In de ban van de ZZP - 2

Vergelijkbare documenten
Tijdbestedingsonderzoek behandelaars sector V&V

ZZP s. ZZP s: Inhoud: ZZP s. Laatste tijdbestedingsonderzoek. Wat zijn uw mogelijkheden. Stand van zaken in het werkveld. Informatiebronnen.

REGELING CA/NR

Verpleging en verzorging (V&V)

Versie 3.0 Handleiding vergelijkingsmodel

Inleiding. PC/10/0506/imzhand 29 juni 2010 bureau HHM Pagina 2 van 9

Overzicht bekostiging van behandeling bij Wlz-cliënten in 2016

Zorgzwaartepakketten sector V&V

Analyse databestanden ten behoeve van verblijfszorg thuis. Eindrapportage

Verkenning effecten zorgzwaartebekostiging voor cliëntgroepen zonder verblijf

ZLP-> ZZP s en Cliëntagenda s

Optimize Your World Op de ORTEC Health Care Plandag Donderdag 13 juni, Fort Voordorp.

Eindrapportage. Tijdregistratie behandelaars sector GZ. Enschede, mei 2009 HW/09/1341/imzgz

Eerste verkenning effecten van de invoering van zorgzwaartebekostiging voor niet- grootschalige woonvormen

Doelgroepenbeleid Zorgvilla Huize Dahme

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

Grip op de kosten van hooggewaardeerde belevingsgerichte zorg

Indicatieve prijzen zorgzwaartepakketten. De ZZP's op waarde geschat

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Van MSVT naar GVp. Wat zijn de wijzigingen? Wat is er duidelijk? Vanaf 2018

Inhoudsopgave. 1. Inleiding... 3

Handreiking Interne budgettering

Wat we inmiddels hopelijk allemaal al weten

Model. Zorgleefplan. Verantwoorde zorg. Een korte handreiking voor gebruik

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

NOTITIE PALLIATIEVE TERMINALE ZORG VOOR DE REGIO S DWO EN NWN. Februari Zorgkantoor DWO/NWN

BELEIDSREGEL CA-BR-1608a. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

ZorgCijfers Monitor. Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd FEBRUARI 2018

Handreiking Formatieplanning

1. Inleiding Context Leeswijzer Interne budgettering Verschillende budgetsystemen... 5

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

In en exclusiecriteria

Persoonsvolgende financiering in Nederland

Alle medewerkers zijn professioneel en erg vriendelijk.

Zorgzwaartepakketten sector V&V Versie 2009

Zorg uit de Zvw. Wijkverpleging, ELV, GRZ. Judith den Boer

Inhoudsopgave. 1. Inleiding... 3

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Zorg voor kwetsbare ouderen thuis

AANBOD ZORGARRANGEMENT WOON-ZORGCENTRUM

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.

Zorgprofielen Productenboek Verzorging en Verpleging

Verenso. Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters

In- en exclusiecriteria voor cliënten Schutse Zorg Tholen

Zorgarrangementen als basis voor de personeelsplanning A. van Dijk-Jonkman en G. de Vries 2

Wat we inmiddels hopelijk allemaal al weten

AANBOD ZORGARRANGEMENTEN OP DE VERPLEEGAFDELING.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

Budgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen

Een evaluatie van zorginhoudelijke indicatoren in de VV&T

Aanvraagformulier Persoonsgebonden budget Verpleging en Verzorging Deel 1

Aanvraagformulier Persoonsgebonden Budget verpleging en verzorging (PGB vv)

Uniformering regeling waskosten AWBZ-instellingen

Brochure Modulair Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339).

Verantwoordingsdocument Normatief tarief prestaties basis GGZ 2014

Handreiking inkoop intramurale AWBZ-zorg 2010

Indicatieve doorrekening extramuralisering zzp 1 t/m 4

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Brochure POH-GGZ - informatie voor huisartsen mei 2015

Aanvraagformulier persoonsgebonden budget verpleging en verzorging

De verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg in kaart. Feiten, financiering, kosten en opbrengsten

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig

EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN

Onder palliatieve zorg wordt verstaan: de zorg voor een cliënt met een levensbedreigende ziekte die niet of niet meer kan genezen.

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP-meerzorg Wlz. Bijlage 24 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

Openbare zienswijze. Concentratie. Stichting Lentis Prof. dr. G. Heymansstichting

Huisartsenkliniek Houten Anderhalvelijnzorg = Eerstelijnszorg PLUS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

Aanvraagformulier Persoonsgebonden budget Verpleging en Verzorging Deel 1

Openbare zienswijze. Concentratie Stichting voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) en Stichting Allévo

BELEIDSREGEL CA-BR Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

Financiering Zorg. Yvonne van Geffen Stafmedewerker Ouderenzorg KNR Commissie Ouderenzorg Religieuzen (COR) Oktober

Handreiking kostprijsberekening versie Inleiding Doel Productdefiniëring Systematiek kostprijsberekening...

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz

Zorgarrangement ZZP 5 Met behandeling en BOPZ

Zorgzwaartepakketten sector V&V Versie 2010

3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder

Stichting Derkshoes Zorg en Dienstverlening richt zich v.w.b. verpleeghuiszorg (ZZP 4 en hoger) op de volgende doelgroepen:

WERKAFSPRAKEN OVER COMMUNICATIE ROND KWETSBARE OUDEREN

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk / Rapportage ADL-assistentie 28 maart 2013

Zorgzwaartepakketten Sector V&V Versie 2011

Handreiking Kostprijsberekening

Bijlage B. Uitgaven en gebruik formele langdurige zorg en ondersteuning. Ab van der Torre. Pagina 1 van 22

Aanvraagformulier Persoonsgebonden Budget verpleging en verzorging (pgb/vv)

BESCHERMD WONEN MET INTENSIEVE DEMENTIEZORG (voorheen ZZP 5) GEBRUIKERSINFORMATIE ZORGPROFIELEN V&V PROTEION

HERSTELGERICHTE BEHANDELING MET VERPLEGING EN VERZORGING (voorheen ZZP 9b) GEBRUIKERSINFORMATIE ZORGPROFIELEN V&V PROTEION

3.1 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 onder c van de Wmg.

BELEIDSREGEL CA Knelpuntenprocedure 2014

Zorgzwaartepakketten GGZ

Wijkverpleging. Verpleging en Verzorging 9 april 2014

Memo advies uitgangspunten kostprijs berekeningen. Voor de WMO & Jeugdzorg Regio Midden Holland

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.

Transcriptie:

Praktijkartikel In de ban van de ZZP - 2 De component behandeling en de verpleeghuisartsenformatie Luc Van Houdt*, verpleeghuisarts Tijdschrift voor VerpleeghuisGeneeskunde jaargang 33, nummer 4 (2008) p. 129-129 Samenvatting Op de vraag hoeveel formatie verpleeghuisarts nodig is om verpleeghuisbewoners op een verantwoorde wijze te behandelen kon vooralsnog geen eensluidend antwoord worden geven. Ook op basis van het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg kan deze vraag niet beantwoord worden. De beroepsvereniging beschikt eveneens niet over richtlijnen of aanbevelingen. In dit artikel wordt uiteengezet dat de component behandeling, die deel uitmaakt van elk zorgzwaartepakket, een goed houvast biedt om de formatie behandelaars in het algemeen en verpleeghuisartsen in het bijzonder te berekenen, vooralsnog uitsluitend voor de intramurale zorgverlening. De berekening aan de hand van de ZZP s, die onderbouwd werd door studie- en adviesbureau s, resulteert daarmee gewoonlijk in een grotere formatie dan de klassieke berekeningen zoals 1/100 voor verblijfscliënten, 1/50 voor revalidanten. Ter toelichting wordt enkele jaren teruggegaan in de AWBZ-geschiedenis en worden er verbanden gelegd tussen verschillende onderzoeken van Arcares, KPMG en HHM. Het begrip cliëntgebonden-tijd, van essentieel belang in de ZZP s, wordt duidelijk gedefinieerd. Kritische kanttekeningen worden gemaakt bij het recente tijdsbestedingsonderzoek en bij de acties van de NZA en HHM om de ZZP-scores zo laag mogelijk te laten uitkomen. Tenslotte wordt de discrepantie tussen de klassieke formatieberekening en de berekening aan de hand van de ZZP s besproken. Bij onderhandelen over de formatie kan dit artikel ondersteuning bieden. De volledige tekst van dit artikel staat op de website van de NVVA, www.verpleeghuisartsen.nl, te raadplegen via een link op de homepage. * Verpleeghuis Cornelia Allévo, Zierikzee - correspondentie: luc_vanhoudt@telenet.be 2008, Bohn Stafleu van Loghum, Houten

In de ban van de ZZP deel 2 De component behandeling en de verpleeghuisartsenformatie Inleiding Hoeveel uren verpleeghuisarts heb je nodig om verpleeghuisbewoners te behandelen op een min of meer verantwoorde wijze? Moeilijke vraag blijkbaar, want als je die vraag stelt aan je collega s dan krijg je geen eensluidend antwoord en in het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg 1 kan je alleen lezen dat voor de functie verblijf gecombineerd met verpleging en/of behandeling 7 dagen per week, 24 uur per dag een arts bereikbaar moet zijn die zo nodig binnen de 30 minuten ter plaatse kan zijn. In de praktijk is het vaak het management van de instelling/organisatie die, in overleg met de vakgroep, de formatie bepaalt. In sommige regio s wordt vastgehouden aan de 200/100/50/25 regel: 1 FTE (full time equivalent = 36 uur/week) voor 200 cliënten in de dagbehandeling, 1 FTE voor 100 verblijfscliënten (chronische somatiek of psychogeriatrie), 1 FTE voor 50 revalidanten en 1 FTE voor 25 palliatieve patiënten. De kracht van deze regel zit hem vooral in het feit dat er in sommige regio s overeenstemming over is binnen de beroepsgroep en op die manier kan afgedwongen worden maar voor de rest is het niet meer of niet minder dan een meetkundige reeks die gemakkelijk te onthouden is en weinig of niet onderbouwd is. De beroepsvereniging beschikt jammer genoeg niet over concrete richtlijnen of aanbevelingen die een antwoord bieden op deze, toch wel erg praktische en vaak voorkomende vraag. Dit artikel heeft tot doel om aan te tonen dat de component behandeling die deel uitmaakt van elk ZZP (zorgzwaartepakket) 2 en de manier waarop die component tot stand is gekomen een goed houvast biedt en vooral transparantie als het gaat om de berekening van de formatie behandelaars in het algemeen en verpleeghuisartsen in het bijzonder. Functiegerichte kostprijzen AWBZ In 2003, kort na de hervorming van de AWBZ is er door KPMG, een onderzoek- en adviesbureau, in opdracht van de overheid een onderzoek gedaan naar functiegerichte kostprijzen binnen de AWBZ. Bedoeling was om uiteindelijk te komen tot een nieuwe financieringsvorm voor wat in het KPMG-rapport 3 toen intramurale zorgarrangementen Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 1

werden genoemd. Eigenlijk was dit onderzoek één van de eerste stappen op weg naar de huidige ZZP s. In het rapport worden de 7 AWBZ-functies (huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging, verpleging, activerende begeleiding, ondersteunende begeleiding, behandeling en verblijf) financieel grondig doorgelicht en wordt nagegaan welke beïnvloedbare factoren bepalend zijn voor de kostprijs. Als bron van informatie worden diverse eerdere onderzoeken gebruikt (o.a. de Arcares benchmark 4 van 2002) en, voor het intramurale deel van de sector V&V (Verpleging en Verzorging), gegevens van 18 verpleeg- en verzorgingshuizen. Voor de personeelskosten wordt in dit rapport de cliëntgebonden tijd gedefinieerd (zie kaderstuk en schema) omdat die in de toekomst als referentie zal dienen voor de betaling door VWS. Voor de behandelaars is de cliëntgebonden tijd gemiddeld ongeveer 48,4% van de bruto-werktijd, d.w.z. het aantal uren waarvoor een behandelaar gecontracteerd wordt. Voor de andere AWBZ-functies in V&V geldt volgens hetzelfde rapport dat de cliëntgebonden tijd ongeveer 64% is van de bruto-werktijd. Kaderstuk: van bruto-werktijd naar cliëntgebonden tijd. BRUTO-werktijd: voor 1 FTE behandelaar = 36 uur per week of 1872 uur per jaar NETTO-werktijd = bruto-werktijd min - ziekteverzuim, gemiddeld 7 % of 131 uur - vakantie en feestdagen (volgens de CAO): gemiddeld 227 uur - opleiding: gemiddeld 40 uur (minimum voor BIG-beroepen) Blijft: 1472 uur of 78,6% van de bruto-werktijd De netto-werktijd wordt opgedeeld in de NIET-CLIENTGEBONDEN-werktijd: gemiddeld 565 uur of 30,2% van de bruto-werktijd - tijd voor werkoverleg, commissiewerk, koffiepauzes, persoonlijke verzorging, CLIENTGEBONDEN-werktijd: gemiddeld 907 uur of 48,4% van de bruto-werktijd De cliëntgebonden-werktijd wordt nog opgedeeld in - direct-cliëntgebonden-werktijd: in het bijzijn van de cliënt of zijn vertegenwoordiger - indirect-cliëntgebonden-werktijd: bvb. verslaglegging voor of multidisciplinair overleg over bepaalde cliënten, Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 2

Schematisch ziet de tijdverdeling er uit als volgt (cliëntgebonden tijd is grijs gearceerd): Schema: van bruto-werktijd naar cliëntgebonden tijd: de breedte van de kolommen is in verhouding met de relatieve tijdverdeling. BRUTO-werktijd per FTE: 36 uur per week x 52 weken = 1872 uur per jaar NETTO-werktijd: 1472 uur per jaar of 78,6% van de bruto-werktijd ZIEKTE gemid. 7% 131 uur VAKANTIE volgens CAO gemiddeld 227 uur O P L E I D I N G niet-cliëntgebonden werktijd 565 uur per jaar of 30,2% van de bruto-werktijd of 38,4% van de netto-werktijd cliëntgebonden werktijd 907 uur per jaar of 48,4% van de bruto-werktijd of 61,6% van de netto-werktijd direct-cliëntgebonden in het bijzijn van cliënt of van zijn/haar vertegenwoordiger - onderzoek - behandeling - gesprekken, o.a. MDO mét cliënt en familiegesprekken indirect-cliëntgebonden - MDO zonder cliënt - papieren visite - verslaglegging - overleg met huisarts of specialist Voor de functie behandeling worden de verschillende soorten behandelaars in het rapport niet apart vernoemd. In plaats daarvan worden de behandelaars beschreven als een gemengde groep (mix) die samengesteld is uit verschillende personeelsleden die actief zijn binnen de ABWZ-functie behandeling en die gelinkt zijn aan hun FWG (functiewaarderingsgroep). De samenstelling en verdeling van deze mix gaat terug naar de Zorg- en Behandelregistratie uitgevoerd in opdracht van Arcares 4. In het KPMGrapport staan geen absolute aantallen maar percentages; bijvoorbeeld 34% van de behandelaars krijgen een salaris passend bij FWG 55. Het is niet moeilijk om bij de verschillende FWG s de overeenkomende behandelaar te benoemen (zie tabel 1). Voor de behandelaars binnen FWG 70 (daar zitten alleen de artsen in) blijkt dat zij 23% uitmaken van de totale groep behandelaars. Deze FWG-mix, zoals die wordt genoemd in het KNMPrapport, wordt zonder enig voorbehoud overgenomen door de NZA (Nederlandse ZorgAutoriteit) 5a wanneer die medio 2007 de indicatieve prijs bepaalde van een behandeluur in het kader van de ZZP s. Daarmee aanvaardt de NZA naar mijn idee impliciet deze verdeling of geeft zij aan dat zij deze verdeling niet ter discussie stelt. Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 3

Tabel 1: FWG-mix in de ABWZ-functie Behandeling (zie KPMG-rapport 3 op pagina 36) FWG Mix of verdeling in % bij de AWBZ-functie Behandeling 30 1 Overeenkomende behandelaar 35 2 40 7 45 1 50 21 o.a. logopedist, ergotherapeut, dietist, maatschappelijk werk 55 34 o.a. fysiotherapeut 60 7 65 5 o.a. GZ-psycholoog 70 23 o.a. verpleeghuisarts De zorgzwaartepakketten In de loop van 2006 presenteert HHM (Hoeksma, Homans en Menting) de eerste versie van de ZZP s 2. De bedoeling ervan zal voor iedereen ondertussen duidelijk zijn: meer transparantie in de financiering van de intramurale AWBZ-zorg waarbij die financiering aangepast is aan het profiel en de zorgvraag van de cliënt. D.w.z. cliënten die meer zorg en/of begeleiding nodig hebben krijgen op basis van de antwoorden op een scorelijst 6 een hoger ZZP toegewezen waaraan een in verhouding hogere financiële vergoeding verbonden is. Dit systeem maakt aparte zorgtoeslagen voor extreme of buitengewone zorgzwaarte in de toekomst vrijwel overbodig. Een ZZP bestaat uit 4 componenten 2 : - de woonzorgcomponent: hierin zitten de AWBZ-functies persoonlijke verzorging, verpleging en een deel van de activerende en ondersteunende begeleiding - de component dagbesteding: hierin zit eveneens een deel van de activerende en ondersteunende begeleiding - de component behandeling: hierin zitten de AWBZ-functies behandeling en een stukje activerende begeleiding door de gedragswetenschappers - de component verblijf: hierin zitten de hotelfuncties (huishoudelijke zorg, voeding, onderhoud gebouwen) maar ook o.a. de dagelijkse welzijnsactiviteiten 7. Voor elk van deze componenten is een financiële vergoeding voorzien: voor de drie eerste componenten een uurprijs en voor de verblijfscomponent een dagprijs 5. In deze Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 4

vergoeding is een correctie voorzien voor de omzetting van cliëntgebonden uren naar bruto-werktijd. Daarbovenop ontvangt de organisatie in de sector V&V 42% van die uurprijs extra voor de zogenaamde overheadkosten. Voor een overzicht van de ZZP s in de sector V&V 2,8 wordt verwezen naar tabel 2. Het totaal aantal uren AWBZ-zorg (verpleging, verzorging, begeleiding en behandeling) en het aantal uren behandeling (in een aparte kolom) zijn cliëntgebonden uren. In 1VV en 2VV wordt in principe geen functie behandeling voorzien maar is wel telkens 0,5 uur voorzien voor medische en paramedische zorg op de achtergrond. De financiering hiervan is vervat in de vergoeding voor de woonzorgcomponent 2. Tabel 2: Overzicht zorgzwaartepakketten in de sector Verzorging en Verpleging van de AWBZ 8 Nr. ZZP Benaming Voorbeelden van cliënten Uren AWBZ-zorg Uren behandeling 1VV Beschut wonen met enige begeleiding Lichte verzorgingshuisbewoner 4,5 uur 0,5 2VV Beschut wonen met begeleiding en verzorging Gemiddelde verzorgingshuisbewoner of lichte verpleeghuiscliënt 7 uur 0,5 3VV Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging Verzorgingshuisbewoner met aanvullende verpleeghuiszorg 11 uur 1,5 4VV Beschut wonen met dementiezorg Dementerenden en/of lichte somatische beperkingen 13 uur 1,5 5VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg Jong en ernstig dementerenden 18 uur 1,5 6VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging Cliënt met ernstige somatische beperkingen 18 uur 1,5 7VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg Cliënten met complexe NAH of dementerenden in combinatie met somatische beperkingen 23 uur 2 8VV Idem als 7, maar nadruk ligt op zeer intensieve verzorging en verpleging Cliënten met ziekte van Huntington of met ademhalingsondersteuning 27 uur 2 9VV Herstelgerichte zorg Revalidatiezorg na OK of CVA 20 uur 4 10VV Intensieve palliatief terminale zorg Palliatief terminale zorg 30 uur 2 Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 5

Wie zijn de behandelaars? Volgens HHM 9 moeten behandelaars aan de volgende criteria voldoen: - ze bieden de functies behandeling en/of activerende begeleiding aan én - ze bieden direct cliëntgebonden zorg én - ze behoren tot de (para)medische dienst van de zorgaanbieder In één van de publicaties van HHM 10 staat een lijstje met mogelijke behandelaars binnen V&V: - artsen (verpleeghuisartsen, sociaal geriaters, psychiaters, huisartsen, basisartsen) - psycholoog - fysiotherapeut, oefentherapeut Mensendieck/Cesar - podotherapeut - psychomotore therapeut - ergotherapeut - logopedist - diëtist - nurse practitioner - maatschappelijk werker - overige (wie dat ook mogen zijn) Het vervolg van het verhaal is eigenlijk heel eenvoudig. Als je de formatie van de verpleeghuisartsen wil berekenen, nodig om intramurale cliënten te verzorgen: - maak dan een lijst van de cliënten in het verpleeghuis mét hun bijhorende ZZP; - maak een som van de nodige behandeluren; - vermenigvuldig dit aantal met 23% om het aandeel van de verpleeghuisartsen daarin te kennen; - deel het resultaat door 48,4% om over te schakelen van cliëntgebonden tijd naar bruto-werktijd. Bedenk dat de werktijd nodig om extramurale cliënten te verzorgen (dagbehandeling, aanvullende verpleeghuiszorg en consulten bij thuiswonende cliënten) niét inbegrepen is. Dit geldt evenmin voor managementstaken, opleiding van een aios en/of onderzoek. Mijns inziens wél inbegrepen en in het verleden werd dit soms als een aparte taak gezien is de extra tijd die nodig is voor werkzaamheden verricht door de 1 ste verpleeghuisarts en de BOPZ-arts. Ook het compensatieverlof voor beschikbaarheids-diensten zit vermoedelijk in de ZZP-behandeluren vervat. Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 6

Tijdbestedingsonderzoek Toen de ZZP s en de bijhorende behandeluren bekend werden, rees er luid protest op van de werkvloer. De uren die voorzien waren in de ZZP s konden onmogelijk de behoefte dekken, zo luidde het bij de behandelaars, en men vreesde voor inkrimping van de bestaande formaties. VWS nam dan ook het besluit HHM te vragen een tijdbestedingonderzoek te organiseren om te kijken of het voorgestelde aantal behandeluren in de ZZP s overeenkomst liet zien met de realiteit. Er werd veel kritiek gegeven op dit tijdbestedingonderzoek: het was zeer snel opgezet en er was eigenlijk nauwelijks tijd om proef te draaien op het werkveld. Het invullen gebeurde in alle instellingen en door alle behandelaars zeker niet op een uniforme manier. De webapplicatie was niet gebruiksvriendelijk en, zeker de 1 ste versie, koste enorm veel tijd zodat veel behandelaars ontmoedigd werden. Het onderzoek gebeurde in juni 2007 op dat moment waren de indicatieve richtprijzen van de NZA al kant en klaar - en de resultaten werden gepubliceerd in een rapport 10 in september 2007. Wie de moeite neemt om zelf te cijferen aan de hand van de tabellen in dit rapport (zie tabel 9 op pagina 17) komt tot de ontdekking dat het voorgestelde aantal uren ruim volstaat: bij de 61 instellingen die deelnamen aan het onderzoek werd minder dan 2/3 van de voorgestelde behandeltijd in de ZZP s ook daadwerkelijk ingevuld! Zelfs als we aannemen dat door tekortkomingen van de webapplicatie een aantal behandeluren niét werden geregistreerd, dan is een tekort van ruim 1/3 toch wel erg veel. De lezers die het rekensommetje op het einde van de vorige paragraaf hebben gemaakt voor hun instelling zullen waarschijnlijk tot dezelfde conclusie zijn gekomen: in de meeste verpleeghuizen is er op basis van deze berekeningen onvoldoende formatie beschikbaar om de behandeluren voorzien in de ZZP s in te vullen! En ook de NZA had dit gezien: voor alle componenten samen (woonzorg én dagbesteding én behandeling) en uitgaande van de ZZP-profielen en de beschikbare formatie die geleverd werd door de instellingen, is er landelijk een formatietekort 5b van 7 tot 10%! De oorzaak van deze discrepantie wordt door HHM en VWS gezocht in 2 verklaringen: 1. Het aantal uren in de ZZP s is te hoog. De omvang van de behandelcomponent is echter gebaseerd op verschillende informatiebronnen 10 : - tijdschrijven in pilot-organisaties (2004-2006) - vergelijking met o.a. benchmarkgegevens van Arcares 4,11 - formatiegegevens van de pilot-organisaties - vergelijking met landelijke formatiegegevens op AWBZ-sectorniveau - resultaten per AWBZ-sector voorgelegd aan experts (behandelaars) Het is dus weinig waarschijnlijk dat de benodigde behandeluren overschat werden. Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 7

2. Cliënten kregen een te hoog ZZP toegewezen door de instellingen (zorgaanbieders). Dit is in principe niet onmogelijk en VWS en de NZA doen er alles aan om dit in de toekomst te vermijden: - het CIZ 12,13 heeft hierin een controlerende functie ; - de ZZP s werden aangescherpt 14,15 zodat hogere ZZP s alleen beschikbaar zijn voor zeer specifieke groepen van cliënten; - het algoritme 15,16 dat, op basis van de antwoorden op de scorelijst 17, een ZZP aanwijst werd onlangs (najaar 2007) aangepast zodat cliënten bij de lagere ZZP s terechtkomen. Deze aanpassingen zullen tot gevolg hebben dat op landelijk niveau het totaal aantal behandeluren in verpleeghuizen t.o.v. de definitieve cijfers van 2006 met iets meer dan 10% zullen dalen 15. Vraag is of deze daling tot een andere conclusie zal leiden, namelijk dat de formatie aan behandelaars in verpleeghuizen nog steeds te laag is. Transparantie? Bij de presentatie van de ZZP s stelde VWS en achteraf ook de NZA uitdrukkelijk dat het de bedoeling is om macro-economisch te komen tot een sectorale budgetneutraliteit 5. Dat wil zeggen dat per AWBZ-sector het nodige budget niet mag stijgen of dalen. Of dit een goede zaak is op middellange en lange termijn met het oog op kwalitatieve ouderenzorg laten we even in het midden. Budgetneutraliteit betekent dat instellingen die cliënten verzorgen die meer zorgbehoevend zijn dan gemiddeld via het systeem van de ZZP s méér inkomsten zullen krijgen en instellingen die minder zorgbehoevende cliënten huisvesten over minder middelen kunnen beschikken. Om dat te bereiken werd een transparant systeem ontwikkeld waarbij de intramurale AWBZ-zorg opgedeeld wordt in goed omschreven componenten die bekostigd worden per uur en per dag. Als we dan moeten vaststellen dat er momenteel vermoedelijk te weinig formatie beschikbaar is in de instellingen om de zorg die vereist wordt in de ZZP s te bieden dan roept dit vragen op. Hebben KPMG, HHM en de NZA dan grote rekenfouten gemaakt of worden op dit moment financiële middelen die eigenlijk bedoeld zijn om personeel te betalen voor andere doeleinden gebruikt? De bal ligt mijns inziens nu in de kamp van het management van de instellingen om duidelijk te maken op welke manier zij momenteel met hun budgetten omgaan. En dit lijkt me geen overbodige vraag. Want vanaf 1 januari 2009 zullen instellingen door de zorgkantoren/ zorgverzekeraars betaald worden om aan cliënten met een bepaald profiel en een bijhorend ZZP gemiddeld aantal afgesproken behandelingsuren te bieden. En uiteraard mogen cliënten verwachten dat die zorgaanbieders voldoende behandelaars in huis hebben om aan deze opdracht te voldoen. Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 8

Beschouwing Je kan je afvragen waar het verschil vandaan komt tussen de formatie berekend volgens het hierboven beschreven model en volgens de oudere bekende meetkundige reeks. Want de formatie die berekend wordt volgens de ZZP s is beduidend groter. Zou het kunnen dat bij de klassiek rekenwijze uitsluitend rekening wordt gehouden met de cliëntgebonden tijd en de daarbij horende vakantie, ziekte en opleidingstijd? Met de evolutie van de verpleeghuisgeneeskunde in de laatste decennia is er, net zoals in andere takken van de geneeskunde, veel ondersteunend, niet-cliëntgebonden, werk bijgekomen maar ook oneigenlijke taken waar de kwalificatie van arts niet voor nodig is. Nogal wat collega s geven in informele gesprekken aan dat ze enerzijds nogal wat tijd verliezen met o.a. administratieve taken en met taken die net zo goed of beter door verpleegkundigen kunnen gedaan worden en anderzijds te weinig tijd hebben voor commissiewerk, voor projecten rond kwaliteitsbevordering en dergelijke meer. Of ze slagen er niet in om compensatie-uren op te nemen zonder dat het werk in het gedrang komt, terwijl ze daartoe wel verplicht worden door hun werknemer. In theorie kan je op basis van de informatie uit dit artikel met het management onderhandelen om meer verpleeghuisartsen in dienst te nemen. Vraag is of dit de juiste strategie is. Want wat heb je aan theoretische formatieruimte als je in de praktijk te weinig verpleeghuisartsen hebt om die in te vullen. In een redactioneel van dit tijdschrift schrijft Konings 18 dat het in de toekomst nodig zal zijn om, vanwege de vergrijzing, nóg meer cliënten en mantelzorgers te bedienen dan nu het geval is, dat we oneigenlijke taken moeten afstoten en efficiënter moeten werken. Hij sluit daarbij naadloos aan bij het betoog van Holland 19 die aandacht vraagt voor de kloof tussen verzorgenden en artsen. Het ligt dus eerder voor de hand om de formatieruimte op te laten vullen door paramedici i.p.v. door medici, door hooggekwalificeerde verpleegkundigen of, naar analogie met de huisartsen, door praktijkondersteuners die specifiek opgeleid zijn voor de ouderenzorg en die de oneigenlijke taken van ons kunnen overnemen. Wellicht is het aangewezen om, afhankelijk van de plaatselijke situatie, goed overwogen keuzes te maken en dit liefst in een constructieve sfeer samen met de organisatie waarin je werkzaam bent. Luc Van Houdt* Kotter 3 4341 MX Arnemuiden NEDERLAND e-mail: luc_vanhoudt@telfort.nl * Luc Van Houdt was tot 2006 gedurende 22 jaar huisarts in België en beëindigde in 2008 met succes de vervolgopleiding tot verpleeghuisarts aan het UMC St Radboud te Nijmegen. Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 9

Literatuur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Actiz, V&VN, LOC, NVVA, Sting, IGZ, VWS, ZN. Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg. oktober 2007. HHM Organisatieadviseurs. Zorgzwaartepakketten sector V&V. Enschede. 24 augustus 2006. KPMG Gezondheidszorg. Eindrapportage inzake het onderzoek naar Functiegerichte Kostprijzen AWBZ. 1 juli 2004. Arcares. Tweede test Benchmarkinstrumentarium algemeen rapport. Utrecht. november 2002. Nederlandse ZorgAutoriteit. Indicatieve prijzen zorgzwaartepakketten. De ZZP s op waarde geschat. Utrecht. juni 2007. - 5a: zie bijlage 3 op p. 63 5b: zie p. 26-28 HHM Organisatieadviseurs. Zorgzwaartescorelijst versie 1.0. Enschede. 5 oktober 2006. Nederlandse Zorgautoriteit. Nadere toelichting op ZZP-tarieven. Overleg tussen HEAD, Actiz en NZA, 16 januari 2006. zie vraag 4 Broere H (VWS). Zorgzwaartebekostiging. Mondelinge presentatie tijdens de informatie- en discussiebijeenkomst ZZP s voor NVVA-leden, Utrecht. 8 maart 2007. Bakker P (HHM Organisatieadviseurs). Toelichting behandelcomponent ZZP s. Mondelinge presentatie tijdens de informatie- en discussiebijeenkomst ZZP s voor NVVA-leden, Utrecht. 8 maart 2007. HHM Organisatieadviseurs. Tijdbestedingsonderzoek behandelaars sector V&V. Enschede. september 2007. - zie bijlage 1 op pagina 26 Arcares. Benchmark verpleeg- en verzorgingshuizen 2003 - Prestaties van zorgaanbieders gemeten. Utrecht. februari 2004. Nederlandse ZorgAutoriteit. Omzendbrief ACON/ihot/Care/AWBZ/07/35c. Utrecht. 10 december 2007. Nederlandse ZorgAutoriteit. Beleidsregel CA-208 Invoering zorgzwaartepakketten 2008. Utrecht. december 2007. HHM Organisatieadviseurs. Zorgzwaartepakketten sector V&V. Enschede. 1 oktober 2007. HHM Organisatieadviseurs. Aanscherping ZZP-omschrijvingen en algoritmen. Enschede. 18 oktober 2007. HHM Organisatieadviseurs. Toelichting bij aanpassingen ZZP s en algoritmen. Enschede. 14 november 2007. HHM Organisatieadviseurs. Zorgzwaartescorelijst versie 2.0. Enschede. 31 oktober 2007. Konings J. De algemeen geriater in de eerste lijn. Tijdschrift voor VerpleeghuisGeneeskunde 2008;33:66 Holland P. Medische zorg voor ouderen. Medisch Contact 2008;63:37 Artikel voor het Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2008 - revisie lay-out oktober 2015 10