Voorwoord. Indien u dit gehele protocol toch nog te uitgebreid vindt, kunt u de verkorte versie raadplegen.

Vergelijkbare documenten
Kinderen met ADHD. Inhoudsopgave. Wat is de oorzaak van ADHD? Wat zijn de verschijnselen van ADHD?

Inhoud Hoofdstuk 1: Wat is ADHD?

Kinderneurologie.eu ADHD.

7,4. Spreekbeurt door een scholier 2553 woorden 27 februari keer beoordeeld

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014

Psychiatrie: ADHD. Dit thema gaat over ADHD als voorbeeld van een concentratie of aandachtsstoornis.

Medicijngebruik en ADHD

6,5. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 26 april keer beoordeeld

1. Beeldbeschrijving Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier De benaderingen 5

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Deel I Wat we weten over de stoornis ADHD

3 Hoogbegaafdheid op school

Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar. Het ADHD-team

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang.

Toelichting bij de MZO screening voor ouders

ADHD en lessen sociale competentie

Mijn kind heeft moeite met lezen en spellen. Is het misschien dyslectisch? En wat nu?

VRAGENLIJST VOOR LEERKRACHTEN basisschool groep 3 t/m 8

Studievaardigheden. BEN/LO/ADHD/14/0003j April 2014

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli

Chaotisch gedrag, concentratieproblemen?

ADHD. en kinderen (6-12 jaar)

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen!

Mijn kind heeft een LVB

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Cure + Care Solutions

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Dyslexiebeleid van Openbare basisschool voor Daltononderwijs. De Meent

Benadering 6: Positieve instelling, rekening houden met anderen

Geen onwil maar onmacht

Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD VOOR EEN STAGIAIRE MET ADHD IN DE WERKSITUATIE

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

3/12/2013. ADHD is een ontwikkelingsstoornis. ADHD groeit mee. ADHD is een ontwikkelingsstoornis. Stelling 1 Huilbaby s ontwikkelen later ADHD

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl

Jaargang 1, Nummer 2, juni Drukke kinderen

ADHD Recente inzichten

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

ADHD - MONITOR. Voornaam, naam en geboortedatum van het kind : CLB-medewerker :

Do s and Don ts of Bilingual Education

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Collectief aanbod Jeugd Houten

WAT IS ADHD kort gezegd

Gedrag en leren van kinderen met psychiatrische problemen en/of gedragsstoornissen. Jan Bijstra (RENN4) Henderien Steenbeek (RUG)

ADHD-kinderen op de basisschool

Registratieformulier medicatie bij ADHD

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Pubers opvoeden. Veranderingen in de puberteit

ADHD poli voor kinderen

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Overzicht. Wat heeft hij/zij? Wat is zijn diagnose? Omgaan met psychische aandoeningen voor docenten. Inleiding. 1. Inleiding

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

HUISWERKBELEID. Inhoudsopgave Inleiding Het doel van dit huiswerkbeleid Voorwaarden huiswerkbeleid... 2

STOP 4-7 programma. Samen sterker Terug. Pad

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder )

Slim huiswerk maken, tips om huiswerk maken te begeleiden

Geen mooiere tijd dan de puberteit!

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Naam: Datum: Ik-Wijzer

Bijlage 2 Competentieprofiel leerling

7Omgaan met faalangst

De Budget Ster: omgaan met je schulden

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven

Toelichting zeven dimensies

Probleemgedrag bij ouderen

AD(H)D. een meetbare hersenfunctiestoornis. A.Haagen, kinderartskinderneuroloog 1

Praktische opdracht Biologie ADHD

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Faalangst. Informatie en tips voor ouders en verzorgers

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

houd altijd de specifieke leerling met zijn individuele hulpvraag in het achterhoofd

Competenties De Fontein

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

Bij pesten zijn er altijd 5 partijen: de pester, het slachtoffer, de grote zwijgende groep, de leerkrachten en de ouders.

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

EEN NIEUW BEGIN OP EEN SPECIALE SCHOOL

Kinderneurologie.eu. MCDD

Aanmeldingsformulier ouder(s)/verzorger(s) dyslexieonderzoek. Datum invullen. Ingevuld door. Gegevens ouder/verzorger/voogd* Achternaam.

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

. In een notendop. Over de auteur

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Aanmeldingsformulier ouder(s)/verzorger(s) in het kader van de vergoede dyslexiezorg M V

Informatie en advies voor docenten SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD VOOR DEELNEMERS MET ADHD IN HET MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden.

Transcriptie:

Voorwoord Het idee voor het maken van een praktijkprotocol over ADHD voor leerkrachten is ontstaan uit de vraag van de Bisschop Ernstschool te Goes. Een protocol voor leerkrachten die tegenwoordig steeds vaker te maken krijgen met problemen in de klas waar ze niet goed raad mee weten. In dit geval de aandachtsstoornis ADHD. Er is al veel over geschreven en vanuit al deze literatuur hebben wij een praktijk gericht protocol samengesteld. Bij het samenstellen van dit protocol zijn we uitgegaan van een leerkracht die een kind met ADHD in zijn klas krijgt en daar weinig ervaring mee heeft of als aanvulling op de eerder opgedane kennis. Ook hebben we gekeken naar de maatschappij waarin wij leven. Leerkrachten die het vandaag de dag allemaal druk hebben en niet de kans zien om zich in te lezen in problemen komen we met dit protocol tegemoet. Wij wilden een protocol maken dat praktijk gericht is. Het moest makkelijk te lezen zijn en handelingsadviezen en ideeën bevatten waardoor de leerkracht meer inzicht krijgt in het probleem van het individuele kind en uitzicht heeft op oplossingsmogelijkheden. Indien u dit gehele protocol toch nog te uitgebreid vindt, kunt u de verkorte versie raadplegen. We hopen dat u een zorgzame leerkracht wordt voor een ADHD kind, zodat deze zich wanneer er problemen zijn, zich competent kan voelen in zijn schoolomgeving en daarbuiten. Mieke Schipper Sarah Braamse Mariëlle Kraaijenbrink Protocol ADHD! Page 1 of 1

Inleiding Kinderen met ADHD kunnen een zorgwekkende groep vormen die speciale aandacht van ouders maar ook van leraren vergt. Bij sommige kinderen zal de diagnose al gesteld zijn bij andere kinderen zijn er vermoedens. Ondanks het behandelen met medicatie blijft het moeilijk om een kind met de aandachtsstoornis ADHD in de klas te hebben. Echter kun je het ook als een uitdaging beschouwen. Over de oorzaken van ADHD tast de wetenschap nog in het duister. Of het nu erfelijk of neurologisch bepaald is met dit protocol kan een kind met ADHD beter begrepen en daardoor ook geholpen worden door de leraar. Nu is het niet zo dat met het volgen van de handelingsadviezen de problemen verdwijnen, het kan wel houvast bieden. Geen enkel kind is hetzelfde en daarom zul je zelf een selectie moeten maken van het geschikte en ongeschikte aan adviezen en ideeën. Als er wordt verwezen naar materialen, denk aan bijvoorbeeld contracten, kun je deze vinden in de bijlage. Het is niet noodzakelijk om deze specifieke materialen te gebruiken. Deze kunnen ook naar eigen ideeën en wensen gemaakt worden. Het bieden van houvast is niet alleen belangrijk voor een kind met ADHD, maar ook voor de leraar. Daarom hebben wij gekozen voor een logische opbouw die houvast kan bieden voor de leraar en de leerling. Als leraar alleen bereik je niets. Het contact met de ouders is van groot belang om het kind structuur te bieden. Samen bereik je meer. Als de regels op school en thuis op elkaar afgestemd zijn is het rendement groter. De insteek van ons in dit protocol is vooral gericht op een positieve benadering. Over straffen zul je weinig terug vinden, belonen daarentegen veelvuldig. Waarom we het vooral over belonen hebben is, omdat wij van mening zijn dat belonen meer effect heeft op het gedrag van een leerling dan straffen. Ook omdat de relatie tussen leraar en leerling zo belangrijk is. Zelf vinden wij ook dat een ADHD leerling al vaak te maken krijgt met negatieve aandacht van mensen die geen raad met hun gedrag weten, ook daarom vinden wij het dus belangrijk er positief tegenover te staan. Stappenplan hanteren protocol: 1. Lees hoofdstuk 1 Wat is ADHD zodat je inzicht krijgt in de aandachtsstoornis en goed weet wat ADHD inhoud. 2. Het koppelen van kenmerken aan het gedrag van de leerling door een selectie te maken uit hoofdstuk 2 Kenmerken van ADHD. 3. Door gebruik te maken van de bijgevoegde observatie en signaleringslijsten kun je bekijken hoe vaak het gedrag zich voordoet en wat de eventuele oorzaak daarvan zou kunnen zijn. Blijkt uit de lijsten dat er echt sprake zou kunnen zijn van ADHD ga dan een gesprek aan met de ouders. Zie hierover hoofdstuk 3 Diagnose ADHD en hoofdstuk 4 Ouders van ADHDkinderen. 4. Uit hoofdstuk 6 Handelingsadviezen voor de leerkracht en hoofdstuk 7 Klasseninrichting kun je tips en oplossingsmogelijkheden selecteren die aansluiten bij de eerder gevonden kenmerken van de leerling. 5. Het uitproberen van de gekozen aanpak eventueel met behulp van de bijgevoegde materialen. Zie bijgevoegde bijlagen met handleidingen van de verschillende aanpakken. Protocol ADHD! Page 2 of 2

Inhoudsopgave Voorwoord... 1 Inleiding... 2 Inhoudsopgave... 3 Hoofdstuk 1 Wat is ADHD (Attention Dificit Hyperactivity Disorder)?... 5 1.1 Aandachts en concentratietekort... 6 1.2 Impulsiviteit... 6 1.3 Hyperactiviteit... 6 1.4 Niet altijd ADHD.... 6 1.5 Wat is de oorzaak van ADHD?... 7 1.6 ADHD en comorbiditeit... 9 Hoofdstuk 2 Kenmerken van ADHD... 10 2.1 Algemene kenmerken:... 10 2.2 Specifieke kenmerken:... 12 2.2.1 Aandachts en concentratiestoornis... 14 2.2.2 Hyperactiviteit... 14 2.2.3 Impulsiviteit... 14 2.3 Het ADHD kind in de klas... 15 2.3.1 ADHD en kenmerken bij het schools functioneren... 15 2.3.2 Problemen bij specifieke vakken... 16 Hoofdstuk 3 Diagnose ADHD... 17 3.1 Wanneer spreken we van ADHD?... 17 3.2 Stappenplan diagnose:... 18 Hoofdstuk 4 Ouders van ADHDkinderen... 19 4.1Wat kunnen we samen doen?... 20 4.1.1 Regelmatig overleg... 20 4.1.2 Maak goede afspraken over het huiswerk... 20 4.1.3 Afspraken over de leerpresentaties... 21 4.1.4 Elkaar motiveren en ondersteunen.... 21 4.1.5 Samen nadenken over medicatie... 22 4.1.6 En wat kunnen we nog meer samen?... 22 Hoofdstuk 5 Medicatie bij ADHD... 23 5.1 Is ADHD te behandelen?... 23 5.2 Het effect van medicatie... 23 5.3 Waarom medicijnen bij ADHD?... 24 5.4 Medicijnen genezen niet... 24 5.5 Psychostimulantia, eerste keus... 25 5.6 Ritalin... 25 5.7 Concerta... 25 5.8 Medicatie bij slaapproblemen... 26 Hoofdstuk 6 Handelingsadviezen voor de leerkracht... 27 6.1 Aandacht/ concentratie:... 28 6.2 Taakaanpak:... 29 6.3 Impulsiviteit:... 31 6.4 Sociaal:... 32 Protocol ADHD! Page 3 of 3

6.5 Je eigen leerkrachtenstijl:... 33 Hoofdstuk 7 Klasseninrichting... 35 7.1 Regels en routines... 36 7.2 Tafelopstelling:... 37 7.3 Klaslokaal:... 38 7.4 Concentratiehoekje... 38 7.5 Kleuren:... 39 7.6 Licht:... 40 7.7 Asymmetrie:... 40 7.8 Geluid:... 41 7.9 Aankleding:... 41 7.10 De klasseninrichting kort samengevat:... 41 Bijlagen, (zie insteekhoezen). Bijlage 1, contracten... 42 Bijlage 2, Dikke Duimen kaart/ Goed Gewerkt kaart... 43 Bijlage 3, zelfinstructiemethode... 44 Uitleg zelfinstructiemethode... 45 Bijlage 4, het beloningssysteem... 52 Beloningssysteem met fiches voor kinderen van vier tot zeven jaar... 52 Beloningssysteem met punten voor kinderen van acht tot en met twaalf jaar... 54 Bijlage 5, dagritmekaarten... 56 Bijlage 6, interesselijst... 57 Bijlage 7, mini kaartjes... 58 Bijlage 8, observatieformulier gedrag... 59 Vragenlijst omgevingsfactoren concentratie... 60 Bijlage 10, DSMIV lijst... 62 Bijlage 11, klavertje vier... 63 Bijlage 12, literatuurlijst... 64 Protocol ADHD! Page 4 of 4

Hoofdstuk 1 Wat is ADHD (Attention Dificit Hyperactivity Disorder)? (Aandachts Tekort Stoornis met hyperactiviteit) Kinderen met ADHD hebben moeite om prikkels te combineren. Het bijsturen van het gedrag is een probleem. Dit komt omdat het verbindingscentrum in de hersenen (corpus callosum) kleiner is dan gemiddeld. Er is echter geen standaard grootte voor dit gedeelte van de hersenen, waardoor er geen standaards zijn om ADHD vast te stellen. Dit moet per kind bekeken worden. Er zijn bij ADHD drie hoofdkenmerken: Aandachts en concentratietekort Hyperactiviteit Impulsiviteit Deze drie hoofdkenmerken kun je in drie verschillende variaties tegenkomen. Zo heb je ADHD met alleen een stoornis in de aandacht, dus niet in de hyperactiviteit en impulsiviteit. Dit heet ook wel ADD (Attention Deficit Disorder without Hyperactivity). ADD wordt niet snel herkend bij kinderen, omdat zij immers geen storend gedrag vertonen. Toch presteren deze leerlingen vaak onder niveau. Dat levert problemen op in het zelfvertrouwen en dus zitten kinderen met ADD vaak niet lekker in hun vel. Daarnaast heb je ook een vorm waarbij alleen hyperactiviteit en impulsiviteit een rol spelen, maar geen aandachtstekort. Tot slot heb je een combinatie van de drie hoofdkenmerken, dat is ADHD en daar gaan we het hier verder over hebben. Protocol ADHD! Page 5 of 5

1.1 Aandachts en concentratietekort Kinderen met ADHD hebben moeite om hun aandacht te richten en vast te houden. Ze hebben moeite om de belangrijke prikkels van de onbelangrijke prikkels te scheiden. Met prikkels bedoelen we alles wat we met onze zintuigen waarnemen; alles wat we horen, zien, ruiken, voelen en proeven. Het lijkt of al die prikkels even sterk doorkomen. Dus als je als leerkracht iets aan het uitleggen bent, hoort/ziet dit kind ook de buurman die zit te spelen, een jongetje wat door de gang loopt of hij ziet een vogel buiten een waterbadje nemen. Toch moet hij zich wel richten op de uitleg en dat is erg moeilijk. Echter, sluit een kind met ADHD nooit af van prikkels, ze hebben deze juist nodig om de aandacht ergens op te richten. Heeft hij geen prikkels meer dan is de kans groot dat hij gaat zitten dromen of andere manieren vindt om zich te vermaken. 1.2 Impulsiviteit Kinderen met ADHD zijn vaak erg impulsief. Ze geven vaak antwoord voordat de vraag gesteld is, ze lopen of springen zomaar van hun stoel of ze geven andere kinderen een klap, voordat ze het zelf in de gaten hebben. Ze voeren de gevolgen eigenlijk allemaal uit vóór ze erover nadenken. Uiteraard hebben deze kinderen daarom meer moeite met het uitvoeren van taken en de omgang met anderen. 1 Vaak zijn kinderen met ADHD daardoor ook niet de meest geliefde kinderen in de klas ( let wel, dit is niet altijd het geval!). Door dit kind kan een ander kind zich namelijk niet concentreren in de klas en door hem is het moeilijker om in de klas of op het schoolplein met de hele klas iets leuks te doen. 1.3 Hyperactiviteit Hyperactief is een relatief begrip. In de Van Dale staat het omschreven als overactief of al te actief. Voor iedere leerkracht is dit anders. Wat de één ziet als gewoon, ziet de ander als actief. Toch vallen ADHDkinderen vaak op door de overbeweeglijkheid, ze zijn lichamelijk hyperactief. Ze voelen dit zelf als onrust van binnen of mijn hoofd barst. Ze kunnen gewoon niet stilzitten. Het moeilijke aan ADHD vindt men vaak dat de kinderen niet áltijd druk of snel afgeleid zijn. 2 Ze kunnen zich vaak wel concentreren op hun hobby: een spannende film, de computer of buitenspel. Dat interesseert ze, maar helaas is dit niet vaak het schoolwerk! Dus kinderen met ADHD kunnen zich wel concentreren, maar het kost ze veel meer inspanning en energie. 1.4 Niet altijd ADHD. Bij aandachts en concentratiestoornissen en hyperactiviteit hoeft niet altijd sprake te zijn van ADHD. Ook leermoeilijkheden, gezins en gezondheidsproblemen kunnen oorzaken zijn van druk en chaotisch gedrag. We spreken dan niet van ADHD, al kunnen er wel symptomen van ADHD voorkomen in dit gedrag. 1 Barkley 2 Barkley, 2001 Protocol ADHD! Page 6 of 6

1.5 Wat is de oorzaak van ADHD? De oorzaak van ADHD is (nog) niet duidelijk. Men denkt dat meerdere factoren een rol spelen. Zowel erfelijk, neurologisch als omgevingsfactoren. Het komt vaak voor dat ouders op zoek gaan naar hulp en dat vader merkt dat hij vroeger dezelfde problemen had. In 25% van de gevallen heeft ook een eerstegraads bloedverwant symptomen van ADHD. Erfelijkheidstheorie: De erfelijkheid is door vele studies onderzocht en men kwam allen tot dezelfde conclusie, namelijk dat het inderdaad erfelijk is. 3 Het is zelfs gebleken dat een kind met ADHD 500% kans heeft dat er iemand in zijn familie ook ADHD heeft. Als een kind dat deel uitmaakt van een tweeling ADHD heeft, is de kans 80 tot 90% dat het andere kind dit ook heeft. Maar wat houdt geërfd nu eigenlijk in? Wetenschappers voeren nu studies uit waarbij alle leden van een gezin met een kind met ADHD worden getest om te bepalen hoe de stoornis van de ene generatie op de andere wordt overgedragen. Is er één gen bij betrokken of meerdere? Is het geslachtsgebonden? Kan men vaststellen of de genen op een bepaalde chromosoom liggen? Kan er een bloedonderzoek worden ontwikkeld op de basis waarvan kan worden bepaald wie het risico loopt de stoornis te ontwikkelen? Het is heel goed mogelijk dat deze vragen binnen tien jaar worden beantwoord. Het feit dat er al een gen ontdekt is, dat verantwoordelijk is voor de stoornis, is een veelbelovende stap in de goede richting. 4 Sociale theorie: Met omgevingsfactoren die een rol spelen, bedoelen we alle omstandigheden tijdens zwangerschap, de geboorte en de latere ontwikkeling van een kind. Dit alles kan een blijvende verandering veroorzaken in de ontwikkeling van de hersenen. Ook kunnen ADHDproblemen begonnen zijn na een ernstige infectieziekte, zoals hersenvliesontsteking. ADHD kan ook aangeleerd worden door de omgeving. Dit wordt ook wel sociale ADHD genoemd, dat komt door storende invloeden: stress, angst, emoties, problematische opvoedingssituatie of overbeweeglijkheid van de ouders kan ADHDgedrag verergeren. In geen geval wordt het probleem versterkt door overgevoeligheid voor bepaalde voedingsstoffen. 3 Barkley, 2001 4 Barkley, 2001 Protocol ADHD! Page 7 of 7

Neurologische theorie: De laatste tijd lees je over ADHD dat het te maken heeft met een niet goed werkend neurotransmittersysteem. Neurotransmitters zijn overdrachtsstoffen die zorgen voor verbindingen tussen hersencellen in de hersenen.deze neurotransmitters werken in bepaalde delen van de hersenen minder goed, namelijk in de prefrontaalkwab en het limbisch systeem. De prefrontaalkwab is één van de meest ontwikkelde delen van de hersenen. Men denkt dat dit deel een belangrijke rol speelt bij aandacht en concentratie, regulatie van gedrag, controle van impulsen en planning van toekomstige handelingen. Ook bij de gevoeligheid voor straf en beloning zou de prefontaalkwab een rol spelen. Het limbisch systeem beïnvloedt o.a. emotie, geheugen en motivatie. Deze theorie gebruiken wij als basis voor dit protocol. Als je dit in het achterhoofd houdt, is het niet vreemd dat kinderen met ADHD een slechte verbinding hebben tussen de zintuigen en de delen van de hersenen waar bepaalde informatie wordt verwerkt, zodat de boodschappen niet duidelijk over komen. Men zegt wel dat de productie van neurotransmitters toeneemt naarmate je ouder wordt. Dat zou verklaren waarom een flink aantal kinderen over de klachten van ADHD heen groeit of dat de klachten afnemen. Protocol ADHD! Page 8 of 8

1.6 ADHD en comorbiditeit ADHD gaat vaak gepaard met één of meer andere stoornissen: ADHD komt relatief vaak voor in combinatie met stoornissen uit het autistisch spectrum, zoals PDDnos. (PDD is een afkorting voor Pervasive Developmental Disorder, een pervasieve ontwikkelingsstoornis) Agressief / opstandig gedrag Leerproblemen (zie ook kenmerken ADHD) waaronder dyslexie. Dat is onder meer te danken aan het opnemen van informatie, zwak probleem oplossend denken en zonder te kijken en na te denken een opdracht uitvoeren. Angst/ stemmingsstoornissen Syndroom Gilles de la Tourette Agressieve gedragsstoornissen (ODD en CD) Hechtingsstoornissen Protocol ADHD! Page 9 of 9

Hoofdstuk 2 Kenmerken van ADHD Onder ADHD vallen drie hoofdkenmerken, namelijk; aandachts en concentratietekort, hyperactiviteit en impulsiviteit, waaronder verschillende gedragingen van kinderen vallen. Eerst sommen we de hoofdkenmerken op: 2.1 Algemene kenmerken: Aandachts concentratiestoornis: Slaagt niet in aandacht voor details. Snel zijn afgeleid. Moeilijk instructies kunnen volgen. Aandacht voor een taak hebben is moeilijk. Luistert vaak niet of het lijkt alsof hij niet luistert. Volgt aanwijzingen niet op. De taak komt niet af. Kan niet goed organiseren. Vermijdt grote taken. Raakt vaak dingen kwijt. Wordt snel afgeleid. Is vaak vergeetachtig. Hyperactiviteit: Beweegt constant met handen en voeten. Wiebelen, draaien en veel friemelen. Van de ene activiteit naar het andere hollen. Staat vaak op van zijn plaats. Rent vaak rond in plaats van gewoon lopen. Kan moeilijk rustig spelen of werken aan een ontspannende activiteit. Is vaak in de weer. Praat aan één stuk door. Impulsiviteit: Gooit antwoorden eruit voor dat de vraag gesteld is. Kan niet op zijn beurt wachten. Anderen in de rede vallen. Niet luisteren naar wat anderen zeggen. Zich vaak in gevaarlijke situaties storten. Verstoort vaak anderen tijdens bijvoorbeeld een taak. Geen zelfvertrouwen door het vele falen, daardoor kan het kind een masker op krijgen, waardoor clown of braniegedrag kan ontstaan. Om iets kleins heel boos worden. Slecht emoties kunnen beheersen. Protocol ADHD! Page 10 of 10

Maar ze kunnen ook: Spontaan en open zijn. Een enorme creativiteit hebben. Energiek en enthousiast zijn. Humor hebben. Gevoelig en zorgzaam zijn. Een goed inlevingsvermogen hebben. Veel van deze kenmerken komen bij alle kinderen in meer of mindere mate voor en zijn niet specifiek voor kinderen met ADHD. Bij kinderen met ADHD gaat het om een aantal kenmerken die in ernstige mate voorkomen en de ontwikkeling van het kind belemmeren. Kinderen vertonen in de verschillende ontwikkelingsfasen van de basisschool verschillende gedragingen. Hierboven zijn de algemene kenmerken beschreven. Op de volgende pagina vind je specifieke kenmerken voor leeftijdfases. Vanzelfsprekend is dat bepaalde gedragingen van een bepaald leerjaar ook terug te vinden zijn in het volgende leerjaar. Protocol ADHD! Page 11 of 11

2.2 Specifieke kenmerken: Zuigelingenkenmerken: Overactiviteit. Overprikkelbaarheid. Abnormale korte volgbewegingen. Peuterkenmerken: Kind is voortdurend in beweging. Niet doelgericht gedrag. Elementaire regels zijn moeilijk aan te leren. Kleuterkenmerken: Ze maken zich de gang van zaken minder snel eigen, bijvoorbeeld de regels. Thuis zijn ze vaak niet vatbaar voor een gewone opvoedkundige aanpak. Ze vallen steeds terug in dezelfde fout. Routinebezigheden zoals aankleden en wassen zijn moeilijk aan te leren. Kinderen met ADHD gedragen zich vaak niet naar de kalenderleeftijd, maar lijken vaak nog jonger. Het leren beheersen van gedrag ontwikkelt zich minder vlot. Hebben een zwakke motoriek. 2/3 van de ADHD ers een taalstoornis die zich ontwikkelt tot een leerstoornis. Articuleren slecht. Beperkte aandachtsspanne. Emotionele prikkels en sociale druk helpen weinig om gedrag te sturen en worden gestuurd door prikkels uit de omgeving die de aandacht opeisen. Begrijpen een regel maar passen hem niet toe. Opruimen is een lijdensweg. Kenmerken basisschoolleeftijd: Ze maken zich de gang van zaken minder snel eigen, bijvoorbeeld de regels. Thuis zijn ze vaak niet vatbaar voor een gewone opvoedkundige aanpak. Ze vallen steeds terug in dezelfde fout. Kinderen met ADHD gedragen zich vaak niet naar de kalenderleeftijd, maar lijken vaak nog jonger. Het leren beheersen van gedrag ontwikkelt zich minder vlot. Hebben een zwakke motoriek. Kunnen gedachten en gevoelens niet zo gedetailleerd onder woorden brengen. Hebben moeite zich te verplaatsen in een ander kind. Ze zijn voortdurend op zoek naar stimulatie, maar hun schoolwerk stimuleert ze niet. Het kind vraagt de leerkracht de werkomgeving zo te organiseren dat de leerling minder last heeft van afleidende prikkels. Negatieve kritiek vanuit de omgeving kan tot een sociaal isolement leiden, dit mondt weer uit in emotionele problemen. Protocol ADHD! Page 12 of 12

Kenmerken puberteit: Eerst even een algemeen stukje over de puberteit: Omdat de puberteit steeds vroeger begint hier een stuk over ADHD en de puberteit. Deze informatie kan van toepassing zijn voor de leerkrachten van groep 6, 7 en 8. Waar draait het om bij een puber: 1. Het zoeken van een nieuwe levensweg. 2. Zichzelf kritisch onder de loep nemen en zichzelf bestuderen. 3. Leert nieuwe mogelijkheden kennen door ermee te experimenteren. Zo wordt hij met zijn eigen beperkingen geconfronteerd en leert deze te accepteren. 4. De reacties van mensen uit de omgeving zijn van groot belang, zeker wanneer het gaat om mensen die voor de puber belangrijk zijn. 5. Leren keuzes te maken en verplichtingen aan te gaan. Bijvoorbeeld in relaties en binnen de maatschappij. Kortom: Hij krijgt besef van zijn identiteit en ontwikkelt voor zichzelf een nieuwe levensstijl. Bij het puberwezen horen: grote emotionele onrust en spanningen. De ontwikkeling van kind naar volwassenen overkomt de puber. Hij probeert zich soms los te koppelen van alle ideeën van zijn ouders. Hij wil zich losmaken van hun controle, bemoeienissen enz. Daardoor kunnen in de thuissituatie ruzies en conflicten ontstaan. 5 5 Bollaert, 2004 Protocol ADHD! Page 13 of 13

Onder de verschillende hoofdkenmerken van ADHD vind je verschillende gedragingen bij pubers. 2.2.1 Aandachts en concentratiestoornis Aandachtsspanne verbetert. Bij de gymlessen ziet hij niet in dat er een spel gespeeld wordt. Er kunnen conflicten met tegenpartij ontstaan of er is geen samenwerking met teamgenoten. Bij een leertaak registreert hij niet het verschil tussen hoofd en bijzaak en vindt de structuur niet terug. Hij zal ook geen controle houden door bijvoorbeeld zichzelf te overhoren. Begrijpt hij iets niet bij een leertaak dan leest hij gewoon verder. Opdrachten voor de helft lezen en ze dus ook maar voor de helft maken. Onnauwkeurig te werk gaan. Bijvoorbeeld het inpakken van de schooltas: verkeerde boeken en dingen vergeten. Plannen, organiseren en vooruitkijken is heel moeilijk. Tijd lijkt soms de grootste vijand te zijn. Een afspraak bij de tandarts vergeten, geen weekplanning kunnen maken voor huiswerk. Veel tijd besteden aan huiswerk, doordat hij niet kan starten en steeds pauzes neemt. Daardoor ontstaat frustratie, omdat verwachte resultaten ondanks zijn langdurige inspanningen uitblijven. 2.2.2 Hyperactiviteit Hij zwiert niet meer met zijn ledematen in het rond, maar prutst aan hoekjes van een boek of rommelt regelmatig in een pennendoos. Bijten op vingernagels. Frunnikt aan een ander. Veel praten, voor anderen praten. 2.2.3 Impulsiviteit Dingen kopen zonder na te denken hoe duur iets is. Dus keuzes en beslissingen maken zonder na te denken over de negatieve gevolgen. Zomaar de straat oversteken als iemand hem iets toeroept. Wordt door de leerkracht teveel huiswerk opgegeven dan zal hij dat weten. Hij houdt geen rekening met gevoelens of activiteiten van een ander en dramt gewoon door met wat hij wil doen of zeggen. Hij denkt geen gezag en discipline nodig te hebben, maar toch is het belangrijk als alles duidelijk afgelijnd is. Door het botsen met gezag wil hij vaak geen hulp of begeleiding van anderen. Hij ziet dat als een vrijheidbeperking, een bevestiging dat hij niets kan. De confrontatie met zijn eigen persoonlijkheid weegt zo zwaar dat hij soms blokkeert. Daardoor ontstaan wisselende stemmingen. Hij kan mislukkingen moeilijk verwerken en raakt daardoor eerder gefrustreerd. Weinig sociale vaardigheden doordat hij wordt afgewezen door klasgenoten en dus geen vrienden maakt. Dat kan komen doordat anderen hem niet accepteren door zijn agressief of tactloos gedrag. Protocol ADHD! Page 14 of 14

2.3 Het ADHD kind in de klas De oorzaak van deze schoolse problematiek moet ook weer worden gezocht in de drie hoofdkenmerken van ADHD zoals in paragraaf 2.2 wordt beschreven. 2.3.1 ADHD en kenmerken bij het schools functioneren Schoolloopbaan verloopt moeizaam doordat ADHD de cijfers beïnvloeden, ze blijven vaker zitten en hebben vaker remedial teaching nodig en gaan vaker naar het speciaal (basis)onderwijs. Ongeconcentreerde werkhouding. Zijn niet gemotiveerd bezig. Maakt slordigheidfouten door de hyperactiviteit die leidt tot motorische onrust. Onrust in de klas leidt tot afwijzende reacties bij medeleerlingen en leerkracht. Naast ADHD zijn er vaak ook andere problemen zoals: gedragsproblemen, problemen in de sociaalemotionele ontwikkeling en specifieke leerproblemen. Hebben vaak een negatief zelfbeeld (mede door het behalen van slechte prestaties). Protocol ADHD! Page 15 of 15

2.3.2 Problemen bij specifieke vakken Kinderen met ADHD zullen bij de hieronder beschreven zaakvakken regelmatig moeite hebben. 6 Als zich problemen voordoen bij de specifieke vakken zal de leerkracht moeten nagaan wat daarvan de oorzaak is. Gaat het om tekortschietende vaardigheden of moet de oorzaak gezocht worden in de aandachts en concentratiestoornis? Rekenen Problemen zullen zich voordoen bij het automatiseren van stof. Leren door herhaling en inslijping door meer van hetzelfde is voor een ADHDkind moeilijk op te brengen. Dat moeizame automatiseren leidt samen met de aandachtsconcentratiestoornis tot tempoproblemen. Oplossing: positieve waardering en een beloningssysteem. Je kunt het kind ook laten inoefenen door middel van de computer, want kinderen vinden het leuk met de computer te werken. Hierdoor wordt taakgericht gedrag extra gestimuleerd en wordt het kind gemotiveerd. Lezen Hierbij gaat het om problemen van verbale aard. Bijvoorbeeld kinderen met ADHD articuleren slecht. Daarom is het onverstandig bij het beoordelen van de leesprestaties van deze kinderen alleen af te gaan op resultaten van de AVI of ILO toetsen. Het begrijpend en verklarend lezen ligt misschien wel op een hoger niveau dan de uitslagen doen vermoeden. Oplossing: leestest die begrijpend lezen toetst zou daarom ter ondersteuning gebruikt moeten worden. Te eenvoudige leestest werkt aandachts concentratieproblemen alleen maar in de hand. Schrijven Veel kinderen met ADHD hebben een zwakke motoriek waardoor schrijfproblemen veroorzaakt kunnen worden. Om de schrijfproblemen op te vangen, kunt u besluiten om het kind in blokletters te laten schrijven. Dit is motorisch een stuk eenvoudiger voor de leerling. Oplossing: Remediërende schrijfprogramma s kunnen het kind en de leerkracht behulpzaam zijn bij de oplossing van deze problemen. Ook kunnen problemen door de aandachts en concentratiestoornis worden veroorzaakt. Het is daarom beter 7 keer 2 regels te schrijven dan 2 keer 7. Kortom Het is voor een ADHDkind niet eenvoudig zijn schoolse periode zonder kleerscheuren te doorlopen. Dat vraagt van de school aanpassing van de onderwijskundige aanpak om tegemoet te komen aan de behoeften van het kind. 6 Barkley, 2001 Protocol ADHD! Page 16 of 16

Hoofdstuk 3 Diagnose ADHD 3.1 Wanneer spreken we van ADHD? Er is geen eenvoudige test of simpel onderzoekje om ADHD vast te stellen. Er is juist veel kennis en ervaring voor nodig om dit te kunnen vaststellen. Het is erg belangrijk om te kijken hoe de stoornis de ontwikkeling van het kind beïnvloedt: welk effect heeft ADHD op het leergedrag, het gedrag thuis en op school en het omgaan met emoties? De meest ernstige vorm van ADHD komt voor bij één procent van de kinderen en jongeren. Twee tot vier procent heeft last van een minder ernstige vorm. Hoe vaak ADHD bij volwassenen voorkomt, is niet bekend. Men schat dat ongeveer de helft van de kinderen die de diagnose ADHD heeft gekregen op volwassen leeftijd nog last heeft van één of meer symptomen. ADHD komt veel vaker voor bij jongens dan bij meisjes. 7 De school is vaak een goede plaats om ADHD op te sporen (signaleren) en te onderzoeken (diagnosticeren). Deze kan echter nooit bevestigen dat een kind ADHD heeft. Belangrijke hulpmiddelen hierbij zijn: vragenlijsten systematische observatie in de klas of op de speelplaats gesprekken met belangrijke anderen uit de omgeving van het kind bestudering van het schriftelijk werk huisbezoek 7 Barkley, 2001 Protocol ADHD! Page 17 of 17

3.2 Stappenplan diagnose: 1. Observeer eerst het gedrag van de leerling. Dit kan door middel van een observatielijst. Een voorbeeld van zo een lijst kunt u vinden onder bijlage 8. Het is bij deze lijst de bedoeling dat er geturfd wordt. Per les kunt je turven hoe vaak een kind deze gedragscode overtreedt. Als blijkt dat je met regelmaat geturfd hebt, is het verstandig om de vragenlijst omgevingsfactoren in te vullen. 2. Om zicht te krijgen op mogelijke omgevingsfactoren die het concentratievermogen van de leerling in negatieve zin kunnen beïnvloeden kan gebruik gemaakt worden van bijlage 9. Mocht uit dit onderzoek blijken dat de hier genoemde factoren niet echt duidelijk van invloed zijn op het functioneren van de leerling dan kan men besluiten tot gerichtere observatie. 3. Daarbij adviseert men gebruik te maken van het klavertje vier, die te vinden is onder bijlage 11 of een lijst met DSMIVcriteria van ADHD (de Amerikaanse vereniging voor psychiatrie), bijlage 10. Je mag en kan als leerkracht hier geen bindende conclusies uit trekken, dit moet namelijk altijd door een arts gebeuren. Deze lijst wordt uiteindelijk gebruikt door hoog opgeleide klinische hulpverleners of artsen om de diagnose vast te stellen. 4. Bespreek deze resultaten eerst met de IB er. Daarna is het verstandig en noodzakelijk om een afspraak met de ouders te maken. In dit gesprek kunt je, eventueel samen met de IB er, de ouders op de hoogte stellen van u bevindingen. Meer tips over de omgang met ouders kun je vinden in hoofdstuk 4. Zodra een arts ingeschakeld wordt, wil hij een aantal zaken weten. Zo haalt hij informatie uit een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en zijn eigen indruk van het kind. Voor de diagnostiek verzamelt de arts informatie over: de ontwikkelingsproblemen de gezondheidsproblemen het voorkomen van leer en gedragsproblemen in de familie de omgang tussen ouders en kind de relatie tussen kind en de leerkracht de omgang met andere kinderen de leefomgeving de stress in het gezin Tenslotte wordt een diagnose gesteld en doet de arts een uitspraak over de oorzaken van de bestaande leer, gedrags, en emotionele problemen. Aan de hand daarvan kan een behandelplan worden opgesteld. Afhankelijk van de voorgeschiedenis van hulpverlening beoordeelt de arts op dat moment of het zinvol is medicatie te adviseren. Protocol ADHD! Page 18 of 18