Inteelt en genetische diversiteit van de Cavalier King Charles Spaniel op basis van afstammingsgegevens

Transcriptie

1 Inteelt en genetische diversiteit van de Cavalier King Charles Spaniel op basis van afstammingsgegevens // dr. Steven Janssens, lic. Katrien Wijnrocx en prof. Nadine Buys Livestock Genetics, KULeuven Data Een pedigreebestand van records werd bekomen binnen het project Cavaliers for Life ( febr. ). Deze data hebben betrekking op Belgische en Nederlandse honden. Het bestand omvat gehercodeerde nummers voor dier, vader en moeder, code voor geslacht en geboortedatum. Voor records is de geboortedatum niet gekend. Er zijn reuen (%) en teven (%) aanwezig in de data. Twee subsets van dieren werden aangemaakt als volgt: Dieren geboren na ( ). Deze subset weerspiegelt de recente populatie van dieren en bestaat uit individuen. Een set met dieren geboren sinds. Deze wordt beschouwd als de referentiepopulatie. Dit bestand omvat records. Als hieraan de gekende voorouders worden toegevoegd bekomt men een bestand van dieren. De evolutie van het aantal registraties wordt in onderstaande figuur getoond. Deze aantallen geven het aantal dieren dat momenteel geregistreerd is in de computerdatabank. Vanaf zijn er ongeveer dieren per jaar opgenomen.

2 Entries in CKCS-database dd. with nonmissing birthdate FREQUENCY byear MIDPOINT SEX Figuur : Het aantal dieren in de databank ( februari ) In onderstaande tabel en in de figuren wordt de verdeling gegeven van het aantal nakomelingen per reu en per teef. % van alle reuen en teven komen maar tot keer voor als ouderdier in de dataset maar er zijn belangrijke variaties. Sommige reuen en teven werden frequent ingezet als fokdier (met een maximum van nakomelingen in de databank voor dezelfde reu en nakomelingen voor dezelfde teef). Tabel : Het voorkomen als vader of als moeder bij de CKCS en de schatting van de effectieve populatiegrootte Ne (bron project Cavaliers for Life, ) Dataset Het voorkomen als ouderdier Ne Gemiddeld Mediaan Maximum Variantie Volledig bestand reu.. teef.. Laatste jaar reu.. teef..

3 vaders Occurences as a sire - complete dataset Nakomelingen/vader Figuur : Het voorkomen als vader in de volledige dataset ( februari )

4 Occurences as a dam - complete dataset moeders Nakomelingen/moeder Figuur : Het voorkomen als moeder in de volledige dataset ( februari ) De inteeltgraad en de genetische diversiteit werd berekend voor de dieren geboren vanaf tot en met. Voor deze groep van dieren werd de volledigheid van de afstamming bepaald. Het aantal volledig gekende generaties (CGE) stijgt van, () tot bijna ( en ). Voor dieren geboren in zijn er gemiddeld ongeveer voorouders gekend. Tabel : Complete generatie equivalenten (CGE) en inteelt bij de Cavalier King Charles Spaniel (bron project Cavaliers for Life, ) Ras CGE N totaal N ingeteeld Gemiddelde Inteelt Coëfficiënt* CKCS,.% (* gemiddelde inteeltcoëfficient van de ingeteelde dieren)

5 Het aantal stichter dieren is ongeveer en het aantal effectieve stichterdieren wordt geschat op wat behoorlijk hoog is. Deze aantallen geven aan dat er niet zo veel genetische concentratie heeft plaatsgevonden. Ook de maximale bijdrage van stichter is met..% zeer laag te noemen. Deze resultaten corresponderen met de vrij gunstig effectieve populatiegrootte (berekend uit de variantie van de familiegrootte) van tot. Tabel : Genetische diversiteit bij de Cavalier King Charles Spaniel (bron project Cavaliers for Life, ) Ras stichters effectieve stichters stichters dat % genetische diversiteit verklaart Hoogste aandeel van stichter in de genetische diversiteit CKCS Teef.% Reu.% * effectieve populatie grootte werd berekend uit de variantie van familiegrootte voor dieren geboren Het is mogelijk dat de genetische diversiteit overschat wordt door de manier waarop de database is opgebouwd. Pedigree s werden ingebracht vertrekkend van de actieve dieren waardoor waarschijnlijk niet alle genetische verwantschappen tussen voorouderdieren aanwezig zijn in de databank. Conclusies De genetische diversiteit van de Cavalier King Charles Spaniel wordt geschat op tot wanneer we kijken naar de variantie in familiegrootte. Andere parameters zoals het aantal effectieve stichters en de genetische concentratie lijken dit te bevestigen. Naast de grootte van de genetische diversiteit van het ras is het voorkomen van één of meerdere genetische aandoeningen bepalend voor de keuze van de fokkerijstrategie. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is de beste oplossing het gebruik van fokwaardeschattingen in combinatie met inteelt beperking ( Optimal genetic contributions ).