JiXgca. öjï.''.ï*w%jj?- 9fi. Wf* t ' ^-^vt 3 ''*Tr'! L>.j i '" Jv^Lj -" u ft3y~t. PX^i ,*««.* ;

Vergelijkbare documenten
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. tt» ' * n D1DXO

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ECLI:NL:RVS:2013:BZ9044

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer mr. A.J. de Geus Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer De Geus,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2008

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2006

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

uit spraak - RECHTBANKUTRECHT uitspraak van de meervoudige kamer d.d. l maart 2007 Oriontaxi B.V., gevestigd te Nieuwegein, eiseres,

CAO STICHTING FONDS KOLLEKTIEVE BELANGEN VOOR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN

$z W Ministerie van Sociale Zaken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Casus 3 Het zal je werk maar zijn

Cao s en ander (on)gemak. Peter van der Sluis (AWVN) Peter de Waal (PLP) Steven Palm (PLP)

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Transcriptie:

öjï.''.ï*w%jj?- JiXgca t ' ^-^vt 3 ''*Tr'! L>.j i '" Jv^Lj -" u ft3y~t 9fi PX^i Wf*,*««.* ;

INHOUDSOPGAVE AW-BESLUITEN 2008 Beveiligingsorganisaties, Particuliere 10 april 2008 p. 7 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen Beveiligingsorganisaties, Particuliere - VUT 24 april 2008 p. 11 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 20 november 2008 p. 17 Bedenkingen Van Vugt Dakbedekkingsbedrij f Carrosseriebedrijf (Metaal en Techniek) 17 oktober 2008 p. 19 Dispensatieverzoek Belangenvereniging Carwash, Truckwash en Poetsbedrijven mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens Van Tilburg Holding BV Contractcateringbranche 17 september 2008 p. 31 Dispensatieverzoek Brinvest BV namens partijen bij de Brinflex cao Elektrotechnische Detailhandel 25 juni 2008 p. 37 Bedenkingen Dixons BV en Dynabite BV (ingetrokken) Grafïmedia 4 juni 2008 p. 38 Bedenkingen Verenigde Signbedrijven mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Bedenkingen KME Juristen namens de Branchevereniging voor het Kopieerbedrij f (i.o.) Dispensatieverzoek Verenigde Signbedrijven mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Kappersbedrijf 21 oktober 2008 p. 47 Bedenkingen Fusion Dispensatieverzoek Fusion Levenmiddelen etc.. Groothandel in 4 juni 2008 p. 53 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens Groothandel in Horecaproducten Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens Groothandel in Horecaproducten

Levensmiddelen etc., Groothandel in FKB 29 mei 2008 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens Groothandel in Horecaproducten Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens Groothandel in Horecaproducten p. 63 Metaalbewerkingsbedrijf (Metaal en Techniek) Dispensatieverzoek Verenigde Signbedrijven Nederland mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Metalektro Bedenkingen AWVN namens AAR Aircraft (grond vervallen) 3 november 2008 p. 73 15 februari 2008 p. 79 Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie - SA VA 21 mei 2008 p. 80 Bedenkingen Van der Nat Litigation namens Teijin Aramid BV (ingetrokken) Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf (Metaal en Techniek) 17 oktober 2008 p. 81 Dispensatieverzoek Belangenvereniging Carwash, Truckwash en Poetsbedrijven mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens Van Tilburg Holding BV Technisch Installatiebedrijf (Metaal en Techniek) Dispensatieverzoek Verenigde Signbedrijven Nederland mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Uitzendbranche - Sociaal Fonds Dispensatieverzoek Please BV Bedenkingen Please BV Uitzendkrachten Dispensatieverzoek BV STienK Dispensatieverzoek Please Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens Collective Freelance & Flex services BV Dispensatieverzoek Landelijke Belangenvereniging mede namens DP A Flex Professionals Uitzendkrachten (gewijzigde bepalingen) Bedenkingen Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA) (grond vervallen) Uitzendondernemingen - Vaste medewerkers Dispensatieverzoek Please BV Vleessector - Fonds Collectieve Belangen Dispensatieverzoek NBBU 12 december 2008 p. 89 30 september 2008 p. 95 21 mei 2008 p. 99 20 februari 2008 p. 115 10 december 2008 p. 117 29 januari 2008 p. 123 z

Werkgeversbijdrage Sociaal Fonds (Metaal en Techniek) 18 december 2008 p. 129 Dispensatieverzoek Landelijke Belangen Vereniging mede namens de Verenigde Signbedrijven Nederland Dispensatieverzoek Belangenvereniging Carwash, Truckwash en Poetsbedrijven mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Wonen 7 augustus 2008 p. 141 Dispensatieverzoek IKEA INHOUDSOPGAVE AW-VERZOEKEN ZONDER AW-BESLUIT Evenementenbegeleiding (verzoek afgewezen; geen rechtsgeldige cao, geen p. 147 binding derden beoogd) Bedenkingen cao-partijen Particulier Beveiligingsorganisaties Horecaprodukten, Groothandel in (verzoek afgewezen; geen binding derden beoogd)p. 151 Bedenkingen cao-partijen Drankindustrie en de Groothandel in Dranken Bedenkingen cao-partijen Groothandel Levensmiddelen Dispensatieverzoek cao-partijen Drankitidusirie en de Groothandel in Dranken Dispensatieverzoek Groothandel Levensmiddelen Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf (ingediend buiten termijn ter visielegging) p. 159 Dispensatieverzoek Abalco Signbedrijven (verzoek afgewezen; geen binding derden beoogd) p. 161 Bedenkingen cao-partijen Grafimedia Bedenkingen Vakraad Metaal en Techniek Technisch Installatiebedrijf (Metaal en Techniek) (cao geëxpireerd) p. 165 Dispensatieverzoek Bouwend Nederland Vakgroep Railinfrastructuur Dispensatieverzoek Nozema Services Dispensatieverzoek Verenigde Signbedrijven Nederland mede namens de Landelijke Belangen Vereniging Dispensatieverzoek Volker Wessels Netwerk Bouw BV.3

BEDENKINGEN EN DE BIJBEHORENDE ONDERWERPEN Beveiligingsorganisaties, Particuliere 10 april 2008 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen werkingssfeeroverlap vrijheid van collectieve onderhandeling Beveiligingsorganisaties, Particuliere - VUT 24 april 2008 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen werkingssfeeroverlap vrijheid van collectieve onderhandeling werknemers voldoen niet aan voorwaarden deelneming Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 20 november 2008 Bedenkingen Van Vugt Dakbedekkingsbedrij f - rechtmatige belangen derden (Tectum) Elektrotechnische Detailhandel 25 juni 2008 Bedenkingen Dixons BV en Dynabite BV (ingetrokken) dispensatie van de cao Evenementenbegeleiding (verzoek afgewezen; geen rechtsgeldige cao, geen binding derden beoogd) Bedenkingen cao-partijen Particulier Beveiligingsorganisaties geen bevoegdheid tot sluiten cao werkingssfeer representativiteit inhoud cao Grafimedia 4 juni 2008 Bedenkingen Verenigde Signbedrijven mede namens de Landelijke Belangen Vereniging werkingssfeeroverlap vrijheid van collectieve onderhandeling inhoud cao (uitzonderingsbeding ontbreekt) Bedenkingen KME Juristen namens de Branchevereniging voor het Kopieerbedrijf (i.o.) totstandkoming cao representativiteit Horecaprodukten, Groothandel in (verzoek afgewezen; geen binding derden beoogd) Bedenkingen cao-partijen Drankindustrie en de Groothandel in Dranken werkingsfeer(overlap) representativiteit rechtmatige belangen derden Bedenkingen cao-partijen Groothandel Levensmiddelen werkingssfeer(overlap) representativiteit

algemene gronden Kappersbedrijf 21 oktober 2008 Bedenkingen Fusion samenloop twee bedrijfstak-cao 's representativiteit Levenmiddelen etc., Groothandel in 4 juni 2008 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens Groothandel in Horecaproducten werkingseeroverlap representativiteit vrijheid van collectieve onderhandeling Levensmiddelen etc., Groothandel in - FKB 29 mei 2008 Bedenkingen Landelijke Belangen Vereniging mede namens Groothandel in Horecaproducten werkingssfeeroverlap kosten voortvloeiend uit de cao representativiteit vrijheid van collectieve onderhandeling Metalektro 15 februari 2008 Bedenkingen AWVN namens AAR Aircraft (grond vervallen) inhoud cao Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielind. - SAVA 21 mei 2008 Bedenkingen Van der Nat Litigation namens Teijin Aramid BV (ingetrokken) dispensatie van de cao Signbedrijven (verzoek afgewezen; geen binding derden beoogd) Bedenkingen cao-partijen Grafimedia werkingssfeeroverlap representativiteit strijd met doel en strekking Wet A W (omzeilen dispensatiebeleid) Bedenkingen Vakraad Metaal en Techniek werkingssfeeroverlap representativiteit misbruik van recht Uitzendbranche - Sociaal Fonds 30 september 2008 Bedenkingen Please BV inhoud cao Uitzendkrachten (gewijzigde bepalingen) 20 februari 2008 Bedenkingen Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA) (grond vervallen) inhoud cao

Beveiligingsorganisaties, particuliere 2008/2009 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 10 APRIL 2008 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST PARTICULIERE BEVEILIGINGSORGANISATIES UAW Nr. 10766 Bijvoegsel Stcrt d.d. 14-04-1008, nr. 72 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij (en) te ener zijde: Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties; Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingediend door de werkgeversvereniging Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen (VBE) en de werknemersvereniging Landelijke Belangen Vereniging (LBV). Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: De VBE en de LBV - partijen bij de cao voor de Evenementenbeveiliging - zijn van mening, dat het onderhavige avv-verzoek niet dient te worden ingewilligd, omdat avv een werkingssfeeroverlap zou veroorzaken tussen de cao voor de Particuliere Beveiliging en de cao voor de Evenementenbeveiliging. De ruime werkingssfeer van de cao voor de Particuliere Beveiliging maakt, dat partijen bij de cao voor de Evenementenbegeleiding - behoudens een verzoek tot dispensatie zonder meer tot de werkingssfeer van deze cao kunnen worden gerekend. Hierdoor zouden dubbele lasten ont- Sdu Uitgevers, 's-gravenhage 2008 CA0107662008 CA03254 -, 7

staan en zou ook de arbeidsmarktpositie van de werknemers mogelijk in gevaar komen. Bovendien zou partijen de hun rechtens toekomende onderhandelingsvrijheid ten aanzien van de eigen cao teniet worden gedaan. Volgens bedenkinghebbende valt in het licht van artikel 2 IAO-verdrag 98 sterk te betwijfelen of het rechtmatig is partijen bij de cao voor de Evenementenbeveiliging tot de werkingssfeer van de cao voor de Particuliere Beveiliging te rekenen. Inwilliging van het onderhavige avv-verzoek lijkt ertoe te leiden, dat partijen bij een grote bedrijfstakcao worden bevoordeeld ten koste van kleinere cao-partijen met een op maat gesneden rechtgeldige subsector cao. Dit zou in strijd zijn met meerdere door Nederland geratificeerde conventies van Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) alsmede het Europees Sociaal Handvest (ESH). Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Werkingssfeeroverlap in de zin van het Toetsingskader AVV heeft betrekking op een Werkingssfeeroverlap tussen twee of meer (doorgaans) algemeen verbindend verklaarde cao's. Hiervan is i.e. geen sprake. Paragraaf 3.2 van het Toetsingskader AVV geeft aan dat bedenkingen betrekking hebbend op de kosten voortvloeiend uit algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen als evident kansloos worden aangemerkt. Vooropgesteld zij dat de bepalingen uit het IAO-verdrag 98 en artikel 6 ESH geen rechtstreekse werking hebben en zich enkel tot de Staat richten. Van een inbreuk op de vrijheid van onderhandelen is geen sprake. Het blijft immers mogelijk om zich aan te sluiten bij een vakvereniging naar keuze en in vrijheid te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden zoals bedoeld in genoemde verdragen. Tenslotte kan volledigheidshalve nog worden opgemerkt dat cao-partijen verantwoordelijk zijn voor en vrij in de vaststelling van de werkingssfeer van hun cao. De ingebrachte bedenkingen vormen geen beletsel om tot algemeen verbindendverklaring over te gaan. Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatieverzoek ingediend door de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) namens de werkgeversvereniging Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen (VBE). Dit verzoek is afgewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht.

Beveiligingsorganisaties, Particuliere Vervroegd Uittreden 2008/2012 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 24 APRIL 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR VERVROEGD UITTREDEN UIT DE PARTICULIERE BEVEILIGINGSORGANISATIES UAW Nr. 10768 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 28-04-2008, nr. 82 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van PVF Achmea namens partijen bij bovengenoerrjde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij(en) te ener zijde: de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties; Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten, de Dienstenbond CNV en De Ijnie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingediend door jde Landelijke Belangen Vereniging (LBV) mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen (VBE). Dezei bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: Bedehkinghebbenden stellen dat sprake is van een te grote benadeling van jde rechtmatige belangen van partijen bij de cao voor de Evenementenbeveiliging nu het onderhavige avv-verzoek een werkingssfeeroverlap veroorzaakt met de cao voor de Evenementenbeveiliging. De ruime werkingssfeer van de cao voor Vervroegd Uittreden uit de Particuliere Beveiligingsorganisaties maakt dat partijen bij de cao voor de Evenementenbeveiliging, behoudens een verzoek tot dispensatie, zonder meer tot de werkingssfeer van deze cao kunnen worden gerekend. Er zouden dubbele lasten ontstaan en de continuïteit van par- Sdu Uitgevers,'s-Gravenhage 2008 CAO 107682008 CA03253

tijen bij de cao voor de Evenementenbeveiliging komt mogelijk in gevaar. Volgens bedenkinghebbenden kunnen werknemers vallend onder de cao voor de Evenementenbeveiliging vanwege de, volgens bedenkinghebbende, jarenlange dispensatie niet meer voldoen aan de voorwaarden van deelneming. Bovendien zou de aan bedenkinghebbenden rechtens toekomende onderhandelingsvrijheid ten aanzien van de eigen cao teniet worden gedaan. Volgens bedenkinghebbenden valt in het licht van artikel 2IAOconventie nr. 98 (1949) sterk te betwijfelen of het rechtmatig is om partijen bij de cao voor de Evenementenbeveiliging tot de werkingssfeer van de cao voor Vervroegd Uittreden uit de Particuliere Beveiligingsorganisaties te rekenen. Inwilliging van het onderhavige avv-verzoek lijkt ertoe te leiden dat partijen bij een (enorme) bedrijfstak-cao worden bevoordeeld ten koste van (kleinere) partijen met een eigen op maat gesneden rechtsgeldige subsector cao. Dit zou in strijd zijn met meerdere door Nederland geratificeerde conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) alsmede het Europees Sociaal Handvest (ESH). Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Werkingssfeeroverlap in de zin van het Toetsingskader AVV heeft betrekking op een Werkingssfeeroverlap tussen twee of meer (doorgaans) algemeen verbindend verklaarde cao's. Hiervan is in casu geen sprake. Paragraaf 3.2 van het Toetsingskader AVV geeft aan dat bedenkingen betrekking hebbend op de kosten voortvloeiend uit algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen als evident kansloos worden aangemerkt. Op grond van paragraaf 3.2 van het Toetsingskader AVV worden bedenkingen betrekking hebbend op de inhoud van cao-bepalingen voorzover deze cao-bepalingen op grond van het Toetsingskader AVV voor avv in aanmerking komen, normalerwijze als evident kansloos aangemerkt. Ten aanzien van de bedenking aangaande de voorwaarden voor deelneming is mij niet gebleken van enige strijdigheid met de Wet AVV, het recht en het avv-beleid. Ten aanzien van die bedenking vindt deze beleidsregel derhalve rechtstreeks toepassing. Vooropgesteld zij dat de bepalingen uit de IAO-conventie nr. 98 en artikel 6 ESH geen rechtstreekse werking hebben en zich enkel tot de Staat richten. Van een inbreuk op de vrijheid van onderhandelen is geen sprake. Het blijft immers mogelijk om zich aan te sluiten bij een vakvereniging naar keuze en in vrijheid te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden zoals bedoeld in voornoemde verdragen. Tenslotte kan volledigheidshalve nog worden opgemerkt dat cao-partijen verantwoordelijk zijn voor en vrij zijn in de vaststelling van de werkingssfeer van hun cao.

Beveiligingsorganisaties, Particuliere Vervroegd Uittreden 2008/2012 Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatieverzoek ingediend door de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) mede namens de Vereniging van Beveiligingsorganisaties voor Evenementen (VBE). Dit verzoek is afgewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum I Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV en V is bepaald: Artikel l Definities 1. Werkgever: de organisatie als bedoeld in artikel 3, sub a (particuliere beveiligingsbedrijven), sub b (particuliere alarmcentrales) en sub c (particuliere geld- en waardetransportbedrijven) van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wet van 24 oktober 1997, Staatsblad 1997, 500, zoals laatstelijk gewijzigd op 22 november 2006, Staatsblad 2006, 588), waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2 jo. 4 van de genoemde wet is verleend. 2. Werknemer: werknemer in de zin van de sociale werknemersverzekeringen, die een arbeidsovereenkomst met een werkgever is aangegaan, met uitzondering van degene die krachtens een afroepcontract kan worden opgeroepen voor het verrichten van losse, ongeregelde diensten. 3. Stichting: de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties.

Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 2008/2010 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 20 NOVEMBER 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE BITUMINEUZE EN KUNSTSTOF DAKBEDEKKINGSBEDRIJVEN UAW Nr. 10855 Bijvoegsel Stat. d.d. 24-11-2008, nr. 228 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van Partijen bij de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij (en) te ener zijde: de Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland (VEBIDAK); Partij (en) te anderer zijde: FNV Bouw en CNV Hout en Bouw. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht door Van Vugt Dakbedekkingsbedrijf b.v.. Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: De bedenkingen richten zich tegen artikel 8B van de cao, waarin ondermeer is beschreven dat een werknemer recht kan doen gelden op gemiddeld twee scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Voor de nadere voorwaarden waarop recht op scholing en vergoeding van kosten verbonden aan het volgen van opleidingen bestaat wordt verwezen naar het reglement Scholing van-de Stichting SF BIKUDAK zoals opgenomen in de cao inzake Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven. Volgens bedenkinghebbende bestaat er bij de scholing van werknemers geen keuzevrijheid omdat alleen scholingsdagen worden uitbetaald indien een bij Tectum georganiseerde cursus is gevolgd. Sdu Uitgevers, 's-gravenhage 2008 CAO 108552008 CAO3342 -,

Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Op grond van paragraaf 6.2.2 van het Toetsingskader AVV worden bepalingen die de toegang - direct of indirect - tot de relevante markt voor bonafide ondernemingen afsluiten of tot een onevenredig niveau beperken, niet algemeen verbindend verklaard. Het gaat hier bijvoorbeeld om exclusiviteit van een of enkele scholingsinstituten. Cao-partijen hebben in reactie op deze bedenkingen aangegeven dat de vergoeding uitdrukkelijk niet alleen cursusdagen uit het programma van Tectum betreft. Toewijzing van zulke vergoedingen - hetzij generiek of voor een specifieke cursus - geschiedt met inachtneming van aspecten van praktische relevantie van het thema, het didactische gehalte van de cursus en het beginsel dat de werkgever te allen tijde een eigen bijdrage in de cursuskosten dient te leveren. Het behoort tot de bevoegdheid van de bij de cao betrokken partijen om de inhoud van de cao vast te stellen. Bij de beoordeling of cao-bepalingen voor AVV in aanmerking kunnen komen, wordt getoetst op kennelijke strijdigheid met de Wet AVV, het recht en het AVV-beleid zoals verwoord in het Toetsingskader AVV. Bij de toetsing van artikel 8B cao is hiervan niet gebleken. Overigens merk ik hierbij op dat bepalingen worden getoetst op basis van de ingediende tekst en in principe niet op de mogelijke toepassingspraktijk. Op grond van het bovenstaande concludeer ik dat de ingebrachte bedenkingen geen beletsel vormen om tot algemeen verbindendverklaring van artikel 8B cao over te gaan. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum I Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV en V is bepaald: Artikel l Begripsbepalingen In deze Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) wordt verstaan onder: a. Bitumineus en/of kunststof dakbedekkingsbedrijf Elke natuurlijke of rechtspersoon die in Nederland arbeid verricht,

Metaal en Techniek Carrosseriebedrijf 2008/2009 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 17 OKTOBER 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET CARROSSERIEBEDRIJF UAWNr. 10841 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 21-10-2008, nr. 204 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van de Stichting Vakraad Metaal en Techniek namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij (.en) te ener zijde: de Nederlandse Vereniging van ondernemers in het Carrosseriebedrijf FOCWA; Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en De Unie, Vakbond voor industrie en dienstverlening. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke dispensatieverzoeken ingediend door de Landelijke Belangen Vereniging mede namens Van Tilburg Holding BV en door de Belangenvereniging Carwash, Truckwash en PoetsbedrijVen mede namens de landelijke Belangen Vereniging, Deze verzoeken zijn afgewezen in de vorm van afzonderlijke beschikkingen conform de Algemene wet bestuursrecht. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wét op het algemeen Verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum I Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV en V is bepaald: Sdu Uitgevers, 's-gravenhage 2008 CAO108412Q08

Contractcateringbranche 2008/2013 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 17 SEPTEMBER 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE CONTRACTCATERINGBRANCHE UAWNr. 10830 Bijvoegsel Stcrt. d,d. 19-09-2008, nr. 182 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van Stichtingen Contractcatering namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij(en) te ener zijde: Veneca; Partij (én) te anderer zijde: FNV Horecabond, CNV BedrijvenBond en De Unie. Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatieverzoek ingediend door Brinvest B.V. namens partijen bij de Brinflex cao. Dit dispensatieverzoek is afgewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum T Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming Van hetgeen in de dicta II, III, IV, V en VI is bepaald: Sdu Uitgevers, 's-gravenhagé 2008 CAO 108302008 CAO3303 1

Elektrotechnische Detailhandel 2008 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 25 JUNI 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE DETAILHANDEL UAWNr. 10796 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 27-06-2008, nr. 122 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van UNETO-VNI mede namens de overige partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij(en) te ener zijde: UNETO-VNI; Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht door Dixons BV namens Dixons BV en Dynabyte BV Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: De bedenkingen richten zich op het verkrijgen van dispensatie van het avv-verzoek van de CAO voor de Elektrotechnische Detailhandel 2008. Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: De bedenkingen die zijn ingebracht zijn, na dispensatieverlening van de CAO voor de Elektrotechnische Detailhandel 2008 door partijen bij de CAO, door Dixons BV namens Dixons BV en Dynabyte BV schriftelijk ingetrokken. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum I Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovenge- Sdu Uitgevers, 's-gravenhage 2008 CAO 107962008 CA03277

Grafimedia 2008/2010 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 4 JUNI 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST GRAFIMEDIA UAWNr. 10789 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 06-06-2008, nr. 107 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van de Raad van Overleg in de Grafimedia Branche namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij (en) te ener zijde: het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen; Vereniging Zeefdruk en Sign Ondernemingen; Vereniging De Nederlandse Dagbladpers; Partij (en) te anderer zijde: FNV KIEM; CNV Dienstenbond en De Unie. Naar aanleiding van dit avv-verzoek zijn binnen de periode van tervisielegging schriftelijke bedenkingen ingebracht door: - de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) namens cao-partijen bij de cao voor Signbedrijven. Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: Gelet op het recht op vrijheid van collectieve onderhandeling (artikel 6 ESH en conventienummer 98 van de IAO) en op de vaststelling in paragraaf 6.2.1 van het Toetsingskader AVV dat bepalingen die overlapping met één of meer andere cao's teweeg brengen niet algemeen verbindend worden verklaard, kan volgens bedenkinghebbende niet tot avv worden overgegaan. Daarnaast richten de bedenkingen zich tegen het (vermeende) ontbreken van een uitzonderingsbeding in de cao Grafimedia. - KME Juristen namens de Branchevereniging voor het Kopieerbedrij f (in oprichting) Sdu Uitgevers, 's-gravenhage 2008 CAO 107892008 CAO3240

Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: Werkgevers en werknemers in de kopieerbranche zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de cao. Betwist wordt verder dat representatieve vertegenwoordiging heeft plaatsgevonden omdat in het kader van de representativiteit geen sprake is van een belangrijke meerderheid". Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Vrijheid van collectieve onderhandeling Vooropgesteld zij dat de bepalingen uit het IAO-verdrag (conventienummer 98) en artikel 6 ESH geen rechtstreekse werking hebben en zich enkel tot de Staat richten. Van een inbreuk op de vrijheid van onderhandelen is geen sprake. De vrijheid van onderhandelen wordt door het algemeen verbindend verklaren van bepalingen van een cao niet ingeperkt. Aangezien een besluit tot algemeen verbindend verklaring een besluit is van algemene strekking gelden de daarin vastgelegde afspraken als bodem in de arbeidsvoorwaarden. Daarvan kan niet worden afgeweken. Werkingssfeeroverlap Paragraaf 6.2.1 van het Toetsingskader AVV heeft betrekking op een Werkingssfeeroverlap tussen twee of meer (doorgaans) algemeen verbindend verklaarde cao's. Daarvan is i.e. geen sprake. Inhoud van de cao Vooropgesteld zij dat de cao Grafimedia in art. 1.1.9 wel degelijk een uitzonderingsbeding kent, op grond waarvan de Signbedrijven (in enge zin) worden uitgezonderd van toepassing van de cao Grafimedia. Op grond van paragraaf 3.2 van het Toetsingskader AVV worden bedenkingen betrekking hebbend op de inhoud van cao-bepalingen (i.e. op de wijze waarop de cao Grafimedia invulling geeft aan de dispensatiebepaling in art. 1.1.9, althans op het vermeende ontbreken van die dispensatiebepaling) voor zover deze bepalingen op grond van het Toetsingskader AVV voor avv in aanmerking komen, normalerwijze als evident kansloos aangemerkt. Ten aanzien van art. 1.1.9 cao Grafimedia vindt deze beleidsregel rechtstreeks toepassing. In het kader van een avv-verzoek staat het cao-partijen overigens vrij te bepalen welke arbeidsverhoudingen zij van het verzoek tot algemeen verbindend verklaring wensen uit te zonderen. Betrokkenheid bij totstandkoming cao Op grond van paragraaf 3.2 van het Toetsingskader AVV worden bedenkingen betrekking hebbend op onvoldoende betrokkenheid bij het caooverleg normalerwijze als evident kansloos aangemerkt. Ten aanzien van deze bedenking vindt deze beleidsregel rechtstreeks toepassing.

Grafimedia 2008/2010 Representativiteit Met betrekking tot de bedenkingen inzake de representativiteit wordt opgemerkt dat op grond van paragraaf 4. l van het Toetsingskader AVV de cao-bepalingen waarop het verzoek tot avv betrekking heeft reeds moeten gelden voor een naar het oordeel van de Minister belangrijke meerderheid van in de bedrijfstak werkzame personen. Bij het berekenen van de representativiteit wordt uitgegaan van de totale bedrijfstak zoals omschreven in de werkingssfeer van de cao en niet van eventuele deelsectoren. Op grond van het bovenstaande vormen de ingebrachte bedenkingen geen beletsel om tot algemeen verbindendverklaring over te gaan. Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatieverzoek ingediend door de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) mede namens de werkgeversvereniging Verenigde Signbedrijven Nederland (VSBN). Het verzoek is afgewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum I Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV, V en VI is bepaald:

Kappersbedrijf 2008/2009 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 21 OKTOBER 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET KAPPERSBEDRIJF UAWNr. 10842 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 23-10-2008, nr. 206 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van de Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie mede namens de overige partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij (en) te ener zijde: Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie; Partij (en) te anderèr zijde: FNV Mooi en CNV Bedrij venbónd. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht door Fusion. Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: Samenloop van twee bedrijfstak-cao's Volgens bedenkinghebbende is er voor de leden van Fusion een overlap tussen werkingssferen van twee bedrijfstak-cao's, de onderhavige cao en de dóór Fusion afgesloten cao. Fusion verwijst in de bedenkingen naar paragraaf 3.3 van het Toetsingskader AVV, waarin is bepaald dat de Stichting van de arbeid om reactie wordt gevraagd bij overlap van werkingssferen van bedrijftak-cao's, zodat zij kan bezien of haar tussenkomst wenselijk is. Bëdenkinghèbberide wil de reactie van de Stichting van de Arbeid vernemen. Repfesentativiteitsbérekening Bedenkinghebbende geeft aan sterk te twijfelen aan de betrouwbaarheid Sdu Uitgevers, 's-gravenhage 2008 CAO 108422008 CA03328,

van de door de werkgeversorganisatie ANKO gebruikte ledenlijsten, die hebben gediend als bronbestand voor de berekening van de representativiteit Van de ANKO voor de branche. Bovendien zou uit de door ANKO gebruikte bestanden een ander aantal werkgevers voortvloeien dan het opgegeven aantal bij de opgave van de representativiteit en zou er sprake zijn van enkele inconsistenties in de berekening van de representativiteit. Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Samenloop van twee bedrijfstak-cao's Werkingssfeeroverlap in de zin van paragraaf 6. l van het Toetsingskader AVV heeft betrekking op een werkingssfeeroverlap tussen twee of meer (doorgaans) algemeen verbindend verklaarde bedrijfstak-cao's. Hoewel de Fusion-cao een bedrijfstak-cao is, is een verzoek om reactie van de Stichting van de arbeid op de werkingssfeeroverlap zoals bedoeld in het Toetsingskader AVV hier niet aan de orde, omdat er geen sprake is van twee conflicterende avv-besluiten. Represenatativiteitsberekening Cao-bepalingen waarop een avv-verzoek betrekking heeft, moeten gelden voor een naar het oordeel van de minster belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen. Uit de verstrekte gegevens en de toelichting op de gehanteerde onderzoeksmethode is in voldoende mate aannemelijk gemaakt, dat aan het vereiste van een belangrijke meerderheid is voldaan. Cao-partijen hebben voldoende aannemelijk gemaakt, dat de door de bedenkinghebbende aangevoerde verschillen in werkgeversaantallen verklaard kunnen worden door mutaties van ledenaantallen in de loop der tijd en door verschil in de methode van registratie van werkgevers tussen het ANKO-bestand (naar hoofd- en nevenvestigingen) en het voor de berekening gebruikte Interpolis-bestand (naar hoofdvestigingen). Omdat in beide gevallen hetzelfde aantal werknemers is meegenomen in de berekening, is hier geen sprake van vertekening van de aantallen. Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd, dat de bedenkingen van dien aard zijn, dat zij algemeen verbindendverklaring van de onderhavige cao-bepalingen niet in de weg staan. Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatie verzoek ingediend door Fusion. Dit verzoek is afgewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht.

Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabaksproducten, Bakkerij grondstoffen, Binnen- en Buitenhuishoudelijke Markt en Aanverwante Producten, Groothandel in 2007/2009 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 4 JUNI 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN, ZOETWAREN, TABAKSPRODUCTEN, BAKKERIJGRONDSTOFFEN, BINNEN- EN BUITENHUISHOUDELIJKE MARKT EN AANVERWANTE PRODUCTEN UAW Nr. 10788 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 06-06-2008, nr 107 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van het Sociaal Comité voor de Groothandel in Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabak en/of Tabaksproducten namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij (en) te ener zijde: Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen, de Vereniging voor de Groothandel in Zoetwaren, Tabak en/of Tabaksproducten; Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingediend door Houthoff Buruma namens de werkgeversvereniging Overlegorgaan Groothandels in Producten voor de Horeca en Grootverbruik (Overlegorgaan Groothandels) en de werknemersorganisatie Landelijke Belangen Vereniging (LBV). Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: Het Overlegorgaan Groothandels en de LBV - partijen bij de cao voor de Groothandel in Horecaproducten - hebben een rechtsgeldige cao afgesloten die eindigt op 31 mei 2008 en verzoeken het onderhavige Sdu Uitgevers, 's-gravenhage 2008 CAO 107882008 CA03217

avv-verzoek te weigeren, omdat dit een te grote benadeling van de rechtmatige belangen van derden zou teweegbrengen en in het bijzonder: Avv van de onderhavige cao zou een werkingssfeeroverlap teweegbrengen met de cao voor de Groothandel in Horecaproducten. De ruime werkingssfeer van de cao voor de Groothandel in Levensmiddelen maakt, dat partijen bij de cao voor de Groothandel in Horecaprodukten - behoudens een verzoek tot dispensatie - onder deze cao zouden vallen. Hierdoor zouden dubbele lasten ontstaan. Bedenkinghebbende is pas eerst op de hoogte gekomen van het avvverzoek van de onderhavige cao, nadat dit bij de Minister was ingediend en heeft daarom niet de kans gekregen dispensatie in overleg met partijen bij de onderhavige cao te regelen. Volgens bedenkinghebbende zijn de werkgevers aangesloten bij de Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen niet representatief voor de werkgevers die zijn aangesloten bij het Overlegorgaan Groothandels en mist de onderhavige cao ook anderszins representativiteit voor de horecagroothandelsmarkt. Bedenkinghebbende stelt zich op het standpunt dat de werkgevers vallend onder de cao voor de Groothandel in Horecaproducten, daar deze zich specifiek richten op het leveren van producten en diensten aan de horeca, op essentiële punten verschillen van werkgevers die zijn aangesloten bij de Federatie. Het argument dat de partijen bij de cao voor de Groothandel in Levensmiddelen ook horecaproducten doen" is volgens bedenkinghebbende geen doorslaggevend argument. Het gaat erom dat de kenmerken van een bepaalde bedrijfstak evident verschillend zijn in vergelijking met een (bredere) bedrijfstak die zich deels in dezelfde markt begeeft. Enerzijds namelijk ondernemingen die zich in de ruimste zin des woord bezig houden met groothandel in horecaproducten (inclusief diensten en non-food) en anderzijds groothandels in levensmiddelen die een breed pakket van waren verkopen waaronder slechts voor een gedeelte ook horecaproducten (niet diensten). Bovendien zou de vrijheid van collectief onderhandelen onder druk komen te staan als sociale partners in de ene sector zich zouden moeten onderwerpen aan de sociale partners in de andere sector. Het voortbestaan van het Overlegorgaan Groothandels wordt bedreigd indien geen eigen cao kan worden afgesloten. Dit zou volgens bedenkinghebbende een onaanvaardbare aantasting zijn van de rechtmatige belangen van partijen bij de cao voor de Groothandel Horecaproducten, nu zij ruim acht jaar lang hun eigen arbeids-voorwaarden regelen en reeds daarom kan gesproken worden van een volwaardige aparte subsector. Inwilliging van het onderhavige avv-verzoek ertoe lijkt te leiden, dat partijen bij een grote bedrijfstakcao worden bevoordeeld ten koste van kleiner cao-partijen met een op maat gesneden rechtgeldige subsector

Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabaksproducten, Bakkerijgrondstoffen, Binnen- en Buitenhuishoudelijke Markt en Aanverwante Producten, Groothandel in 2007/2009 cao. Dit zou in strijd zijn met meerdere door Nederland geratificeerde conventies van Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) alsmede het Europees Sociaal handvest (ESH). Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Werkingssfeeroverlap in de zin van het Toetsingskader AVV heeft betrekking op een Werkingssfeeroverlap tussen twee of meer (doorgaans) algemeen verbindend verklaarde cao's. Hiervan is i.e. geen sprake. Paragraaf 3.2 van het Toetsingskader AVV geeft aan dat bedenkingen betrekking hebbend op de kosten voortvloeiend uit algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen als evident kansloos worden aangemerkt. Met betrekking tot de bedenkingen inzake de representativiteit wordt opgemerkt dat op grond van paragraaf 4. l van het Toetsingskader AVV de cao-bepalingen waarop het verzoek tot avv betrekking heeft, reeds moeten gelden voor een naar het oordeel van de Minister belangrijke meerderheid van in de bedrijfstak werkzame personen. Bij het berekenen van de representativiteit wordt uitgegaan van de totale bedrijfstak zoals omschreven in de werkingssfeer van de cao en niet van eventuele deelsectoren. Vooropgesteld zij dat de bepalingen uit het IAO-verdrag 98 en artikel 6 ESH geen rechtstreekse werking hebben en zich enkel tot de Staat richten. Van een inbreuk op de vrijheid van onderhandelen is geen sprake. Het blijft immers mogelijk om zich aan te sluiten bij een vakvereniging naar keuze en in vrijheid te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden zoals bedoeld in genoemde verdragen. Tenslotte kan volledigheidshalve nog worden opgemerkt dat cao-partijen verantwoordelijk zijn voor en vrij in de vaststelling van de werkingssfeer van hun cao. De ingebrachte bedenkingen vormen geen beletsel om tot algemeen verbindendverklaring over te gaan. Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatieverzoek ingediend door de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) ^aöaefts-ée-

Dit verzoek is afgewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum I Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV, V en VI is bepaald: HOOFDSTUK I ALGEMENE DEFINITIES Artikel l Werkgever l. In deze Collectieve Arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder werkgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich bezighoudt met de uitoefening van: - de groothandel in levensmiddelen en/of - de groothandel in zoetwaren en/of - de groothandel in tabak en/of tabaksproducten en/of - de groothandel in bakkerijgrohdstoften en/of - de groothandel in levensmiddelen gericht op de binnen- en buitenhuishoudelijke markt en/of - de groothandel in aanverwante artikelen als bedoeld in artikel 2. Artikel 2 Groothandel in Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabaksproducten, Bakkerijgrondstoffen, Binnen- en Buitenhuishoudelijke markt en Aanverwante Produkten 1. Onder groothandel in levensmiddelen als bedoeld in artikel l wordt verstaan de onderneming: a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van een assortiment levensmiddelen (ongeacht de verpakkingsvorm) bestaande uit ten minste acht van de hierna genoemde groepen; en b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan

Groothandel in Levensmiddelen Fonds Kollektievê Belangen 2008 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 29 MEI 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST FONDS KOLLEKTIEVÊ BELANGEN VOOR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN UAW Nr. 10783 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 02-06-2008, nr. 103 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van de Stichting Fonds Kollektievê Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij(en) te ener zijde: Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen, Vereniging voor de Groothandel in Zoetwaren, Tabak en Tabaksprodukten en Nederlandse Vereniging voor de Handel in Gedroogde Zuidvruchten, Specerijen en aanverwante artikelen; Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening. Naar aanleiding van dit verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht door advocatenkantoor Houthoff Buruma namens de werkgeversvereniging Overlegorgaan Groothandels in Producten voor de Horeca en Grootverbruik (hierna: Overlegorgaan) en de werknemersvereniging Landelijke Belangen Vereniging (LBV). Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: Het Overlegorgaan en de LBV - partijen bij de cao voor de Groothandel in Horecaproducten - zijn van mening, dat het onderhavige verzoek tot algemeen verbindend verklaring niet dient te worden ingewilligd omdat zulks een te grote benadeling van de rechtmatige belangen van partijen teweeg zou brengen en in het bijzonder omdat: Sdu Uitgevers, VGravenhage 2008 CAO 107832008 CA03232

Algemeen verbindend verklaring een werkingssfeeroverlap zou veroorzaken tussen de cao Fonds Kollektieve belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen en de cao voor de Groothandel in Horecaproducten. De ruime werkingssfeer van de cao Fonds Kollektieve belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen maakt dat partijen bij de cao voor de Groothandel in Levensmiddelen, behoudens een verzoek tot dispensatie, zonder meer onder de reikwijdte van deze cao zouden vallen. Hierdoor zouden dubbele lasten ontstaan. Bedenkhebbende is pas op de hoogte gekomen van het avv-verzoek van de onderhavige cao nadat dit bij de Minister was ingediend en heeft daarom niet de kans gekregen dispensatie in overleg met partijen bij de onderhavige cao te regelen. Volgens bedenkinghebbende zijn de werkgevers aangesloten bij de Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen niet representatief voor de werkgevers aangesloten bij het Overlegorgaan en mist de cao Fonds Kollektieve belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen ook anderszins representativiteit voor de horecagroothandelsmarkt. Bedenkinghebbende stelt zich op het standpunt dat de werkgevers vallend onder de cao voor de Groothandel in Horecaproducten, daar deze zich specifiek richten op het leveren van producten en diensten aan de horeca, op essentiële punten verschillen van werkgevers die zijn aangesloten bij de Federatie. Het argument dat de partijen bij de cao Fonds Kollektieve belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen ook horecaproducten doen" is volgens bedenkinghebbende geen doorslaggevend argument. Het gaat erom dat de kenmerken van een bepaalde bedrijfstak evident verschillend zijn in vergelijking met een (bredere) bedrijfstak die zich deels in dezelfde markt begeeft. Enerzijds namelijk ondernemingen die zich in de ruimste zin des woord bezig houden met groothandel in horecaproducten (inclusief diensten en non-food) en anderzijds groothandels in levensmiddelen die een breed pakket van waren verkopen waaronder slechts voor een gedeelte ook horecaproducten (niet diensten). Bovendien zou de vrijheid van collectief onderhandelen onder druk komen te staan als sociale partners in de ene sector zich zouden moeten onderwerpen aan de sociale partners in de andere sector. Het voortbestaan van het Overlegorgaan wordt bedreigd indien geen eigen cao meer voor de subsector van de groothandel in horecaproducten kan worden afgesloten. Dit zou volgens bedenkinghebbende een onaanvaardbare aantasting van de rechtmatige belangen van partijen bij de cao voor de Groothandel in Horecaproducten zijn, nu zij ruim acht jaar lang hun eigen arbeidsvoorwaarden regelen en reeds daarom kan worden gesproken van een volwaardige aparte subsector. Inwilliging van het verzoek tot avv van de cao Fonds Kollektieve belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen lijkt ertoe te leiden dat partijen bij een grote bedrijfstakcao worden bevoordeeld ten koste van kleinere cao-partijen met een eigen op maat gesneden rechtsgeldige subsector cao. Dit zou niet in overeenstemming te brengen zijn met meerdere, door

Groothandel in Levensmiddelen Fonds Kollektieve Belangen 2008 Nederland geratificeerde, conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) alsmede het Europees Sociaal Handvest (ESH). Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Werkingssfeeroverlap in de zin van het Toetsingskader AVV heeft betrekking op twee of meer (doorgaans) algemeen verbindend verklaarde cao's. Hiervan is i.e. geen sprake. Paragraaf 3.2 van het Toetsingskader AVV geeft aan dat bedenkingen betrekking hebbend op de kosten voortvloeiend uit algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen als evident kansloos worden aangemerkt. Met betrekking tot de bedenkingen inzake de representativiteit wordt opgemerkt dat op grond van paragraaf 4. l van het Toetsingskader AVV de cao-bepalingen waarop het verzoek tot avv betrekking heeft reeds moeten gelden voor een naar het oordeel van de Minister belangrijke meerderheid van in de bedrijfstak werkzame personen. Bij het berekenen van de representativiteit wordt uitgegaan van de totale bedrijfstak zoals omschreven in de werkingssfeer van de cao en niet van eventuele deelsectoren. Vooropgesteld zij dat de bepalingen uit het IAO-verdrag 98 en artikel 6 ESH geen rechtstreekse werking hebben en zich enkel tot de Staat richten. Van een inbreuk op de vrijheid van onderhandelen is geen sprake. Het blijft immers mogelijk om zich aan te sluiten bij een vakvereniging naar keuze en in vrijheid te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden zoals bedoeld in genoemde verdragen. Tenslotte kan volledigheidshalve nog worden opgemerkt dat cao-partijen verantwoordelijk zijn voor en vrij zijn in de vaststelling van de werkingssfeer van hun cao. De ingebrachte bedenkingen vormen geen beletsel om tot algemeen verbindendverklaring over te gaan. Naar aanleiding van dit verzoek is een schriftelijk dispensatieverzoek ingediend door de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) mede namens de overige partij bij de cao voor de Groothandel in Horecaproducten. Dit dispensatieverzoek is afgewezen in de vorm van een afzonderlijke beschikking conform de Algemene wet bestuursrecht.