Artikel 11 lid 1 Handvest en reclame 17 maart 2015, Otto Volgenant
Artikel 11 lid 1 Handvest en reclame Artikel 11 lid 1 Handvest Toelichting en koppeling met artikel 10 EVRM Rechtspraak HvJEU over artikel 11 lid 1 Handvest en reclame Rechtspraak EHRM over artikel 10 EVRM en reclame Verschillen Handvest/HvJ EVRM/EHRM Is het Hof van de Justitie bang voor de uitingsvrijheid? www.boekx.com
Artikel 11 De vrijheid van meningsuiting en van informatie 1. Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.
Toelichting ad artikel 11 De vrijheid van meningsuiting en van informatie 1. Artikel 11 correspondeert met artikel 10 van het EVRM, dat als volgt luidt: ( )
Overeenkomstig artikel 52, lid 3, van het Handvest heeft dit recht dezelfde inhoud en reikwijdte als het recht dat is gewaarborgd door het EVRM. De beperkingen die aan dit recht kunnen worden gesteld, mogen derhalve niet verder strekken dan die waarin artikel 10, lid 2, voorziet.
Artikel 52 Reikwijdte en uitlegging van de gewaarborgde rechten en beginselen 3. Met EVRM corresponderende rechten: inhoud en reikwijdte is hetzelfde. Unierecht kan een ruimere bescherming bieden.
Beroep, op 11 september 2003 ingesteld door Kreuzer Medien GmbH tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie (T310/03) Verzoekster is middelgrote uitgeverij: Leipziger Stadtmagazin Kreuzeruit. Het tijdschrift wordt onder meer uit reclame voor tabaksproducten gefinancierd.
Artikel 3 van richtlijn 2003/33/EG bepaalt: 1. Reclame in de pers en andere gedrukte publicaties is alleen toegestaan voor publicaties die uitsluitend bestemd zijn voor personen die werkzaam zijn in de tabakshandel en voor publicaties die worden gedrukt en uitgegeven in derde landen, mits deze publicaties niet hoofdzakelijk voor de communautaire markt bestemd zijn.
Andere reclame in de pers en andere gedrukte publicaties is verboden. 2. Reclame die niet is toegestaan in de pers en in andere gedrukte publicaties is niet toegestaan in diensten van de informatiemaatschappij.
Verzoekster: Richtlijn maakt inbreuk op de door artikel 11 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en artikel 10, lid 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens beschermde vrijheid van meningsuiting. Daartoe behoort ook het recht van de zogenoemde "commercial speech".
Helaas: wordt niet inhoudelijk behandeld President geeft op 21 september 2004 een beschikking: het verzoek in kort geding wordt afgewezen
Arrest Grote Kamer HvJ12 december 2006 (C380/03) Uitdrukkelijke verwijzing naar artikel 10 lid 2 EVRM, niet naar 11 Handvest Beperking is toegestaan mits gerechtvaardigd door een dwingende maatschappelijke behoefte en met name evenredig aan het nagestreefde legitieme doel
Verwijzing naar eerdere arresten: 1997 (Familiapress, C 368/95) 2002 (Carpenter, C 60/00) 2003 (Schmidberger, C 112/00) 2004 (Karner, C 71/02) Dus: verwijzing naar rechtspraak EHRM is HvJ niet vreemd, maar toetsing aan artikel 11 lid 1 Handvest doet HvJ niet graag
L Oréal / ebay(c-324/09) Conclusie AG Jääskinen9 december 2010: aanbiedingen die gebruikers naar de marktplaats van ebay uploaden, is communicatie die wordt beschermd door de grondrechten van vrijheid van meningsuiting en van informatie als vastgelegd in artikel 11 van het Handvest en artikel 10 EVRM.
HvJ(Grote Kamer) L Oréal / ebay 12 juli 2011 (C-324/09) geen verwijzing naar artikel 11 Handvest wel naar bescherming intellectuele eigendom, artikel 17 lid 2 Handvest
HvJ 1 december 2011, Painer(C145/10) 115. Voor het overige blijkt uit artikel 10 EVRM en artikel 11 Handvest dat persvrijheid niet dient te worden uitgeoefend ter bescherming van de openbare veiligheid initiatief tot publicatie moet van bevoegde nationale autoriteiten komen. Dus: HvJtoetst aan artikel 11 Handvest
Conclusie AG Jääskinenvan 25 juni 2013 (C131/12), Google Spain Bij de onderhavige zaak is in verschillende opzichten de vrijheid van meningsuiting en informatie betrokken, die is verankerd in artikel 11 van het Handvest, dat overeenkomt met artikel 10 EVRM. Maar: HvJzegt geen woord over 11 Handvest
HvJ 3 september 2014 (C201/13) Deckmyn en Vrijheidsfonds v. erven Vandersteen AG Cruz-Villalon: verwijzende rechter moet in de eerste plaats rekening houden met de vrijheid van meningsuiting zoals neergelegd in artikel 11 lid 1 Handvest
HvJ: noemt vrijheid van meningsuiting wel: Vaststaat dat een parodie een geschikt middel vormt om een mening te uiten. Rekening houden met alle omstandigheden van het geval. Specifiek noemt HvJdan artikel 21 Handvest, verbod van discriminatie HvJ noemt artikel 11 Handvest niet expliciet.
Digital Rights Ireland, Grote Kamer HvJ, 8 april 2014 (C-293/12) Vraag d): is richtlijn 2006/24 verenigbaar met het in artikel 11 van het Handvest en artikel 10 EVRM vervatte recht op vrijheid van meningsuiting?
AG Cruz-Villalon: het vage gevoel van gecontroleerd worden dat de uitvoering van de dataretenteierichtlijn2006/24 kan veroorzaken kan een bepalende invloed hebben op de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting, en dat is dientengevolge tevens een inmenging in het door artikel 11 van het Handvest gewaarborgde recht
HvJ: de wetgever van de Unie heeft met richtlijn 2006/24 de door het evenredigheidsbeginselgestelde grenzen overschreden die hij in het licht van de artikelen 7, 8 en 52, lid 1, van het Handvest in acht dient te nemen. Derhalve hoeft de geldigheid van richtlijn 2006/24 niet te worden getoetst aan artikel 11 van het Handvest.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice, Queen sbench Division(VK) op 1 december 2014 Philip Morris / Secretaryof State for Health (C-547/14)
Met betrekking tot artikel 13 TPD2: (a) moet deze bepaling aldus worden uitgelegd dat zij ware en niet-misleidende beweringen over tabakswaren op de verpakking van het product verbiedt; en, (b) zo ja, is dit ongeldig, omdat het het evenredigheidbeginsel en/ of artikel 11 van het Handvest van de grondrechten schendt?
Artikel 10 EVRM en reclame Uitgebreide jurisprudentie over de toepassing van artikel 10 EVRM op commercial speech Ruime marginof appreciation om beperkingen op te leggen Scientology Church / Zweden ECRM 1979 Markt Intern Verlag ECHR 20 november 1989 Casado Coca / SpanjeECRM 24 januari 1994 Hertel / Zwitserland ECRM 1998
EHRM: Grand Chamber, 13 juli 2012 (16354/06) Mouvement Raëlien Suisse / Zwitserland Majoritydecision: 9 8 geniocracy, a political model based on individuals level of intelligence, furthered by human cloning
EHRM, 19 februari2015 Affaire Ernst August Van Hannover c. Allemagne(53649/09) Affaire Bohlen c. Allemagne(53495/09)
Voordelen HvJ boven EHRM Snelheid, prejudiciële vraag kan meteen zonder de nationale rechtsgang eerst volledig te bewandelen Effect: HvJ kan daadwerkelijk de EUrechtsorde veranderen (vgl. ongeldigverklaring terugwerkende kracht Dataretentierichtlijn) Verschil: EHRM kent dissenting opinions
Is HvJbang voor de uitingsvrijheid? Artikel 11 lid 1 Handvest wordt niet ruimhartig omarmd. AG s geven voldoende voorzetten. Vrijheid van meningsuiting is op zichzelf geen EU-geharmoniseerd gebied. Toepassingsbereik van het EU-Verdrag. Veel reclamerecht is juist wel EU-recht.
Is het HvJbang voor artikel 11 lid 1 Handvest? HvJis rechter voor de gehele EU-regelgeving, terwijl het EHRM per geval oordeelt of een Staat een verdragsbepaling heeft geschonden. Daarbij is er een margin of appreciation, die juist bij commercial speecherg ruim is. Staten hebben dus veel ruimte voor eigen beleid. Dat is bij rechtspraak HvJjuist niet zo.
Artikel 11 lid 1 Handvest en reclame 17 maart 2015, Otto Volgenant