Preventiefiche PBM006 05/2016 Ademhalingsbescherming 1 Beschrijving In deze fiche komt de bescherming van de luchtwegen op bouwwerven aan bod. De fiche geeft een overzicht van de risico s, de regelgeving die van kracht is in België en de preventiemaatregelen. 2 Risico s De luchtkwaliteit kan verslechterd zijn door een vermindering van het zuurstofgehalte, de aanwezigheid van giftige agentia (gassen of dampen), de aanwezigheid van stof of zelfs door een combinatie van meerdere elementen. Deze wijzigingen in de samenstelling van de lucht kunnen bepaalde pathologische klachten veroorzaken die het gevolg zijn van: de aard en de concentratie van de giftige agentia, het stof, de verstuivers of de dampen die een vergiftiging kunnen veroorzaken; een vermindering van het zuurstofgehalte in de lucht, wat verstikking kan veroorzaken. Effecten van schadelijke gassen op de gezondheid: irriterende gassen: zijn schadelijk voor de slijmvliezen (bv. chloor, fluor); verstikkende gassen: zijn verraderlijk, soms geurloos (bv. CO, propaan). Effecten van stof op de gezondheid: welk effect stof dat in de lucht hangt, veroorzaakt, is afhankelijk van de aard en de afmetingen van het stof. Fijn stof is schadelijker, want het blijft langer in de lucht hangen en kan ontsnappen aan onze natuurlijke afweer en doordringen in onze longen. Bepaald stof kan op lange termijn chronische ziektes veroorzaken, zoals bijvoorbeeld stoflong als gevolg van kwartsstof of bepaalde kankers als gevolg van asbeststof. Voor meer informatie over kwartsstof kunt u terecht op de website van onze preventiecampagne hierover: http://constructiv.be > Campagnes > Kwartsstof streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van en duidelijke bronvermelding. 1/5
3 Regelgeving Voor de regelgeving verwijzen we naar het koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s) (Belgisch Staatsblad van 14 juli 2005). De werkgever is verplicht om de risico s te identificeren en preventiemaatregelen te nemen. Als deze maatregelen niet volstaan, moeten er PBM s gebruikt worden. De PBM s moeten voldoen aan bepaalde eisen (geschikt zijn voor het risico; beantwoorden aan de heersende omstandigheden op de arbeidsplaats; afgestemd zijn op de vereisten met betrekking tot de ergonomie, het comfort en de gezondheid van de werknemer; geschikt zijn voor de drager; op elkaar afgestemd zijn als er meerdere PBM s tegelijk gebruikt worden). De werkgever moet de PBM s gratis ter beschikking van de werknemers stellen. Bij de keuze van de PBM s moet hij een beoordeling maken van het PBM dat hij van plan is te gebruiken en moet hij het advies vragen van de preventieadviseur, de preventieadviseurarbeidsgeneesheer en het CPBW. De werkgever bepaalt de omstandigheden waaronder de PBM s gebruikt moeten worden. De werkgever heeft ook verplichtingen inzake de aankoop en het gebruik van PBM s. Hij moet zijn werknemers opleiden en informeren over het gebruik van PBM s. Bijlage II-7 van dit koninklijk besluit verplicht het gebruik van ademhalingstoestellen onder andere voor de volgende werknemers: a) werknemers die het risico lopen op een vergiftiging of een aandoening van de ademhalingsorganen door de inhalatie van stof, gassen, dampen, rook of nevel; b) werknemers die aan kankerverwekkende en mutagene agentia kunnen blootgesteld worden; c) de ademhalingstoestellen, die bestemd zijn voor de aan onderstaande verrichtingen tewerkgestelde werknemers, moeten uitsluitend onafhankelijke ademhalingsbeschermende toestellen zijn: 1. verrichtingen op om het even welke plaats waar men door middel van aangepaste meetmiddelen niet heeft kunnen aantonen dat de lucht er meer dan 19 % zuurstof (vol/vol) inhoudt; 2. verrichtingen waarbij moet binnengegaan of verbleven worden in plaatsen bedoeld in artikel 53 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, of in verplaatsbare recipiënten, ondergrondse inkuipingen, reservoirs en tanks zoals bedoeld in de voorschriften van het koninklijk besluit van 13 maart 1998 betreffende de opslag van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare en brandbare vloeistoffen, en waarvoor men door middel van aangepaste meetapparatuur niet heeft kunnen aantonen dat de genomen maatregelen het blootstellen van de werknemers aan gevaarlijke stoffen teruggebracht heeft tot een niveau waarbij het risico op een vergiftiging of een aandoening van de ademhalingsorganen zeer gering is, of wanneer niet kan vastgesteld worden dat de blootstelling op geen enkel ogenblik de grenswaarde zal overschrijden. Deze eisen betreffen de stoffen die deze plaatsen hebben ingehouden, evenals de stoffen die zouden kunnen ontstaan door de uitgevoerde werkzaamheden in deze plaatsen. streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van en duidelijke bronvermelding. 2/5
3.1 Normen PBM s voor ademhalingsbescherming moeten onder andere voldoen aan de volgende normen: NBN EN 132: Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Definities van termen en pictogrammen NBN EN 143: Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Deeltjesfilters - Eisen, beproeving, merken NBN EN 149: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Filtrerende halfmaskers ter bescherming tegen deeltjes - Eisen, proeven, merken NBN EN 405: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Filtrerend halfmasker met ventiel ter bescherming tegen gassen of gassen en stof - Eisen, beproeving, merken NBN EN 136: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Volgelaatmaskers - Eisen, beproevingsmethoden, merken NBN EN 140: Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Halfmaskers en kwartmaskers - Eisen, beproevingsmethoden, merken NBN EN 14387: Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Gasfilter(s) en combinatiefilter(s) - Eisen, beproeving, merken NBN EN 12941: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Aangedreven filters gecombineerd met een helm of kap - Eisen, beproeving, merken NBN EN 12942: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Aangedreven filters gecombineerd met volgelaatmaskers, halfgelaatmaskers of kwartgelaatmaskers - Eisen, beproeving, merken NBN EN 138: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Zeefaanzuigende ademhalingsbeschermingsmiddelen voor gebruik met volgelaatsmaskers, halfmaskers of een mondstukgarnituur - Eisen, beproeving, merken NBN EN 137: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Onafhankelijk ademluchttoestel, met perslucht en met volgelaatmasker - Eisen, beproeving en merken NBN EN 145: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Onafhankelijk kringloopademhalingstoestel met samengeperste zuurstof of samengeperste zuurstof-stikstof - Eisen, beproeving, merken NBN EN 14594: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Slangentoestel geschikt voor continu stromende samengeperste ademlucht - Eisen, beproeving, merken NBN EN 14593-1 en 2: Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Slangentoestel voorzien van een ademhalingsautomaat streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van en duidelijke bronvermelding. 3/5
4 Preventiemaatregelen Vooraleer een beroep te doen op PBM s brengen we eerst de collectieve beschermingsmaatregelen in herinnering: gevaarlijke producten vervangen; de uitstoot van gassen, dampen en stof bij de bron beperken. 4.1 Eigenschappen van ademhalingsbeschermingsmiddelen De keuze van een PBM om de luchtwegen te beschermen wordt gemaakt na het uitvoeren van een risicoanalyse waarbij onder andere rekening gehouden moet worden met het gehalte aan zuurstof, de aard van de substanties, de grenswaarden voor blootstelling eraan (gemiddelde maximale concentratie van een substantie, waarboven een werknemer niet blootgesteld mag worden), van de concentratie, de aard van de uit te voeren werken, de duur van deze werken en de toegang tot de werkzone. Er bestaan twee soorten PBM s voor bescherming van de luchtwegen: filtertoestellen, die de omgevingslucht zuiveren met behulp van een filter. De doorgang van lucht gebeurt ofwel door de ademhaling van de werknemer, ofwel aangedreven door een gemotoriseerde ventilator. Het kan gaan om deeltjesfilters, gas- en dampfilters of een combinatie hiervan. Het kunnen wegwerpfilters (eenmalig gebruik) of herbruikbare filters met filterende patronen zijn. Er bestaan verschillende vormen: halfgelaatsmaskers (bedekken de neus, de mond en de kin), volgelaatsmaskers (bedekken het gezicht), hoofdkappen (bedekken het volledige hoofd). Deeltjesfilters worden onderverdeeld in 3 efficiëntieklassen (deze codes worden voorafgegaan door de letters FF als het gaat om een filterend gelaatstuk): P1: filtert vaste inerte stofdeeltjes; P2: filtert vaste en vloeibare deeltjes van minder giftige stoffen P3: filtert vaste en vloeibare deeltjes van giftige en zeer giftige stoffen. Zodra ze de ademhaling bemoeilijken en de ademweerstand groter wordt door een stofophoping, moeten deeltjesfilters vervangen worden. Gas- en dampfilters worden ingedeeld per type: A (kleur = bruin): organische gassen en dampen; B (kleur = grijs): anorganische gassen en dampen; E (kleur = geel): zwaveldioxide en andere zure gassen en dampen; K (kleur = groen): ammoniak en organische aminoderivaten; AX (kleur = bruin): organische producten met een kookpunt lager dan 65 C. streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van en duidelijke bronvermelding. 4/5
Gas- en dampfilters worden ook ingedeeld in drie klassen volgens hun vuilopnamecapaciteit, van 1 (lage capaciteit) tot 3 (hoogste capaciteit). Een gasfilter mag slechts één keer gebruikt worden en mag niet opnieuw gebruikt worden met hetzelfde gas. De doorslagtijd, nl. de gebruiksduur waarna de filter niet langer efficiënt is en al het vervuilende gas doorlaat, is moeilijk te bepalen. Hij hangt af van de concentratie van de blootstelling, van de vochtigheid en van de temperatuur. isoleertoestellen: deze toestellen hebben een toevoer van lucht of zuurstof, zijn onafhankelijk van de omgevingslucht en worden ingezet bij gebruik van gevaarlijke producten of wanneer het zuurstofgehalte lager ligt dan 19%. Ze kunnen afhankelijk (door een leiding verbonden aan een zone met onvervuilde lucht of aan een systeem van persluchttoevoer) of onafhankelijk (de werknemer draagt het toestel, dat hem zuurstof levert in een open systeem wanneer de uitgeademde lucht in de omgevingslucht terechtkomt of in een gesloten systeem) zijn. 4.2 Markering De markering van PBM s die de luchtwegen beschermen, moet de CEmarkering, het nummer van de aangemelde instantie, de aanduiding van de efficiëntieklasse (P1 tot 3) of van de types (A, B, E, K, AX) en de capaciteitsindex (1 tot 3) en de referentie aan de toegepaste norm bevatten. 4.3 Raadgevingen Onderhoud De gebruikers van PBM s die de luchtwegen beschermen, moeten goed opgeleid zijn, zodat ze een werkelijke bescherming krijgen. Het is nodig om de toestellen goed te onderhouden en de aanwijzingen van de fabrikant te volgen. Hou rekening met de maximale gebruiksduur om ervoor te zorgen dat de toestellen efficiënt blijven werken. Controleer of het masker goed aangepast is aan het gezicht (opgelet voor baarden en benen van een bril, die een nefaste invloed kunnen hebben op de aanhechting van het masker). Sla toestellen die onmiddellijk gebruikt kunnen worden en toestellen die onderhouden en gereinigd moeten worden, apart op. 5 Referenties en nuttige documentatie. Navb dossier 131, Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector. Beschikbaar op constructiv.be > Welzijnsinfo > Publicaties.. Navb dossier 120. Kwartsstof. Beschikbaar op constructiv.be > Welzijnsinfo > Publicaties. streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van en duidelijke bronvermelding. 5/5