Fokwaardeschatting voor vleeslamkwaliteit Ledenvergadering Swifter Schapenstamboek, 2010 Jan ten Napel, Wageningen UR Livestock Research Introductie Ambitie Betere en meer uniforme vleeslamkwaliteit door middel van fokkerij Doel van deze presentatie Achtergrondinformatie geven over het project Specifieke vragen beantwoorden 1
Verbeteren van vleeslamkwaliteit I. Achtergrond en doelstelling project II. Het scannen van de lammeren in 2009 en 2010 III. De fokwaarden en de vleeslamindex IV. Werken met de vleeslamindex in de praktijk V. Selecteren met de MyoMax merker? I. Achtergrond en doelstelling 2
Teveel variatie Vleeslammeren variëren teveel in gewicht en karkaskwaliteit. Dit kost de vleeslamsector ieder jaar veel geld. De handel en de slachterijen hebben extra kosten als de variatie groot is. De afzetmogelijkheden van afwijkende karkassen zijn beperkt. De opbrengst voor de vleeslamproducent is daarom laag. Het verminderen van deze ongewenste variatie kan alleen als de schakels in de keten samenwerken. Goede lammeren begint bij goede ouderdieren Zonder goede ouderdieren is het heel moeilijk om goede vleeslammeren af te leveren Wat een ouder doorgeeft aan zijn nakomelingen zie je niet allemaal aan de buitenkant De vraag voor de vleeslamproducent is dus hoe je de goede ouderdieren kunt onderscheiden De vraag voor de fokker is hoe je de kwaliteit van je rammen en ooien kunt laten zien aan klanten 3
Certificaat Vleeslamvaderdier NSFO en ISG hebben daarom de handen ineen geslagen om een certificaat te ontwikkelen dat de waarde van een ram voor de vleeslamproductie weergeeft De waarde wordt afgeleid uit de fokwaarden van de ram voor groei, bespiering en vetbedekking Deze waarde heet de Vleeslamindex De fokwaarden zijn gebaseerd op metingen aan de ram zelf en aan verwanten van de ram Fokwaarden zijn ook prima bruikbaar voor ooien II. Het scannen van de lammeren in 2009 en 2010 4
Eerlijke prestatietoets Eerlijke metingen zijn de basis voor bruikbare fokwaarden. De lammeren in een groep moeten ongeveer even oud zijn bij het meten Ze zijn op een vergelijkbare manier opgefokt Niet alleen de beste lammeren worden gemeten: de gemeten lammeren zijn representatief voor de geboren lammeren Betrouwbare meetmethode Metingen per ooi of ramlam Gewicht en leeftijd bij wegen Ultra sound scan van bespiering en vetbedekking Als een lam twee keer gemeten wordt, moet dit beide keren hetzelfde resultaat geven. ISG combineert betrouwbare scanapparatuur met ruime ervaring en levert daarmee betrouwbare meetgegevens. NSFO inspecteurs getraind door ISG 5
Het scannen van de Swifter lammeren 2009 942 Swifters gemeten 61 bedrijven 63% rammen 2010 729 Swifters gemeten 57 bedrijven 66% rammen Aantal lammeren getest per bedrijf Aantal getest per bedrijf 7 6 Aantal bedrijven 5 4 3 2 2009 2010 1 0 1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 32 34 36 39 47 62 Aantal getest 6
De invloed van toetsgewicht Toetsgewicht Het streefgewicht is 40 kg Toetsgewicht varieerde van 20 tot 60 kg 97% tussen 25 en 55 kg Spierdikte en vetdikte Voor elke kg tussen de 25 en 55 kg: 0,22 mm spier extra (1 mm extra per 4,5 kg) 0,07 mm vet extra (1 mm extra per 14,4 kg) Verdeling van toetsgewicht in 2009 en 2010 Verdeling toetsgewicht 70 60 Aantal lammeren 50 40 30 20 2009 2010 10 0 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 Toetsgewicht, kg 7
Resultaten van toets in 2009 en 2010 Sexe N Gewicht, kg Groei, g/d Spier, mm Vet, mm R 09 595 43,3 320 23,3 2,10 R 10 483 44,0 350 24,1 2,59 O 09 347 37,3 280 22,6 2,17 O 10 246 36,8 300 22,7 2,56 Scannen van de lammeren Identificatie Echte vader en moeder moeten met zekerheid bekend zijn Goede dekregistratie Lam nummeren direct na geboorte Nummer gemeten dier moet juist zijn Goed leesbare nummers Scanlijsten van het stamboek Met BLUP heeft een foute identificatie invloed op de fokwaarde van veel dieren! 8
Scannen van de lammeren Selectieve metingen voorkomen Liefst alle lammeren meten vóór afleveren Indien niet haalbaar, dan aselecte keuze van te meten dieren Bijvoorbeeld alleen de rammen of alleen de ooien Elk tweede, derde of vierde lam meten of juist doorlaten Géén voorselectie op grootte, bespiering of vetbedekking We leggen vast welke geboren lammeren niet gemeten zijn Om de genetisch goede dieren te ontdekken moet je ook slechtere dieren meten! Scannen van de lammeren Metingen Per ras is er een leeftijdstraject vastgesteld waarbinnen de lammeren bij voorkeur gescand moeten worden Maart april: Suffolk en Hampshire Down Mei juni: Swifter Juli augustus: Texelaar, Dassenkop, Noordhollander, Blauwe Texelaar Extra vast te leggen op het bedrijf bij het scannen Aantal lammeren dat zoogt bij zoogmoeder Persoon die scant Het heeft voor de fokwaardeschatting geen zin om volwassen dieren te meten! 9
Moet je scannen verplicht stellen? Uitgangspunt: verzamel alleen zinvolle informatie Voldoende informatie: meestal geen probleem Goede informatie: goede indruk van het bedrijfsgemiddelde Aanbevelingen Meet vijf of meer willekeurige rammen per geselecteerde ram Meet gelijke aantallen per ingezette ram Meet lammeren van van alle ingezette rammen III. De fokwaarden en de vleeslamindex 10
Efficiënt beheer en snelle doorgifte van gegevens De fokwaardeschatting is gebaseerd op grote hoeveelheden gegevens die op fouten zijn gecontroleerd. Huidige fokooien en dekrammen Ooit gemeten lammeren tot wel 15 jaar terug NSFO is gespecialiseerd in stamboekadministratie Diverse stamboeken maken er gebruik van NSFO On Line Ontworpen om de fokwaardeschatting routinematig uit te voeren Mogelijkheid om de Vleeslamindex snel na het meten te berekenen Ook geschikt om fokwaardeschatting uit te voeren voor externe stamboeken Van meting naar fokwaarde Metingen Zijn beïnvloed door Niet erfelijke factoren, zoals management, voeding, gezondheid Erfelijke aanleg Kun je niet goed met andere bedrijven vergelijken Fokwaarde Is de meting die gecorrigeerd is voor alles wat niet erfelijk is Kun je daarom goed over bedrijven heen vergelijken Een ram op bedrijf A met fokwaarde 105 is beter dan een ram op bedrijf B met fokwaarde 100 Ongeacht intensieve of extensieve houderij Ongeacht de krachtvoergift Je kunt wel voeren voor een hoge meting, maar niet voor een hoge fokwaarde! 11
Van meting naar fokwaarde 300 groei in g/d Groei in g/d 250 200 150 20 10 0-10 -20 Bedrijf 1 Bedrijf 2 Bedrijf 1 Bedrijf 2 Ram 1 Ram 2 Ram 3 Ram 1 Ram 2 Ram 3 Bovenste plaatje Gemiddelde groei van nakomelingen per ram per bedrijf Ram 3 lijkt beter dan ram 1 Onderste plaatje Fokwaarde groei per ram Door verwantschap van nakomelingen van ram 2 op Bedrijf 1 en 2 wordt duidelijk dat Bedrijf 2 harder voert Ram 1 is in dezelfde omstandigheden beter dan ram 3 Gereedschap voor de fokker Gemeten ram en ooilammeren en hun directe verwanten krijgen voor elk kenmerk Een fokwaarde Een betrouwbaarheid De Vleeslamindex wordt vervolgens berekend uit de fokwaarden voor Groei Bespiering Vetbedekking 12
Het schatten van fokwaarden Hoe erfelijk zijn de kenmerken? Spierdikte: 37% van verschillen is erfelijk Groei per dag: 49% Vetdikte: 35% Veel ruimte voor verbetering erfelijke aanleg! Fokwaarde en betrouwbaarheid Fokwaarde Afwijking ten opzichte van gemiddelde van ras Bijv. FW spier = +1,2; dan is spierdikte van nakomelingen gemiddeld 0,6 mm beter dan het rasgemiddelde Betrouwbaarheid Maat voor de hoeveelheid informatie voor de fokwaarde Geeft aan hoeveel een fokwaarde nog kan veranderen Onder de 30% betrouwbaarheid heeft een fokwaarde beperkt betekenis 13
Vergelijken van fokwaarden over bedrijven heen Fokwaarden kun je alleen eerlijk vergelijken over bedrijven heen als er verwantschap is tussen bedrijven Tussen rassen zijn er geen verwantschappen Gemiddelde fokwaarde per kenmerk per ras op nul gezet (elk ras een eigen genetische basis) Verwantschappen tussen bedrijven binnen rassen Connectedness Genetische connectedness A B D E Ras 1 Ras 2 H C F G Bedrijven met ras 1 hebben geen verwantschap met die met ras 2 Bedrijf H heeft geen verwantschap met andere bedrijven met ras 1 14
Conclusie verwantschappen tussen bedrijven Voor de Swifter zijn er voldoende verwantschappen om fokwaarden te kunnen vergelijken over bedrijven heen Ruimte voor verbetering Verwantschap met andere bedrijven verbeteren Aankoop van fokdieren van deelnemende bedrijven Verkoop van fokdieren aan deelnemende bedrijven Rammenruil KI (in theorie zeer effectief) Meerdere rammen per jaar inzetten verbetert de fokwaardeschatting 15
Fokwaarden en vleeslamindex Een index combineert de fokwaarden van verschillende kenmerken voor een dier Eén getal per dier waarop alle dieren kunnen worden gerangschikt Voorbeeld Index = a x FW groei + b x FW spier c x FW vet De wegingsfactoren a, b en c zijn voor alle dieren gelijk Afleiding van wegingsfactoren Doel: weeg de fokwaarden zodanig dat een vleeslamproducent een maximale vooruitgang in financieel resultaat per ooi heeft. Methode: bereken voor elk kenmerk wat de extra marge per ooi is, als je het kenmerk één eenheid verbetert Uitgerekend met een bedrijfseconomisch model van vleeslamproductie. Hiervoor heb je nodig Standaard kosten en opbrengsten. Gehaald uit Kwantitatieve Informatie voor de Veehouderij Relatie vetdikte, spierdikte en karkassamenstelling. Gehaald uit wetenschappelijke literatuur Praktijksituatie zo goed mogelijk nabootsen Verbetering van de drie kenmerken leidt tot kostenbesparing Verbetering van soort karkas wordt alleen incidenteel gewaardeerd met een betere uitbetaling. Daarom is de opbrengst per kg karkasgewicht voor dit moment constant gehouden 16
Wegingsfactoren Kenmerk Marginale econ. waarde Wegingsfactor Spier in mm 2,01 per mm 3,70 Groei in g/d 0,12 per g/d 0,22 Vet in mm 3.44 per mm 6,34 Vleeslamindex Vleeslamindex = 100 + 3,70 x FW spier + 0,22 x FW groei 6,34 x FW vet Voorbeelden Ram 1: 100 + 3,70 x ( 0,03) + 0,22 x (+70) 6,34 x (+0,01)=115 Ram 2: 100 + 3,70 x (+1,5) + 0,22 x (+5) 6,34 x ( 0,5)=110 Ram 3: 100 + 3,70 x ( 0,7) + 0,22 x ( 10) 6,34 x (+0,4)=93 17
Vleeslamindex Een hoge index is gunstig Een index boven de 100 punten is bovengemiddeld Verdeling van indexen is ruwweg 50% lager dan 100 20% tussen 100 en 103 (Klasse 3 dekram) 15 % tussen 103 en 106 (Klasse 2 dekram) 13% tussen 106 en 112 (Klasse 1 dekram) 2% hoger dan 112 (Topklasse dekram) Gebruik Vleeslamindex Keuze van fokdieren voor het nieuwe seizoen Betere prijs voor goede fokrammen Klant bereid om een premie te betalen: ram met certificaat (meer dan 100 punten) Klant niet bereid om premie te betalen: ram zonder certificaat (minder dan 100 punten) Gebruik van alleen dekrammen met certificaat Kan gaan fungeren als kwaliteitskenmerk richting de handel en de slachterij Maakt afleveren van uniforme koppels eenvoudiger 18
Vooruitgang bij selectie op Vleeslamindex Kenmerk Per 10 jaar Relatief In per ooi per jaar Spier 3 mm 39% 0,78 Groei 90 g/d 54% 1,06 Vet 0,4 mm 7% 0,14 Totaal 1,97 IV. Werken met de vleeslamindex in de praktijk 19
1. Selectie van jonge fokdieren Selecteer altijd lammeren van meerdere vaders Selecteer correcte lammeren met een goede index Een dier is méér dan alleen een index Niet nodig om naar onderliggende fokwaarden in de index te kijken Wél naar andere fokwaarden, zoals worpgrootte Niet: eerst selecteren en dan meten Maar: eerst meten en dan selecteren op de index! 2. Verkoop van lammeren voor de fokkerij Verkoop fokdieren met vleeslamindex Maakt afnemers bewust van de mogelijkheden Vraag een premie voor vleeslamindex boven de 100 (50% van de dieren) Eventueel extra premie voor vleeslamindex boven de 110 (ongeveer 10% van de dieren) 20
3. Vervanging van de fokdieren Versneld vervangen van de 10% slechtste fokdieren op basis van de vleeslamindex Aankoop van fokdieren zoveel mogelijk met vleeslamindex V. Selecteren met de MyoMax merker? 21
Huidige stand van zaken MyoMax DNA test is in 2006 door Catapult uit Nieuw Zeeland op de markt gebracht en is gepatenteerd Drie genotypes : geen kopieën M : MyoMax, één kopie MM: MyoMax Gold, twee kopieën Claims Claim is 5% meer bespiering en 7% minder vet per kopie van de merker Engels onderzoek ondersteunt de claims +0,26 en +1,09 kg karkasgewicht voor M en MM +20% en +40% in de gunstige vetklasse +10% en +25% in de gunstige bespieringsklasse 22
Ongewenste bij effecten? Niet gevonden voor Vleeskwaliteit van M en MM lammeren Geboorteproblemen van M lammeren Geboortegewicht van M lammeren Overleving van M lammeren Worpgrootte en melkproductie hebben in principe een ongunstig erfelijk verband met bespiering Belangrijk voor Swifter om invloed van merker op deze kenmerken inzichtelijk te maken Bedankt voor uw aandacht! Wageningen UR 23