Zelfstandig ondernemerschap bij asielzoekers en vluchtelingen



Vergelijkbare documenten
Het Belgische asielbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Het OCMW en de vluchtelingencrisis

De Dublin-criteria teneinde de verantwoordelijke staat te bepalen.

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Inhoudstafel. Omschrijving van het begrip «Asielzoeker» Stapsgewijze procedure tot de arbeidsmarkt Toegang tot sociale rechten

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Omzendbrief betreffende de verblijfsregularisatie om medische redenen en de invloed daarvan op het recht op maatschappelijke dienstverlening

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid

Sociale rechten volgmigranten: gezinshereniging van buitenlander met gevestigde EU/EER-onderdaan of Belg

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE

Basisvorming. Wat is een vluchteling?

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

De arbeidsmarkt in augustus 2013

REGULARISATIE 7/2009 Samenvatting opgesteld door het advocatenkantoor

3. Kan de minister meedelen welk aandeel van de asielzoekers daadwerkelijk een taalcursus start?

Vluchtelingen: traject, statuut, sociale rechten..? in samenwerking met:

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in april 2017

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in december 2014

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in maart 2017

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Asiel in België Aangepaste opvang. Directeur Beleidsondersteuning, Fanny François

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

De arbeidsmarkt in mei 2014

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in januari 2016

Asielaanvragen en beschermingsgraad januari 2016

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

De arbeidsmarkt in februari 2017

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

De arbeidsmarkt in september 2014

Vluchtelingencrisis: gisteren, vandaag, morgen VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Attest van Immatriculatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in mei 2016

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in januari 2017

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

De arbeidsmarkt in oktober 2015

Medische Kosten betaalt. betaalt. te zijn Asielaanvraag ingediend voor 01/06/ 2007 die niet ontvankelijk verklaard is.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), ontvangen op 18/11/2014;

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Aantal aanvragen asielzoekers blijft hoog, beschermingsgraad ook

Welk traject legt een asielzoeker af?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

RECHT OP ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING (= ZIV) VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Studiedag. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. 27 november 2017

Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

De arbeidsmarkt in augustus 2015

Toelating tot arbeid en verblijf de gecombineerde vergunning/single permit voor buitenlandse werknemers

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Ter informatie voor de leerkracht:

De arbeidsmarkt in juni 2015

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

Transcriptie:

Zelfstandig ondernemerschap bij asielzoekers en vluchtelingen Bram Wauters en Johan Lambrecht Het onderzoek kadert binnen het ESF-Equalproject Rainbow Economy Met steun van het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid

Ten geleide: waarom dit onderzoek? Het aantal vluchtelingen in westerse landen is de voorbije decennia fors toegenomen, hoewel het de laatste jaren weer daalt. België is voor het opvangen van asielzoekers een belangrijk land. In de periode 2000-2004 was België met 118.400 asielzoekers het achtste ontvangstland ter wereld (United Nations High Commissioner for Refugees [UNHCR], 2005). De integratie van vluchtelingen in de nieuwe samenleving wordt dikwijls als problematisch ervaren, zowel door de oorspronkelijke bevolking als door de vluchtelingen zelf. Vluchtelingen ondervinden verschillende problemen in de nieuwe samenleving, onder meer bij het vinden van een job. Dit is te wijten aan onvoldoende scholing en aan onaangepaste vaardigheden, maar ook aan discriminatie op de arbeidsmarkt (Pécoud, 2003). Starten met een eigen zaak kan een manier zijn om te ontsnappen aan deze economische onzekerheid en kan tegelijkertijd de integratie in de samenleving bevorderen (Kloosterman & van der Leun, 1999). Op diverse beleidsniveaus in Europa is er een groeiende bekommernis om het ondernemerschap in het algemeen aan te zwengelen. De graad van nieuw ondernemerschap is in verschillende Europese landen en zeker in België te laag. Een Europees onderzoek toont aan dat in België slechts 3,9 % van de bevolking op actieve leeftijd (18-64-jarigen) in 2005 betrokken was bij het opzetten van een zaak (tegenover het Europese gemiddelde van 5,2 %) (Vlerick Leuven Gent Management School, 2005). Beleidsmakers kunnen door meer aandacht te besteden aan ondernemerschap bij vluchtelingen twee vliegen in één klap slaan. Enerzijds kan het de integratie van vluchtelingen in de samenleving 2

stimuleren. Anderzijds kan het een bijdrage zijn aan een toename van het ondernemerschap, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve termen. Ondernemerschap bij asielzoekers en vluchtelingen kan onze economie letterlijk en figuurlijk meer kleur geven. Ondernemerschap en vluchtelingen/asielzoekers: het lijkt op het eerste zicht geen evidente combinatie. Vluchtelingen worden vaak geassocieerd met armoede, behoeftig zijn en een onzekere situatie. Nochtans hebben vluchtelingen capaciteiten, vaardigheden, dromen en plannen. Net zoals Belgen komen zij in aanmerking om een eigen zaak uit te baten. Dit hoeft trouwens niet uit te draaien op een fiasco, zoals enkele bekende voorbeelden van vluchtelingen-ondernemers illustreren. Zo werd de directe voorloper van de internationaal bekende yoghurtfabriek Danone opgericht door een Bulgaarse vluchteling (De Ruyter, 04/05/2005). De prestigieuze Britse winkelketen Marks & Spencer werd eind negentiende eeuw opgericht door Michael Marks, een Pools-Russische vluchteling, en de Brit Tom Spencer (Marks & Spencer, z.d.). Ook in België zijn er bekende voorbeelden. Een aantal vooraanstaande Belgische eethuizen, zoals het Dock s Café in Antwerpen, het Pakhuis in Gent en de Belga Queen in Brussel en Gent, is opgericht en wordt nog steeds geleid door Antoine Pinto. Deze Portugees belandde op zeventienjarige leeftijd als politieke vluchteling in België (Van Doveren & Caudron, 07/08/2002). Een andere bekende vluchteling-ondernemer in België is Abbas Bayat, die in 1979 na de islamitische revolutie uit Iran vluchtte. Hij was onder meer eigenaar van Looza en Chaudfontaine en bezit nu Parasol en Sunland (Pauwels, 25/02/1999). 3

Het hoeft uiteraard niet altijd over zulke grote zaken te gaan. Vluchtelingen kunnen evengoed een eigen winkel, restaurant of een andere kleine onderneming leiden. In dit onderzoek beantwoorden we drie onderzoeksvragen: - Bestaat er onder asielzoekers en vluchtelingen interesse voor het zelfstandig ondernemerschap en wat zijn de beïnvloedende factoren? - Hoeveel vluchtelingen en asielzoekers zijn zelfstandige, wat zijn hun kenmerken en wat is hun inkomenssituatie? - Wat zijn de hindernissen voor vluchtelingen en asielzoekers die zelfstandig ondernemer willen worden of het al zijn? Wat zijn de ondersteunende initiatieven voor hen? Aan iedere onderzoeksvraag zal een hoofdstuk gewijd zijn. Vooraleer het eigenlijke onderzoek te starten, geven we in een eerste hoofdstuk meer informatie over het onderzoeksonderwerp. Wanneer is men asielzoeker en vluchteling? Waarom is het nuttig om aan hen een apart onderzoek te besteden? en Hoeveel asielzoekers en vluchtelingen zijn er in België? * * * We richten graag een woord van oprechte dank tot iedereen die ons in dit onderzoek met raad en daad heeft bijgestaan. Een aantal personen en instellingen noemen we graag bij naam. Eerst en vooral wensen we ESF en het Stedenfonds van de Vlaamse Gemeenschapscommissie te bedanken voor de financiering van het ESF-Equalproject Rainbow Economy waarbinnen dit onderzoek kon plaatsvinden. In de persoon van directeur Jozef De Witte danken we eveneens het Federaal Impulsfonds 4

voor het Migrantenbeleid voor de financiële ondersteuning van dit onderzoek. Via directeur Dirk De Ceulaer en rector Marc Van Hoecke vermelden we de Europese Hogeschool Brussel (EHSAL) en de K.U. Brussel voor de stimulerende werkomgeving. We vernoemen de leden van het begeleidingscomité die een opbouwend kritisch klankbord waren: Niels De Block (OOTB), Lieven Devisscher (Vluchtelingenwerk Vlaanderen), Luc De Witte (OOTB), Mark D Hondt (De Overmolen), Lutgart Spaepen (EHSAL) en Johan Vangenechten (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Project Netwerk Hulpverlening Mensenhandel). Ze hebben tijd vrijgemaakt om eerdere versies van dit manuscript te becommentariëren en hebben de onderzoekers meermaals aan het denken gezet. We bedanken eveneens de leden van de stuurgroep van het Rainbow Economy -project die elk vanuit hun ervaringen heel wat inbreng hadden in dit onderzoek. We drukken eveneens onze erkentelijkheid uit tegenover instellingen en personen die bijgedragen hebben tot bepaalde onderdelen van dit onderzoek: - De coördinatoren van de onthaalbureaus voor nieuwkomers en de directeurs van de centra voor volwassenenvorming die toestemming verleenden om in hun instelling een enquête te houden. We bedanken eveneens de docenten maatschappelijke oriëntatie (M.O.), de trajectbegeleiders en de docenten Nederlands als tweede taal (NT2) die hielpen om de enquêtes af te nemen. - Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), en in het bijzonder Ludo Paeme (administrateur-generaal) en Luc Lievens (adjunct-adviseur Dienst Statistieken), voor de terbeschikkingstelling en voorbereiding van de databank met gegevens over zelfstandige vluchtelingen in België. 5

- De adviseurs allochtoon ondernemen en de medewerkers bij microkredietinstellingen, die ons vertelden over hun ervaringen met vluchtelingen en die namen en adressen van vluchtelingenondernemers doorgaven. - De vijftien vluchtelingen-ondernemers die bereid waren om ons hun verhaal te vertellen. Hun getuigenissen hebben het onderwerp voor ons heel levendig gemaakt en hebben het onderzoek ontegensprekelijk verrijkt. Moge de inbreng van zoveel personen ertoe leiden dat asielzoekers en vluchtelingen die de stap zetten en hebben gezet naar het zelfstandig ondernemerschap in de toekomst voor minder barrières staan. Bram Wauters en Johan Lambrecht Brussel, februari 2006 6

1. Situering onderwerp Eerst verduidelijken we een aantal termen die worden gebruikt om verschillende soorten vreemdelingen, waaronder vluchtelingen en asielzoekers, te benoemen. Daarna wordt het aantal vluchtelingen en asielzoekers in België besproken. In de derde sectie beargumenteren we de noodzaak van een aparte analyse van ondernemerschap bij asielzoekers en vluchtelingen. Ten slotte komen de effecten van ondernemerschap bij vluchtelingen aan bod. 1.1 Terminologische verduidelijking: asielzoekers, vluchtelingen, mensen zonder wettig verblijf, geregulariseerde vreemdelingen en immigranten De termen om vreemdelingen aan te duiden, worden vaak onzorgvuldig en door elkaar gebruikt. Daardoor is het vaak niet duidelijk wat men precies bedoelt. Door af te lijnen wat precies onder deze termen wordt verstaan, kunnen zij verder in dit werk probleemloos gebruikt worden. Het gaat over begrippen zoals asielzoekers, vluchtelingen, illegalen, mensen zonder wettig verblijf, geregulariseerden en immigranten. Aan de hand van de bespreking van het verloop van de asielprocedure zullen deze termen verduidelijkt worden (zie Figuur 1). Daarna besteden we aandacht aan geregulariseerde vreemdelingen en immigranten. 1.1.1 Verloop asielprocedure Een vreemdeling die zijn land verlaten heeft en niet meer kan terugkeren wegens gevaar voor zijn persoonlijke veiligheid kan in België bescherming 7

krijgen 1. Om uit te maken of hij daarvoor in aanmerking komt, moet hij een asielaanvraag indienen. Vanaf het moment van indiening van een dergelijke aanvraag wordt de vreemdeling een asielzoeker. Hij zal vervolgens de Belgische asielprocedure moeten doorlopen. 1 Voor de leesbaarheid hebben we in de mannelijke vorm geschreven, maar we bedoelen zowel mannen als vrouwen. Indien het geslacht belangrijk is, dan vermelden we uitdrukkelijk of het over mannen of vrouwen gaat. 8

Figuur 1: De asielprocedure in België 2 Negatief Beroep bij CGVS Negatief Ontvankelijkheidsonderzoek DVZ Positief Negatief Negatief Beroep bij VBV Gegrondheidsonderzoek CGVS Positief: erkende vluchteling Bron: DVZ = Dienst vreemdelingenzaken CGVS = Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen VBV = Vaste beroepscommissie voor vluchtelingen Personen in grijs gearceerde vakken kunnen op legale wijze arbeid verrichten Een negatieve beslissing in beroep kan nog steeds aangevochten worden bij de Raad van State. Dit beroep is echter niet opschortend. 2 Recent kondigde de federale regering aan dat de asielprocedure zal hervormd worden, zodat het verloop ervan aanzienlijk zal vereenvoudigd worden. 9

Er kunnen zes fasen onderscheiden worden in de asielprocedure in België (FOD Binnenlandse Zaken Dienst Vreemdelingenzaken, z.d. ; Somers & Neuckens, 2004): 1. Eigenlijke asielaanvraag: dit kan gebeuren bij de grensautoriteiten (in de praktijk meestal op de luchthaven van Zaventem) of bij de Dienst vreemdelingenzaken (DVZ) in Brussel. Naargelang de asielaanvraag aan de grens of in het land wordt ingediend, kent de procedure een licht ander verloop (onder meer inzake termijnen). De asielaanvraag gebeurt door te verklaren dat men asiel wil krijgen in België. Zowel vreemdelingen die legaal als illegaal het land zijn binnengekomen, kunnen een aanvraag indienen. De aanvraag moet binnen de acht dagen na aankomst in België gedaan worden. Bij de aanvraag worden identiteitsgegevens verzameld en foto s en vingerafdrukken genomen. Er moet ook een plaats van woonstkeuze en een werkelijk adres van verblijf opgegeven worden. Dit is nodig voor het doorsturen van oproepingen, vragen om inlichtingen,... In afwachting van een definitieve uitspraak in het ontvankelijkheidsonderzoek (zie verder) worden de asielzoekers ondergebracht op verschillende opvangplaatsen. Ze krijgen er enkel materiële opvang. De opvang op grote schaal gebeurt in federale opvangcentra en in de opvangcentra van het Rode Kruis. Meer kleinschalige opvang vindt plaats in de opvanginitiatieven van NGO s (zoals deze van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, het vroegere Ociv) en in de lokale opvanginitiatieven (LOI s) van OCMW s. Wie aan de grens asiel vraagt maar de nodige binnenkomstdocumenten niet bezit, wordt overgebracht naar een 10

gesloten asielcentrum. Daar wordt de ontvankelijkheid van de aanvraag onderzocht. 2. Vaststellen van het land dat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Onmiddellijk na de aanvraag zal DVZ via toepassing van de Conventie van Dublin 3 nagaan of België al dan niet verantwoordelijk is voor de behandeling ervan. Deze fase wordt ook wel het Dublin-onderzoek genoemd. Als België bevoegd is, dan wordt overgegaan naar de volgende fase van de Belgische asielprocedure. Als een andere staat verantwoordelijk blijkt te zijn, dan beslist DVZ om de asielzoeker over te dragen aan die andere staat. De asielaanvraag wordt daar dan verder onderzocht. Dit kan het geval zijn als een gezinslid in een ander land een asielaanvraag heeft ingediend of als de asielzoeker via een ander land is binnengekomen. 3. Onderzoek van de ontvankelijkheid: in deze fase wordt beslist of de asielaanvraag in aanmerking komt voor verder onderzoek. DVZ onderzoekt de ontvankelijkheid van de aanvraag. In afwachting van een beslissing mag de asielzoeker tijdelijk in België verblijven. Het ontvankelijkheidsonderzoek verloopt via een interview, waarbij de asielzoeker documenten kan voorleggen. De verklaringen van de asielzoeker worden door de ambtenaar van DVZ getoetst aan volgende criteria: 3 Europese Verordening 343/2003 van 18 februari 2003 (PB 2003 L50/1). Deze Verordening is sinds 1 september 2003 van kracht. 11

a. werden de procedureregels gerespecteerd (aanvraag tijdig ingediend, gehoor gegeven aan vraag om inlichtingen, enzovoort)? b. kunnen de motieven op het eerste zicht ondergebracht worden bij de criteria van de Conventie van Genève van de Verenigde Naties? Volgens de definitie van deze Conventie is een vluchteling elke persoon die zich buiten zijn land van herkomst bevindt. Hij kan of wil de bescherming van dat land niet inroepen, omdat hij vreest voor vervolging wegens zijn ras, religie, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging. c. is er sprake van een langdurig verblijf 4 in een ander land? d. is de aanvraag kennelijk ongegrond (als er geen duidelijke gegevens zijn die wijzen op vervolging)? Als de aanvraag ontvankelijk wordt verklaard, kan de aanvraag ten gronde worden onderzocht en zolang kan de asielzoeker wettelijk in België verblijven en werken. Men krijgt dan een attest van immatriculatie (de zogenaamde oranje kaart) en wordt ontvankelijk verklaarde asielzoeker. Bij ontvankelijkheid krijgt de aanvrager toegang tot het Belgische grondgebied, waar het resultaat van het onderzoek ten gronde kan afgewacht worden. Tijdens het onderzoek naar de gegrondheid zoeken asielzoekers zelf een verblijfplaats en worden ze financieel gesteund door het OCMW waaraan ze zijn toegewezen. Als de aanvraag niet ontvankelijk wordt verklaard, wordt men verzocht om het grondgebied te verlaten. Men kan tegen de nietontvankelijkheid in dringend beroep gaan bij het Commissariaat- 4 Indien een asielaanvraag gebeurt na een verblijf van meer dan drie maanden in een ander land dan het land dat men ontvluchtte, dan zal de aanvraag onontvankelijk worden verklaard. 12

generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS). Men moet dan motiveren waarom men het niet eens is met de genomen beslissing. De laatste jaren is ongeveer 90 % van de asielaanvragers die niet-ontvankelijk werden verklaard door DVZ tegen die beslissing in beroep gegaan bij CGVS. CGVS besliste in 2004 dat voor 41,5 % van de zaken die ze in beroep moest behandelen verder onderzoek ten gronde nodig was. In 2003 was dit voor 27,7 % van de zaken het geval en in 2002 voor 22,3 % (Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen [CGVS], 2005). 4. Onderzoek ten gronde: CGVS onderzoekt ten gronde of de hoedanigheid van vluchteling kan worden toegekend. In de beoordeling van wie als vluchteling erkend wordt, doet België een beroep op bepalingen uit de Conventie van Genève van de Verenigde Naties. De medewerkers van CGVS zullen diepgaand onderzoeken of de aanvrager beantwoordt aan de criteria van vluchteling. Aan de hand van een interview met de aanvrager, de antwoorden op een vragenlijst en een analyse van de voorgelegde documenten zal nagegaan worden of de asielzoeker als vluchteling kan erkend worden. Men hoeft niet noodzakelijk vervolgd te worden om politieke redenen om als vluchteling erkend te worden. Net zomin is het nodig om daadwerkelijk vervolgd te zijn. De gegronde vrees daartoe volstaat. 5. Na afloop van het onderzoek ten gronde wordt de asielzoeker ofwel erkend als vluchteling ofwel afgewezen. In het eerste geval mag men definitief legaal op het grondgebied blijven. In het andere geval krijgt men het bevel om het grondgebied binnen een 13

bepaalde termijn te verlaten. Een onderzoek in tweede instantie is mogelijk door de Vaste beroepscommissie voor vluchtelingen (VBV). Binnen de 15 dagen moet men beroep aantekenen tegen de beslissing van CGVS door middel van een verzoekschrift. Dit beroep werkt opschortend. Indien men erkend wordt als vluchteling, mag men voor onbepaalde duur in België verblijven. Men krijgt dan een Bewijs van Inschrijving in het VreemdelingenRegister (ook wel BIVR of witte verblijfskaart genoemd). Een erkende vluchteling heeft hetzelfde statuut als een Belg, wat een stuk beter is dan dat van een vreemdeling in de asielprocedure. CGVS kan het statuut van vluchteling intrekken als naderhand blijkt dat er valse verklaringen of documenten gebruikt werden voor het verkrijgen van het statuut, dat de vluchteling geen vervolging meer vreest (als hij bijvoorbeeld terugkeert naar zijn land, terwijl de situatie daar niet veranderd is) of dat hij een nieuwe nationaliteit verworven heeft. Het statuut kan maar ingetrokken worden nadat de vluchteling gehoord is. De vluchteling kan ook vrijwillig afstand doen van zijn statuut (als bijvoorbeeld de situatie in zijn land veranderd is). Indien men afgewezen wordt in het ontvankelijkheidsonderzoek of het gegrondheidsonderzoek, krijgt men het bevel om het grondgebied te verlaten. Dit wil niet zeggen dat men terug naar het land van herkomst moet. Het betekent enkel dat men het Belgische grondgebied moet verlaten. Men kan hier met behulp van de Belgische regering of de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) vrijwillig gevolg aan geven. Indien men dit niet doet en als men na het verstrijken van de termijn nog op het grondgebied is, 14

dan verblijft men illegaal in België. Zulke personen zijn mensen zonder wettig verblijf (in de volksmond ook illegalen of illegale vreemdelingen genoemd). De Belgische overheden gaan dan over tot gedwongen verwijdering en zullen hiertoe de nodige stappen ondernemen. Asielzoekers kunnen in afwachting van een gedwongen verwijdering vastgehouden worden in gesloten opvangcentra. Men kan maar maximaal gedurende twee maanden vastgehouden worden. Deze termijn kan wettelijk verlengd worden als bewezen is dat de overheid de nodige ijver aan de dag legt om de verwijdering te verzekeren. Na vijf maanden moet men verplicht vrij gelaten worden, tenzij verdere aanhouding noodzakelijk is om redenen van openbare orde of nationale veiligheid. 6. Tegen elke uitvoerbare beslissing waartegen geen ander beroep meer mogelijk is, kan men nog in beroep gaan bij de Raad van State. Het beroep bij de Raad van State heeft geen schorsende werking. Dit houdt in dat een asielzoeker toch het land kan uitgezet worden, ook al heeft hij een procedure lopen bij de Raad van State. Men bevindt zich immers illegaal in België (Somers & Neuckens, 2004). Men heeft wel nog recht op OCMW-steun en materiële opvang in een centrum. In de praktijk worden asielzoekers die een verzoek bij de Raad van State indienen meestal gedoogd voor de duur van de procedure. Dit maakt dat ze soms lange tijd in België verblijven. Een indiener van een verzoekschrift bij de Raad van State heeft minder dan 1 % kans om nog een verblijfsvergunning te bekomen. Toch had in januari 2005 42,8 % van de asielzoekers in de opvangcentra een verzoekschrift ingediend bij de Raad van State (Cattebeke, 16/03/2005). 15

Door de sterke stijging in asielaanvragen rond de eeuwwisseling sleepte de procedure in de eerste jaren van de nieuwe eeuw erg lang aan. Daaraan is gewerkt en in 2004 was de gemiddelde behandelingsduur sterk gedaald. Tegenwoordig bedraagt de gemiddelde behandelingsduur bij DVZ 31 kalenderdagen, de behandeling van het beroep ertegen bij CGVS 68 dagen en de uitspraak ten gronde door CGVS 98 dagen (Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen [CGVS], 2005) (zie Tabel 1). Dit betekent dat gemiddeld genomen op iets meer dan een half jaar de procedure doorlopen kan zijn, terwijl dit voor aanvragen uit 1999 gemiddeld nog meer dan 3 jaar was. Tabel 1: Gemiddelde behandelingsduur in kalenderdagen van asielaanvragen door DVZ en CGVS in België, 1999-2004 Jaar DVZ Beroep in ontvankelijkheidsfase bij CGVS CGVSgegrondheidsfase 1999 173 303 728 2000 91 485 695 2001 15 87 528 2002 29 73 395 2003 38 74 228 2004 31 68 98 Bron: CGVS 1.1.2 Geregulariseerde vreemdelingen Een aparte plaats wordt ingenomen door de geregulariseerde vreemdelingen. Dit zijn mensen die voorheen illegaal in ons land verbleven, maar na een aanvraag tot regularisatie een verblijfsvergunning hebben verkregen. Zij werden geregulariseerd in het kader van de eenmalige regularisatiecampagne van 2000 of vroegen 16

buiten deze periode een individuele regularisatie aan op basis van artikel 9 lid 3 van de Verblijfswet van 1980. In januari 2000 kregen mensen zonder of met een precair verblijfsstatuut eenmalig en onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om hun verblijf te regulariseren (Van Der Auweraert, 2000). In totaal werden 37.156 aanvragen ingediend. Een speciale Commissie voor Regularisatie behandelde hun aanvragen. Op 31 december 2004 waren er nog 709 regularisatiedossiers in behandeling. In totaal waren er toen 36.450 dossiers afgesloten: 25.535 positieve beslissingen, 6.116 negatieve beslissingen, 4.001 zonder voorwerp en 798 uitgesloten wegens openbare orde (Haven - De8 vzw, z.d.). Men kan zich nu nog steeds op individuele basis laten regulariseren door een beroep te doen op artikel 9 lid 3 van de Verblijfswet. In principe komt men enkel voor deze maatregel in aanmerking in buitengewone omstandigheden. Deze kunnen zich onder meer voordoen wegens medische redenen, de onmogelijkheid om terug te keren, de lange duur van de asielprocedure of als men het slachtoffer is van mensenhandel (Dawoud, 2004). DVZ heeft in 2004 15.342 aanvragen op basis van artikel 9 lid 3 behandeld. Daarvan werden 484 dossiers definitief geregulariseerd, 2.707 werden tijdelijk geregulariseerd en 11.010 aanvragen werden geweigerd. De overgrote meerderheid van de aanvragen werd dus geweigerd. Er werden eveneens 1.141 tijdelijke regularisaties verlengd (Haven - De8 vzw, z.d.). De meeste personen die hun land ontvlucht zijn, doen meestal zowel een beroep op de asielprocedure als op de regularisatieprocedure. Ze hopen om langs één van de twee kanalen een vergunning te krijgen om in het land te kunnen blijven. 17

1.1.3 Immigranten Er is nog een aantal specifieke categorieën vreemdelingen die het inburgeringstraject (zie verder) dienen te volgen. Ze zijn geen asielzoeker of vluchteling en vallen als dusdanig buiten de categorieën die in dit onderzoek centraal staan. We bespreken kort de gezinsvormer, de gezinshereniger en de arbeidsmigrant. De gezinsvormer en gezinshereniger hebben door middel van huwelijk, afstamming of samenwoonst een band met een persoon in België. Op basis hiervan kunnen zij een wettelijk verblijf in België bekomen. Inzake arbeidsmigranten bestaat er sinds meer dan een kwarteeuw een arbeidsmigratiestop in België en in de meeste andere Europese landen. Dit houdt in dat kandidaat-arbeidsmigranten pas een arbeidskaart kunnen ontvangen als een arbeidsmarktonderzoek uitgewezen heeft dat er binnen een redelijke termijn geen geschikte arbeidskracht kan gevonden worden op de Belgische (of Europese) arbeidsmarkt. Een aantal beroepscategorieën, zoals hooggeschoold personeel, gespecialiseerde technici, navorsers en beroepssporters, is vrijgesteld van deze verplichting. Een vreemdeling kan meer dan drie maanden in België verblijven op basis van het feit dat hij hier kan werken. Hij moet een werkgever vinden die op voorhand voor hem een arbeidsvergunning aanvraagt. Als de arbeidsvergunning wordt toegestaan, dan wordt ook een arbeidskaart afgeleverd. De arbeidsvergunning en de arbeidskaart zijn meestal maximaal één jaar geldig en gelden enkel voor de tewerkstelling bij de werkgever die de aanvraag ingediend heeft. 18

Een vreemdeling die een aantal jaren arbeid heeft verricht met een arbeidskaart, kan een andere arbeidskaart bekomen die geldig is voor onbepaalde duur. Een arbeidsmigrant met zo n arbeidskaart krijgt ook een verblijfskaart van onbepaalde duur. 1.2 Aantal asielzoekers en vluchtelingen Jaarlijks passeren er ongeveer 25.000 mensen langs de onthaalbureaus voor nieuwkomers in Vlaanderen en Brussel. De grootste categorie is deze van de gezinsvormers en gezinsherenigers, gevolgd door de asielzoekers en vluchtelingen en tot slot door de geregulariseerde vreemdelingen. We staan hier enkel stil bij de asielzoekers en de erkende vluchtelingen. 1.2.1 Asielzoekers Het aantal asielzoekers in de geïndustrialiseerde landen daalt de laatste jaren na de grote toename eind jaren negentig (United Nations High Commissioner for Refugees [UNHCR], 2005). Het aantal asielaanvragen bedroeg in 50 onderzochte geïndustrialiseerde landen in 2004 volgens de cijfers van UNHCR 396.400. Dit is een daling met 22 % ten opzichte van 2003 en zelfs met 40 % in vergelijking met 2001. De 25 lidstaten van de Europese Unie (EU) kenden in 2004 gezamenlijk een achteruitgang van het aantal asielaanvragen met 19 % ten opzichte van 2003. Dat was het laagste aantal asielaanvragen in de EU sinds 1997. Per land is de trend nog spectaculairder. In Duitsland is het aantal asielaanvragen in 2004 het laagst sinds 1984 en in Nederland sinds 1988. In België doet deze trend zich eveneens voor, zoals blijkt uit Figuur 2. Na de sterke toename in 1999 en 2000 is er al een aantal opeenvolgende 19

jaren een daling in het aantal asielaanvragen. Niettemin ligt het aantal aanvragen nog ver boven de aantallen van de jaren tachtig. In 2004 vroegen 15.357 personen asiel aan in België; in 2005 waren dat er 15.597. Het kleinere aantal asielzoekers zorgt ervoor dat diegenen die asiel aanvragen sneller dan voorheen uitsluitsel krijgen over hun verblijfsvergunning (Peeters, 13/08/2005). Figuur 2: Aantal asielaanvragen per jaar in België sinds 1981 1981 1982 1983 2449 3056 2048 1984 1985 1986 3696 5387 7644 1987 5976 1988 1989 1990 1991 1992 4510 8188 12945 15444 17675 1993 26717 1994 14340 1995 1996 1997 1998 1999 2000 11409 12403 11668 21965 35778 42691 2001 24549 2002 18805 2003 2004 2005 15357 15597 16940 0 5000 10000 15000 20000 25000 30000 35000 40000 45000 50000 Bron: DVZ Wereldwijd blijft België ondanks de recente daling nog steeds een belangrijk asielland. In 2004 stond België mondiaal op de achtste plaats (zie Tabel 2). Over de volledige periode 2000-2004 bekleedde België eveneens de achtste plaats. 20

Tabel 2: Top-10 van landen ter wereld met de meeste asielaanvragen in 2004 en in de periode 2000-2004 2004 2000-2004 Rang Land Aantal aanvragen Rang Land Aantal aanvragen 1 Frankrijk 61.600 1 Verenigde Staten 411.700 2 Verenigde Staten 52.360 2 Verenigd Koninkrijk 393.800 3 Verenigd Koninkrijk 40.200 3 Duitsland 324.200 4 Duitsland 35.610 4 Frankrijk 279.200 5 Canada 25.500 5 Canada 175.200 6 Oostenrijk 24.680 6 Oostenrijk 144.800 7 Zweden 23.160 7 Zweden 127.400 8 België 15.357 8 België 118.400 9 Zwitserland 14.250 9 Nederland 118.300 10 Slovakije 11.350 10 Zwitserland 99.400 Bron: UNHCR Het belang van België als ontvangstland voor asielzoekers komt nog meer tot uiting in de verhouding tussen het aantal asielaanvragen en het bevolkingsaantal van het land van ontvangst. Volgens deze indicator komt België uit op een zesde plaats, na Cyprus, Oostenrijk, Zweden, Luxemburg en Ierland. Volgens het land van herkomst van de asielzoekers stond de Russische Federatie in 2004 wereldwijd bovenaan, gevolgd door Servië-Montenegro en China. Voor België kwamen de meeste asielzoekers uit de Democratische Republiek Congo, gevolgd door de Russische Federatie en Servië-Montenegro (zie Tabel 3). Tabel 3: Nationaliteit van de asielaanvragers in België in 2004 (top-10) Rang Land van herkomst Aantal aanvragen 1 Democratische Republiek Congo 1.471 2 Russische Federatie 1.361 3 Servië-Montenegro 1.294 4 Slovakije 730 5 Guinea 565 6 Turkije 561 21

Tabel 3 (vervolg): Nationaliteit van de asielaanvragers in België in 2004 (top-10) Rang Land van herkomst Aantal aanvragen 7 Iran 512 8 Kameroen 506 9 Armenië 477 10 Rwanda 427 Bron: UNHCR 1.2.2 Erkende vluchtelingen Sinds 1990 zijn er in België iets meer dan 20.000 personen erkend als vluchteling (zie Tabel 4). Het globale percentage dat erin slaagt om erkend te worden ten opzichte van het aantal ingediende asielaanvragen bedraagt 6,88 %. Doordat de asielprocedure langer dan een jaar in beslag kan nemen, verdient het geen aanbeveling om het percentage vluchtelingen per jaar te berekenen. Tabel 4: Aantal erkende vluchtelingen en aantal asielaanvragen in België en het globale percentage erkende vluchtelingen ten opzichte van het aantal aanvragen, per jaar vanaf 1990 Jaar Aantal erkende vluchtelingen Aantal aanvragen 1990 525 12.945 1991 619 15.444 1992 897 17.675 1993 1.125 26.717 1994 1.588 14.340 1995 1.406 11.409 1996 1.677 12.403 1997 1.865 11.668 1998 1.696 21.965 1999 1.518 35.778 2000 1.406 42.691 2001 1.156 24.549 2002 1.326 18.805 2003 1.384 16.940 2004 2.374 15.357 Globaal 20.562 298.686 Globaal percentage erkende vluchtelingen: 6,88 % Bron: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, CGVS en VBV (situatie juni 2005) 22

In 2005 zijn er 3.059 asielzoekers erkend als vluchteling (Commissariaat- Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, z.d.). Dit is een duidelijke toename in vergelijking met het verleden. De belangrijkste reden hiervoor is het wegwerken van de achterstand in de procedure. De uitsplitsing per nationaliteit leert dat in 2004 asielzoekers uit de Russische Federatie, vooral uit Tsjetsjenië, het meest erkend werden als vluchteling (zie Tabel 5). Het land met de meeste asielaanvragers in België, de Democratische Republiek Congo, bevindt zich inzake het aantal erkenningen op de vierde plaats. Er zijn heel wat herkomstlanden in de top-10 van erkenningen, die qua aanvragen niet tot de top-10 behoren. In 2005 waren het in grote lijnen dezelfde herkomstlanden waarvan vluchtelingen erkend werden (Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, z.d.). Tabel 5: Nationaliteit van de erkende vluchtelingen in België in 2004 (top-10) Rang Land van herkomst Aantal erkenningen Rang op basis van aantal asielzoekers 1 Russische Federatie 788 2 2 Rwanda 523 10 3 Servië-Montenegro 189 3 4 Democratische Republiek Congo 103 1 5 Irak 67-6 Iran 59 7 7 Syrië 55-8 Wit-Rusland 39-9 Albanië 38-10 Bosnië-Herzegovina 37 - Bron: UNHCR en CGVS 23