Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Wat zijn primaire waterkeringen? Primaire waterkeringen zijn dijken en kades die het Rivierengebied beschermen tegen het rivierwater van de grote rivieren, zoals de Rijn, Maas en Waal. Hoe zijn de primaire waterkeringen binnen Waterschap Rivierenland opgebouwd? Het gebied van Waterschap Rivierenland kent ongeveer 365 km aan primaire waterkering. Deze 365 km wordt gevormd door zeven dijkringen: Dijkring 37: Nederhemert, lengte kering ±7 km. (incl. verbindende waterkering), Dijkring 38: Bommelerwaard, lengte kering ±66 km., Dijkring 39: Alem, lengte kering ±5 km., Dijkring 40: Heerewaarden, lengte kering ±13 km., Dijkring 41: Land van Maas en Waal, lengte kering ±89 km. (incl. verbindende waterkering), Dijkring 42: Ooij en Millingen, lengte kering ±17 km., Dijkring 43: Betuwe/Tieler- en Culemborgerwaarden, lengte kering ±168 km. De dijkringen zijn opgebouwd uit dijkvakken, deze zijn tussen de 5 en de 10 km. lang. Per dijkvak wordt een legger en register gemaakt. Waterschap Rivierenland is als beheerder van deze primaire waterkering op grond van de Wet op de Waterkering verplicht een legger met beheerregister op te stellen. Wat is een legger? Leggers zijn openbare registers met een publiekrechtelijke functie. In de legger van een dijk is aangegeven, waaraan die waterkering moet voldoen. Het gaat hierbij om richting, vorm, afmeting en constructie, zoals is vastgelegd in het ontwerp. Ook de juridische (keur) begrenzingen zijn in de legger aangegeven. Waaruit bestaat een legger(boek)? De legger bestaat voornamelijk uit kaarten en tekeningen (op handzaam A3-formaat). Na de overzichtskaarten met de ligging van het betreffende dijkvak en de verdeling ervan in kaartbladen op grotere schaal, volgen gedetailleerde situatietekeningen op een schaal 1:1000. Tenslotte volgt een aantal specifieke dwarsprofielen en een lengteprofiel. Op de volgende pagina s worden deze drie onderdelen van het leggerboek aan de hand van tekeningen en een verklarende woordenlijst uitgelegd. 1. Situatietekening (gedetailleerd gedeelte van een grotere overzichtstekening, die ook in het leggerboek staat) 2. Dwarsprofieltekeningen (ontwerp) 3. Lengteprofieltekeningen (ontwerp) Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering 1
1. Situatietekening Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering 2
Toelichting op bovenstaande situatietekening (op pagina 2) Kadastrale ondergrond De informatie met betrekking tot deze ondergrond komt rechtstreeks van het kadaster en wordt gebruikt om de plaats van zones rondom de waterkering te verduidelijken. Gemeten ondergrond De kadastrale ondergrond (zie hierboven) geeft alleen informatie over percelen zoals bekend bij het Kadaster. Veel relevante informatie ontbreekt, bijvoorbeeld over sloten, kelders, verhardingen, rasters et cetera. Het waterschap laat daarom de gehele ondergrond rondom de dijk in kaart brengen zodat duidelijk is op welk hoogte niveau de ondergrond ligt en welke objecten zich daarop bevinden. Landzijde Dit noemt het waterschap de binnendijkse zijde. Rivierzijde Dit noemt het waterschap de buitendijkse zijde. Binnen- en buitenteen Binnen- en buitendijks de plaats waar het talud in het maaiveld overgaat. Binnen- en buitenkruin Binnen- en buitendijks de plaats waar de dijktafel (bovenkant van de waterkering, meestal ongeveer een halve meter vanaf de weg) overgaat in het talud. Dijkpaal met nummer De dijkpalen op de dijk corresponderen met de nummers op tekening. Ontwerpdwarsprofiel met nr. Plaats van een ontwerpdwarsprofiel. In de legger worden aalleen de kenmerkende ontwerpdwarsprofielen weergegeven. Een ontwerpdwarsprofiel wordt onder het gemeten profiel gelegd, dit maakt een deel van het beheerregister (zie ook pagina 6). Grens kernzone Grens waarop de keur van toepassing is. Grens beschermingszone Grens waarop de keur van toepassing is. Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering 3
2. Tekening Dwarsprofiel Toelichting op bovenstaande tekening van het dwarsprofiel Maatgevende HoogWaterstand De hoogte van de waterstand die gekeerd moet kunnen worden. De extra hoogte in het ontwerp is voor de (MHW)golfoploop, (MHW) dit heeft te maken met de lengte van het wateroppervlak (bij hoogwater) waarop de wind vat heeft. Deze reserve ligt tussen de 50 en de 100 cm. maar kan op sommige plaatsen meer dan 100 cm. bedragen. Binnen- en buitenteen Binnen- en buitendijks de plaats waar het talud in het maaiveld overgaat. Binnen- en buitenkruin Binnen- en buitendijks de plaats waar de dijktafel (bovenkant van de waterkering, meestal ongeveer een halve meter uit de weg) overgaat in het talud. Middenkruin meestal het midden van de weg en dus vaak het hoogste punt van de waterkering. Ontwerpprofiel Het minimaal benodigde profiel. Verbeterd profiel Hiervan zijn de gebruikte grondsoorten bekend en daarom rood gemarkeerd. Het oude dijklichaam blijft ongemarkeerd. Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering 4
3. Tekening Lengteprofiel Toelichting op bovenstaande tekening van het lengteprofiel Maatgevende HoogWaterstand De hoogte van de waterstand die gekeerd moet kunnen worden. De extra hoogte in het ontwerp is voor de golfoploop, dit heeft (mhw) te maken met de lengte van het wateroppervlak (bij hoogwater) waarop de wind vat heeft. Deze reserve ligt tussen de 50 en de 100 cm. maar kan op sommige plaatsen meer dan 100 cm. bedragen. Buitenkruin (BUK) Binnen- en buitendijks de plaats waar de dijktafel (bovenkant van de waterkering, meestal ongeveer een halve meter vanaf de weg) overgaat in het talud. Middenkruin (MIK) Meestal het midden van de weg en dus vaak het hoogste punt van de waterkering. Let op: het lengteprofiel heeft in feite niets te maken met de lengte van de dijk of het dijkvak. Het lengteprofiel is een lijn in de lengte van de dijk, die geldt als meetpunt voor de hoogte van de dijk. De rode lijn geeft aan wat de vereiste MHW-hoogte van de dijk is. De groene lijn geeft aan hoe hoog de dijk werkelijk is. Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering 5
Wat is een beheerregister? Een beheerregister geeft informatie over de kenmerkende gegevens van de dijkconstructie en de feitelijke toestand van de dijk. Het gaat hierbij onder meer over dijktechnische zaken (o.a. vorm, afmeting en de aanwezigheid van constructies in/op de dijk), informatie die nodig is voor het onderhoud en beheer en informatie over verleende ontheffingen. Door de verbeteringen aan de dijk moet ook dit register worden herzien. Het beheerregister is echter een werkdocument, waarop geen beroepsmogelijkheid bestaat. Het ligt vaak wel ter inzage maar wordt regelmatig binnen het waterschap vernieuwd. Waarom dient een legger vastgesteld te worden? In de legger van een dijkvak zijn, behalve de ontwerpgegevens, ook de keurzones, te weten de kernzone, de beschermingszone en de buitenbeschermingszone, uitgewerkt en vastgelegd. De legger is daarmee een uitwerking van de keur, toegesneden op de lokale situatie. In de zogeheten keur van het waterschap zijn de begrippen en bepalingen (regels) opgenomen die het mogelijk maken om waterkeringen (en watergangen) te beschermen tegen handelingen die er schade aan kunnen veroorzaken. Het waterschap gebruikt de legger (met beheerregister) bij het beheer en onderhoud van de waterkering. Ook gebruikt het waterschap de legger bij het toetsen van aanvragen voor keurontheffingen en bij het vastleggen van de onderhoudsplicht van objecten die zich op de dijk bevinden, maar geen deel uitmaken van de waterkering. Zo berust het onderhoud van de dijkweg met de wegbermen bij de gemeente. De onderhoudsplicht van afritten en trappen naar particuliere terreinen ligt bij de eigenaren van die percelen. Daarnaast heeft de legger een functie (met beheerregister) bij betreft de 5-jaarlijkse toetsing op veiligheid van de primaire waterkering. Procedure Wanneer het concept van een legger voor een dijkvak is afgerond, kan de openbare vaststellingsprocedure worden doorlopen. Een openbare procedure is vereist omdat de legger een publiek rechtelijke functie heeft, daar het veiligheidsbelang van de waterkering beperkingen oplegt aan het gebruik van de dijk en de omliggende gronden. De conceptlegger met beheerregister ligt eerst 4 weken ter inzage in het kantoor van het Waterschap Rivierenland, Prinses Beatrixlaan 25 te Tiel en in het gemeentehuis van de gemeente waarin het dijkvak valt. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden hun gemotiveerde reacties op het ontwerp schriftelijk kenbaar maken aan het college van dijkgraaf en Heemraden van het Waterschap Rivierenland, postbus 599, 4000 AN Tiel. Na deze periode wordt de conceptlegger intern bij waterschap rivierenland vastgesteld, mits er reacties binnengekomen zijn. Waarna de conceptlegger als zijnde legger de volgende stap van de procedure ingaat. De leggers en beheerregisters liggen vervolgens 6 weken voor iedereen ter inzage in het kantoor van de Provincie Gelderland (Markt 11 te Arnhem) en in het kantoor van het Waterschap Rivierenland (Prinses Beatrixlaan 25 te Tiel). Belanghebbenden kunnen in de volgende 6 weken beroep instellen tegen de vaststelling van de legger bij het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland, postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Het beroepsschrift moet bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep. Meer informatie? Voor het verkrijgen van nadere inlichtingen kunt u zich wenden tot de heer M.L.M. Rademaker (0344-649428), senior medewerker beheer dijken of de heer A. Krikke (0344-649427), medewerker beheer dijken van waterschap rivierenland. Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering 6