERING ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING (toegewezen) AW35 CLIENT STATUS AANLEVERING AW35 FUNCTIE (geleverd) STATUS AANLEVERING AW35 ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING (geleverd) AW39 CLIENT STATUS AANLEVERING AW39 MUTATIE FUNCTIE STATUS AANLEVERING AW39 MUTATIE STATUS AANLEVERING ZORGZWAARTEPAKKET CA317 CLIENT STATUS AANLEVERING CA317 ADRES STATUS AANLEVERING CA317 FUNCTIE (geleverd) STATUS AANLEVERING CA317 ZORGZWAARTEPAKKET (geleverd) STATUS AANLEVERING AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 33 / 184

CA319 CLIENT STATUS AANLEVERING CA319 MUTATIE FUNCTIE STATUS AANLEVERING CA319 MUTATIE STATUS AANLEVERING ZORGZWAARTEPAKKET IO31 CLIENT STATUS AANLEVERING IO31 RELATIE STATUS AANLEVERING IO31 ADRES STATUS AANLEVERING IO31 OMGEVING STATUS AANLEVERING IO31 ZIEKTEBEELD- EN STOORNIS STATUS AANLEVERING IO31 BEPERKING STATUS AANLEVERING IO31 INDICATIEBESLUIT STATUS AANLEVERING IO31 FUNCTIE STATUS AANLEVERING IO31 ACTIVITEIT STATUS AANLEVERING IO31 SCORE STOORNIS STATUS AANLEVERING IO31 SCORE BEPERKING STATUS AANLEVERING IO31 ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING CLIENT STATUS AANLEVERING RELATIE STATUS AANLEVERING ADRES STATUS AANLEVERING OMGEVING STATUS AANLEVERING ZIEKTEBEELD- EN STOORNIS STATUS AANLEVERING BEPERKING STATUS AANLEVERING AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 34 / 184

INDICATIEBESLUIT STATUS AANLEVERING FUNCTIE STATUS AANLEVERING ACTIVITEIT STATUS AANLEVERING SCORE STOORNIS STATUS AANLEVERING SCORE BEPERKING STATUS AANLEVERING FUNCTIE (toegewezen) STATUS AANLEVERING ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING (toegewezen) ZK35 CLIENT STATUS AANLEVERING ZK35 FUNCTIE (geleverd) STATUS AANLEVERING ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING (geleverd) ZK39 CLIENT STATUS AANLEVERING ZK39 MUTATIE FUNCTIE STATUS AANLEVERING ZK39 MUTATIE STATUS AANLEVERING ZORGZWAARTEPAKKET OP 47 Als een bericht niet aan de geldende standaard voldoet, mag het UP 17 bericht afgekeurd worden. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 35 / 184

TR 64 De INSTELLING moet overeenkomen met de INSTELLING in het VOORLOOP of moet (indien de verzendende partij een zorgkantoor is) conform de AZR-AGB-codelijst horen bij de ZORGKANTOOR in het VOORLOOP. AW35 FUNCTIE (geleverd) INSTELLING AW35 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (geleverd) AW39 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING AW39 MUTATIE INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET CA317 FUNCTIE (geleverd) INSTELLING CA317 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (geleverd) CA319 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING CA319 MUTATIE INSTELLING ZORGZWAARTEPAKKET ZK35 FUNCTIE (geleverd) INSTELLING ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING (geleverd) ZK39 MUTATIE FUNCTIE INSTELLING ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET INSTELLING OP 32 Alleen de zorgaanbieder die in de zorgtoewijzing vermeld is mag UP 4 de binnen de grenzen van de zorgtoewijzing passende UP 8 aangevangen zorg melden. TR 65 Indien het een bovenregionale toewijzing () betreft, moet de ZORGKANTOOR overeenkomen met de ZORGKANTOOR (02) in het VOORLOOP. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 36 / 184

FUNCTIE (toegewezen) ZORGKANTOOR ZORGZWAARTEPAKKET ZORGKANTOOR (toegewezen) FUNCTIE (toegewezen) ZORGKANTOOR ZORGZWAARTEPAKKET ZORGKANTOOR (toegewezen) OP 116 Indien een cliënt zorg wil ontvangen van een zorgaanbieder in een andere regio, dan stuurt het zorgkantoor een zorgtoewijzingsbericht naar het bovenregionale zorgkantoor dat wel een contract heeft met die zorgaanbieder. UP 4 TR 66 Het vullen van de BEGINDATUM is afhankelijk van de MUTATIECODE. Indien MUTATIECODE de waarde '17' (overplaatsing (er is een MAZ)), '19' (beëindiging zorg - zorgtoewijzing intrekken) of '20' (beëindiging zorg - zorgtoewijzing open laten) bevat, dan moet BEGINDATUM gevuld zijn. Indien MUTATIECODE de waarde '12' (cliënt wil nu de zorg (nog) niet), '18' (aanbieder kan nu de zorg nog niet leveren) of '21' (overdracht (er is geen MAZ)), dan mag BEGINDATUM niet gevuld zijn. AW39 MUTATIE FUNCTIE BEGINDATUM AW39 MUTATIE BEGINDATUM ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE BEGINDATUM ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET BEGINDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 37 / 184

OP 155 Een (tijdelijke) beëindiging van zorglevering, bevat een verwijzing naar de laatste melding met aanvang van de zorglevering. UP 17 TR 67 KLASSE en OPSLAG moeten kleiner of gelijk zijn aan de KLASSE en OPSLAG in de bijbehorende zorgtoewijzing. AW35 FUNCTIE (geleverd) KLASSE AW35 ZORGZWAARTEPAKKET KLASSE (geleverd) ZK35 FUNCTIE (geleverd) KLASSE ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET KLASSE (geleverd) OP 32 Alleen de zorgaanbieder die in de zorgtoewijzing vermeld is mag UP 4 de binnen de grenzen van de zorgtoewijzing passende UP 8 aangevangen zorg melden. TR 69 Indien de BEGINDATUM is gevuld, dan moet deze datum overeenkomen met de BEGINDATUM uit de actuele melding aanvang zorg die op of voor de MUTATIEDATUM ligt. AW39 MUTATIE FUNCTIE BEGINDATUM AW39 MUTATIE BEGINDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 38 / 184

ZORGZWAARTEPAKKET CA319 MUTATIE FUNCTIE BEGINDATUM CA319 MUTATIE BEGINDATUM ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE BEGINDATUM ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET BEGINDATUM OP 72 Pas na een melding aanvang zorg mag een zorgaanbieder melden dat de zorglevering beëindigd is. UP 12 UP 17 OP 155 Een (tijdelijke) beëindiging van zorglevering, bevat een verwijzing naar de laatste melding met aanvang van de zorglevering. UP 17 TR 70 De INGANGSDATUM en EINDDATUM van de aangevraagde zorgtoewijzing moeten vallen binnen de geldigheidsduur van de toewijzing waarop het MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET van toepassing is. Geldigheidsduur is de periode van gewenste startdatum toegewezen zorgeenheid (functie of zorgzwaartepakket) tot en met gewenste einddatum toegewezen zorgeenheid (functie of zorgzwaartepakket) (dat is inclusief de begin- en einddatum van de geldigheidsduur). AW39 AANVRAAG FUNCTIE INGANGSDATUM AW39 AANVRAAG FUNCTIE EINDDATUM AW39 AANVRAAG INGANGSDATUM ZORGZWAARTEPAKKET AW39 AANVRAAG EINDDATUM ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 AANVRAAG FUNCTIE INGANGSDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 39 / 184

ZK39 AANVRAAG FUNCTIE EINDDATUM ZK39 AANVRAAG INGANGSDATUM ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 AANVRAAG ZORGZWAARTEPAKKET EINDDATUM OP 162 De rol van dossierhouder is beperkt tot de periode van de reguliere zorgtoewijzing van het zorgzwaartepakket. UP 4 TR 71 STATUS AANLEVERING mag niet de waarde '3' bevatten als er voor dat betreffende melding aanvang zorgrecord al een mutatierecord (einde zorg) is verstuurd. AW35 FUNCTIE (geleverd) STATUS AANLEVERING AW35 ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING (geleverd) CA317 FUNCTIE (geleverd) STATUS AANLEVERING CA317 ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING (geleverd) ZK35 FUNCTIE (geleverd) STATUS AANLEVERING ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET STATUS AANLEVERING (geleverd) OP 33 Voor het doorgeven van correcties op een eerder verzonden UP 17 bericht, moet gebruik gemaakt worden van de systematiek van status aanlevering. OP 33 1 Een afgegeven zorgtoewijzing mag gewijzigd worden waarbij UP 17 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 40 / 184

de wijziging met een nieuw bericht moet worden doorgegeven. TR 72 Indien SOORT in een ADRES van een cliënt de waarde '1' (GBA adres) bevat, dan moet de POSTCODE conform de AWBZ-regiotabel horen bij de ZORGKANTOOR uit het voorlooprecord. Indien er geen adresrecord voor een cliënt bekend is met een GBA adres, dan geldt deze regel ook indien SOORT ADRES de waarde '3' (verblijfadres) bevat. IO31 ADRES POSTCODE OP 123 Het CIZ stuurt het indicatiebesluit naar het zorgkantoor van de AWBZ-regio behorend bij het GBA-adres van de cliënt. UP 4 UP 15 UP 24 OP 123 1 Indien het indicatiebesluit geen GBA-adres bevat, stuurt het CIZ het indicatiebesluit naar het zorgkantoor van de AWBZregio behorend bij het verblijfadres van de cliënt. UP 4 UP 24 TR 73 De MUTATIECODE moet toegestaan zijn bij de SOORT uit de toegewezen zorgeenheid. De toegestane combinaties MUTATIECODE -- SOORT toewijzing: 02 (overlijden) -- <geen beperking> 12 (cliënt wil de zorg (nu) nog niet) -- 1 (regulier) of 2 (alternatief) 17 (overplaatsing (er is een MAZ)) -- <geen beperking> 18 (aanbieder kan de zorg nu nog niet leveren) -- 1 (regulier) of 2 (alternatief) AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 41 / 184

19 (levering zorg is beëindigd - zorgtoewijzing sluiten) -- <geen beperking> 20 (levering zorg is beëindigd - zorgtoewijzing aanhouden) -- <geen beperking> 21 (overdracht ZTW (er is geen MAZ)) -- 1 (regulier) AW39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIECODE AW39 MUTATIE MUTATIECODE ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIECODE ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET MUTATIECODE OP 161 Een zorgaanbieder mag een zorgtoewijzing overdragen aan een UP 4 andere zorgaanbieder. TR 74 Indien STATUS AANLEVERING de waarde '3' kan bevatten maar de waarde '1' bevat, dan moet de logische sleutel van het record niet alleen uniek zijn binnen het bericht zelf maar ook in combinatie met alle reeds ontvangen berichten. Dit is ook van toepassing indien het gebruik van de waarde 3 door middel van een constraint in specifieke situaties (zie AW39) is uitgesloten. AW319 COMMENTAAR - CLIENT - RELATIE - ADRES - OMGEVING - ZIEKTEBEELD- EN - STOORNIS BEPERKING - INDICATIEBESLUIT - FUNCTIE - AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 42 / 184

ACTIVITEIT - SCORE STOORNIS - SCORE BEPERKING - FUNCTIE (toegewezen) - ZORGZWAARTEPAKKET - ZORGZWAARTEPAKKET - (toegewezen) COMMENTAAR - AW35 CLIENT - AW35 FUNCTIE (geleverd) - AW35 ZORGZWAARTEPAKKET - (geleverd) AW39 CLIENT - AW39 MUTATIE FUNCTIE - AW39 MUTATIE - ZORGZWAARTEPAKKET AW39 AANVRAAG FUNCTIE - AW39 AANVRAAG - ZORGZWAARTEPAKKET CA317 CLIENT - CA317 ADRES - CA317 FUNCTIE (geleverd) - CA317 ZORGZWAARTEPAKKET - (geleverd) CA319 CLIENT - CA319 MUTATIE FUNCTIE - CA319 MUTATIE - ZORGZWAARTEPAKKET IO31 CLIENT - IO31 RELATIE - IO31 ADRES - IO31 OMGEVING - IO31 ZIEKTEBEELD- EN - STOORNIS IO31 BEPERKING - IO31 INDICATIEBESLUIT - IO31 FUNCTIE - IO31 ACTIVITEIT - IO31 SCORE STOORNIS - IO31 SCORE BEPERKING - AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 43 / 184

IO31 ZORGZWAARTEPAKKET - IO31 COMMENTAAR - CLIENT - RELATIE - ADRES - OMGEVING - ZIEKTEBEELD- EN - STOORNIS BEPERKING - INDICATIEBESLUIT - FUNCTIE - ACTIVITEIT - SCORE STOORNIS - SCORE BEPERKING - FUNCTIE (toegewezen) - ZORGZWAARTEPAKKET - ZORGZWAARTEPAKKET - (toegewezen) COMMENTAAR - ZK35 CLIENT - ZK35 FUNCTIE (geleverd) - ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET - (geleverd) ZK39 CLIENT - ZK39 MUTATIE FUNCTIE - ZK39 MUTATIE - ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 AANVRAAG FUNCTIE - ZK39 AANVRAAG ZORGZWAARTEPAKKET - OP 33 Voor het doorgeven van correcties op een eerder verzonden UP 17 bericht, moet gebruik gemaakt worden van de systematiek van status aanlevering. OP 33 1 Een afgegeven zorgtoewijzing mag gewijzigd worden waarbij UP 17 de wijziging met een nieuw bericht moet worden AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 44 / 184

doorgegeven. TR 75 Er mag niet reeds een melding aanvang zorg voorkomen (voor dezelfde cliënt met dezelfde functie voor dezelfde aanbieder) met dezelfde BEGINDATUM. AW35 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM CA317 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM ZK35 FUNCTIE (geleverd) BEGINDATUM OP 33 Voor het doorgeven van correcties op een eerder verzonden bericht, moet gebruik gemaakt worden van de systematiek van status aanlevering. UP 17 OP 33 1 Een afgegeven zorgtoewijzing mag gewijzigd worden waarbij UP 17 de wijziging met een nieuw bericht moet worden doorgegeven. TR 76 Indien een zorgtoewijzing met dezelfde logische sleutel reeds voorkomt, mogen de KLASSE en OPSLAG niet kleiner zijn dan in de eerdere toewijzing. NB De volgorde van zorgtoewijzingen is vast te stellen op basis van datum/tijd zorgtoewijzing. FUNCTIE (toegewezen) KLASSE FUNCTIE (toegewezen) OPSLAG ZORGZWAARTEPAKKET KLASSE AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 45 / 184

(toegewezen) FUNCTIE (toegewezen) KLASSE FUNCTIE (toegewezen) OPSLAG ZORGZWAARTEPAKKET KLASSE (toegewezen) OP 33 1 Een afgegeven zorgtoewijzing mag gewijzigd worden waarbij UP 17 de wijziging met een nieuw bericht moet worden doorgegeven. TR 77 Wanneer toegewezen FUNCTIES met dezelfde FUNCTIECODE en dezelfde SOORT meerdere keren voorkomen, dan mogen deze toewijzingen maximaal één dag overlappen. Toewijzingen met SOORT regulier en alternatief moeten in deze context als dezelfde SOORT worden beschouwd. FUNCTIE - (toegewezen) FUNCTIE (toegewezen) - OP 140 Een zorgeenheid mag op hetzelfde moment niet aan meer UP 4 dan één zorgaanbieder toegewezen worden met dezelfde soort toewijzing. OP 140 1 In het geval van overplaatsing van de cliënt én in het geval UP 4 van overdracht van de zorgtoewijzing is één dag overlap in de zorgtoewijzing toegestaan, mits de zorgtoewijzing binnen de begin- en einddatum van het indicatiebesluit AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 46 / 184

blijft. OP 140 2 Er zijn zorgzwaartepakketten waarbij de 'begeleiding' aan een andere zorgaanbieder mag worden toegewezen dan de UP 4 UP 24 zorgaanbieder die het zorgzwaartepakket krijgt toegewezen. TR 78 Een mutatie (geen eindezorg) mag niet voorafgegaan zijn door een melding aanvang zorg, tenzij de zorglevering is beëindigd met het aanhouden van de zorgtoewijzing. Indien MUTATIECODE de waarde 12 (cliënt wil nu de zorg (nog) niet), '18' (aanbieder kan nu de zorg nog niet leveren) of '21' (overdracht (er is geen MAZ)) bevat, mag er voor de betreffende zorgtoewijzing niet reeds een melding aanvang zorg zijn met een BEGINDATUM die voor de MUTATIEDATUM ligt, tenzij voor deze zorgtoewijzing een mutatie met MUTATIECODE '20' (levering zorg is beëindigd - zorgtoewijzing aanhouden) is verstuurd. AW39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIECODE AW39 MUTATIE MUTATIECODE ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIECODE ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET MUTATIECODE OP 161 Een zorgaanbieder mag een zorgtoewijzing overdragen aan een UP 4 andere zorgaanbieder. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 47 / 184

TR 79 Opvolgende indicatiebesluiten voor dezelfde cliënt moeten opvolgend genummerd worden. Indien de AFGIFTEDATUM in het INDICATIEBESLUIT groter is dan de AFGIFTEDATUM van een ander INDICATIEBESLUIT voor dezelfde cliënt, dan mag het VOLGNUMMER INDICATIE niet kleiner zijn dan het VOLGNUMMER INDICATIE van dat INDICATIEBESLUIT. AW317 INDICATIE VOLGNUMMER INDICATIE OP 167 Indien een cliënt in de selectieperiode van het wachtlijstbericht UP 17 meerdere indicaties heeft gehad, dan worden die indicaties opvolgend genummerd op basis van geldigheid. TR 80 De BEGINDATUM PERIODE moet precies één dag liggen na de EINDDATUM PERIODE van een eerder correct ontvangen bestand met dezelfde ZORGKANTOOR. AW317 VOORLOOP BEGINDATUM PERIODE AW319 VOORLOOP BEGINDATUM DECLARATIEPERIODE OP 170 Het zorgkantoor mag een wachtlijstbericht pas aanleveren als UP 17 het wachtlijstbericht van de voorgaande periode is goedgekeurd. OP 242 [DECL] De zorgaanbieder mag een declaratiebericht pas UP 17 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 48 / 184

aanleveren als het declaratiebericht van de voorgaande periode is goedgekeurd. TR 81 Indien de FUNCTIECODE de waarde 91 (ADL) bevat, dan moet SOORT in het geïndiceerde FUNCTIE de waarde 1 bevatten. AW317 FUNCTIE SOORT FUNCTIE SOORT IO31 FUNCTIE SOORT FUNCTIE SOORT OP 176 ADL-assistentie maakt geen onderdeel uit van een zorgzwaartepakket en mag ook niet naast een zorgzwaartepakket worden geïndiceerd. UP 7 UP 24 TR 82 Indien de FUNCTIECODE de waarde 91 (ADL) bevat, dan mag SOORT in het toegewezen FUNCTIE niet de waarde 2 (alternatief) of 3 (overbrugging) bevatten. AW317 FUNCTIE (wachtlijst) SOORT FUNCTIE SOORT (toegewezen) AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 49 / 184

AW39 AANVRAAG FUNCTIE SOORT CA317 FUNCTIE (geleverd) SOORT FUNCTIE (toegewezen) SOORT ZK39 AANVRAAG FUNCTIE SOORT OP 177 ADL-assistentie mag niet worden toegewezen als overbruggingszorg of als alternatieve zorg. UP 4 TR 83 Indien de FUNCTIECODE de waarde 91 (ADL) bevat, dan mag de rubriek LEVERINGSVORM niet de waarde 2 (PGB) bevatten. AW317 FUNCTIE LEVERINGSVORM FUNCTIE LEVERINGSVORM IO31 FUNCTIE LEVERINGSVORM FUNCTIE LEVERINGSVORM OP 178 ADL-assistentie kan alleen als zorg in natura worden geleverd; het zorgkantoor mag voor ADL-assistentie geen PGB toekennen. UP 4 UP 24 AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 50 / 184

TR 84 Indien geleverde KLASSE en OPSLAG groter of gelijk zijn aan KLASSE en OPSLAG in de zorgtoewijzing, dan moet LEVERINGSSTATUS de waarde 4 (in zorg) bevatten. Indien geleverde KLASSE ongelijk is aan KLASSE in de zorgtoewijzing of geleverde OPSLAG kleiner is dan OPSLAG in de zorgtoewijzing, dan mag LEVERINGSSTATUS niet de waarde 4 (in zorg) bevatten. AW35 FUNCTIE (geleverd) LEVERINGSSTATUS AW35 ZORGZWAARTEPAKKET LEVERINGSSTATUS (geleverd) ZK35 FUNCTIE (geleverd) LEVERINGSSTATUS ZK35 ZORGZWAARTEPAKKET LEVERINGSSTATUS (geleverd) OP 66 Indien er wijzigingen in de zorglevering plaats vindt moet de zorgaanbieder dit melden met een bericht. UP 4 UP 21 UP 12 OP 66 3 OP 66 2 OP 66 1 In het geval van logeeropvang voor minder van vier dagen per UP 4 week waarbij de frequentie vooraf bepaald is, wordt het einde UP 12 van de zorglevering gemeld op het moment dat de UP 8 logeeropvang definitief wordt beëindigd. In het geval van doorlopende zorg wordt geen mutatiebericht UP 17 gestuurd. Een nieuwe zorgtoewijzing wordt altijd beantwoord met een UP 4 bericht. TR 85 SOORT toewijzing in het aanvraagrecord moet toegestaan zijn bij de LEVERINGSSTATUS. aangevraagde SOORT toewijzing - LEVERINGSSTATUS AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 51 / 184

1 (regulier) - 5 (einde zorgvraag) 2 (alternatief) - 5 (einde zorgvraag) 3 (overbrugging) - 1 (actief wachtend), 2 (wenswachtend) of 3 (slapend wachtend) 4 (transfer) - 2 (wenswachtend) AW39 AANVRAAG FUNCTIE SOORT AW39 AANVRAAG SOORT ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 AANVRAAG FUNCTIE SOORT ZK39 AANVRAAG ZORGZWAARTEPAKKET SOORT OP 152 Een aanvraag aangepaste zorgtoewijzing moet altijd een compleet overzicht bevatten van de te leveren zorgeenheden vanaf de (kleinste) gewenste startdatum van de aangevraagde zorgeenheden. UP 4 UP 17 TR 86 Als SOORT toewijzing in het aanvraagrecord gelijk is aan 1 (regulier) of 2 (alternatief), dan moet de INGANGSDATUM groter dan of gelijk zijn aan de MUTATIEDATUM in het bijbehorende mutatierecord. AW39 AANVRAAG FUNCTIE INGANGSDATUM AW39 AANVRAAG INGANGSDATUM ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 AANVRAAG FUNCTIE INGANGSDATUM ZK39 AANVRAAG ZORGZWAARTEPAKKET INGANGSDATUM AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 52 / 184

OP 55 Indien een zorgaanbieder de toegewezen zorg (nu) nog niet UP 4 kan leveren of de cliënt de toegewezen zorg (nu) nog niet kan of wil ontvangen, vraagt de dossierhouder (in overleg met de zorgaanbieder) een aangepaste zorgtoewijzing aan. OP 55 1 Voor cliënten afkomstig uit een andere AWBZ-regio kan de UP 4 dossierhouder zijn rol terugleggen bij het regionale zorgkantoor. OP 152 Een aanvraag aangepaste zorgtoewijzing moet altijd een compleet overzicht bevatten van de te leveren zorgeenheden vanaf de (kleinste) gewenste startdatum van de aangevraagde zorgeenheden. UP 4 UP 17 TR 88 Indien de toewijzing is gebaseerd op een indicatiebesluit waarvan SOORT indicatie de waarde 4 (ERAI-indicatie) bevat en de INSTELLING kom voor in de AZR-AGB-codelijst als ERAI-instelling, dan mag MUTATIECODE niet de waarde 17 (overplaatsing) en 21 (overdracht) bevatten. AW39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIECODE AW39 MUTATIE MUTATIECODE ZORGZWAARTEPAKKET ZK39 MUTATIE FUNCTIE MUTATIECODE ZK39 MUTATIE ZORGZWAARTEPAKKET MUTATIECODE OP 189 Een zorgeenheid uit een indicatie die door een ERAIinstelling UP 19 is gesteld mag niet door een andere dan deze zorgaanbieder worden geleverd. OP 189 1 Als de geïndiceerde zorgeenheid een andere UP 19 voorkeursinstelling heeft dan de ERAI-instelling, dan mag deze zorgeenheid wel door een andere zorgaanbieder worden geleverd. AZR 3.1.1 versie 1.0 / AW319 versie 1.4 53 / 184