Liedjes Dag Jules! Muziek en arrangementen: Marc Lauwers, Mieke Delanghe, Leo Caerts Jr.



Vergelijkbare documenten
LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris.

Joopie op het strand.

Zien en zingen. Een bundel oude kinderliedjes

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

LET-TER-GRE-PEN. De paas-haas heeft het op 1 A-pril zo druk met grap-jes ma-ken dat hij Pa-sen ver-geet.

Het grote liedjesboek

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Paul Schollaert. Imme dimme dore. liedjes met Orff-begeleiding tekst: Joan Van Eepoel D/2016/6045/071

KIND TOCH! Een bad op straat

10. Zout is goed (Scheveningse kuren, een opera over 200 jaar badplaats)

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Het wegje in het koren

Bij la ge 1 Ver keers bor den met om schrij ving

INKIJKEXEMPLAAR. Ó œ j œ œ. œ œ. œ œ œ œ. œ J. œ œ. ?# œ œ œ œ œ œ œ. œ œ. œ œ œ œ œ Œ # œ j J. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Een uitnodiging. Em Am ( ) geef dat. jaar - sla - Voor wat. Hoe - dag pen, voor - ra! wel. ik je. voor Maar. jes. daar hoor jij ook.

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

A 7 8. Dit is de stad van 't leed. Allegro Moderato q. = 63 SOPRANO ALTO TENOR BASS. Mm mp. Componist: Erika Budai Leuven, 12 januari 2014

z ó leuk is lezen! taart van juf jet Anneke Scholtens en Pauline Oud Zwijsen

Liedjesbundel Teksten Boek 1 Suzuki Flute School

Hond. in s he van t Wolf. hui. Sylvia Vanden Heede. Met illustraties van Marije Tolman

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Schoolkrant. OBS De Tweesprong. Thema: Poëzie Zinderverzinzin

Ik schrijf op wat ik hoor.

begrijpend lezen werkboek

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

H E T R I J M T TED VAN LIESHOUT V E E L V E R S J E S & L I E D J E S LEOPOLD / AMSTERDAM

Ik hoop dat U veel plezier beleeft in het samen praten met uw kind.

Sint Nicolaas op school. Wel meester, hoe gaat het met Mina en Ko? Ja waarde Sint Niklaas, dat is maar zozo

Tring wakker worden!

55 liedjes van Jan Coeck. met begeleidingscd

AAN DE LEIDER(STER) T E K E N I N G E N V A N Sj. K U P E R U S. JEUGDCOMMISSIE VAN -HET NEDEHjANDKH P ^ IG E N»?

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Inhoud Thema Lente... 4 Goedemorgen... 4 Hallo... 4 De wielen van de bus... 4 Op een houten bruggetje... 5 Heb je al gezien het is lente...

SELECTIE VAN TEKSTEN, INCLUSIEF DE OORSPRONKELIJKE TEKST

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Zang. bewerkt door: Bram Soentjens

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

De allerliefste oppas

* Wat ga jij doen vandaag? Zing het maar, bijvoorbeeld: - Dan kan ik weer fijn spelen gaan. - Dan kan ik weer naar buiten gaan.

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Lantaarntje. œ œ œ œ. œ œ œ. b œ. œ œ. Uit Zwitserland Acanthus Music CH-4522 Rüttenen. La Lan. tärn taarn - - li, tje, li, tje, La lan - - -

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Bladmuziek. onderbouw / 2. Inhoud

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

Ik heb geen zin om op te staan

Liturgie voor de Gezinsdienst. Thema: In de wolken!

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Bladmuziek. onderbouw / 3. Inhoud

Shrek De Musical Voor Eeuwig. RIDDERS: Dat deden wij ook, jongen.

1. Nooit in orde! Wat moeten wij met u nu aanvangen? Wat moeten wij met u nu doen? Gade gij nu nooit eens luisteren? Ge zijt echt niet te doen!

Brandweerman. 1 Brandweerman, brandweerman. Red die kat, als je kan. Zet je ladder neer en draag snel die kat omlaag.

De leessleutel Begrijpend lezen thema 9 verhaal 1 groep 3. Thema 9 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Schaapje Schaap woont op de weide samen met Nina en Osto.

(12)-Anything goes. j nœ. - scheidt. molto rall. q = 60. Eb7. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ. œ œ œ j œ œ. bloot op stran den het toon- beeld van ech-te

(Naar Antoine de Saint- Exupéry)

Gedichtendag vijfde leerjaar

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten:

STAP voor STAP Vioolspelen VOORBEREIDINGEN

J A P U O I Z S E O G K G J V S Z H T J U Z V I O E U A L I G I T K U I H U U K O Z A E I Z J L O G P B E L V H P

Kerstmusical voor /door kleine kinderen (onderbouw, groep 1,2,3) Niet religieus, met 4 liedjes. Speelduur ongeveer 30 minuten. Kerstfeest met Rudolf

Hiphop in de modder. naar buiten!

Bij de tijd Groep 6 thema 5, les 1 Gelijke rechten Werkblad 1. boos = geel arm = rood mis-lukt = blauw

ABDIJKERK 4 DECEMBER 2011

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

TAAL IN STAPPEN. ik vorm + t, rest d/t: Les 1

Copyright Beertje Anders

107 Scheppingsliedje. 108 Lied van de lieve aarde. 1 En God schiep al-les met zijn Woord: 1 De we - reld heeft God goed ge - maakt

Marloes. een handdoek. 2.1 Met Ron naar school. naam: Kijk en vul in: groep: 1 De rat van Ron is nog wild. tam. Wie - wat waar

Februari, de maand van Valentijnsdag. Daarom deze maand een lief bericht van de leerlingen van groep 6

BLOEMEN. zijn mooi want dat maakt. de heel schoon. Bloemen hebben alle kleuren en hebben verschillende geuren.

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Nummer 5.

Bladmuziek. onderbouw / 4. Inhoud

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

De bijen. De bijen prikken de leeuwen. De leeuwen gaan in een rondje rondom Izzi zitten. Bzzz Bzzz Bzzz BZZZ

Kinderliedboekje Inhoudsopgave

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Er vaart een boot op het grote meer

Sinterklaas, goed heiligman. Trek je beste tabberd aan. Rijd er mee naar Amsterdam, van Amsterdam naar Spanje.

Miauw! Miauw!

Het boekje van Tante An

De Kerstboomballenbeer

Gen zijn vriendjes LEONARD ROGGEVEEN

Liedsuggesties. Lied 165 Heer, ik kom tot U Dit lofprijzingslied gaat ook over persoonlijke verandering en het leren van Gods wil.

inhoud 1. er kan nu friet door hijs het zeil! piet snot ben jij nou een boef! je bent een held!...

reeks 1 leesboek 1 Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 1

Nor ge ska ta lo gen 2014

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Broertje's boek. Maren Koster. bron Maren Koster, Broertje's boek. B. van Goor Zonen, Gouda z.j. [1919]

Transcriptie:

Liedjes Dag Jules!

Themaboek 1 Liedje Goedemorgen allemaal Inge Van den Berghe D A 7 D D A 7 Goe - de - mor - gen al - le - maal! Goe - de - mor - gen al - le - D G G D D maal! Dag zon, Dag zon, Dag Jules, Dag Jules, Dag D D D A 7 D kind, Dag kind, Hoor hoe vro - lijk de dag be - gint. Tra - la - la - la-laa. D D A 7 D Tra - la - la - la - laa. Hoor hoe vro - lijk de dag be - gint. Liedje Pyjama aan D A 7 D G D A 7 Py - ja - ma aan en dan naar bed, want ik ben zo D D A 7 A 7 A 7 D moe. Py - ja - ma aan en dan naar bed, mijn oog - jes val - len toe. Liedje Schilder D A 7 D A 7 D G A 7 D G Als ik groot ben word ik schil - der en geef al - les Heel veel kleu - ren licht en vro - lijk dat had ik ge- D D D A 7 D A 7 D G D kleur. Een blau - we poort, een ge - le muur en een dacht. Zo - dat wie heel ver - drie - tig is heel, heel A 7 D ro - de deur. snel weer lacht.

Liedje Ik wil geen hond D D D A 7 Ik wil geen hond. Ik wil geen poes. Ik wil geen pa - pe - gaai. Die A 7 D G A 7 D A 7 D D lie - ve, klei - ne die - ren, ik geef ze wel een aai. Maar weet je wat ik D A 7 A D t lief - ste wil? Een gro - te groe - ne kro - ko - dil. Liedje Kriebel kriebel D G D G D A 7 D Ik krie - bel op je buik - je, je buik - je is zo A 7 D G D A 7 D zacht. Ik krie - bel op je buik - je tot je lacht. A 7 D A 7 D A 7 D A 7 Krie - bel krie - bel krie - bel krie - bel krie - bel en ik wacht. Krie - bel krie - bel D A 7 D krie - bel krie - bel tot je lacht. 1. Ik kriebel op je buikje 2. Ik kriebel op je rugje 3. Ik kriebel op je neusje 4. Ik kriebel op je voeten 5. Ik kriebel op je haren 6. Ik kriebel op je benen 7. Ik kriebel op je armen Liedje k Ga me wassen G G G G G G D 7 k Ga me was - sen Oh, wat heer - lijk, t wa - ter is zo nat. G G G G D G D G k Was mijn snoet - je en mijn han - den, spit - ter spet - ter spat.

Liedje Ik wil een bal D D G D G Ik wil een bal, een pop en een boek, ik wil heel veel D D G D A 7 D speel - goed. Ik ben niet stout, dus Sint breng het gauw! Liedje Rollen, rollen Inge Van den Berghe G G Em G Em G Rol - len, rol - len, laat de bal rol - len. Hier en daar, o - ver el - kaar. G G G Cm D G Rol - len, rol - len, laat de bal rol - len. Rol - len, rol - len maar. Liedje Kerstmis D D A 7 D G D G Em A 7 Kerst-mis is een feest voor jou en mij. Ik geef je een ca - deau - tje. Ik maak je graag heel blij. D D A 7 D Kerst - mis is een feest voor jou en mij. Liedje Ting ting ting Sofie Potargent D D D D G D D Ting ting ting ting ting ting ting de kerst - boom hangt vol bal - le - D D D D G D A 7 D tjes! Ting ting ting ting ting ting ting en ik spring er in!

Liedje Kusje D G D A 7 D D G D A 7 D Klei - ne ba - by ween niet meer, k wieg je zacht - jes heen en weer, G A D G D A 7 D A 7 D k geef een kus - je op je snoet, wees maar stil en slaap heel zoet. Liedje Tuut, tuut, tuut Inge Van den Berghe G G D G A 7 D Tuut, tuut, tuut! Hoor wie komt daar aan? Het is de brand-weer-man met zijn gro-te kraan. Ge- D G D Em D D G luk - kig is hij groot en sterk en kan hij al dat werk. Liedje Kappersliedje Sofie Potargent D G A 7 D D G D Em Knip, knip, knip - per de knip, ik knip je ha - ren in een wip! Ik D A D A 7 D A 7 Em A 7 D knip eens hier en ik knip eens daar. Knip, knip, knip en nu ben ik klaar!

Themaboek 2 (klem I) Liedje Hatsjoem Bb (A) Bb (A) F (E) Bb (A) Sofie Potargent Ha - tsjie, ha - tsjoem, mijn neus doet toch zo n pijn. Ha - Bb (A) Bb (A) Eb (D) F (E) Bb (A) 1. mijn neus 2. mijn oor 3. mijn keel 4. mijn mond tsjie, ha - tsjoem, wat zou dat kun - nen zijn? Liedje Een grote steen D G D G D Bm Een gro - te steen en nog een steen ge - woon er - bo - ven - Een gro - te steen en nog een steen, waar gaat die to - ren A 7 D G D G D Bm D op. Een gro - te steen en nog een steen, ik bouw tot aan de top. heen? Een gro - te steen en nog een steen, o nee, hij stort in - een. Liedje Het is feest vandaag D G D D A 7 D A 7 Kaars - jes, kaars - jes op de taart, want het is feest van - daag. Kaars - jes, kaars - jes op de taart, het is zo fijn, echt waar. D G D A 7 D A 7 D Kaars - jes, kaars - jes op de taart, fees - ten doen we graag. Kaars - jes, kaars - jes op de taart, blaas nu, blaas nu maar.

Liedje Schoenen om te dansen D A 7 D D A 7 D Schoe-nen om te dan-sen, schoe-nen om te gaan. Schoe-nen die be-we - gen, ik kan niet stil meer staan. A 7 D D A 7 D Schoe-nen die gaan sprin-gen, heel hard op en neer. Schoe-nen die wat schui-ven, zacht-jes heen en weer. D A 7 D D A 7 D Schoe-nen om te dan - sen, schoe-nen om te gaan. Schoe-nen die be - we - gen, ik kan niet stil meer staan. Liedje Honger D A 7 D A 7 D A D A 7 Rom-mel, rom-mel, rom-mel, rom-mel, rom-mel in mijn buik. Ik heb zo een hon-ger. Ik heb zo een hon-ger. D A 7 D A 7 D D Rom-mel, rom-mel, rom-mel, rom-mel, rom-mel in mijn buik, die rom-mel wil er-uit. Zoe-te, zoe-te, zoe-te koek, A 7 D A 7 D D A 7 D dat is lek - ker, dat is lek - ker. Zoe - te, zoe - te, zoe-te koek, ik wil je op be-zoek. Liedje Spelen in de modder D A 7 D D A 7 D Spit - ter, spet - ter, spot - ter, spe - len in de mod - der. G A 7 D G A 7 D D A 7 Kle - ren vies, maar t is zo fijn. Ma - ma boos, al ben ik klein. Spit - ter, spet - ter, D G A 7 D spot - ter, spe - len in de mod - der.

Liedje Van hier naar daar D G D A 7 D A 7 Het schaap, het var - ken en de koe heb-ben al - le-maal een D D G D G D G D staart. Hij zwaait steeds van hier naar daar, van hier naar daar, van hier naar daar, van G D G D G D G D G D hier naar daar, van hier naar daar, van hier naar daar, van hier naar daar, van hier naar daar A 7 D A 7 D Wordt een staart nooit moe? Liedje Hup, hop, hop! D G D A7 D Eén, twee, drie, ik wil graag dan - sen. Dan - sen is zo fijn. D G D A 7 D Eén, twee, drie, wil jij ook dan - sen? Laat ons vro - lijk zijn. Liedje Beestjes Erna Leten D D A 7 D Beest - jes bij het pick - nick - e - ten, in de lucht en in het zand. D D A 7 D G D Beest - jes op je bil -len en je be-nen, in het gras en op mijn hand. Beest - jes bo - ven G D G D G D G D G D G D G en be - ne - den beest - jes, beest - jes ó - ver - al. Zelfs als ik een hap wil ne - men, A 7 Em D A 7 D D A 7 krui-pen ze op mijn bo - ter - ham! Beest - jes bij het pick-nick - e - ten, in de lucht en in het D D D A 7 D zand. Beest - jes op je bil -len en je be-nen, in het gras en op mijn hand.

Liedje De lange slang Erna Leten D A 7 D D A 7 D A 7 D A 7 De zui - ger zuigt met veel ge - luid al het stof de D D A 7 D D A 7 D A 7 D A 7 D ka - mer uit. Hij zuigt en zuigt echt al - les weg, maar gis - te - ren had ik pech. A 7 A D A 7 D D A 7 Plots ver-dween mijn mooi - ste ring van ring ting ting en klet-ter klet-ter pang. Plots ver-dween mijn A 7 D G D A 7 D mooi - ste ring in die lan - ge slang. Liedje Alles weg D D A 7 D Op - rui - men, al - les weg, sluit de bak en speel-goed-mand, het Op - rui - men, al - les weg, op de trap en in de kast, neem D G D A 7 D vuil - nis in de vuil - nis - mand. AL - LES WEG! al - les met je hand - jes vast. AL - LES WEG!

Themaboek 3 Liedje Idool Sofie Potargent D A D A A 6 G D A A 6 A D Jules heeft een nieuw i - dool, t is de juf van on - ze school. Daarom be - gint hij el - ke dag met een mooi - e lach. Liedje Tot morgen D Tot mor - gen Jules, tot mor - gen juf, tot mor - gen al - le - mor - gen Jules, tot mor - gen juf, tot mor - gen al - le - A D A A 6 A D maal. Het was heel leuk maar k ga naar huis, tot mor-gen al - le - maal. Tot maal. Ik neem mijn school - tas mee naar huis, tot mor-gen al - le - maal. Tot A D A D mor - gen, tot mor - gen. Liedje Geel en bruin en rood A E D A Al - le blaad - jes aan de bo - men wor - den geel en bruin en rood. Ze Al - le blaad - jes aan de bo - men wor - den geel en bruin en rood. Ze E E 6 D E A E A val - len zacht - jes naar be - ne - den, op de grond, dan zijn ze dood. val - len zacht - jes naar be - ne - den. Kijk, nu staat de boom daar bloot.

Liedje Regenplas G C G A D Met mijn pa-ra-plu en re - gen - jas loop ik door het nat - te, nat - te gras. Ik C G C G A D G zie een gro - te re - gen - plas. Ik spring en kijk: mijn jas is nat. Liedje Paraplu D Em D/F# Em G A D Tik - ke - tik - tik, drup - pel - drup - drup op mijn pa - ra - plu. Tik - ke - tik - tik, drup - pel - drup - drup op mijn pa - ra - plu. D Em D/F# Em G A D Lek - ker stap - pen in de re - gen, met mijn pa - ra - plu. Al - les nat maar ik blijf droog: ik heb mijn pa - ra - plu. Liedje Ik mis je F C Bb F Als je gaat heb ik ver - driet. Ik vind dat niet zo fijn. Ik C Bb C F mis je dan o zo erg, en t doet een beet - je pijn. Liedje Knuffel F C Mijn knuf - fel is ver - dwe - nen, waar kan hij nu toch Mijn knuf - fel is ver - dwe - nen, waar kan hij nu toch F C F zijn? k Wil met mijn knuf - fel spe - len want soms ben ik nog klein. Mijn zijn? k Wil met mijn knuf - fel spe - len want soms ben ik nog klein. Want C F C F soms ben ik nog klein. Want soms ben ik nog klein.

Liedje Circus D A Inge Van den Berghe D In de gro - te cir - cus - tent mag je bin - nen voor een cent. Van A daag in cir - cus Wel - te - vree, zie je een ac - ro - baat of twee. G D A D Ook een clown met ro - de neus en een gro - te reus. Liedje Clowntje Sofie Potargent F C F C F C Clown-tje, kun je ho - ren? Clown-tje, kun je zien? Clown-tje, kun je F C F lo - pen? Tel dan maar tot tien! één, twee, drie, vier, vijf, zes, C F ze - ven, acht, ne - gen, tien. Ik heb een clown - tje ge - zien! Liedje Pie pa poe pa D Bm Em D A Pie pa poe pa Li la loe la Pik - ke tik - ke pik - ke tik - ke mee. D Bm G D A D Di da doe da Fi fa foe fa Sjik - ke sjik - ke sjik - ke sjik - ke sjee.

Liedje Anders D G D G A Pa - pa, ma - ma en ook ik, pra - ten an - ders, dan - sen an - ders, D G D dan - sen an - ders, KIJK! Pa - pa, ma - ma en ook ik, G A D heb - ben soms de hik. HIK! HIK! En die klinkt o - ver - al ge - lijk! Liedje Een nieuw huis Eb Cm Eb Cm Eb Cm Bb Do - zen vul - len met mijn spul - len, al mijn speel - goed mee. Eb Cm Eb Cm Eb Bb Eb Naar een nieuw huis, nieuw - e ka - mer, dat valt heus wel mee. Liedje Verhuizen D A D Ster- ke ar - men dra - gen do - zen naar de gro - te au - to toe. Pa-pa A D zweet en ma - ma zucht eens, van ver - hui - zen word je moe. Liedje Prinses D G D A D G A D Prin - ses, prin - ses, waar ben je? Ik zoek je o - ver - al. Prinses, prin - ses, kom naar mij. We dan - sen op het bal.

Liedje Een prins voor jou D G D G A Kus een kik - ker, kus hem gauw. t Wordt een prins al - leen voor jou! D G D G A D Kus een kik - ker, kus hem gauw. t Wordt een prins al - leen voor jou! Liedje Zon en zaadje D A Zon en zaad - je, licht en wa - ter, groei - en, groei - en, groei - en maar. D A D Zon en zaad - je, licht en wa - ter, zon - ne - bloem nu ben je klaar. Liedje Kijk eens naar mij D G A D Geel o - ran - je ro - de bloe - men ston - den in de wei. De G A Ab D zon scheen en riep met- een: kijk nu toch eens naar mij. Liedje Hartjes Bb Dit hart is rood, mijn hart is groot, F Bb en het is voor jou. Het komt van mij, ik F Bb ben zo blij om - dat ik van je hou.

Liedje De liefste D G D A D Mijn ma - ma is een meis - je, maar mijn pa - pa niet. G D A D Pa - pa is een jon - gen en ik zing dit lied. Mijn G D A D pa - pa is een jon - gen, maar mijn ma - ma niet. G D A D Ma - ma is een meis - je en ik ik weet het niet! Liedje Oversteken D G D A Zie je, zie je, zie je dat? Wit en zwart, een ze - bra-pad. D G D A D Stre - pen mid - den op de weg, blij - ven staan tot ik het zeg. Liedje Verkeersdrukte D A Au - to s, fiet- sen, rij - den maar. Rol - len, stop - pen, rem-men daar. D A D Snel en traag, tuut tuut, stop en ver - der maar!

Liedjes Hup Jules!

Bewegingsliedje Hup en een en twee Hup hup hup en een en twee, hup hup hup doe jij ook mee? Hup hup hup en een en twee, hup hup hup en joepiejee! Hup hup hup en een en twee, hup hup hup en Jules gaat mee. Hup hup hup en een en twee, hup hup hup en joepiejee! (in de handen klappen) (wijzen naar een vriendje) (met de voeten stampen) (handen in de lucht) (in de handen klappen) (naar Jules wijzen) (met de voeten stampen) (handen in de lucht) Dit is het openingsliedje voor elk bewegingsuurtje. D Bm D Bm A 1. Hup hup hup en één en twee, hup hup hup doe jij ook mee? 2. Hup hup hup en één en twee, hup hup hup en Jules gaat mee. D Bm D G Hup hup hup en één en twee, hup hup hup en joe - pie jee! Hup hup hup en één en twee, hup hup hup en joe - pie jee! Bewegingsliedje Sta in de rij D A Bm FB m G D G A D Eén, twee, drie, één, twee, drie, sta in de rij, sta in de rij. Eén, twee, drie, één, twee, drie, kijk eens naar mij, kijk eens naar mij. Eén, twee, drie, één, twee, drie, ik ben zo blij, ik ben zo blij! Eén, twee, drie, één, twee, drie, kijk eens naar mij, kijk eens naar mij. Bewegingsliedje Ogen open, ogen toe G C G C D G D G O - gen o - pen, o - gen toe. Buik - je op en buik - je neer. O - gen o - pen C G Am D G en weer toe. Doen we dat dan nog een keer? En dat doen we nog een keer. Zo, dat was de laat - ste keer. Dit is het slotlied voor elk bewegingsuurtje.

Bewegingsliedje Een hele grote sprong D Em A D Inge Van den Berghe Twin - ke-len - de ster - ret - jes, heel ver en heel dicht - bij. Ik wou dat ik ze Em A D Em pak - ken kon, met een he - le gro - te sprong. Twin - ke - len - de ster - ret - jes, heel A D Em A D ver en heel dicht - bij. Twin - ke-len-de ster - ret - jes, heel ver en heel dicht - bij. Ik Em A D wou dat ik ze pak - ken kon, met een he - le gro - te sprong! Bewegingsliedje Fan G C G Am D Ik ben een fan, ik ben een fan, van mijn han - den, van mijn han - den. G Am D G Wat vind je van mijn mooi - e han - den? Kijk eens wat ik kan! Bewegingsliedje Spring F C Ik spring, ik spring, ik spring voor - uit en Dm schui - fel, schui - fel ach - ter - uit. Ik spring, ik spring, ik Bb C F spring voor - uit en schui - fel, schui - fel ach - ter - uit.

Bewegingsliedje Wiegelied D A D Wie - gen, wie - gen, wie - gen, wieg. Ik wieg je heen en A D A D weer. Lig maar stil, ik wieg je wel. Ik wieg je A D D A D heen en weer. Wie - gen, wie - gen, wie - gen wieg. Ik A D A D wieg je heen en weer. Lig maar stil, ik wieg je wel. Ik A D wieg je heen en weer. Bewegingsliedje Hopsasa C G C Tra - la - lie en tra - la - la, hop - sa, hop - sa hop - sa - sa! Doe - bie - doe en G C G C G doe - bie - da, doe lek - ker gek en cha - cha - cha! Tra - la - lie en tra - la-la, hop - sa, hop - sa C G C hop - sa - sa! Doe - bie - doe en doe - bie - da, doe lek - ker gek en cha - cha - cha! Bewegingsliedje Treinliedje D G D G A Jules rijdt met de trein en juf mag mee en juf mag mee. Jules stopt met de trein en juf stapt uit en juf stapt uit. D G D G A D Jules rijdt met de trein en juf mag mee en juf mag ze - ker mee. Jules stopt met de trein en juf stapt uit en juf stapt snel er - uit. 1. juf 3. jij 5. jij + iedereen 2. jij 4. jij

Bewegingsliedje Zachtjes op en neer C Dwar - rel, dwar - rel, val maar neer. En zacht - jes, zacht - jes op en G C neer. Tin - kel, tin - kel, nog een keer. En lach - end heen en weer. Bewegingsliedje Muts, sjaal en want F Gm C Op mijn hoofd zet ik mijn muts, tra - la - la - la - la. En F Bb C F om mijn nek doe ik mijn sjaal, o wat een ge - pruts. Gm C F Aan mijn hand doe ik mijn want, tra - la - la - la - la. De an-de - re hand krijgt Bb C F ook een want, een lek - ker war - me hand. Bewegingsliedje Fietsen D G A 1. Fiet - sen, fiet - sen fiet - sen tuut, tuut, ik moet recht - door. 2. Fiet - sen, fiet - sen, fiet - sen puf, puf, de ber - gen op. D G A D Fiet - sen, fiet - sen, fiet - sen en nu de boch - ten door. Fiet - sen, fiet - sen, fiet - sen pas op, ik rem, ik stop! G A Fiet - sen, fiet - sen, fiet - sen berg - af nu en dat gaat snel! D G A D Fiet - sen, fiet - sen, fiet - sen ting ting, ting ting, ting ting dat was mijn bel.

Bewegingsliedje Ik ben een prins D Bm D Ik ben een prins, ik buig naar vo - ren, en kus je A D Bm lie - ve hand. Ik ben prin - ses, ik draai in D A D t rond, en dans dan door mijn land. Bewegingsliedje Mijn blauwe hand D G D E A Mijn blau - we hand steek ik om - hoog, mijn ge - le wijst om - laag. D G Em D A D Mijn ro - de lip - pen kus - sen jou, ik zie je heel erg graag. Bewegingsliedje Een rode vlek D G 1. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn buik, hier 2. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn arm, hier 3. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn wang, hier 4. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn bil, hier D G A D op mijn buik. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn buik en WIP. op mijn arm. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn arm en WIP. op mijn wang. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn wang en WIP. op mijn bil. Een ro - de vlek, een ro - de stip. Hier op mijn bil en WIP.

Bewegingsliedje Acrobaatje D G D G D A 1. A - cro - baat - je, a - cro - baat, wat doe je daar? 2. A - cro - baat - je, a - cro - baat, wat doe je daar? 3. A - cro - baat - je, a - cro - baat, wat doe je daar? 4. A - cro - baat - je, a - cro - baat, wat doe je daar? Em A D Zwaai met je hand, toon hoe dat gaat. Loop op je teen, toon hoe dat gaat. Buig door je knie, toon hoe dat gaat. Draai in het rond, toon hoe dat gaat. Bewegingsliedje Hip hop F Gm C Ik dans, ik spring, ik spring, hip hop. Ik ben van - daag zo F Gm C F blij. Ik lach en dans, ik spring, hip hop. Han - djes in de zij. Bewegingsliedje Sirene C Am Ik zit in mijn po - li - tie - wa - gen. Je kunt me steeds om hulp G F G F C G C vra - gen. Zoef o - ver de au - to - baan. Mijn si - re - ne die staat aan.

Bewegingsliedje Kiekeboe E B E 1. Kie - ke - boe, kie - ke - boe! Han - den voor mijn o - gen. 2. Kie - ke - boe, kie - ke - boe! Han - den voor mijn o - gen. 3. Kie - ke - boe, kie - ke - boe! Han - den in de mod - der. B E Kie - ke - boe, kie - ke - boe! Waar ben je nu naar - toe? Kie - ke - boe, kie - ke - boe! Hier ben ik, toe - de - loe! Bewegingsliedje Een beetje bang G D Em Bm C D G D G D Tik tik op de tent, ik ben een beet - je bang. Oei oei wie Em D C D G kan dat zijn? t Is Jules dat vind ik fijn! Bewegingsliedje Emmer en spons Em Bm C G C D G D Met een em - mer en een spons was ik al - le ra - men, G D Em Bm C D G heen en weer, heen en weer en nu nog een keer.

Liedjes Kijk Jules!

Liedje Mijn popje leeft D A 7 D G Erna Leten Kijk! Mijn pop - je komt tot le - ven! Al is het maar heel G D A 7 D A 7 D e - ven, het danst en springt, het lacht en zingt. Nu A 7 D E 7 A 7 D A 7 staat het stil, net wat ik wil. Kijk! Mijn pop - je komt tot D G A 7 A 7 D le - ven! Al is het maar heel e - ven. (ternair) Liedje Flop D A 7 D D A 7 D Flap - per, floe - per, flop. Ik ben een draad - jes - pop. Ik A 7 G A 7 A 7 D ben - gel er op los. Flap - per, floe - per, flos.

Liedje Jules en zijn vrienden D D Daar is hij Jules! Met zijn ze - ven ha - ren Daar is ze zus! Met haar sproe - ten - neus - je Daar is ze mama! Met haar blon - de lok - ken Daar is ze papa! Met zijn brui - ne ha - ren Daar is ze hond! Met zijn kor - te po - ten Daar is ze vis! Met zijn ro - de vin - nen Daar is ze opa! Met zijn gro - te snor Daar is ze buurman! Met zijn gek - ke pet Daar is ze buurvrouw! Met haar ro - de lip - pen Daar is ze Louise! Met haar mooi - e o - gen D D A 7 D en zijn gek - ke neus. Hij is mijn vriend - je, heus. en haar lie - ve lach. Jules ziet haar el - ke dag. en haar mooi - e snoet. Zij is zo lief en goed. en zijn snor zo klein. Ik vind hem echt heel fijn. en zijn kwis - pel - staart is hij een knuf - fel waard. en zijn ro - de staart is hij een knuf - fel waard. en zijn ron - de bril. Hij grapt als ik dat wil. en zijn snor zo bruin. Hij werkt graag in de tuin. en haar kroe - zel - haar is zij zo mooi, echt waar. en haar streep - jes - lint. Zij is een schat - tig kind. Liedje Rom bom G G G G D 7 G Carine Aerts Rom bom, rom - me - de - bom. Rom bom, rom - me - de - bom. Uit puit, ui - ter - de - puit. Uit puit, ui - ter - de - puit. C G 7 C C G 7 C Rom bom bom en rom - me - de - bom, mijn voet - jes stap - pen als een trom. Uit puit puit en ui - ter - de - puit, mijn voet - jes schui - ven ach - ter - uit. (klem I) Liedje Pipi F (E) F (E) C 7(B7 ) F (E ) Ik kan niet wach - ten. Ik kan niet wach - ten. k Hou het niet meer uit. F (E) F (E) C 7(B7 ) F (E) Ik kan niet wach - ten. Ik kan niet wach - ten. Pi - pi wil er - uit.

Liedje Bang D D A 7 A 7 D Erna Leten Ssssst, het is zo stil! Luis - ter, ik hoor een gil. D D A 7 A 7 D Ssssst, wat hoor ik daar? Luis - ter, het klinkt zo raar A 7 A 7 D A 7 D Ssssst, hoor jij dat ook? Wat is dat ge - don - der? A 7 D D A 7 A 7 D Wat is dat ge - don - der? k Ben bang in het don - ker Liedje Verdriet Dm Dm Dm Erna Leten Hier bin - nen doet het pijn. Wat zou dat kun - nen A 7 A 7 Dm A 7 A 7 A 7 Dm zijn? Mijn oog - jes prik - ken, ik moet zo snik - ken. Zie Gm Dm A 7 Dm je de traan - tjes niet? Ik heb zo n ver - driet. Liedje Een kusje D A 7 D A 7 Mijn han - den in de lucht. Mijn mond die laat een zucht. Mijn Mijn o - gen val - len dicht. Het is nu niet meer licht. Mijn A 7 A 7 D A 7 D voe - ten zijn zo moe. Weet jij wat ik dan doe? Ik wacht, ik wacht. Op een o - gen val - len toe. Weet jij wat ik dan doe? Ik wacht, ik wacht. Op een A 7 D A 7 D A 7 D kus - je, een kus - je. Ik wacht, ik wacht. Wat had je dan ge - dacht? kus - je, een kus - je. Ik wacht, ik wacht. Wat had je dan ge - dacht?

Liedje Mijn vriendje leeft D A 7 D G Erna Leten Kijk! Een vrien - dje komt tot le - ven! Al is het maar heel G D A 7 D A 7 D e - ven, het danst en springt, het lacht en zingt. Nu A 7 D E 7 A 7 D A 7 staat het stil, net wat ik wil. Kijk! Een vriend - je komt tot D G A 7 A 7 D le - ven! Al is het maar heel e - ven. Liedje Alleen D D D A 7 Erna Leten Ik voel me zo al - leen. Ik heb geen vriend - je, neen. Mijn Ik voel me zo al - leen. Ik heb geen vriend - je, neen. Al Ik voel me zo al - leen. Ik heb geen vriend - je, neen. Ik A 7 A 7 A 7 D hart - je doet zo n pijn. Wil jij mijn vriend - je zijn? ben je groot of klein. Wil jij mijn vriend - je zijn? vind je reu - ze - fijn. Jij mag mijn vriend - je zijn! Liedje Haaahhh! D D D D Haahh haahh haahh haaahhh! Jules wat is er nu? Ik Kuch kuch kuch kuch! Jules wat is er nu? Ik Ha ha ha tsjie! Jules wat is er nu? Ik D A 7 A 7 A 7 voel me toch zo moe. Haahh haahh haahh haaahhh! ben een beet - je ziek. Kuch kuch kuch kuch! ben een beet - je ziek. Ha ha ha tsjie! A 7 A 7 A 7 D Jules jij bent geen hond. Je hand moet voor je mond!

Liedje Au! F F F F Die pop is van mij. Nee, ze is van mij. Breng pop is van mij. Nee, ze is van mij. Geef C 7 C 7 F F F F ze maar vlug hier. Nee, ze blijft bij mij. Die ze vlug te - rug. Laat los, laat ze vrij. Het hoofd is bij mij. De F C 7 C 7 C 7 F C 7 F voe - ten heb jij. Dat komt door die ruk. Nu is de pop stuk. Liedje Jongen, meisje E B 7 Ben jij een jon - gen of ben jij een meis - je? De Ben jij een meis - je of ben jij een jon - gen? De E B 7 E jon - gens staan nu op, en he - ten Jules of Rob. meis - jes op één been, Lou - i - se, Fien of Leen. Liedje De toren D A 7 D A 7 Carine Aerts Ik klim op de to - ren, moet je de wind eens ho - ren. Hé pop - je, D A 7 D klim en kom. Ai, de to - ren valt nu om.

Liedje Handen wassen D A 7 D Pop - je lief, mag ik je hand - jes zien? Pop - je lief, mag ik je hand - jes zien? Pop - je lief, mag ik je hand - jes zien? D A D A 7 D Bah, zo vuil, heb je geen zeep mis - schien? Jak - kes dat is cho - co, een Bah, zo vies, heb je geen zeep mis - schien? Jak - kes dat is ketch - up, een Mmmm, zo schoon, is dat de zeep mis - schien? Heer - lijk in dat wa - ter, een A 7 D D A 7 D he - le pot vol cho - co Pop - je lief, mag ik je hand - jes zien? he - le fles vol ketch - up. Pop - je lief, mag ik je hand - jes zien? hand - doek, zeep en wa - ter. Pop - je lief, ik heb het wel ge - zien! Liedje Spelen met poppen C C G 7 C Els hoebrechts C C G 7 C Dag pop! Kijk Jules! Dag pop - pen in de kast. Laat je Dag pop! Kijk Jules! Dag pop - pen in de doos. Lap-penbe - nen flink stap - pen, en je han - den hard klap - pen. Dag pop - pen en die - ren, touw-tjes - pop - pen die zwie - ren. Dag C C Dm C G 7 C pop - pen op een rij. Kijk nu maar naar mij! pop - pen op een rij. Speel nu maar met mij!