Jeugdmonitor Utrecht. Gezondheid en leefstijl van leerlingen in het primair onderwijs. Schooljaar

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Tabellenboek.

CONCEPT 3. Jeugdmonitor Utrecht. Tabellenboek Groep 7 en 8 van het basisonderwijs Schooljaar Geneeskundige en Gezondheidsdienst

Tabellenboek Hoe gezond ben jij?

Hoe gezond ben jij? Gezondheid en leefstijl van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Schooljaar

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Kinderen in West gezond en wel?

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Hoe gaat het met de gezondheid van de Utrechtse Jeugd?

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Kinderen in Oost gezond en wel?

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Groep 7 en 8 van het basisonderwijs.

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Groep 7 en 8 van het basisonderwijs.

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Schoolrapport. Amadeus Lyceum. Resultaten EURO-URHIS 2 jeugdonderzoek. Inleiding

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Resultaten vragenlijst leerlingen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

= laag opl niveau is geen onderwijs tm mavo; = midden opl niveau is mbo, havo en vwo; = hoog opl niveau is hbo en wo. ***

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Basisschool De Tovercirkel

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Provinciaal rapport. Resultaten jeugdgezondheidsonderzoek S a m e n w e r k e n a a n g e z o n d h e i d

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Samenvatting Jong; dus gezond!?

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Utrecht gezond!

Schoolrapport. St. Gregorius College. Resultaten Jeugdmonitor Utrecht. Welbevinden. Voeding en beweging. Geneeskundige en Gezondheidsdienst

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Leeswijzer Gezondheidspeiling tabellen Deze leeswijzer geldt ook voor tabellen van de Inwonersenquête van Interne Bedrijf Onderzoek, Gemeente Utrecht

Zuidoost gezond en wel?

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

Noord gezond en wel?

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Transcriptie:

Jeugdmonitor Utrecht Gezondheid en leefstijl van leerlingen in het primair onderwijs Schooljaar 2015-2016

Jeugdmonitor Utrecht De Jeugdmonitor Utrecht is hét integrale meetinstrument over de Utrechtse jeugd. Dit rapport geeft een overzicht van de gezondheid, leefstijl, leefomgeving en vrijetijdsbesteding van leerlingen uit groepen 7 en 8 van het basisonderwijs. Wie deden er mee? Een selectie van 42 van de 107 Utrechtse scholen/schoollocaties voor regulier basisonderwijs, evenredig verdeeld over de wijken van Utrecht, heeft deelgenomen aan de Jeugdmonitor in het schooljaar 2015-2016. Op deze scholen hebben 2.774 leerlingen in oktober en november 2015 klassikaal een vragenlijst ingevuld. Dit is 40% van alle groep 7- en 8-leerlingen in Utrecht. Het huidige rapport beschrijft de belangrijkste resultaten van leerlingen die in de stad Utrecht wonen (n=2.641). Om representatieve uitspraken te kunnen doen voor de hele gemeente Utrecht zijn de resultaten tijdens de analyses gewogen naar geslacht, culturele achtergrond en woonwijk. De in dit rapport gepresenteerde resultaten mogen daarom als representatief worden beschouwd voor de leerlingen van de groepen zeven en acht van de basisschool in Utrecht. Leeswijzer Dit rapport beschrijft de belangrijkste resultaten over de gezondheid, leefstijl, leefomgeving en vrijetijdsbesteding van leerlingen in de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs in Utrecht. Alle genoemde verschillen tussen groepen zijn statistisch significant. We spreken van een significant verschil wanneer de kans dat het gevonden verschil op toeval berust kleiner is dan 1%. Dit wordt in de tabellen aangegeven met een (*). Bij het beschrijven van verschillen tussen groepen, wordt alleen de groep genoemd die het hoogst of het laagst scoort op het desbetreffende onderwerp. Tabel 1. Achtergrondkenmerken JMU 2015-2016 Utrecht n=2.641 aantal % % Geslacht jongens 1.324 50 51 meisjes 1.317 50 49 Culturele achtergrond autochtoon 1.585 60 58 Sur./Ant./Arub. 85 3 3 Marokkaans 422 16 18 Turks 144 5 6 overig 405 15 15 Wijk West 224 8 7 Noordwest 247 9 9 Overvecht 249 9 11 Noordoost 228 9 11 Oost 229 9 6 Binnenstad 82 3 2 Zuid 208 8 8 Zuidwest 262 10 11 Leidsche Rijn 353 13 14 Vleuten-De Meern 559 21 22 De meeste leerlingen zijn gelukkig 87% van de leerlingen in Utrecht geeft aan gelukkig te zijn. Zij beoordelen hun gevoel van geluk in de laatste maand met een zeven of hoger. Jongens en meisjes, leerlingen van alle verschillende culturele achtergronden en leerlingen die het thuis meer of minder breed hebben, beoordelen hun geluk even goed. Figuur 1. Geluk in de laatste maand. 1

Conclusie Ervaren gezondheid neemt toe Leerlingen zijn sinds de eerste meting van de Jeugdmonitor Utrecht in het schooljaar 2007-2008 steeds positiever over hun gezondheid geworden. In dat schooljaar beoordeelde 88% van de leerlingen hun gezondheid als goed. In de huidige meting is dat 92%. Met name leerlingen met een niet-autochtone achtergrond en leerlingen die wonen in de wijken Noordwest, Overvecht of Zuidwest ervaren hun gezondheid steeds vaker als goed. Ook andere trends zijn gunstig, onder andere op het gebied van lichamelijke gezondheid, leefstijl en de situatie thuis, op school en in de buurt. Het aantal leerlingen met veel lichamelijke klachten is gedaald. Kinderen ontbijten regelmatiger en eten vaker dagelijks fruit. Leerlingen zijn positiever over de buurt waar ze wonen en het welbevinden van leerlingen op school neemt toe. Een ongunstige ontwikkeling is dat het aantal leerlingen met symptomen gerelateerd aan faalangst licht toeneemt, met name bij leerlingen met een niet-autochtone achtergrond. Sociaal-economische en sociaal-culturele verschillen zichtbaar Leerlingen die opgroeien in gezinnen met een lagere welvaart scoren op meerdere thema s minder goed. Zij ervaren bijvoorbeeld vaker problemen thuis, worden vaker gepest en voelen zich vaker wel eens onveilig in de openbare ruimte. Ook tussen leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden zijn verschillen zichtbaar. Ten opzichte van de vorige metingen zijn deze verschillen echter minder duidelijk aanwezig, vooral op de thema s voeding en gezondheid. Niet-autochtone leerlingen eten in vergelijking met eerdere metingen vaker fruit, ontbijten regelmatiger en hebben minder vaak veel lichamelijke klachten. Minder verschillen tussen wijken Ten opzichte van eerdere metingen van de Jeugdmonitor Utrecht zijn minder verschillen tussen de Utrechtse wijken zichtbaar. In elke wijk zijn er thema s waarop wijken meer of minder gunstig scoren dan andere wijken. Naast bijvoorbeeld een steeds positievere ervaren gezondheid, eten leerlingen die wonen in de wijken Noordwest, Overvecht of Zuidwest ook vaker fruit dan leerlingen in andere wijken. Zij zijn echter minder vaak lid van een sportvereniging, dat komt vaker voor bij kinderen uit de wijken Noordoost, Oost, Binnenstad of Vleuten-De Meern. Kinderen met een chronisch ziek gezinslid doen thuis meer Leerlingen van wie een ouder, broertje of zusje chronisch ziek is, moeten thuis vaker meehelpen dan leerlingen bij wie dit niet het geval is. Bijna de helft van deze leerlingen heeft thuis grote taken, zoals schoonmaken en boodschappen doen, meegaan naar de dokter of zorgen voor broertjes of zusjes. Meer zicht op de virtuele omgeving van leerlingen Ruim een derde van de leerlingen heeft het afgelopen jaar een negatieve ervaring op het internet gehad. Een deel van de kinderen heeft moeite om grip te houden op hun sociale mediagebruik (3%) of gamegedrag (5%). Met name leerlingen uit gezinnen met een lage welvaart (12%) hebben vaker gebrek aan controle op het eigen gamegedrag. 2

Gezondheid Lichamelijke gezondheid Een goede lichamelijke gezondheid helpt bij het functioneren op school en in het dagelijks leven. Lichamelijke klachten kunnen het functioneren belemmeren. dan negen uur geslapen. Slaapbehoefte verschilt van kind tot kind, maar algemeen geldt dat kinderen in groep zeven en acht ongeveer negen à tien uur slaap nodig hebben. Utrechtse jeugd voelt zich steeds gezonder Sinds 2007 is het percentage Utrechtse basisschoolleerlingen uit groep zeven en acht dat zichzelf (heel) gezond voelt, gestegen van 88% naar 92% in 2015. In dezelfde periode is het percentage leerlingen met veel lichamelijke klachten als hoofdpijn, buikpijn, slecht slapen en vermoeidheid gedaald van 13% naar 9%. Een enkele leerling vindt zijn gezondheid slecht of niet zo best en 8% noemt zijn gezondheid matig. Autochtone leerlingen voelen zich vaker gezond Autochtone leerlingen (94%) en leerlingen met een Surinaamse, Antilliaanse of Arubaanse achtergrond (94%) voelen zich over het algemeen gezonder dan leerlingen met een Turkse (87%) of Marokkaanse achtergrond (89%). Kinderen die opgroeien in een gezin met een hoge welvaart, voelen zich ook vaker gezond dan kinderen die opgroeien in minder welvarende gezinnen. Meisjes geven vaker aan dat zij veel lichamelijke klachten hebben dan jongens. Merendeel van de Utrechtse kinderen slaapt voldoende Aan de kinderen is gevraagd hoe laat ze zijn gaan slapen en hoe laat ze wakker werden op de avond en ochtend voor het onderzoek. Gemiddeld sliepen de kinderen ruim tien uur die nacht. 6% van de leerlingen uit groep zeven en acht heeft minder Figuur 2. Percentage leerlingen met een goede ervaren gezondheid. Tabel 2. Lichamelijke gezondheid naar sociaal-demografische kenmerken (%) goede ervaren gezondheid 92 92 91 89 88 93 * 94 89 * veel lichamelijke klachten a 9 7 11 * 11 9 9 9 9 voldoende nachtrust b 94 93 95 * 95 94 94 * 95 93 a in de laatste week b negen uur of meer in de laatste nacht 3

Sociaal-emotionele gezondheid Sociaal-emotionele problemen kunnen zich in verschillende vormen uiten. Emotionele problemen komen over het algemeen vaker voor bij meisjes, terwijl gedragsproblemen over het algemeen vaker voorkomen bij jongens. Gezond sociaalemotioneel functioneren maakt gelukkiger, leidt tot betere prestaties en verhoogt de kans op een gezonde leefstijl. 11% van de leerlingen heeft een verhoogd risico op sociaal-emotionele problemen De sociaal-emotionele gezondheid van 89% van de Utrechtse kinderen uit groep zeven en acht is goed te noemen. Ongeveer één op de negen leerlingen heeft een verhoogd risico op sociaal-emotionele problemen. Voor 4% van de leerlingen is het risico zorgelijk. Bij deze kinderen zijn vrijwel zeker sociaal-emotionele problemen aanwezig. Ten opzichte van eerdere jaren is het aantal kinderen met een goede sociaal-emotionele gezondheid gelijk gebleven. Figuur 3. Laag zelfbeeld en faalangst naar geslacht en etnische herkomst. Zelfbeeld van kinderen met een Marokkaanse achtergrond hoger Slechts 6% van de kinderen met een Marokkaanse achtergrond scoort ongunstig wat betreft het zelfbeeld. Onder autochtone kinderen is dit 14%. Gemiddeld heeft ongeveer één op de acht basisschoolleerlingen in Utrecht een lager zelfbeeld. Bij meisjes komt dit vaker voor dan bij jongens. In vergelijking met de vorige metingen is het zelfbeeld van kinderen in Utrecht verbeterd. leerlingen met symptomen die gerelateerd zijn aan faalangst licht toe, met name bij leerlingen met een niet-autochtone achtergrond. Meeste Utrechtse kinderen zijn voldoende assertief 3% van de kinderen scoort laag op assertiviteit, dit zijn iets vaker meisjes dan jongens. Meisjes hebben vaker te maken met faalangst 15% van de Utrechtse meisjes uit groep zeven en acht heeft symptomen die gerelateerd zijn aan faalangst. Onder jongens is dit 10%. Symptomen die gerelateerd zijn aan faalangst komen ook vaker voor bij jongens met een Turkse (21%) of Surinaamse of Antilliaanse achtergrond (18%). Sinds 2009 neemt het percentage 21% van de leerlingen vertoont grensoverschrijdend gedrag Eén op de vijf leerlingen heeft in het laatste jaar wel eens iets gestolen of opzettelijk vernield. Jongens hebben dit vaker gedaan dan meisjes. Leerlingen geven het vaakst aan dat zij iets op school of geld van thuis (beiden 8%) hebben gestolen. 1% van de leerlingen geeft aan regelmatig iets te stelen of te vernielen. Tabel 3. Sociaal-emotionele gezondheid naar sociaal-demografische kenmerken (%) verhoogd risico op sociaal-emotionele problemen a 11 12 11 12 14 10 12 11 ongunstige score op faalangst 13 10 15 * 13 15 12 11 16 * ongunstige score op zelfbeeld 12 9 16 * 16 14 12 14 9 * ongunstige score op assertiviteit 3 2 4 1 4 3 3 3 grensoverschrijdend gedrag (vandalisme en stelen) 21 26 16 * 21 20 24 22 19 a In de laatste zes maanden 4

Leefgewoonten Voeding Een gezond voedingspatroon is belangrijk voor een gezond gewicht en het voorkómen van ziekten. Overgewicht op jonge leeftijd vergroot de kans op overgewicht op volwassen leeftijd en kan leiden tot veel gezondheidsproblemen, zoals suikerziekte, hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen. Voldoende fruit eten beschermt tegen diverse vormen van kanker en hart- en vaatziekten. Steeds meer basisschoolleerlingen ontbijten Sinds 2008 is het percentage leerlingen uit groep zeven en acht dat regelmatig ontbijt toegenomen van 87% naar 95%. Leerlingen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse of Antilliaanse achtergrond ontbijten minder vaak. Onder leerlingen met een Turkse achtergrond stijgt het percentage dat regelmatig ontbijt de laatste jaren wel sterk. In 2009 gaf 64% van de leerlingen met een Turkse achtergrond aan regelmatig te ontbijten. In de huidige meting is dat 82%. Leerlingen met een autochtone achtergrond eten het minst vaak fruit Voor veel leerlingen met een autochtone achtergrond is het dagelijks eten van fruit niet gebruikelijk. Ongeveer de helft van de leerlingen met een autochtone achtergrond eet elke dag fruit. Het percentage leerlingen dat elke dag fruit eet neemt stedelijk toe. In 2008 at 41% van de leerlingen elke dag fruit. Nu is dat 54%. De stedelijke stijging in de consumptie van fruit komt met name door een sterke stijging bij leerlingen met een niet-autochtone achtergrond. Minder dan een kwart van de leerlingen (23%) eet dagelijks de aanbevolen hoeveelheid van tenminste twee stuks fruit. Figuur 4. Ontbijten en fruitconsumptie naar etnische herkomst. Jongens drinken meer zoete dranken dan meisjes Een op de acht leerlingen geeft aan dat hij of zij meer dan twee glazen zoete drank per dag drinkt, jongens vaker dan meisjes. Minder ongezonde tussendoortjes op school in Noordwest, Overvecht en Zuidwest Een derde van de leerlingen heeft op de dag van het onderzoek ongezonde tussendoortjes als koek, snoep of chips mee naar school genomen. Leerlingen uit de wijken Noordwest (20%), Overvecht (16%) en Zuidwest (18%) nemen minder vaak ongezonde tussendoortjes mee dan leerlingen uit andere wijken. Tabel 4. Voeding naar sociaal-demografische kenmerken (%) vijf of meer dagen per week ontbijten 95 96 95 91 93 97 * 97 92 * dagelijks tenminste één stuk fruit 54 49 58 * 61 53 53 49 60 * gemiddeld meer dan twee zoete dranken per dag 13 15 11 14 13 13 13 12 ongezonde tussendoortjes mee naar school a 34 35 34 23 31 37 * 41 25 * a op de dag van het onderzoek 5

Sport en beweging Lichamelijk actief zijn heeft een positief effect op de conditie, het welzijn en het lichaamsgewicht. Voor een goede gezondheid is het voor kinderen nodig om elke dag minimaal 60 minuten matig intensief te bewegen. Matig intensieve lichaamsbeweging zijn activiteiten waarvan je hartslag en ademhaling hoger wordt. Voorbeelden zijn stevig doorwandelen, iets harder doortrappen op de fiets of achter de hond aanrennen. Sporten vergroot ook het zelfvertrouwen van kinderen. 49% van de kinderen speelt minimaal een uur per dag buiten Bijna de helft van de basisschoolleerlingen uit groep zeven en acht speelt minimaal een uur per dag buiten. Jongens doen dat vaker dan meisjes. Vooral jongens met een Marokkaans achtergrond (66%) geven aan veel buiten te spelen. 84% van de Utrechtse basisschoolleerlingen beweegt voldoende Meer dan vier van de vijf leerlingen uit de groepen zeven en acht bewegen voldoende, jongens vaker dan meisjes. Autochtone leerlingen bewegen over het algemeen vaker voldoende dan leerlingen met een andere achtergrond. Kinderen met een Turkse achtergrond bewegen relatief vaak te weinig (69%). Kinderen met een Turkse achtergrond en meisjes met een Marokkaanse achtergrond zijn vaak geen lid van sportvereniging 91% van de autochtone leerlingen is lid van een sportvereniging. Het lidmaatschap van een sportvereniging is niet zo vanzelfsprekend voor jongens en meisjes met een Turkse achtergrond en meisjes met een Marokkaanse achtergrond. Jongens doen het meest aan voetbal (53%) en vechtsporten (12%), meisjes aan dansen (20%) en hockey (17%). Voldoende bewegen komt vaker voor in gezinnen met hoge welvaart Leerlingen die opgroeien in een gezin met een hoge welvaart bewegen vaker voldoende dan leerlingen uit een gezin met een lage of middelhoge welvaart. Zij zijn ook vaker lid van een sportvereniging. Figuur 5. Lidmaatschap van een sportvereniging naar geslacht. Tabel 5. Sport en beweging naar sociaal-demografische kenmerken (%) gemiddeld minimaal één uur per dag lichamelijk actief 84 88 79 * 79 76 88 * 87 78 * lid van een sportvereniging of sportclub 83 87 78 * 61 72 89 * 91 71 * minimaal één uur per dag buiten spelen 49 54 43 * 55 48 49 47 51 6

Alcohol en roken Het gebruik van alcohol en tabak vormen risico s voor de gezondheid. Het drinken van alcohol is schadelijk voor jeugdigen, omdat de hersenen en andere organen nog in ontwikkeling zijn en daardoor extra kwetsbaar zijn. Roken is één van de belangrijkste oorzaken van ziekte en sterfte in Nederland. Hoe jonger iemand start met roken, hoe groter de kans is op een rookverslaving. Aantal kinderen dat alcohol heeft gedronken blijft gelijk Het percentage leerlingen dat wel eens alcohol heeft gedronken, is vergelijkbaar met de vorige meting. De daling van het alcoholgebruik in de eerdere jaren zet daarmee niet door. In de periode van 2008 tot en met 2013 daalde het percentage leerlingen dat al eens alcohol gedronken had van 40% naar 19%. In de huidige meting is dit 20%. Meeste ouders stellen regels aan kinderen 88% van de Utrechtse basisschoolleerlingen geeft aan dat zij van hun ouders geen alcohol mogen drinken. Voor 12% van de leerlingen geldt thuis geen duidelijk verbod op het gebruik van alcohol. Ouders hebben een belangrijke rol in de preventie van alcoholgebruik bij kinderen en jongeren. Door duidelijke regels te stellen over het (niet) gebruiken van alcohol kunnen ouders het gebruik van alcohol beperken. Vaker ervaring met drinken van alcohol bij kinderen met een hoge gezinswelvaart Leerlingen uit gezinnen met een hoge welvaart hebben vaker wel eens alcohol gedronken dan kinderen met een lage gezinswelvaart. Ook hebben jongens al vaker ervaring met het drinken van alcohol dan meisjes. Een kwart van de jongens heeft wel eens alcohol gedronken, bij de meisjes is dit 14%. Leerlingen met een autochtone achtergrond geven vaker aan wel eens alcohol te drinken dan leerlingen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond. Recent alcoholgebruik is laag 2% van de leerlingen heeft in de laatste vier weken voor het onderzoek alcohol gedronken. Ook dit komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Figuur 6. De meeste ouders willen niet dat hun kind alcohol drinkt. Een klein deel van de kinderen heeft al eens gerookt 2% van de leerlingen heeft al eens gerookt. Dit geldt vaker voor jongens dan voor meisjes. Een enkele leerling geeft aan nog steeds wel eens te roken. Tabel 6. Alcohol en roken naar sociaal-demografische kenmerken (%) wel eens alcohol gedronken 20 25 14 * 10 16 23 * 27 11 * thuis geen duidelijk verbod op het gebruik van alcohol 12 13 11 7 10 13 * 14 8 * wel eens gerookt 2 3 1 * <1 2 3 2 2 7

Digitale media Het gebruik van internet en sociale media is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven van kinderen. Ook spelen veel kinderen (online) games. Sommige kinderen hebben moeite om controle te houden op het gebruik van sociale media of de tijd die zij aan gamen besteden. Bij deze kinderen is sprake van dwangmatig (compulsief) gedrag. Een kwart van de leerlingen kijkt dagelijks in de vrije tijd meer dan twee uur naar een beeldscherm Van de leerlingen kijkt 25% dagelijks twee uur of meer naar een beeldscherm in de vrije tijd. Jongens en leerlingen uit gezinnen met een lage welvaart besteden vaker hun vrije tijd achter een beeldscherm. Dit geldt ook voor kinderen met een Marokkaanse (31%) of Surinaamse of Antilliaanse achtergrond (39%). Meer controle op eigen gamegedrag bij leerlingen uit gezinnen met een hoge welvaart Leerlingen uit gezinnen met een hoge welvaart hebben vaker controle over hun eigen gamegedrag. Jongens (97%) gamen vaker wel eens dan meisjes (84%). Bij jongens is ook vaker een vermoeden van een gebrekkige controle op het eigen gamegedrag. Een vermoeden van gebrek aan controle op het eigen gebruik van sociale media komt bij 3% van de leerlingen voor. Ook dit komt minder voor bij leerlingen uit gezinnen met een hoge welvaart. Figuur 7. Dagelijks twee uur of langer achter een beeldscherm in de vrije tijd. Tabel 7. Digitale media naar sociaal-demografische kenmerken (%) kijkt meer dan twee uur per dag naar een beeldscherm 25 30 21 * 45 28 24 * 21 31 * gebrek aan controle op eigen gebruik van sociale media 3 3 4 7 4 2 * 2 5 * gebrek aan controle op eigen gamegedrag 5 8 2 * 12 6 4 * 4 6 8

Leefomgeving School Voor de leerprestaties en de sociaal-emotionele gezondheid van kinderen is het belangrijk dat zij op school goed in hun vel zitten, zich kunnen concentreren en een goede relatie hebben met de leerkracht. Pesten vergroot de kans op sociaalemotionele problemen en heeft invloed op de motivatie om naar school te gaan. Ook de sfeer in de klas lijdt onder pestgedrag. Bijna een derde heeft problemen die het functioneren op school kunnen beïnvloeden Drie op de tien leerlingen hebben één of meer problemen die van invloed kunnen zijn op hoe zij functioneren op school. Iets meer dan een kwart van de leerlingen heeft het op school niet naar hun zin, vindt de lessen niet leuk of verveelt zich. Voor één op de vijf leerlingen geldt dat de relatie met de leerkracht beter kan. Zij geven bijvoorbeeld aan dat zij niet goed kunnen opschieten met hun leerkracht of dat deze hen niet goed begrijpt. Bijna een kwart van de leerlingen heeft moeite om hun aandacht bij individueel of klassikaal werk te houden. Jongens hebben het minder naar hun zin op school 34% van de jongens heeft één of meer problemen die van invloed kunnen zijn op het functioneren op school, bij meisjes is dit 26%. Jongens zitten vaker niet zo lekker in hun vel op school en geven vaker aan dat de relatie met de leerkracht niet zo goed is. Ook kinderen uit gezinnen met een lagere welvaart hebben vaker problemen die van invloed kunnen zijn op hoe zij functioneren op school. Zij zijn vaker niet zo tevreden over de relatie met de leerkracht. Dit geldt ook voor meisjes met een Marokkaanse achtergrond (22%). Figuur 8. Problemen die van invloed kunnen zijn op het functioneren op school. 14% van de leerlingen wordt wel eens gepest Eén op de zeven leerlingen uit groep zeven en acht wordt wel eens op school gepest. Voor één op de 25 kinderen geldt dat zij minimaal één keer per week worden gepest. Leerlingen met een Turkse achtergrond en leerlingen uit gezinnen met een lage of gemiddelde welvaart geven vaker aan dat zij wel eens worden gepest. 37% van de leerlingen geeft aan dat er wel eens in de klas wordt gepest. Volgens 6% gebeurt dat (heel) vaak. 7% van de leerlingen zegt zelf dat zij wel eens iemand pesten. Een kwart van de meisjes voelt zich onderweg van of naar school wel eens onveilig Meisjes (24%) voelen zich vaker dan jongens (16%) wel eens onveilig als zij onderweg zijn van of naar school. In of direct rond school voelt 24% van de leerlingen uit de groepen zeven en acht van het basisonderwijs zich wel eens onveilig. Tabel 8. School naar sociaal-demografische kenmerken (%) één of meer problemen die functioneren op school beïnvloeden 30 34 26 * 43 33 28 * 28 33 * welbevinden op school 26 30 22 * 28 27 25 28 23 * relatie met de leerkracht 18 20 15 * 31 20 15 * 15 22 * concentratie 23 24 21 25 24 22 26 18 * is op school gepest (in de laatste drie maanden) 14 13 16 25 18 12 * 12 17 * voelt zich veilig op school 76 79 73 * 72 75 78 76 78 9

Thuis In een veilige en gezonde thuissituatie kunnen kinderen zich optimaal ontwikkelen en ontplooien. Kinderen met een steunende omgeving, zoals familie, kunnen tegenslagen makkelijker verwerken en presteren beter op school. taken. Zij geven met name vaker aan dat zij thuis grote huishoudelijke taken hebben, zoals schoonmaken, het doen van boodschappen en koken (19%). De meeste basisschoolkinderen zijn positief over de relatie met hun ouders Van de leerlingen uit groep zeven en acht vindt 92% de relatie met hun ouders (heel) goed. Leerlingen die opgroeien in een gezin met een lage welvaart zijn minder vaak positief over de relatie met hun ouders. Eén op de zes kinderen ervaart problemen thuis 16% van de leerlingen ervaart één of meer problemen thuis. Zij geven bijvoorbeeld aan dat er thuis veel ruzie is, dat zij wel eens denken over weglopen of dat zij het thuis vaak ongezellig vinden. 5% van de leerlingen voelt zich niet altijd veilig thuis. Kinderen met een chronisch ziek gezinslid moeten thuis meer doen Leerlingen van wie een ouder, broertje of zusje chronisch ziek is, geven vaker aan dat zij thuis moeten meehelpen dan leerlingen bij wie dit niet het geval is. Bijna alle leerlingen hebben thuis kleine taken als tafel dekken of de eigen kamer opruimen. Iets meer dan een derde van de leerlingen (36%) heeft ook grotere taken, zoals schoonmaken en boodschappen doen (13%), zorgen voor broertjes of zusjes (10%) of ouders helpen bij het maken van afspraken (9%) of doktersbezoek (11%). Bijna de helft van de leerlingen met een chronisch ziek gezinslid (46%) heeft thuis grotere Figuur 9. Grote taken van kinderen thuis (naast kleine huishoudelijke taken) uitgesplitst naar chronisch ziek gezinslid. Tabel 9. Thuissituatie naar sociaal-demografische kenmerken (%) positief over de relatie met ouders 92 93 92 84 91 94 * 93 91 ervaart één of meer problemen thuis 16 17 15 22 19 15 17 15 voelt zich thuis altijd veilig 95 95 95 93 96 95 95 96 één of meer grote taken thuis 36 39 35 50 42 34 * 30 47 * chronisch zieke ouder, broertje of zusje 9 8 10 12 10 8 8 10 10

Buurt Utrecht wil een gezonde stad zijn, waarin de openbare ruimte kansen biedt voor bewegen, spelen en ontmoeten. Een aantrekkelijke en veilige leefomgeving nodigt kinderen uit tot bewegen, spelen en sporten. 77% van de leerlingen is positief over de eigen buurt Ruim driekwart van de leerlingen uit groep zeven en acht vindt de buurt waarin ze wonen leuk. 18% van de leerlingen vindt de buurt gewoon en 6% is negatief over hun eigen buurt. Kinderen met een hoge gezinswelvaart en kinderen uit de wijken West, Noordoost en Oost geven vaker aan dat zij de eigen buurt leuk vinden. Kinderen uit Noordwest, Zuidwest en Binnenstad zijn minder positief over de buurt. Tevredenheid over het aantal speelplekken stijgt Het percentage basisschoolleerlingen dat vindt dat er voldoende plekken in de eigen buurt zijn om buiten te spelen neemt toe. In 2009 vond 88% dat er voldoende speelplekken waren. In de huidige meting is dat 93%. Leerlingen die wonen in de wijk Binnenstad vinden minder vaak dat er voldoende speelplekken in hun buurt zijn (83%). Kinderen uit Noordwest, Overvecht en Zuidwest voelen zich vaker onveilig op speelplekken Ongeveer een kwart van de basisschoolleerlingen uit de wijken Noordwest (23%), Overvecht (27%) en Zuidwest (22%) voelt zich wel eens onveilig op de speelplekken in de buurt. Gemiddeld in Utrecht is dit 16%. Figuur 10. Percentage leerlingen dat de eigen buurt (heel) leuk vindt naar wijk. Tabel 10. Buurt naar sociaal-demografische kenmerken (%) vindt de eigen buurt leuk 77 76 77 69 70 81 * 78 75 vindt dat er voldoende speelplekken zijn in de eigen buurt 93 93 94 96 91 94 94 92 voelt zich wel eens onveilig op speelplekken in de buurt 16 18 17 22 21 13 * 13 19 * 11

Sociale omgeving De gemeente Utrecht wil dat kinderen kunnen opgroeien in een omgeving waarin sprake is van sociale verbondenheid. Dit is een omgeving waarin zij zich welkom, gerespecteerd en niet gediscrimineerd voelen en waaraan zij zelf bijdragen door constructief om te gaan met meningsverschillen en conflicten. De sociale omgeving bevindt zich ook in de digitale wereld. Jongens met een Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond voelen zich het meest gediscrimineerd Meer dan een kwart van de leerlingen met een niet-autochtone achtergrond voelt zich wel eens gediscrimineerd. Vooral jongens met een Marokkaanse (58%), Surinaamse of Antilliaanse achtergrond (35%) geven dit vaak aan. de leerlingen die wel eens ruzie heeft, geeft aan dan (ook) wel te schelden of te vechten. 36% van de leerlingen heeft een negatieve internetervaring gehad Ruim een derde van de leerlingen heeft in het afgelopen jaar een negatieve ervaring op internet of sociale media gehad. De meeste leerlingen voelen zich lastiggevallen of grof behandeld. Een klein deel van de leerlingen geeft aan dat zij zijn gepest (6%). Drie kwart van de leerlingen heeft iemand om over problemen te praten 74% kan vaak of altijd bij iemand terecht om te praten als er problemen zijn of als iets dwars zit. Dit geldt vaker voor kinderen uit gezinnen met een hoge welvaart. Met name jongens uit gezinnen met een lage welvaart hebben niet altijd iemand om mee te praten. De meeste kinderen praten ruzie uit Bijna de helft van de leerlingen uit groep zeven en acht heeft wel eens ruzie op straat, op school of op de vereniging. 4% heeft (heel) vaak ruzie. Leerlingen met een Marokkaanse (54%) of Turkse achtergrond (58%) hebben vaker wel eens ruzie. Leerlingen die wel eens ruzie hebben, kiezen er het meest voor om de ruzie uit te praten (65%) of om niets te doen of weg te lopen van de ruzie (40%). Een kwart van Figuur 11. Negatieve ervaringen op internet of sociale media in het afgelopen jaar. Tabel 11. Overige sociale factoren naar sociaal-demografische kenmerken (%) voelt zich wel eens gediscrimineerd 15 17 12 * 27 20 11 * 6 27 * heeft iemand om over problemen te praten 74 73 76 62 70 77 * 77 70 * heeft wel eens ruzie op straat, op school of op de vereniging 47 51 43 * 56 49 46 44 51 * negatieve ervaring op internet of sociale media a 36 37 34 36 36 35 34 38 is wel eens gepest op internet of sociale media a 6 6 6 6 8 5 5 8 * a in het afgelopen jaar 12

Gezonde wijk Ten opzichte van eerdere metingen van de Jeugdmonitor Utrecht zijn minder verschillen tussen de Utrechtse wijken zichtbaar. In elke wijk zijn er thema s waarop wijken meer of minder gunstig scoren dan andere wijken. Een overzicht van hoe wijken scoren op de verschillende thema s is te zien via het wijkendashboard op www.volksgezondheidsmonitor.nl Kinderen uit de wijken Overvecht en Zuidwest eten vaker fruit Leerlingen uit groep zeven en acht die wonen in de wijken Overvecht of Zuidwest eten vaker fruit dan leerlingen in andere wijken. Zij bewegen echter minder en zijn minder vaak lid van een sportvereniging. In Noordwest meer risicofactoren voor overgewicht Leerlingen die wonen in de wijk Noordwest scoren vaker ongunstig op risicofactoren voor overgewicht. Zij zijn minder vaak lid van een sportvereniging en zitten vaker veel achter een beeldscherm. Ook drinken leerlingen uit Noordwest vaker te veel zoete dranken en ontbijten zij vaker onregelmatig. Alcohol blijft in enkele wijken een aandachtspunt In de wijken Noordoost, Oost en Binnenstad geven leerlingen vaker aan al eens alcohol te hebben gedronken. Voor leerlingen uit de wijken Noordwest en Vleuten- De Meern geldt thuis minder vaak een duidelijk verbod op het gebruik van alcohol. Sociale omgeving volgens leerlingen minder gunstig in de wijk Zuid Leerlingen die wonen in de wijk Zuid scoren minder gunstig op een aantal factoren die te maken hebben met hun sociale omgeving. Zij geven vaker aan dat zij weleens gediscrimineerd worden, voelen zich vaker onveilig onderweg tussen huis en school en hebben vaker wel eens ruzie in de buurt, op school of op de vereniging. Figuur 12. Lidmaatschap van sportvereniging naar wijk. Figuur 13. Thuis geen duidelijke verbod op alcoholgebruik naar wijk. 13

COLOFON Uitgave Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Datum Mei 2016 Informatie E-mail: epidemiologie@utrecht.nl Website www.volksgezondheidsmonitor.nl Fotografie Jeugdgezondheidszorg Utrecht Iconen Freepik via www.flaticon.com, copyrights Creative Commons BY 3.0; Kris Kras Context Content en Design, Utrecht Bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding. 14