Handreiking schoolexamen moderne vreemde talen havo/vwo

Vergelijkbare documenten
Niveaus Europees Referentie Kader

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Europees Referentiekader

Common European Framework of Reference (CEFR)

Handreiking schoolexamen moderne vreemde talen havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015

Kan ik het wel of kan ik het niet?

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA S VOORTGEZET ONDERWIJS

Handreiking schoolexamen moderne vreemde talen havo/vwo

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

Nederlands ( 3F havo vwo )

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

MODERNE VREEMDE TALEN HAVO

Criteria bij ERK methodes

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Moderne vreemde talen VWO

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

Nederlands ( 3F havo vwo )

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

MODERNE VREEMDE TALEN VWO ARABISCH DUITS ENGELS FRANS RUSSISCH SPAANS TURKS. Syllabus centraal examen 2013

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

Moderne vreemde talen HAVO

MODERNE VREEMDE TALEN VWO ARABISCH DUITS ENGELS FRANS RUSSISCH SPAANS TURKS. Syllabus centraal examen 2014

Moderne vreemde talen HAVO

Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2)

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

MODERNE VREEMDE TALEN HAVO ARABISCH DUITS ENGELS FRANS RUSSISCH SPAANS TURKS. Syllabus centraal examen 2012

Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

Kan-beschrijvingen ERK A2

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN

MODERNE VREEMDE TALEN HAVO

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

MODERNE VREEMDE TALEN HAVO

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

Wat moet ik doen voor mijn Schoolexamens en Eindexamen Engels?

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

MODERNE VREEMDE TALEN VMBO

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau

TURKSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

MODERNE VREEMNDE TALEN CENTRAAL EXAMEN BB, KB EN GT

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN UW EUROPASS TAALPASPOORT INLEIDING

MODERNE VREEMDE TALEN VWO ARABISCH DUITS ENGELS FRANS RUSSISCH SPAANS TURKS. Syllabus centraal examen 2015

ENGELSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO

Gesprekken voeren Spreken Schrijven. Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL COMMERCIEEL MEDEWERKER BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN

MODERNE VREEMDE TALEN HAVO

MODERNE VREEMDE TALEN VMBO

SPAANSE TAAL VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Examenprogramma Frans 1-2 havo

MODERNE VREEMDE TALEN VWO

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

MODERNE VREEMDE TALEN VMBO. Syllabus centraal examen 2014

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER BEHEER ICT

ARABISCHE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Nederlands HAVO. Syllabus centraal examen 2011

1. De juridisch medewerker is in staat om op adequate wijze cliënten algemene informatie te verstrekken en hen zo nodig door te verwijzen.

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL APPLICATIEONTWIKKELAAR

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

MODERNE VREEMDE TALEN HAVO ARABISCH - DUITS - ENGELS - FRANS RUSSISCH - SPAANS - TURKS. Syllabus centraal examen 2015

Op zoek naar de beste leergang Spaans

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

SPAANSE TAAL VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016

Transcriptie:

Handreiking schoolexamen moderne vreemde talen havo/vwo Italiaans, Russisch, Spaans Tweede fase Herziening examenprogramma's havo/vwo Daniela Fasoglio, Dick Meijer Enschede, maart 2007

Verantwoording 2007 Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. Auteurs: Daniela Fasoglio, Dick Meijer Met medewerking van: Yolande Doensen, Mila Gomez, Judith Janssen, Esther van Loo, Bas Trimbos Eindredactie: Daniela Fasoglio, Bas Trimbos Redactie: ZonneveldMarks, Deventer Ontwerp omslag en productie: Axis media-ontwerpers, Enschede In opdracht van: Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappen Voor de vergelijking van de niveaus van luistervaardigheid is gebruik gemaakt van de standaardisering die door het Cito is uitgevoerd. De vergelijking van de niveaus van het eindexamenprogramma met de niveaus van het ERK is mede het resultaat van een veldaanvraag van het Platform Nieuwe Schooltalen. Bij deze publicatie hoort een cd-rom die de niveaus van het ERK met voorbeelden illustreert. De handreikingen zijn ook te downloaden. U vindt ze op www.slo.nl sector <vo tweede fase> <examenprogramma's en handreikingen voor de vakken in havo-vwo vanaf 2007> Voor verdere informatie over dit vak: SLO, Stichting Leerplanontwikkeling Mevrouw Daniela Fasoglio Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) 4840 285 E-mail: d.fasoglio@slo.nl

Inhoud Voorwoord 5 1. Inleiding 7 2. Moderne Vreemde Talen in de nieuwe tweede fase 9 3. De programma's voor havo en vwo: het centraal examen en het schoolexamen 13 3.1 Het eindexamen 13 3.2 Het centraal examen 13 3.3 Het schoolexamen 14 4. De eindtermen van het schoolexamen 15 5. Het Europees Referentiekader en Taalprofielen 19 5.1 Het Europees Referentiekader 19 5.2 Taalprofielen 25 5.3 Eindexamenniveaus volgens het ERK 25 6. De eindtermen van het schoolexamen: niveauindicaties 31 6.1 Domein A: Leesvaardigheid (alleen voor schoolexamen Italiaans) 31 6.2 Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 36 6.3 Domein C: Gespreksvaardigheid 43 6.4 Domein D: Schrijfvaardigheid 54 7. Domein E: Literatuur 63 8. Specifieke descriptoren, voorbeelden van opgaven en prestaties 67 8.1 Domein A: Leesvaardigheid (alleen voor Italiaans) 67 8.2 Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 74 8.3 Domein C: Gespreksvaardigheid 82 8.4 Domein D: Schrijfvaardigheid 101 8.5 Voorbeelden nader bekeken: de expertmeeting 117 9. Didactische aanwijzingen 119 9.1 Taken en taalonderwijs 119 9.2 Voorbeelden van taakgerichte benaderingswijzen 120 9.3 Het Europees Taalportfolio 123 9.4 De dilemma's van een mvt docent 123 10. Mogelijkheden voor toetsing en weging (PTA) 127 11. Afstemming met andere vakken 131 12. Onderdelen naar keuze van de school 133 Literatuuropgave 135

Bijlage 1 Examenprogramma moderne vreemde talen en literatuur havo/vwo 137 Bijlage 2 Vergelijking niveau-omschrijvingen eindexamenprogramma's met de niveaus van het Europees Referentiekader 141

Voorwoord De Handreiking voor het schoolexamen die voor u ligt, hoort bij de vernieuwingen die in 2007 zullen ingaan in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Basis voor deze vernieuwingen is de ministeriële nota Ruimte laten en keuzes bieden in de tweede fase havo en vwo (2003), waarvan de leidende gedachte is dat scholen meer vrijheid en keuzemogelijkheden moeten krijgen voor de invulling van hun onderwijs in de tweede fase. Daartoe zijn de examenprogramma s voor alle vakken geglobaliseerd, wat wil zeggen dat ze minder eindtermen en minder detaillering van eindtermen bevatten dan voorheen het geval was. Ook zijn alle vormvoorschriften voor het schoolexamen geschrapt. Docenten zijn nu, binnen de wettelijke kaders, vrij hun schoolexamens naar eigen inzicht in te richten. Bij dit laatste biedt SLO, op verzoek van OCW, steun in de vorm van handreikingen per vak, waarvan dit er één is. De handreikingen bevatten suggesties en adviezen voor de inrichting van het schoolexamen, die gezien het bovenstaande een nietvoorschrijvend karakter dragen. Zij zijn gebaseerd op de expertise van de vakinhoudelijk medewerkers van SLO, en in veel gevallen ook op overleg met de vakinhoudelijke vereniging en/of raadpleging van het veld via Veldadvisering. Iedere handreiking opent met een beschrijving van de positie van het vak in de vernieuwde tweede fase, en een weergave van de veranderingen ten opzichte van het nu nog vigerende examenprogramma. Daarna wordt ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen het havo- en het vwo-programma, en op de verdeling van de leerstof over het centraal examen en het schoolexamen (Dit bij de vakken waar het van toepassing is). Vervolgens worden de eindtermen voor het schoolexamen uitgelegd en toegelicht. De mogelijkheden voor toetsing van de eindtermen in het schoolexamen worden geschetst, en suggesties worden gedaan voor weging van de verschillende toetsen. Tenslotte wordt ingegaan op afstemmingsmogelijkheden met andere vakken in de tweede fase, en wordt besproken welke mogelijkheden scholen vanaf 2007 hebben om eigen onderdelen toe te voegen aan de onderdelen die in het schoolexamen wettelijk voorgeschreven zijn. We hopen dat onze handreikingen de weg naar de scholen zullen vinden, en dat ze voor docenten een steun zullen zijn bij het zelf vormgeven van de inrichting van hun schoolexamen. Helge Bonset projectleider Herziening examenprogramma s havo/vwo Hetty Mulder programmamanager tweede fase 5

1. Inleiding De structuur van de tweede fase wordt per 1 augustus 2007 ingrijpend aangepast. De veranderingen zijn er op gericht om binnen de bestaande opzet van de tweede fase havo/vwo zoveel mogelijk ruimte te scheppen voor eigen keuzes, en om versnippering en overladenheid van het onderwijsprogramma tegen te gaan. De bedoeling is dat scholen meer ruimte krijgen voor zaken waarvoor de tweede fase mede bedoeld was, namelijk vaardigheidsonderwijs, zelfstandig en actief leren en vergroting van de samenhang tussen de vakken. Ook voor de moderne vreemde talen betekent de nieuwe tweede fase grote veranderingen. Aan de ene kant verandert de positie van de talen in het curriculum, hetgeen consequenties voor de tweede en de derde moderne vreemde taal zal hebben (zie hoofdstuk 2). Aan de andere kant worden de examenprogramma s en de eindtermen grondig herzien; een beslissende rol speelt hierbij de koppeling aan de niveaus van taalvaardigheid van het Europees Referentiekader (hierna afgekort in ERK). Daarmee wordt het accent verlegd van kennis naar competentie: de eindbeoordeling van de leerling richt zich in eerste instantie op wat de leerling in een vreemde taal kan; lexicale en grammaticale kennis hebben in dit perspectief een dienende functie. Deze handreiking is bedoeld als instrument voor de docenten Italiaans, Russisch en Spaans om inzicht te krijgen in: - de competentieniveaus van taalvaardigheid die de leerling aan het eind van zijn traject dient te beheersen en wat deze concreet betekenen; - welke kenmerken van producten en prestaties in een vreemde taal bij een bepaald taalbeheersingsniveau horen en welke opgaven het competentieniveau van de leerling zichtbaar kunnen maken. Om het verhaal zo duidelijk en concreet mogelijk te maken is deze handreiking van een aantal voorbeelden van opgaven in het Italiaans, Russisch en Spaans voorzien. De verschuiving van 'kennen' naar 'kunnen', o.a. geïllustreerd door de koppeling van de eindexamenprogramma s aan de Europese taalniveaus, heeft uiteraard consequenties voor de hele onderwijspraktijk: talenonderwijs richt zich niet meer zo zeer op het beheersen van leerstof, maar op het verwerven van competenties. Het ERK biedt daarbij de richtlijnen voor het formuleren van doorlopende leerlijnen in het taalverwervingsproces. Met deze publicatie willen wij de consequenties van deze verschuiving op het niveau van het examenprogramma inzichtelijk maken. 7

2. Moderne Vreemde Talen in de nieuwe tweede fase De veranderingen voor de moderne vreemde talen in de nieuwe tweede fase per augustus 2007 kunnen als volgt worden samengevat: Benaming Bij alle moderne vreemde talen wordt in de benaming het woord 'letterkunde' met het woord 'literatuur' vervangen. De vakken heten dus voortaan 'Italiaanse/Russische/Spaanse taal en literatuur'. Engelse Taal en Literatuur Engels behoudt zijn positie in het gemeenschappelijk deel van het curriculum voor resp. 360 slu bij havo en 400 slu bij vwo. Duitse en Franse Taal en Literatuur De belangrijkste veranderingen zitten in het afschaffen van de deelvakken en het vervallen van een verplichte tweede moderne vreemde taal in het gemeenschappelijk deel voor havo en voor gymnasium en van een derde moderne vreemde taal voor vwo. Duits en Frans blijven verplichte vakken in de onderbouw van havo/vwo. Italiaanse, Russische en Spaanse Taal en Literatuur De belangrijkste verandering in de tweede fase voor deze talen zit in de mogelijkheid om elke moderne vreemde taal waar een examenprogramma voor bestaat als tweede of derde moderne vreemde taal te kiezen, afhankelijk van het aanbod van de school. Om de eindtermen te kunnen bereiken moet de taal wel al in de onderbouw zijn gevolgd. Gemeenschappelijk deel De deelvakken Duits 1 en Frans 1 in het gemeenschappelijk deel worden zowel bij havo als bij vwo afgeschaft. Op het vwo komt er een tweede moderne vreemde taal als hele taal in het gemeenschappelijk deel te staan. De leerling kiest daarbij uit het aanbod van de school, dat kan bestaan uit Duits, Frans, Italiaans, Russisch, Spaans, Arabisch en Turks. In principe heeft dus elke atheneumleerling naast Engels een tweede moderne (vreemde) taal in het pakket. Bij het gymnasium wordt de tweede moderne vreemde taal vervangen door Latijnse of Griekse taal en literatuur. Moderne vreemde talen in de profielen Havo: binnen het profiel Cultuur en Maatschappij is de tweede moderne vreemde taal een verplicht profielvak (400 slu). De derde moderne vreemde taal kan als 9

profielkeuzevak worden gekozen (400 slu). De leerling moet in dit profiel één 'cultureel vak' kiezen tussen moderne vreemde taal, kunstvak of filosofie. Binnen het profiel Economie en Maatschappij kan de tweede moderne vreemde taal als profielkeuzevak worden gekozen (400 slu). Dit was vóór 2007 niet mogelijk. Vwo: binnen het profiel Cultuur en Maatschappij kan een moderne vreemde taal als profielkeuzevak worden gekozen (480 slu). Ook bij het vwo moet de leerling in dit profiel één 'cultureel vak' kiezen tussen moderne vreemde taal, kunstvak of filosofie. Binnen het profiel Economie en Maatschappij kan een moderne vreemde taal als profielkeuzevak worden gekozen (480 slu. Dit was vóór 2007 niet mogelijk. In het vrije deel kan een moderne vreemde taal zowel bij havo als bij vwo als examenvak worden gekozen, eventueel ook in de variant elementair (deze laatste is niet mogelijk voor Duits en Frans). In het geheel vrije deel kan een moderne vreemde taal worden gekozen afhankelijk van het aanbod van de school, eventueel ook in de variant elementair. Hier kunnen ook talen waarvoor geen examenprogramma is hun plek vinden. Voor bepaalde leerlingen wordt een ontheffingsregeling ingevoerd. Een leerling kan worden vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de 2 e moderne vreemde taal. Dit geldt alleen voor zeer specifieke gevallen, namelijk: - de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal; - de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal of de Friese taal; - de leerling volgt onderwijs in het profiel Natuur en Techniek of het profiel Natuur en Gezondheid en het onderwijs in die taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding. De school moet een heldere, eigen vrijstellingsregeling ontwerpen die past binnen de aanwijzingen van de wet- en regelgeving. Hieronder volgt een schematisch overzicht van de positie van de moderne vreemde talen in de nieuwe tweede fase havo/vwo. Havo Gemeenschappelijk deel Talen t/m schooljaar 2006/2007 SLU Talen per 1 augustus 2007 SLU Engelse taal en letterkunde Frans 1 of Duits 1 360 Engelse taal en literatuur 360 160 Profiel Cultuur en Maatschappij Talen t/m schooljaar 2006/2007 SLU Talen per 1 augustus 2007 SLU Frans 2 of Duits 2 200 Moderne vreemde taal als profielvak (verplicht) Profielkeuzevak - cultureel vak (keuze uit kunstvak, filosofie of moderne 400 400 vreemde taal) Profiel Economie en Maatschappij Talen t/m schooljaar 2006/2007 SLU Talen per 1 augustus 2007 SLU Profielkeuzevak (keuze uit moderne vreemde taal, aardrijkskunde, management en organisatie of maatschappijwetenschappen) 400 10

Talen in het keuzedeel t/m schooljaar 2006/2007 Moderne vreemde taal of moderne vreemde deeltaal 1 kan als examenvak gekozen worden (Geheel) vrij deel 1 SLU Talen in het keuzedeel per 1 augustus 2007 SLU 360 Moderne vreemde taal kan als examenvak gekozen worden Moderne vreemde taal kan in het geheel vrije deel worden gekozen (afhankelijk van het aanbod van de school) 400 400 Vwo Gemeenschappelijk deel Talen t/m schooljaar 2006/2007 SLU Talen per 1 augustus 2007 SLU Engelse taal en letterkunde Frans 1 Duits 1 400 160 160 Engelse taal en literatuur 2e moderne vreemde taal (bij gymnasium wordt deze vervangen door Latijn of Grieks) Profiel Cultuur en Maatschappij Talen t/m schooljaar 2006/2007 SLU Talen per 1 augustus 2007 SLU Frans/Duits 2 Filosofie of Frans/Duits 2 320 320 Profiel Economie en Maatschappij Profielkeuzevak - cultureel vak (keuze uit moderne vreemde taal, klassieke taal, kunstvak of filosofie) Talen t/m schooljaar 2006/2007 SLU Talen per 1 augustus 2007 SLU Talen in het keuzedeel t/m schooljaar 2006/2007 Moderne vreemde taal kan als examenvak gekozen worden (Geheel) vrij deel 1 Profielkeuzevak (keuze uit moderne vreemde taal, aardrijkskunde, management en organisatie, maatschappijwetenschappen) 400 480 480 480 SLU Talen in het keuzedeel per 1 augustus 2007 SLU 480 Moderne vreemde taal kan als examenvak gekozen worden Moderne vreemde taal kan in het geheel vrije deel worden gekozen (afhankelijk van het aanbod van de school) 480 480 1 Het vrije deel behoort tot het examenprogramma. De invulling van het geheel vrije deel is een keuze van de school. 11

3. De programma's voor havo en vwo: het centraal examen en het schoolexamen 3.1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. 23 Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F Leesvaardigheid Kijk- en luistervaardigheid Gespreksvaardigheid Schrijfvaardigheid Literatuur Oriëntatie op studie en beroep. Ten opzichte van de tot 2007 geldende examenprogramma s mvt zijn de meest in het oog springende veranderingen: - Luistervaardigheid is Kijk- en luistervaardigheid geworden. - Gespreksvaardigheid is onderverdeeld in twee subdomeinen: Gesprekken voeren en spreken. - De handelingsdelen komen niet meer voor. - Per domein en eventueel subdomein is slechts één globale eindterm geformuleerd. - Er is geen eindterm voor Domein F. 3.2 Het centraal examen Het centraal examen heeft betrekking op domein A, Leesvaardigheid. De onderstaande globale eindterm geldt voor zowel havo als vwo. 1. De kandidaat kan: - aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelde) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - relaties tussen delen van een tekst aangeven; - conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur. 2 Zie voor officieel examenprogramma bijlage 1. 3 Voor Italiaans bestaat het eindexamen uit het schoolexamen; domein A wordt in het schoolexamen getoetst. 13

De CEVO stelt het aantal en de tijdsduur van de zittingen van het centraal examen vast. De CEVO maakt een specificatie bekend van de examenstof van het centraal examen, waarbij in elk geval het niveau in termen van het Europees Referentiekader wordt vastgesteld. Voor niveauspecificaties en voorbeelden van opgaven wordt verwezen naar de publicatie van de CEVO Moderne vreemde talen voor havo en vwo - Herziening examenprogramma. Syllabus centraal examen met ingang van 2009. Utrecht 2006. 3.3 Het schoolexamen Het schoolexamen heeft betrekking op: - de domeinen en subdomeinen waarop het centraal examen geen betrekking heeft; - indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: één of meer domeinen of subdomeinen waarop het centraal examen betrekking heeft; - indien het bevoegd gezag daarvoor kiest: andere vakonderdelen, die per kandidaat kunnen verschillen. Voor Russisch en Spaans bestaat het schoolexamen uit een examendossier met tenminste de volgende onderdelen, die tezamen de eindtermen toetsen: a. Toets kijk- en luistervaardigheid b. Toets gespreksvaardigheid c. Toets schrijfvaardigheid Voor Italiaans bestaat het schoolexamen uit een examendossier met tenminste de volgende onderdelen, die tezamen de eindtermen toetsen: a. Toets leesvaardigheid b. Toets kijk- en luistervaardigheid c. Toets gespreksvaardigheid d. Toets schrijfvaardigheid Het schoolexamen kan verder ook andere examenonderdelen bevatten naar keuze van de school. In hoofdstuk 12 wordt nader ingegaan op de keuzemogelijkheden. 14

4. De eindtermen van het schoolexamen Ook onderstaande globale eindtermen gelden voor zowel havo als vwo. 4 Dit houdt natuurlijk niet in, dat de examens dezelfde moeilijkheidsgraad zouden moeten hebben. De specificaties ontleend aan het Europees Referentiekader en Taalprofielen zijn hierbij het middel om te differentiëren. Zie verder hoofdstuk 5 en 6. Domein A: Leesvaardigheid (alleen voor Italiaans) 1. De kandidaat kan: - aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte; - de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - relaties tussen delen van een tekst aangeven; - conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur. Domein B: Kijk- en luistervaardigheid 2. De kandidaat kan: - aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte; - de hoofdgedachte van een tekst aangeven; - de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven; - conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de spreker(s); - anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek; - aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken. Domein C: Gespreksvaardigheid Subdomein C1: Gesprekken voeren 3. De kandidaat kan: - adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken; - uitdrukking geven aan gevoelens; - zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden; - strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden. 4 Zie voor officieel examenprogramma bijlage 1. 15

Subdomein C2: Spreken 4. De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden. Domein D: Schrijfvaardigheid Subdomein D1: Taalvaardigheden 5. De kandidaat kan: - adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken; - verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden; - een verslag schrijven. Voor havo: geldt alleen voor Engelse en Turkse taal en literatuur. Voor vwo: geldt niet voor Russische taal en literatuur. Subdomein D2: Strategische vaardigheden 6. De kandidaat kan met behulp van: - een tekstverwerkingsprogramma een tekst schrijven; - (elektronisch) naslagmateriaal teksten opstellen. Domein E: Literatuur Subdomein E1: Literaire ontwikkeling 7. De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken. Subdomein E2: Literaire begrippen (alleen vwo) 8. De kandidaat kan literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten. Subdomein E3: Literatuurgeschiedenis (alleen vwo) 9. De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief. Voor het domein Literatuur kiest de school tussen twee mogelijkheden: a) één cijfer voor het vak literatuur op de cijferlijst plaatsen; b) de cijfers voor literatuuronderdelen mee laten wegen bij de berekening van een eindcijfer voor de verschillende talen. 16

Als er voor de eerste optie wordt gekozen, dan wordt het cijfer voor het vak literatuur voor de uitslagbepaling opgenomen in het zogenaamde combinatiecijfer. Zie ook hoofdstuk 7 van deze publicatie. Domein F: Oriëntatie op studie en beroep Dit domein bevat geen eindterm. 17

5. Het Europees Referentiekader en Taalprofielen De examenprogramma s havo en vwo zijn vanaf 2007 gekoppeld aan het Europees Referentiekader (ERK). Hierdoor zijn de globaal geformuleerde eindtermen voorzien van niveauaanduidingen. Hierbij is mede gebruik gemaakt van het document Taalprofielen (Liemberg en Meijer, 2004). In dit hoofdstuk worden eerst beide documenten nader toegelicht. Daarna worden de niveauspecificaties van de tot 2007 geldende examenprogramma s voor de schoolexamens Italiaans, Russisch en Spaans gerelateerd aan het ERK. De analyse die tot deze koppeling heeft geleid is te vinden in de bijlage. 5.1 Het Europees Referentiekader Oorsprong en doel Aan de basis voor de ontwikkeling van het ERK stond een conferentie die in 1991 in Zwitserland plaats vond en waarop werd besloten een zogenoemd 'Common European Framework of Reference' (CEFR) te ontwikkelen. Een dergelijk document moest als doel hebben: de samenwerking tussen allerlei Europese onderwijsinstituten in de verschillende landen te stimuleren; een stevige basis te vormen voor een bilaterale erkenning van taalkwalificaties (diploma's, certificaten); leerlingen, studenten, leraren, ontwikkelaars van cursussen en materialen, testinstituten en onderwijsmanagers behulpzaam te zijn bij hun activiteiten. Om deze doelen te kunnen bereiken werd een systeem van niveaus voor taalvaardigheid ontwikkeld, dat overal in Europa gehanteerd zou moeten worden. Het streven naar meer samenhang in de taalniveaus van de verschillende Europese landen is niet nieuw. Reeds in 1980 verscheen bij de Raad van Europa (Straatsburg) in verschillende talen een niveaubeschrijving, die als 'drempelniveau' (Threshold Level, Kontaktschwelle, Niveau Seuil) onder andere een rol speelde bij de beschrijving van de toenmalige niveaus voor mavo-c en mavo-d. Het Europees Referentiekader: zes niveaus, vijf 'gebruiksterreinen' (taalvaardigheden) Het ERK beschrijft de taalvaardigheden op basis van vijf 'gebruiksterreinen' oftewel taalvaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Voor deze taalvaardigheden worden zes competentieniveaus beschreven die in het Europese document de volgende namen hebben gekregen: * Breakthrough * Waystage * Threshold * Vantage 19

* Effective operational proficiency * Mastery. Een paar van de oorspronkelijke namen uit het document van de Raad van Europa (Waystage, Vantage) laten zich moeilijk vertalen. Wanneer we ze echter koppelen aan de klassieke indeling van een basisniveau, een middenniveau en een gevorderd niveau, ontstaat er een vertakt systeem dat begint bij een eerste opdeling in drie brede niveaus A, B en C. Deze worden verder onderverdeeld in A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Zo wordt geïllustreerd hoe de niveaus samenhangen: A B C Basisgebruiker Onafhankelijke gebruiker Vaardige gebruiker / \ / \ / \ A1 A2 B1 B2 C1 C2 Breakthrough Waystage Threshold Vantage Effective Proficiency Mastery Voor het eerste niveau is slechts beginnerskennis vereist (A1). Vervolgens klimt het niveau op tot C2 dat een vrijwel perfecte beheersing beschrijft ('volledige beheersing', Trim, 1978). Deze niveaus worden ondertussen overal in Europa gehanteerd en dus ook in het buitenland begrepen. Zo wordt internationale vergelijking van taalniveaus tussen de verschillende landen mogelijk. Globale beschrijving van de taalvaardigheden op de zes niveaus In de onderstaande tabel worden de niveaus gepresenteerd in globale schalen, die de systematiek en het niveau duidelijk moeten maken aan niet-specialisten. Deze schalen geven een globaal beeld van de competenties waarover een taalleerder moet beschikken als hij dit niveau 'heeft'. In deze niveaus komen alle vaardigheden voor, zij het tamelijk globaal. Vaardige gebruiker C2 C1 Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenten reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen. Kan zichzelf spontaan, vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij fijne nuances in betekenis, zelfs in complexere situaties, onderscheiden. Kan een uitgebreid scala van veeleisende, lange teksten begrijpen en de impliciete betekenis herkennen. Kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. Kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale, academische en beroepsmatige doeleinden. Kan een duidelijke, goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en verbindingswoorden. 20

Onafhankelijke gebruiker Basisgebruiker B2 B1 A2 A1 Kan de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied. Kan zo vloeiend en spontaan reageren dat een normale uitwisseling met moedertaalsprekers mogelijk is zonder dat dit voor een van de partijen inspanning met zich meebrengt. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren over een breed scala van onderwerpen; kan een standpunt over een actuele kwestie uiteenzetten en daarbij ingaan op de voor- en nadelen van diverse opties. Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten over vertrouwde zaken die regelmatig voorkomen op het werk, op school en in de vrije tijd. Kan zich redden in de meeste situaties die kunnen optreden tijdens het reizen in gebieden waar de betreffende taal wordt gesproken. Kan een eenvoudige lopende tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd of die van persoonlijk belang zijn. Kan een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities en kan kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen. Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouwde en alledaagse kwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op het gebied van directe behoeften beschrijven. Kan vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen gericht op de bevrediging van concrete behoeften begrijpen en gebruiken. Kan zichzelf aan anderen voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit. Kan op een simpele wijze reageren, aangenomen dat de andere persoon langzaam en duidelijk praat en bereid is om te helpen. Nadere concretisering in descriptoren Een verdere concretisering van deze algemene beheersingsniveaus vormen de globale en specifieke of gedetailleerde descriptoren. Deze zijn rechtstreeks afgeleid van het algemene beheersingsniveau zoals dat voor alle vaardigheden is geformuleerd. Zo ontstaat een samenhangend stelsel van doelen voor het vreemdetalenonderwijs in Europa. De niveaus zijn overigens cumulatief, dat wil zeggen dat beheersing op een bepaald niveau inhoudt dat alles wat op een onderliggend niveau ligt, óók wordt beheerst. 21

Voor de vijf taalvaardigheden worden de volgende globale descriptoren onderscheiden: Luisteren Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan Luisteren als lid van een live publiek Luisteren naar aankondigingen en instructies Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames Lezen Correspondentie lezen Oriënterend lezen Lezen om informatie op te doen Instructies lezen Gesprekken voeren Spreken Informele gesprekken Bijeenkomsten en vergaderingen Zaken regelen Informatie uitwisselen Monologen Een publiek toespreken Schrijven Correspondentie Aantekeningen, berichten, formulieren Verslagen en rapporten Vrij schrijven Elk van deze globale descriptoren wordt weer onderverdeeld in gedetailleerde (of specifieke) descriptoren in de vorm van zogenoemde can-do statements. Al deze cando statements zijn ingebed in contexten van bepaalde situaties binnen domeinen waarin 'het sociale leven is geordend' (Council of Europe 2001, pag. 45). In het ERK worden tenminste de volgende domeinen onderscheiden: persoonlijk domein publiek domein professioneel domein educatief domein. Overzichten met daarin voor elk domein voorbeelden van situaties completeren het beeld van een mogelijk taalgebruik. De situaties illustreren onder welke omstandigheden en met welk doel de vreemde taal kan worden gebruikt. 22

De bandbreedte van de niveaus Een verdere detaillering van de niveaus maakt het mogelijk binnen de bandbreedte van het niveau nuances aan te brengen. Het ERK maakt in de schalen met de descriptoren onderscheid tussen de zogenoemde 'criteriumniveaus' (zoals A2, B1 of B2) en de 'plusniveaus' (bijvoorbeeld A2+ of B1+). Nemen we als voorbeeld A2, dan geeft het ERK voor bijvoorbeeld luisteren het volgende onderscheid voor deze twee niveaus aan: A2 Kan genoeg begrijpen om te kunnen voldoen aan behoeften van concrete aard, wanneer er helder en langzaam wordt gearticuleerd. Kan frasen en uitdrukkingen begrijpen die verband houden met zaken van de meest directe prioriteit (elementaire persoons- en familiegegevens, boodschappen doen, plaatselijke geografie, werk), wanneer er helder en langzaam wordt gearticuleerd. De 'kan-beschrijving' onder de streep wordt beschouwd als het 'criteriumniveau' (A2 of A2.1), boven de horizontale streep is een beschrijving van het 'plusniveau' (A2.2. of A2+). In de tabellen met niveau-indicaties van de examenprogramma's in termen van het ERK is eveneens sprake van een +niveau (A2+, B1+ of B2+) voor de twee domeinen voor gespreksvaardigheid. Het ERK beschrijft dit +niveau als een zeer goede A2, B1 of B2. (ERK, pag. 34). Het gaat bij deze +niveaus dus om prestaties die nog binnen de bandbreedte van het betreffende niveau vallen, maar die zich in kwantiteit en kwaliteit kunnen onderscheiden (bijvoorbeeld A2+: meer actieve deelname aan gesprekken). In het volgende overzicht wordt een indicatie gegeven van de verschillen tussen de voor de tweede fase relevante ERK-niveaus en daarbij behorende plusniveaus. A2 of A2.1 A2.2 of A2+ Descriptoren van sociale functies o.a.: eenvoudige beleefdheidsvormen om mensen te begroeten en aan te spreken; zeer korte sociale gesprekken voeren; mensen begroeten en vragen hoe zij het maken en reageren op nieuws. Maar ook: eenvoudige transacties doen in winkels; eenvoudige inlichtingen verkrijgen; de weg vragen en wijzen. Zeer goede A2 prestatie, dat wil zeggen meer actieve deelname aan gesprekken zoals: eenvoudige face-to-face gesprekken beginnen, gaande houden en beëindigen; zich verstaanbaar maken en ideeën en informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen in voorspelbare alledaagse situaties, mits de gesprekspartner indien nodig helpt. Maar ook meer mogelijkheden om een monoloog te voeren, zoals bijvoorbeeld: korte, elementaire beschrijvingen geven van gebeurtenissen en activiteiten; huisdieren en persoonlijke bezittingen beschrijven. 23