Donker, emotioneel en energetisch Beeldend kunstenaar Koen Broucke gaat in dialoog met muzikanten Het werk van Koen Broucke valt niet onder één noemer te vatten. Hij maakt tekeningen, schilderijen, video's en installaties. Hij schrijft boeken en geeft performances, heeft een diploma geschiedenis op zak maar was ook graag muzikant geworden. Brouckes atelier in Boechout wordt bewoond door fictieve personages: een psychiater, een concertpianist en een aannemer van Mariagrotten, onder anderen. Ze laten hem de wereld met andere ogen bekijken. Bij Bernaerts Platform loopt vanaf 27 maart tot 10 april de expo Dark, Emotional and Energetic, Portraits of Musicians and Performance Drawings, waarin Koen Broucke zijn fascinatie voor muzikanten verbeeldt op doek en papier. Op 5 april treedt de kunstenaar in dialoog met muzikanten tijdens het festival Interchange, Dark and Emotional and Energetic. Van maart tot juni is zijn expo Nabeeld te zien in FeliXart in Drogenbos. Donker, emotioneel en energetisch. Is dat jouw beschrijving van een muzikant terwijl die speelt? Broucke: Niet helemaal. Op een bepaald moment raakte ik helemaal in de ban van de muziek van de Noorse zangeres Rebekka Karijord. Ik vroeg de zangeres via haar management of ik haar mocht portretteren tijdens -44-
een soundcheck. Diezelfde nacht kreeg ik antwoord. Het was Rebekka Karijord zelf. Heel bijzonder als je weet wat voor een ster ze is in Scandinavië. Rebekka schreef me dat ze mijn website bezocht had en dat ze mijn werk fantastisch vond. Het deed haar denken aan Scandinavische schilders uit de twintigste eeuw. Zij gebruikte toen de woorden dark, emotional and energetic. Ze wou bovendien dat ik haar onmiddellijk zou portretteren. Tijdens de soundcheck voor een concert in de Union Chapel in Londen heb ik foto's van haar genomen. Ik heb later de portretten opgestuurd. Die heeft ze als cover voor haar nieuwe album gebruikt. En nu is ze één van de hoofdacts tijdens het festival. Maar zijn het woorden waarin je jezelf herkent? Broucke: Absoluut. Mijn schilderijen waren aanvankelijk heel donker, in het begin zelfs grisailles, grauwschilderingen die enkel uit grijstinten bestonden. Na verloop van tijd is er meer kleur ingeslopen, maar wel nog steeds ingebed in een donkere achtergrond. Bovendien portretteer ik muzikanten het vaakst in een schouwburg of concertzaal en daar is het meestal donker. Maar daarbinnen zijn dan lichtpuntjes. Dat is iets wat me steeds heeft gefascineerd: lichtpunten aanbrengen in de duisternis. Net als James McNeill Whistler, de Amerikaanse impressionist. Whistlers schilderijen van vuurwerk of zijn nachtelijke zichten van Venetië hebben me altijd geïnspireerd. Broucke: Lichtpunten aanbrengen in de duisternis. Koen Broucke, Our Travelling Circus Life, Feel Estate, Gent, 2004 Koen Broucke, Our Travelling Circus Life, 2005, acryl op doek, 135 x 180 cm (collectie Museum dr. Guislain) -45-
- 46-
Wanneer ben je begonnen met het maken van portretten van muzikanten? Broucke: In functie van deze tentoonstelling heb ik enkele van mijn werken uit de jaren '90 herontdekt. Die maakten deel Broucke: Een man als Liszt had een eigen act, net als de Rolling Stones of Lady Gaga. uit van de grote reeks Menskunde, een waanzinnige poging om alle mogelijke types mensen te schilderen. In die reeks werd het gelaat altijd ontdaan van haar en kleding, van alles wat modieus kan zijn. Enkel de gelaatstrekken bleven over en het portret was steeds voorzien van een uitspraak van de geportretteerde. Er was bijvoorbeeld een portret van Bob Dylan bij. Maar de eerste reeksen die ik bewust van muzikanten schilderde, dateren van 2005. Ik ben toen begonnen met het maken van tekeningen van eigen performances, geïnspireerd op de figuur van Franz Liszt. Ik koester een oneindige fascinatie voor Liszt. Hij vond niet alleen de muziek, maar ook het visuele element erg belangrijk. Een man als Liszt had een eigen act, net als de Rolling Stones of Lady Gaga vandaag. Alleen zijn daar nooit foto's of video's van genomen. Ik ben die acts beginnen reconstrueren op basis van tekeningen en karikaturen van toen. Daar maakte ik dan eigen performances van. En van die performances maakte ik opnieuw tekeningen. Om de lichaamstaal van pianisten echt goed te leren verstaan ben ik pianisten tijdens het spelen beginnen tekenen. Op de concerten van die pianisten ben ik die tekeningen dan weer gaan projecteren. Een aantal muzikanten met wie ik op die manier samenwerkte, komen ook spelen op het festival. Foto links boven: Koen Broucke, Mephisto, 2011, acryl op papier op doek, 13 x 18 cm Foto links onder: Koen Broucke met zijn kraaienhandschoenen aan zijn Erard-vleugelpiano, foto Natalie Braine -47- Wat moeten we ons precies voorstellen bij je eigen interactie met de muzikanten op het festival? Broucke: De concerten, die zijn voor de muzikanten. Daar kom ik niet in tussen. Ik plaats me op de achtergrond en projecteer tekeningen en portretten tijdens de optredens. Ook de scenografie neem ik voor mijn rekening. Hoboïst Piet Van Bockstal en pianist Jan Michiels, muzikanten die op dit moment tot de absolute top van de klassieke muziek behoren, spelen een deel van Geisterstimme im Walde, een stuk van Schumann over het bos. Het optreden zal doorgaan rond middernacht. Op de achtergrond projecteer ik een bos. Ondertussen is er op de scène een bos nagebouwd met koppen van componisten uit de tijd van Schumann. Die worden heel spookachtig belicht. Dat soort dingen. Daarnaast plan ik wel enkele kleine acts: een quatre-mains of een kleine percussie-interventie met mijn kraaienhandschoenen. Kraaienhandschoenen? Broucke: Ja. In een karikatuur van Liszt werden zijn handen ooit getekend als heel spitse snavels. Ik heb samengewerkt met een taxidermist om zo'n handschoenen te maken. Het zijn handschoenen geworden waar kraaienkoppen aanzitten maar waar ik nog steeds piano mee kan spelen. Ik glijd veel uit op de toetsen, maar het lukt. Koen Broucke, Rebekka Karijord, 2013, acryl en kleurpotlood op papier, 18 x 25 cm Broucke: Karijord is één van de hoofdacts tijdens het festival.
Koen Broucke, Lucas Blondeel, 2011, acryl op papier, 18 x 24,5 cm Waarom zoek je zoveel aansluiting bij de wereld van de muziek? Broucke: Ik moest kiezen tussen de academie en het conservatorium, en dat was niet makkelijk. Ik heb uiteindelijk voor beeldende kunsten gekozen omdat het tekenen vanzelf ging. De keuze had dus vooral met luiheid te maken. Om een echt goede Broucke: Interchange is een performanceconcert waar improvisatie wet is. concertpianist te worden moet je lang en hard studeren. Het houdt nooit op, het is topsport. Maar dit is net zo mooi: dat ik door de portretten en performances terug met muzikanten ben gaan samenwerken. Ik sta nu tussen hen en werk continu met hen. Wanneer je samenwerkt met muzikanten en performers ben je meer dan jezelf. Het is jammer dat de beeldende kunsten zo individualistisch zijn. Ik werk soms samen met twee of drie andere beeldend kun- stenaars aan dezelfde tekening, maar dat is zeer uitzonderlijk en niet gemakkelijk. Mensen die op podia staan, uit het theater of de muziek, die zijn het gewoon om samen te spelen en dat is altijd opnieuw een verrijking. Het derde deel van dit project heet 'Nabeeld', een expo van eigen werken tussen die van Jan Cockx en Vincent van Gogh. Wat is de link tussen deze expo en de vorige twee events? Broucke: Ik houd van dialogen, ook met mensen uit het verleden. Daar haal ik altijd veel uit. Net zoals ik bij Bernaerts echt naast de muzikanten sta die ik heb geportretteerd, hang ik in Drogenbos tussen de schilders wier verloren werken ik heb geprobeerd te reconstrueren. Het is hetzelfde, maar dan anders. D.B. EXPO: Dark, Emotional and Energetic 27.03.2014 10.04.2014 www.museumstraat25.be CONCERT: Interchange 05.04.2014 www.atelierbroucke.com tickets via www.infocultuur.be -48-