Paritair comité van het cementbedrijf 1060300 Vezelcement Ploegenpremies... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005 (77.854)... 2 Overuren... 3 Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 2013 (117.631)... 3 Eindejaarspremie... 5 Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005 (77.853)... 5 Vervoerskosten... 6 Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2011 (104.330)... 6 Aanvullend pensioen... 10 Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 2013 (117.642)... 10 Fietsvergoeding... 11 Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 2013 (117.632)... 11 Premies 1
Ploegenpremies Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005 (77.854) Ploegenpremies HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement. Onder "arbeiders" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen Art. 2. Wanneer in ploegen wordt gewerkt hebben de arbeiders per werkuur recht op de betaling van een premie. De premie bedraagt een percentage van het minimale productieloon van de sector : - vroege ploeg : aanvang tussen 5u. en 6u., einde tussen 13u. en 14u. : 5 pct. ; - late ploeg : aanvang tussen 13u. en 14u., einde tussen 21u. en 22u. : 8 pct. ; - nacht : aanvang tussen 21u. en 22u., einde tussen 5u. en 6u. : 40 pct.. Deze bepalingen doen geen afbreuk aan gunstigere regelingen opgenomen in ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomsten of in het arbeidsreglement. HOOFDSTUK III. Geldigheidsduur Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en is gesloten voor onbepaalde duur Premies 2
Overuren Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 2013 (117.631) Verhoging van het quotum overuren HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement (PSC 106.03). Onder "werknemers" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen Art. 2. De interne grens zoals vastgelegd in artikel 26bis, 2bis van de arbeidswet wordt verhoogd tot 130 uren per kalenderjaar, voor wat betreft artikel 25 en artikel 26, 1, 3. Art. 3. De werknemer heeft een individuele keuze om af te zien van inhaalrust voor overuren gepresteerd in het kader van de artikelen 25 (buitengewone vermeerdering van het werk) en 26, 1, 3 (onvoorziene noodzakelijkheid) van de arbeidswet, voor maximum 130 uren per kalenderjaar. De uren die niet worden ingehaald, zullen volledige worden uitbetaald in de loonperiode waarin het overwerk wordt uitgevoerd. De werknemer die kiest om de overuren niet in te halen dient zijn keuze echter uitdrukkelijk mee te delen. Modaliteiten hiervoor zullen op ondernemingsvlak worden vastgelegd. Art. 4. De werkgever dient vooraf het akkoord van de vakbondsafvaardiging te krijgen, wanneer er overuren wegens een buitengewone vermeerdering van werk moeten worden gepresteerd. Voor overuren gepresteerd in het kader van onvoorziene noodzakelijkheid, gebeurt de mededeling achteraf. Art. 5. Ten gevolge van deze wijziging inzake overuren, dient de onderneming waarvan de werknemers overuren presteren, maandelijks informatie te verstrekken over volgende gegevens : - het totaal aantal gepresteerde overuren op jaarbasis; Premies 3
- het totaal aantal overuren dat werd uitbetaald; - het totaal aantal overuren dat werd ingehaald. Art. 6. Deze informatie wordt overhandigd aan de ondernemingsraad of aan de syndicale afvaardiging. Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging moet deze informatie door het personeel kunnen worden geraadpleegd. Het bericht met verwijzing naar de plaats waar deze informatie kan worden geraadpleegd, moet worden aangeplakt op een zichtbare en toegankelijke plaats. De ondernemingen zonder ondernemingsraad of syndicale afvaardiging, sturen jaarlijks deze informatie aan de voorzitter van het paritair subcomité. HOOFDSTUK III. Geldigheidsduur Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2013 en treedt buiten werking op 30 juni 2015. Premies 4
Eindejaarspremie Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005 (77.853) Eindejaarspremie HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement. Onder "arbeiders" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen Art. 2. De arbeiders die op 31 december minimum 1 jaar anciënniteit hebben in de sector hebben recht op een eindejaarspremie en/of jaarlijkse extra legale voordelen. Deze premie en/of extra legale voordelen bedragen 8 pct. van het jaarbedrag van de aan RSZ onderworpen vergoedingen. De premie en/of extra legale voordelen worden uiterlijk op 20 januari van het daaropvolgende jaar uitbetaald en valt integraal ten laste van de respectieve ondernemingen. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen die voor 1 januari 1997 hierover een collectieve arbeidsovereenkomst hebben afgesloten. Deze bepalingen doen geen afbreuk aan gunstigere regelingen opgenomen in ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK III. Geldigheidsduur Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en is gesloten voor onbepaalde duur. Premies 5
Vervoerskosten Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2011 (104.330) Deelneming door de werkgevers in de vervoersonkosten HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers, van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement. Onder "werknemers" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen Art. 2. In geval de werknemer gebruik maakt van het gemeenschappelijk openbaar vervoer, wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de tabel opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009. Art. 3. De tussenkomst van de werkgevers in de kosten voor het private vervoer bedraagt per gepresteerde dag 1/5 van 60 pct. van de prijs, zoals vastgelegd in de officiële tabellen uitgegeven door de NMBS, van een treinkaart "woon-werk verkeer" geldig voor 1 week in 2de klas voor het overeenstemmend aantal kilometers. Deze tussenkomst wordt toegekend ongeacht het gebruikte vervoermiddel en ongeacht het aantal af te leggen kilometers tussen de woonplaats en de werkplaats. Art. 4. De bepalingen in artikelen 2 en 3 doen geen afbreuk aan gunstigere regelingen opgenomen in de ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomsten of in het arbeidsreglement. Art. 5. De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989 betreffende de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten, geregistreerd onder het nummer 23299/CO/106.03, wordt opgeheven (koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 1989). Premies 6
HOOFDSTUK III. Geldigheidsduur Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Premies 7
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de deelneming door de werkgevers in de vervoersonkosten Tabel verplaatsingskosten 2011, zoals vastgelegd in de officiële tabellen uitgegeven door de NMBS. kilometer dagelijkse bijdrage werkgever in EUR wekelijkse bijdrage werkgever in EUR 1 0,94 4,68 2 1,04 5,22 3 1,14 5,70 4 1,24 6,18 5 1,34 6,72 6 1,43 7,14 7 1,51 7,56 8 1,60 7,98 9 1,69 8,46 10 1,78 8,88 11 1,86 9,30 12 1,94 9,72 13 2,03 10,14 14 2,11 10,56 15 2,20 10,98 16 2,29 11,46 17 2,38 11,88 18 2,46 12,30 19 2,54 12,72 20 2,63 13,14 21 2,71 13,56 22 2,81 14,04 23 2,89 14,46 24 2,98 14,88 25 3,06 15,30 Premies 8
26 3,12 15,60 27 3,24 16,20 28 3,30 16,50 29 3,42 17,10 30 3,48 17,40 31-33 3,60 18,00 34-36 3,84 19,20 37-39 4,08 20,40 40-42 4,26 21,30 43-45 4,50 22,50 46-48 4,68 23,40 49-51 4,92 24,60 52-54 5,04 25,20 55-57 5,22 26,10 58-60 5,34 26,70 61-65 5,52 27,60 Premies 9
Aanvullend pensioen Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 2013 (117.642) Bijdrage in het kader van pensioenplannen Geldigheidsduur : 01/01/2014 - onb. duur Premies 10
Fietsvergoeding Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 2013 (117.632) Fietsvergoeding HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement (PSC 106.03). Onder "werknemers" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen Art. 2. De werkgever betaalt aan de werknemer, die zich met de fiets naar het werk begeeft, 0,22 EUR per afgelegde kilometer voor zover de enkele afstand minstens 1 kilometer bedraagt. De nadere regels en toepassingsmodaliteiten worden op ondernemingsvlak vastgelegd. Deze tussenkomst van de werkgever is niet cumuleerbaar met de tussenkomst van de werkgever in de vervoersonkosten waarvan sprake in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2011. HOOFDSTUK III. Geldigheidsduur Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en treedt buiten werking op 31 december 2014. Premies 11