VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980)

Vergelijkbare documenten
Hof van Cassatie van België

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Hof van Cassatie van België

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen.

ECLI:NL:RVS:2017:1318

OPVANG VOOR GEZINNEN MET MINDERJARIGE KINDEREN ZONDER WETTIG VERBLIJF

Rolnummer Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Hof van Cassatie van België

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard;

Hof van Cassatie van België

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

ECLI:NL:RBDHA:2014:11422

7Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Terugkeer naar je land van herkomst (of een derde veilig land).

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

1. Het adres van inschrijving in de bevolkingsregisters van een niet-ontvoogde minderjarige:

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

Hof van Cassatie van België

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

ECLI:NL:RBSGR:2003:AN9458

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

ECLI:NL:RBDHA:2016:16922

Hof van Cassatie van België

Sociale steun/detentie / bijlage 35 tijdens beroep in het kader van een 9ter-aanvraag. Gevolgen arrest Abdida (HvJ)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Dublin-criteria teneinde de verantwoordelijke staat te bepalen.

4Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Opvang van minderjarige vreemdelingen.

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

**** Partijen geven geen repliek. Recht doende op de stukken van bet dossier.

afhankelijk van hun wettelijke vertegenwoordigers en waardoor ze vaak niet zelf kunnen beslissen over de

De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld uit:

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

Vreemdelingen in België

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging.

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Hof van Cassatie van België

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

(plaats & XX XX XXXX datum) De vrederechter van het kanton XXX

Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 3 oktober 2018 met refertenummer

ECLI:NL:RBMAA:2002:AE1659

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Hof van Cassatie van België

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Betreft : Gevolgen voor het recht op maatschappelijke dienstverlening van de opheffing van code 207 «opvangstructuur» op vrijwillige basis

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

Aan de Dames en Heren Burgemeesters en aan de Ambtenaren van de burgerlijke stand van het Rijk,

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Rapport. Datum: 30 juni 1999 Rapportnummer: 1999/295

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

Transcriptie:

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980) Aan Mevrouw/Mijnheer de Voorzitter van de Raadkamer van de Correctionele Rechtbank te Brussel Justitiepaleis Poelaertplein 1000 BRUSSEL Mevrouw M., van S. nationaliteit, met verblijfplaats te Transitcentrum 127bis te STEENOKKERZEEL Verzoekster ; Vertegenwoordigd door Mr., advocaat te BRUSSEL, ; GEEFT MET EERBIED TE KENNEN De Dienst Vreemdelingen heeft op de beslissing genomen om over te gaan tot haar vasthouding in het transitcentrum 127bis te Steenokkerzeel met het oog op haar terugdrijving van het grondgebied (stuk 1). Verzoekster vraagt op grond van volgende redenen haar vrijlating : 1. FEITEN a. Aankomst op het Belgisch grondgebied Nadien werd zij ondergebracht in het transitcentrum 127bis te Melsbroek. b. Procedure

1. Na een interview voor de Dienst Vreemdelingenzaken op werd haar asielaanvraag verworpen. 2. Hierna stelde zij ene dringend beroep in voor het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatslozen. Haar verzoek werd echter verworpen bij beslissing dd. en werd de beslissing genomen om haar te repatriëren (stuk 2). Oorspronkelijk was deze repatriëring voorzien op, om (vlucht met bestemming ) (stuk 3). 3. Bij beschikking dd. heeft de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel de opschorting van de repatriëring bevolen gedurende een periode van 10 dagen (R.V. 03/5145/B) (stuk 4). Deze beschikking werd aan het ministerie van Binnenlandse Zaken betekend op. 4. Ingevolge de mislukte poging tot repatriëring heeft de Dienst Vreemdelingenzaken de beslissing genomen om over te gaan tot de vasthouding van verzoekster in het transitcentrum 127bis te Steenokkerzeel met het oog op haar terugdrijving van het grondgebied (stuk 1). 5. Een tweede poging tot repatriëring was gepland op vrijdag, om. Deze poging werd echter afgelast ingevolge de beschikking van de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel dd.. 2. IN RECHTE 1. Verzoekster is geboren op en is derhalve nog minderjarig. 2. Bijgevolg dient haar vasthouding in overeenstemming te zijn met de geldende internationale verdragen die in een specifieke bescherming voorzien van de minderjarigen en die door België werden geratificeerd. 3. In casu dient te worden vastgesteld dat de vasthouding van verzoekster in strijd is met de vereisten gesteld door deze verdragen, meerbepaald door artikels 3 en 37 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind dd. 20 november 1989

(V.R.K.) en met artikel 5.1. van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (E.V.R.M.) dd. 25 maart 1957. Artikels 3 en 37 van het V.R.K. voorzien immers dat er in elk geval rekening moet worden gehouden met de hogere belangen van het kind. In het licht hiervan kan enkel worden besloten dat de vasthouding enkel als uiterste maatregel kan worden genomen. Zo, volgens artikel 3 : "1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging. 2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn welzijn, rekening houdende met de rechten en plichten van zijn ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen. 3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de bescherming van kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde normen, met name ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede bevoegd toezicht. Volgens artikel 37 : "b) geen enkel kind op onwettige of willekeurige wijze van zijn vrijheid wordt beroofd. De aanhouding, in hechtenisneming of gevangenneming van een kind geschiedt overeenkomstig de wet en wordt slechts gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke duur; c) ieder kind dat van zijn vrijheid is beroofd, wordt behandeld met menselijkheid en met eerbied voor de waardigheid inherent aan de menselijke persoon, en zodanig dat rekening wordt gehouden met de behoeften van een persoon van zijn leeftijd. Met name wordt ieder kind dat van zijn vrijheid is beroofd, gescheiden van volwassenen tenzij het in het belang van het kind wordt geacht dit niet te doen, en heeft ieder kind het recht contact met zijn familie te onderhouden door middel van briefwisseling en bezoeken, behalve in uitzonderlijke omstandigheden

4. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat er enkel tot een maatregel tot vasthouding kan worden besloten dan in de limitatief opgesomde gevallen in artikel 5 van het E.V.R.M. Zo, volgens artikel 5.1.d van het E.V.R.M. : "Eenieder heeft recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid. Niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd, behalve in de navolgende gevallen en langs wettelijke weg. d) In het geval van rechtmatige gevangenhouding van een minderjarige met het doel in te grijpen in zijn opvoeding of in het geval van zijn rechtmatige gevangenhouding ten einde hem voor het bevoegd gezag te geleiden 5. De vasthouding van verzoekster in manifest in strijd met bovenvermelde bepalingen. Haar belangen als minderjarige kunnen er toe leiden dat zij wordt vrijgelaten. Immers, de Dienst Vreemdelingenzaken kan moeilijk voorhouden dat haar vasthouding sinds haar aankomst in België als uiterste maatregel kan worden beschouwd. Bovendien vereist haar leeftijd dat alle mogelijke maatregelen worden genomen omtrent : - het geven van een gepaste opleiding - het beschermen van haar fysische en psychische integriteit Deze maatregelen kunnen geenszins worden genomen in het centrum 127bis, alwaar zij momenteel wordt vastgehouden : Zij verblijft er samen met meerderjarigen en er kunnen geen maatregelen worden genomen om haar een gepaste opvang en opleiding te verlenen. Bovendien moet worden vastgesteld dat de vasthouding van zo kort mogelijke duur moet zijn. Dit is in casu niet het geval, daar verzoekster reeds sinds haar aankomst, op 14 juni dus sinds meer dan drie weken wordt vastgehouden, op grond van de enige reden dat zij niet beantwoordt aan de voorwaarden om te worden erkend als asielzoekster. Dit is in strijd met het bovenvermelde artikel 37 m.b.t. de kortst mogelijke duur.

Bovendien moet eveneens worden benadrukt dat geen enkele bepaling van de Wet van 15 december 1980 - noch enige andere wetsbepaling - de vasthouding van minderjarigen toestaat. 6. De onverenigbaarheid van elke maatregel tot vrijheidsberoving van minderjarigen met voornoemde verdragsbepalingen wordt trouwens eensgezind bevestigd door veelvuldige rechtspraak van de raadskamers (Raadskamer Brussel 27 december 2002, onuitg. ; Raadskamer Nijvel 29 november 2002, onuitg.); Volgens deze rechtspraak is dergelijke maatregel in volledige tegenstrijd is met het hogere belang van het kind. 7. De vrijlating van verzoekster is noodzakelijk, daar niet-begeleide minderjarige kandidaat-vluchtelingen in toepassing van een interne nota van de Dienst Vreemdelingenzaken dd. 1 maart 2002 en van een ministerieel besluit dd. 17 juli 2001 een beroep kunnen doen op een procedure waarbij zij aan het bureau nietbegeleide minderjarigen van de Dienst Vreemdelingenzaken kunnen vragen om een duurzame oplossing omtrent hun situatie te vinden (stuk 5). Zo kunnen de termijnen waarbinnen de betrokken vreemdeling het land dient te verlaten worden verlengd. Uit de praktijk van de Dienst Vreemdelingenzaken blijkt echter dat zij deze procedure in de feiten enkel ophoudt voor de vreemdelingen die zich op het Belgisch grondgebied bevinden. De kandidaat-vluchtelingen die zich in de transitcentra 127 en 127bis bevinden zich per definitie niet op het Belgisch grondgebied, waardoor de Dienst Vreemdelingenzaken hen in de praktijk geen toegang verleent tot deze procedure. Hieruit volgt dat verzoekster enkel een beroep zal kunnen doen op deze procedure indien zij tijdelijk toegang krijgt tot het Belgisch grondgebied, hetgeen enkel kan worden bekomen door haar vrijlating. 8. Uiteindelijk wenst verzoekster erop te wijzen dat haar eventuele vrijlating niet betekent dat zij zonder opvang zal komen te staan. Te dien einde legt zij een document neer, waaruit blijkt dat het opvangcentrum van zich bereid heeft verklaard om voor haar opvang in te staan (stuk 6). Het spreekt voor zich dat dit centrum op veel betere wijze is aangepast voor deze opvang dan het centrum 127bis alwaar zij nu wordt vastgehouden.

9. Bijgevolg vraagt verzoekster om in vrijheid te worden gesteld teneinde een beroep te kunnen doen tot op de datum waarop het bureau niet-begeleide minderjarigen van de Dienst Vreemdelingenzaken een duurzame oplossing. 10. Huidig verzoek dient als hoogdringend te worden beschouwd, daar het verbod tot repatriëring van verzoekster een beperkte geldigheidsduur heeft van 10 dagen vanaf de datum van de beschikking. Met andere woorden, het verbod zal een einde nemen op vrijdag 18 juli 2003. OM DEZE REDENEN, VRAAGT VERZOEKSTER AAN MEVROUW / MIJNHEER DE VOORZITTER, Om de onmiddellijke vrijlating van verzoekster te bevelen. Brussel, Voor verzoekster, Haar raadsman,. INVENTARIS