Bergweg 60, 62 Straat en huisnummer : Bergweg 60, 62 Postcode en plaats : 2061 KB Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A7202 Complexonderdeel : Openbare Begraafplaats Bloemendaal Naam object : Openbare Begraafplaats Bloemendaal Bouwjaar : 1915 Architect : Architectenbureau Mulder en Van Asdonk Bouwstijl : Neorenaissance-trant Oorspronkelijke functie : Begraafplaats met toegangspoort, doodgraverswoning, lijkenhuisje (1915) en condoleancegebouw (1956) Huidige functie : Begraafplaats met toegangspoort, dienstwoning, kantoor en aula Datum foto : 15-07-2010
Inleiding Het complex Openbare Begraafplaats Bloemendaal, bestaande uit de landschappelijk aangelegde begraafplaats met toegangspoort, dienstwoning, kantoor en aula, is gesitueerd aan de Bergweg in het geaccidenteerde, glooiende binnenduinrandgebied. De circa 8 ha omvattende begraafplaats grenst in het noorden en noordwesten aan het Nationaal Park Zuid Kennemerland, in het zuiden aan het bospark Caprera en in het oosten aan de sportvelden langs de Brederodelaan. Vanaf de oostelijk gelegen Brederodelaan is de tegen de duinrand gelegen dienstwoning goed zichtbaar. Aan de achterzijde staat het voormalig lijkenhuisje, nu kantoor, van de begraafplaats. Tezamen met de nabijgelegen toegangspoort vormen de beide panden de entree tot de begraafplaats. Het verharde pad achter de toegangspoort leidt over het licht geaccidenteerde duinterrein en vormt uiteindelijk een min of meer rechte as naar de, op een hoger niveau gelegen, aula. Langs de gebogen lanen staan graven, grafkelders en grafsculpturen. Aan de noordwestzijde van het terrein staan enkele, in het duin ingegraven, bunkers uit de Tweede Wereldoorlog Omdat de eeuwenoude begraafplaats aan de Korte Zijlweg te Overveen met plaatsgebrek kampt geeft de gemeente Bloemendaal in 1915 opdracht tot het aanleggen van een nieuwe begraafplaats aan de Bergweg. De rijke familie Borski was eigenaar van het duingebied 2. Twee jaar later vind de eerste begrafenis plaats. Het ontwerp voor de bouw van een doodgraverswoning, doodenhuis met bergplaats en hoofdingang en dat voor de aula uit 1915 is van de hand van het lokaal bekende 3 Bloemendaalse architectenbureau Mulder en Van Asdonk. De nieuwe begraafplaats is hun eerste gemeentelijke opdracht. J. Mulder (1882-1941) en J.A. van Asdonk (1883-1963) werken van 1909 tot 1937 samen aan het ontwerp van tientallen villa s, kerken, winkelpanden, scholen en woonblokken in Bloemendaal. Voor de landschappelijke inrichting van de begraafplaats wordt de landschaps- en tuinarchitect L.A. Springer aangetrokken. De dienstwoning en het voormalige lijkenhuisje zijn ontworpen in een aan de neorenaissance verwante stijl met trapgevel, segmentbogen met gepleisterde aanzet- en sluitstenen, sierankers. Hierdoor is aangesloten bij de Hollandse Renaissance. De gepleisterde hoek- en neggeblokken versterken de rijke contrastwerking van de gevels en sorteren een schilderachtig effect. De toegangspoort en de aula bezitten, door de 2 De familie Borski bezit nog altijd een eigen, kleine begraafplaats die grenst aan de Openbare Begraafplaats 3 Gemeente Bloemendaal, bouwarchief Bergweg 60, dossiernr. 1342
toepassing van op zuilenorden gebaseerde principes een meer formeel-klassiek georiënteerde, strengere neorenaissancistische bouwstijl. Het doodenhuis met bergplaats transformeerde in de loop van de tijd tot kantoor van de begraafplaats. De aula werd in 1960-61 uitgebreid in oostelijke richting. De uitbreiding is in dezelfde stijl uitgevoerd naar ontwerp van J.A. van Asdonk. Beschrijving Dienstwoning De woning is van de weg af op een verhoogd (duin)terrein gelegen. De woning heeft een onregelmatig grondplan, is deels onderkelderd en is opgetrokken uit één bouwlaag met kapverdieping onder een schilddak waarop een schilddak met lagere nok aangrijpt. De lage uitbouw aan de achtergevel en de trapgevel (noord) bezitten een zadeldak. De dakbedekking bestaat uit gesmoorde Verbeterde Hollandse pannen. Op het achterdakvlak staat een gemetselde schoorsteen. Het voor- achter en zijdakvlak (zuid) hebben gekoppelde dakkapellen met geprofileerde gootlijsten en vierruits ramen. Het zijdakvlak (noord) heeft een, al genoemde, trapgevel, als voortzetting van de onderstaande Vlaamse Gevel. De gevels zijn gemetseld in grauwe baksteen in Vlaams verband. De voeg bezit een dagstreep. Boven de borstwering en de vensteropeningen zitten rollagen. Boven de rollagen van de vensters zitten segmentbogen die voorzien van gepleisterde aanzet- en sluitstenen. De gevels bezitten gepleisterde hoekblokjes en al dan niet decoratieve ijzeren muurankers. De muurankers in de vorm van gestileerde levensbomen verwijzen naar funeraire symboliek. De gevelafsluiting wordt gevormd door een uitkragende, geprofileerde gootlijst met bakgoot die onderkraagd wordt door geprofileerde houten gootklossen. De vensters bezitten natuurstenen lekdorpels. De voorgevel (oost) heeft rechts van het midden een licht naar voren springende entree in de vorm van een getoogde paneeldeur met vierruits raam. Deze heeft getoogde strekken boven het getoogde deurkozijn en gepleisterde aanzet- en sluitstenen en neggeblokjes en neuten. Boven de entree zit een ovaal oeil de boeuf, omgeven door figuratief gebeeldhouwde natuursteen met funeraire symboliek en afgesloten door een licht uitkragende, gepleisterde segmentboog. Links in deze gevel zit een kruiskozijnen venster met vier vierruits ramen. De goed zichtbare rechter zijgevel (noord) is georiënteerd op het entreepad onmiddellijk achter het toegangspoort. Deze gevel wordt vooral bepaald door de Vlaamse Gevel met trapgevelbeëindiging, links van het midden. De trapgevel heeft gepleisterde hoekblokken, geprofileerde dekplaten op de trappen en een sieranker in de topgevel. Ter hoogte van de plint zijn twee keldervensters zichtbaar. De Vlaamse Gevel bevat het trappenhuis en dat is zichtbaar in de aanwezigheid van drie smalle, verticaal gelede, trapsgewijs geplaatste raamstroken met drieruits ramen. De topgevel (verdieping) bezit een gekoppeld venster met vierruits ramen. Rechts van deze Vlaamse Gevel zit een sterk naar voren springend bouwdeel. Dit bouwdeel heeft rondom respectievelijk een zesruits raam (oost) en een door een muurdam gescheiden gekoppeld venster met vierruits ramen (noord). De linker zijgevel (zuid) met privé-ontsluiting van de dienstwoning ligt verscholen in het omringende landschap. Rechts van het midden bevindt zich de entree in de vorm van een paneeldeur met drieruits bovenlicht. Links hiervan zitten twee schuiframen met zesruits beneden- en zesruits bovenlichten. De achtergevel heeft links in de gevel een entree met éénruits bovenlicht dat voorzien is van diefijzers. De entree wordt deels aan het zicht onttrokken door een (niet
beschermenswaardige) serrevormige aanbouw van latere datum. De gemetselde aanbouw rechts is gedekt met een zadeldak dat net onder de gootlijst aansluit op de gevel. Het zadeldak heeft een overstek met windveren. In deze aanbouw zitten twee gekoppelde, door een muurdam van elkaar gescheiden, vensters met vierruits ramen. Lijkenhuisje Ten westen van de dienstwoning staat, gesitueerd aan het eind van een oprit, het voormalige lijkenhuisje (nu kantoor). Het heeft een T-vormige plattegrond, telt één bouwlaag onder twee op elkaar aangrijpende zadeldaken met verspringende nokhoogten en is gedekt met geglazuurde gesmoorde Verbeterde Hollandse pannen. Op de nok staat een vierkante houten dakruiter die beëindigd wordt door een met zink bedekt tentdak en voorzien is van opengewerkte schoepen. Metselwerk, voegwerk, rollagen, segmentbogen en gepleisterde sierblokjes zijn overeenkomstig de dienstwoning uitgevoerd. Dat geldt ook voor de uitkragende bakgoot me de geprofileerde gootklossen. De voorgevel is een trapgevel met natuurstenen afdekking op trappen en peerkraalvormige, natuurstenen consoles als aanzet onder de trappen. Een decoratief muuranker siert de top. Centraal in deze trapgevel zit een dubbel openslaande rondboog paneeldeur met dubbele rollaag erboven. Boven de entree zit een cirkelvormig oeil de boeuf met vierruits raam. De rechter zijgevel (west) is een langsgevel die overgaat in een naar voren springende topgevel met overstek met windveren en gootklossen. De langsgevel bezit vier tweeruits ramen. Rechts, in de topgevel, zit een rondboogentree overeenkomstig die in de trapgevel aan de voorzijde. De linker zijgevel (oost) heeft in het naar voren springende geveldeel twee door muurdammen gekoppelde vensters met zesruits ramen. Rechts hiervan, in de langsgevel, zitten vier tweeruits ramen. De achtergevel (zuid) is gesloten en nauwelijks zichtbaar. Het interieur bezat oorspronkelijk een zandvloer. Momenteel is het volledig modern afgewerkt (niet beschermenswaardig) Toegangspoort Ten noorden van de dienstwoning en het voormalige lijkenhuisje staat de toegangspoort tot de begraafplaats. Het bestaat uit vier forse gemetselde, min of meer vierkante, pijlers op natuurstenen basementen. De twee centrale pijlers zijn iets hoger opgemetseld. Het metselwerk is uitgevoerd in grauwe baksteen in staand verband. Het voegwerk bezit een dagstreep. De afdekking bestaat uit een natuurstenen dekplaat met, op de twee middelste pijlers, een decoratieve natuurstenen bekroning. Tussen de twee centrale pijlers zit een dubbel openslaand ijzeren sierhekwerk met verticale spijlen met decoratieve beëindiging. Aula De aula ligt op een, ten opzichte van de omgeving, hoger gelegen afgevlakt duinterrein. De voorgevel (de uitbreiding uit 1960-61) ligt in de zichtas van het toegangspad. Drie paden komen samen bij de voet van een brede gemetselde trap die naar het bordes voor de aula leiden. De trap wordt aan weerszijden begrensd door een gemetselde, plat afgedekte, lage muur met hardstenen hoekblokjes. Een grindpad omgeeft de voet van de aula. De plattegrond heeft een centrale aanleg in de vorm van een Grieks kruis. De aula bezit een hoge bouwlaag onder een schilddak met aangekapte schilddaken. Het dak is gedekt met leien. Op de nok staat een forse, vierkante, gemetselde schoorsteen
op natuurstenen basement en een decoratieve natuurstenen afdekking. De schacht van de schoorsteen is rondom gedecoreerd met festoenen (bloemmotieven). De nokken van de aangekapte schilddaken zijn versierd met figuratieve pironnen in de vorm van eikels. Aan de noord- en zuidzijde bevinden zich entrees. De gevels zijn gemetseld overeenkomstig het dienstgebouw en het voormalige lijkenhuisje namelijk in grauwe baksteen in Vlaams verband met een dagstreep in de voeg. Gevels zijn geleed door pilasters op geprofileerde natuurstenen basementen. Boven de pilasters en de vensters zit een doorgaande geprofileerde natuurstenen waterlijst. Tezamen met het daarboven aanwezige muurwerk en de daarboven aanwezige sterk uitkragende gootlijst met geprofileerde gootklossen vormt deze waterlijst als het ware een klassiek hoofdgestel. De gevels bezitten hoog geplaatste, al dan niet gekoppelde, vensters met twee of vierruits ramen in zware kozijnen. De vijfkantige absis is gericht op het westen. Centraal in deze absis zit een brede, dubbel openslaande houten getoogde deur van verticaal beschot die gevat is in een natuurstenen omlijsting met renaissancistische ornamentiek (festoenen en engelenkopjes). Boven de deur zit een driehoekig fronton dat centraal gebroken wordt door een medaillonvormig element met opschrift: uit nacht rijst morgenrood. Het leven uit den dood. De voorgevel (west) maakt deel uit van de uitbreiding uit 1960-61. Deze gevel wordt geleed door gepleisterde pilasters met basementen en Corinthische kapitelen. De pilasters bezitten horizontale cannelures waarmee een blokpatroon wordt gesuggereerd. De noord- en zuidgevel bezitten al dan niet uitgebouwde, met schilddaken afgesloten, entrees met tweeruits ramen of kruisvensters in de nabijheid. Interieur aula De formeel klassieke, neoclassicistische verschijningsvorm van het exterieur weerspiegelt zich in het interieur. Wanden en gewelfd plafond zijn gepleisterd en wit geschilderd. De gewelfde zoldering heeft in het afgevlakte middendeel een gepleisterd vierpasmotief. De vloer is van marmer. De wanden worden geleed door gecanneluurde pilasters met Corinthische kapitelen. Plinten zijn van marmer. Wanden worden afgesloten door een gepleisterde sierlijst met muizentandmotief. De vijfkantige absis is bereikbaar via een, door gepleisterde en voluutvormige consoles onderkraagde, segmentboog. In de noordwand is een decoratief gepleisterde nis aangebracht waarboven een gepleisterd medaillon met figuratieve voorstelling met funeraire symboliek. De rechthoekige uitbreiding uit 1960-61 wordt door middel van twee vrijstaande ronde zuilen gescheiden van de oudbouw. Terrein De door L.A. Springer in Engelse Landschapsstijl aangelegde begraafplaats kenmerkt zich door een geaccidenteerd terrein met gebogen lanen met aan beide zijden grafvelden en oude bomen. Onder de graven, grafkelders en grafsculpturen bevinden zich cultuurhistorisch belangrijke exemplaren zoals oorlogsmonumenten en grafmonumenten van bekende personen zoals L.A. Springer, Jac. P. Thijsse, Cornelia A. van Wickevoort Crommelin, Van Tuyll van Serooskerken. Nabij de aula staat een op de architectuur van de Egyptische oudheid geïnspireerde grafkelder van familie Ruys de Perez. Aan de noordwestzijde van het terrein staan enkele, deels in het duinlandschap ingegraven, bunkers uit de Tweede Wereldoorlog.
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst De monumentale waarden van het complex Openbare Begraafplaats Bloemendaal zijn gelegen in de bijzondere complexmatige samenhang. Een complex bestaat uit verschillende elementen, al dan niet in één periode tot stand gekomen die met elkaar een ensemble vormen. De karakteristiek wordt gevormd door het samenspel van en de samenhang tussen elementen: stedenbouwkundig plan, gebouwen, objecten, (semi)openbare ruimte, landschappelijke aanleg en beplanting. De Openbare Begraafplaats Bloemendaal heeft als complex hoge cultuurhistorische waarde. De tastbare herinnering aan tal van bekende personen uit Bloemendaal en omgeving die hier hun laatste rustplaats hebben is van groot belang voor de geschiedenis van Bloemendaal. Zo heeft bijvoorbeeld de landschappelijk ontwerper van de begraafplaats L.A. Springer hier zijn graf. De totale samenhang van de afzonderlijke onderdelen is essentieel. De dienstwoning met het voormalige, nog altijd in de oorspronkelijke betekenis goed hekenbare, lijkenhuisje er achter, de kenmerkende toegangspoort en aula vormen binnen dit ensemble een onlosmakelijke eenheid met de bijbehorende begraafplaats. Als herinnering aan de Tweede Wereldoorlog bezitten de op het terrein aanwezige bunkers naast cultuurhistorische waarde ook zeldzaamheidswaarde. De dienstwoning en de toegangspoort bezitten situationele waarde vanwege de prominente ligging aan de Bergweg en de zichtlijn op de dienstwoning vanaf de Brederodelaan. Dienstwoning en toegangspoort vormen een monumentale entree aan de voorzijde van de begraafplaats. De drie samenstellende onderdelen dienstwoning, voormalig lijkenhuisje en toegangspoort vormen tezamen een markant en schilderachtig ensemble dat zich op harmonieuze wijze voegt in de door bos- en duinpercelen gedomineerde omgeving. Op de begraafplaats zelf is de aula een beeldbepalend element vanwege de ligging op een hoger duin. Het hoofdtoegangspad geeft op essentiële plekken zicht op de aula. De begraafplaats heeft belangrijke landschappelijke waarde vanwege de kenmerkende parkaanleg door L.A. Springer. Tezamen met de structuur, bebouwing, beplanting en grafmonumenten vormt het glooiende duinlandschap een aantrekkelijk groengebied aan de noordwestelijke duinrand van Bloemendaal. De dienstwoning en voormalige lijkenhuisje zijn architectuurhistorisch van belang vanwege de kwaliteit van het ontwerp in neorenaissancistische stijl en de gave detaillering. De aula en de toegangspoort zijn van belang vanwege de meer formeel-klassiek georiënteerde, strengere neorenaissancistische bouwstijl. Het ontwerp van dienstwoning, voormalig lijkenhuisje, toegangspoort en aula is van belang binnen het oeuvre van het voor de Bloemendaalse architectuur zeer betekenisvolle architectenbureau Mulder en Van Asdonk. Dienstwoning, voormalig lijkenhuisje, toegangspoort en aula zijn gaaf in hoofdvorm en in detaillering. Beschermenswaardig zijn alle in de bovenstaande beschrijving omschreven onderdelen tenzij aangeduid als niet beschermenswaardig.
Voorgevel dienstwoning Zijgevel (noord) Zij- en achtergevel
Zijgevel (zuid) Voormalig lijkenhuisje achter de dienstwoning Toegangspoort
Aula. Westgevel met (rechts) absis. Aula. Voorgevel (oost) met uitbreiding uit 1960-61. Aula interieur Aula interieur
Begraafplaats met slingerend padenstelsel Bunkers Bunkers
Bouwtekening dienstwoning 1915