Kool thing: introductie Het nummer Smells Like Teen Spirit van Nirvana sloeg in 1991 in als een bom. Onvervalste gitaarmuziek was in de jaren tachtig een beetje ondergesneeuwd geraakt, maar werd met een klap weer op de kaart gezet. De muziekindustrie ontketende meteen een zoektocht naar de nieuwe Nirvana, waardoor alternatieve muziek een onderdeel werd van de mainstreamcultuur. Hoe gangbaar de term alternative sindsdien ook werd, van een duidelijk afgebakend genre is nooit sprake geweest. Alternative laat zich eerder omschrijven als een gevoel dan als een muzieksoort. Wie rondloopt op een typisch alternatief festival als Lowlands, wordt overspoeld door een keur van stijlen, van electro tot stonerrock. Alternative is een grabbelbak vol met verrassingen voor iedereen die niet van standaard popmuziek houdt.de belangrijkste overeenkomst is dat het verschil tussen publiek en artiest zelden groot is. Artistieke en inhoudelijke intenties zijn belangrijker dan commerciële bedoelingen en sterrenstatus. Het is daarom belangrijker hipper en cooler te zijn dan de massa. Geen wonder dat het succes van bands als Nirvana door menig alternativeliefhebber werd betreurd, niet in de laatste plaats door de bands zelf. Natuurlijk ging er een hele geschiedenis aan het verhaal van Nirvana vooraf en heeft de tijd niet stilgestaan. Muziekweb zet alles voor u op een rijtje.
Peel slowly and see: het begin Artiesten doorbreken rond 1966 voor het eerst de klassieke, korter dan drie minuten durende popsong en staan zo aan de basis van een nieuw muzikaal avontuur. Gevestigde acts zoals The Beatles en The Beach Boys brengen met Strawberry Fields Forever en Good Vibrations experimentele singles uit. Tegelijkertijd worden er voor het eerst op grote schaal illegale lp s verspreid, de zogenaamde bootlegs. Onafgemaakte thuisopnames vol ruis van Bob Dylan en The Band bereiken een groot publiek. De grenzen van de popmuziek lijken hierdoor rekbaarder dan voorheen werd gedacht. Het zijn vooral de jongere artiesten die eind jaren zestig en begin jaren zeventig in dit gat springen en het verschil maken. Jimi Hendrix verbaast iedereen door buitenaardse klanken uit zijn electrische gitaar te toveren, The Doors zetten met veel gevoel poëzie op muziek en Frank Zappa en zijn Mothers of Invention laten met hun gekke humor zien dat alles mogelijk is. Hendrix, The Doors en zelfs Zappa worden snel omarmd door platenmaatschappijen en bereiken een groot publiek. Het lijkt alsof alles mag en kan. Maar zij staan voor een veel grotere groep aan tegendraadse artiesten die niet weten door te breken. In maart 1967 brengt The Velvet Underground haar inmiddels befaamde debuut The Velvet Underground & Nico uit. De lp is gestoken in een door Andy Warhol ontworpen hoes waarop een banaan staat die nog gepeld kan worden ook. Hoe ludiek deze vondst ook is, de plaat kan geen potten breken. Commercieel is het een mislukking, al zou de primitieve en donkere muziek later zeer invloedrijk zijn. Een tendens die zich wel vaker herhaalt bij alternative bands, zoals bij Big Star in de jaren zeventig en de Pixies in de jaren tachtig.
Break it up: punk en new wave Experimenteren binnen de popmuziek is in de jaren zeventig breed geaccepteerd. Androgyne muzikanten, in de jaren vijftig en zestig nog ondenkbaar, zijn met David Bowie, Roxy Music en de New York Dolls ruim vertegenwoordigd. Naast hun levenshouding verleggen ze ook muzikaal grenzen. Toch gaan de meeste rockbands zoals The Who, Rolling Stones en Led Zeppelin verder de kant op van het supersterrendom met stadionconcerten, een uitgesponnen geluid en het grote geld dat daarmee gepaard gaat. Zelfs nieuwere rockstromingen als prog worden vrijwel meteen opgeslokt door de industrie. Rock & roll heeft hierdoor volgens sommigen zijn rebelse gezicht verloren. Bands zoals The Stooges en MC5 zijn wel rauw en gedreven en liggen aan de basis van een nieuwe stroming die als reactie op de grote rockbands kan worden gezien. Zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten borrelt het. De Britse punkexplosie (Sex Pistols, Damned, The Clash, Buzzcocks) van 1977 brengt de popmuziek terug op straat! Synchroon hieraan grijpen in New York rond de club CBGB s acts als Patti Smith, Ramones, en Blondie terug naar de gitaren en de beginselen van de rock & roll. Gevoel gaat boven technisch vernuft, een persoonlijke tekst boven meezingbaarheid. De do it yourself -mentaliteit van punk werkt door in het muzikaal interessantere new wave ook wel post-punk genaamd. Elvis Costello, Talking Heads en Wire maken complexe en dus uiteenlopende muziek met een duidelijk anti-establishment karakter.
Radio free Europe: voor de doorbraak Nadat punk erop heeft gewezen dat iedereen muziek kan maken, wordt er met de komst van allerlei kleine platenmaatschappijen bewezen dat ook iedereen muziek kan uitgeven. Eigenzinnige labels als Stiff Records en Factory in Engeland en STT en Sub Pop in de Verenigde Staten schieten als paddenstoelen uit de grond. Deze labels worden indie genoemd, wat een afgeleide is van independent, het Engelse woord voor onafhankelijk. Omdat veel alternative artiesten bij dit soort labels hun muziek uit gaan brengen, wordt indie vaak gezien als een synoniem voor alternative. De jaren tachtig zijn een feest voor alternative bands en fans. Er is een sterke scene met undergroundlabels, radiostations en magazines, de komst van goedkope electronica biedt nieuwe mogelijkheden en er is veel foute popmuziek om je tegen af te zetten. Er komt een grote verscheidenheid aan alternatieve muziek. Van de donkere montone muziek van Joy Division naar de gierende gitaarrock van Dinosaur Jr of van de trashy rock van The Birthday Party naar de aanstekelijke pop van The Smiths; het lijkt totaal niet op elkaar, maar nog minder op de verfoeide zielloze popmuziek en dat is het belangrijkste. Amerikaanse bands als Sonic Youth en zeker R.E.M. krijgen naast overweldigende kritieken ook een grote groep fans. En dat betekent interesse van grote platenmaatschappijen. R.E.M. tekent een contract bij Warner in 1988 en Sonic Youth bij Geffen in 1990. In Engeland gebeurt hetzelfde met de doorbraak van The Stone Roses en Happy Mondays. Hun dansbare rock met dance-invloeden wekt de interesse van grote platenmaatschappijen. Alternative is niet langer een klein kindje meer.
Gold soundz: alternative is mainstream Alternative wordt in de loop van de jaren tachtig een verzamelnaam voor shoegaze, college rock, punkfunk, no Wave, garagerock en zelfs electro. Toch wordt de term een paar jaar later synoniem voor onvervalste gitaarmuziek. De reden? Het enorme succes van Nirvana met hun album Nevermind (1991) en vooral de single Smells Like Teen Spirit. Dankzij Nirvana wordt alternative, in ieder geval de rockvariant ervan, begin jaren negentig mainstream. In haar zegetocht neemt de groep andere Amerikaanse gitaarbands als Pearl Jam op sleeptouw. U2 en R.E.M. (beiden ooit als alternative gezien) groeien uit tot de nieuwste supergroepen met alle uitverkochte stadionconcerten van dien. Rond deze tijd breken ook de Red Hot Chili Peppers door, die met hun funky rock een frisse stem vormen in het poplandschap. Ook in het Verenigd Koninkrijk grijpen jonge honden als Oasis, Blur en Suede naar de gitaren. De stijl van The Beatles, The Who en The Kinks wordt door hen voorzien van een nieuw jasje. Ook hier zorgt het succes voor een wildgroei aan bands die min of meer hetzelfde geluid hebben. Voor deze bands geldt hetzelfde als voor hun Amerikaanse collega s. Hoe hard hun muziek soms ook kan klinken, ze komen altijd met pakkende refreinen op te proppen. Platenmaatschappijen verdringen zich om de nieuwe Nirvana of Oasis te ontdekken waardoor obligate grunge- en britpopbands veel aandacht krijgen. Een ander vervelende bijkomstigheid is dat door de hooggespannen verwachtingen bepaalde talentvolle groepen zoals Pavement geen kans krijgen om te groeien. Ook apart is dat excentrieke artiesten als Daniel Johnston nu opeens kunnen tekenen bij een groot label. Dit terwijl hun muziek totaal niet uit de verf komt op de radio of MTV. Zonder veel succes worden dit soort artiesten na een paar jaar weer op straat gezet.
Is this it: alternative na 2000 Zo plotseling als alternative commercieel aantrekkelijk werd, zo snel was de hype ook weer verdwenen. De situatie rond de millenniumwisseling is te vergelijken met die van voor Smells Like Teen Spirit. Alternative is een grabbelbak vol met verrassingen voor iedereen die niet van standaard popmuziek houdt. Door de komst van snel en wijdverbreid internet wordt het downloaden van platen erg makkelijk, waardoor er naast problemen voor de traditionele industrie (gericht op verkoop van cd s) ook allerlei interessante initiatieven ontstaan. Via blogs en onlinemagazines (Pitchfork, Tiny Mix Tapes of The Hype Machine) worden artiesten sneller ontdekt dan ooit tevoren. Tevens kan iedereen nu gemakkelijk zijn eigen muziek distribueren via sociale netwerken als MySpace en Facebook. Terwijl het aanbod steeds groter wordt, zakt de verkoop van platen steeds verder in. Er wordt wel beweerd dat in de 21ste eeuw eerder 100,000 bands 100 platen verkopen dan 100 bands 100,000 platen, zoals vroeger het geval was. Zeker alternativebands profiteren hiervan omdat zij van oudsher opereren in niches. Niches die nu veel beter zichtbaar zijn voor liefhebbers over de hele wereld. Alternative is diverser en eclectischer dan ooit. De bombastische en gelaagde pop van Sufjan Stevens staat in de tijdschriften en blogs zonder enig probleem naast de electro van LCD Soundsystem en The Knife. De in alternatieve kringen populaire hiphopartiest Kanye West werkt net zo makkelijk samen met collega-rappers als met de singer/songwriter Bon Iver of technoact Daft Punk. Alles is mogelijk binnen dit genre. Van de elementaire pop van The White Stripes en The Strokes tot aan de uiterst ingewikkelde muziek van Animal Collective, The Mars Volta en Radiohead. Hoewel alternative veel minder tot de mainstream behoort dan begin jaren negentig, blijft het populair. De zomerfestivals waar het genre de boventoon voert, zoals Glastonbury, Lowlands en Roskilde zijn vaak in een vloek en een zucht uitverkocht. Opvallend is ook het succes van de talloze bands die een reünietoer ondernemen, waaronder de Pixies, Dinosaur Jr en The Stooges. Was het grote geld eerder niet voor hen weggelegd, nu kunnen deze bands een aardige boterham verdienen aan het feit dat hun muziek een stuk populairder is geworden sinds hun absentie.