22 januari 2013 NOTITIE WINDENERGIE GEMEENTE MOERDIJK

Vergelijkbare documenten
UITVOERINGSDOCUMENT WINDENERGIE GEMEENTE MOERDIJK

INLEIDING LEESWIJZER

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college,

gemeen~ Moerdük RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van 16 januari 2014 Agendanummer: 7.1 Onderwerp: Notitie Windenergie gemeente Moerdijk

Beleidskader windenergie

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Ontwerp wijziging PRVS

Houtskoolschets Windstreek 2011

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Borgen regionaal aanbod windenergie in gemeentelijk Windbeleid. 1. Raadsbesluit 1. Brief provincie aan RWB Ambtelijke coördinatie:

KLEINE WINDTURBINES NOVEMBER Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

STAND VAN ZAKEN REGIONAAL BOD WINDENERGIE

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

Sociale Windenergie. Windenergie langs de A16. Wind A16 & Sociale windenergie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

Vraag en antwoord windmolens in de gemeente Dronten

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Achtergrond en doel presentatie

"We zetten stappen om Lelystad bekend te laten staan als stad met een duurzaam profiel, kansrijk

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld.

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Fryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

Spiekbriefje Frisse Wind

AANVULLENDE OVEREENKOMST 155 WINDPARK OUD DINTEL. Aanvulling bij de locatieontwikkelingsovereenkomst 155 Windpark Oud Dintel d.d.

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1

Agendapunt 5 Opinienota

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

3. Coöperatie Windgroep Goeree-Overflakkee, namens deze Arjan van der Tol, handelend als voorzitter, hierna te noemen: Windgroep.

2.2 Provinciaal beleid

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Landschappelijke inpassing windlocatie Westpoortweg + visualisaties

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/18

ALTERNATIEVEN ONTWIKKELING OOSTPOLDER

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

WELKOM. Algemene Ledenvergadering 15 februari 2018

Notitie energiebesparing en duurzame energie

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Onderwerp: Kaders voor windenergie

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27

Resultaten Bewonersavonden, enquête Quick Scan Windenergie Korendijk

Heerhugowaard Stad van kansen

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in %

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt:

Ruimtelijke onderbouwing

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Krimpen aan den IJssel

Aan de Raad Raad Made, 24 oktober 2014

Beknopte beleidsnotitie voor zonne-energie gemeente Leeuwarderadeel Versie : ontwerp Datum : 1 februari 2016

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie.

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

B e l e i d s r e g e l s. E r f a f s c h e i d i n g e n. B e d r ij f s p e r c e l e n

Aan de gemeenteraad Vergadering: 7 oktober 2013

Raadscommissievoorstel

1. Inleiding. De Nota Kostenverhaal bevat ten aanzien van het kostenverhaal het kader voor de wijze waarop de

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid dhr. Babijn (Partij voor Zeeland) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL

Fotoverslag Gesprek 1 Stadsgesprek Duurzame energie Rijnenburg

Windturbines Lingewaard

BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE

BELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES.

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.

Zuid-Holland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

Eerste officiële inspraak Windenergie A16

Windenergie in Almere

Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van omwonenden is bij het plaatsen van windturbines?

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

ilse Bijlagen

Samenvatting: Bouwinitiatieven Drunen Noord

dhr. E. Goldsteen - Ruimtelijke ordening en bouwzaken 3. Beheer openbare ruimte

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Windenergie Al 6 Samen op weg naar een duurzame toekomst -- >--- GEMEENTE. elen. >X<&< Gemeente Breda. gemeente. Zundert. lvloerdijk 2 ( S3W < fed

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

899824/ Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder

september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland

Transcriptie:

22 januari 2013 NOTITIE WINDENERGIE GEMEENTE MOERDIJK 2013-2030

2

INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 5 LEESWIJZER... 5 HOOFDSTUK 1 NUT EN NOODZAAK VAN WINDENERGIE... 7 1.1 algemeen... 7 1.2 wat levert het op?... 7 1.3 reductie CO2... 7 HOOFDSTUK 2 BELEIDSAMBITIES... 9 2.1 de Europese ambitie... 9 2.2 de Rijksambitie... 9 2.3 de provinciale ambitie...10 2.4 de ambitie van de Regio West-Brabant...10 2.5 de gemeentelijke ambitie...11 HOOFDSTUK 3 DE BESTAANDE SITUATIE...13 3.1 de bestaande locaties...13 3.2 de locaties in procedure...13 3.3 nieuwe initiatieven...13 HOOFDSTUK 4 EVALUATIE NOTA VISIE WINDENERGIE 2004...15 4.1 uitgangspunten nota visie windenergie 2004...15 4.2 resultaten en aanbevelingen...15 HOOFDSTUK 5 NIEUWE ONTWIKKELINGEN...19 5.1 structuurvisie 2030...19 5.2 bestuursovereenkomst realisatie gebiedsontwikkeling Moerdijk...19 5.3 paraplunota leefomgeving;...19 5.4 compensatieregeling windturbines...19 5.5 de crisis- en herstelwet...19 5.6 de provinciale Verordening Ruimte...20 5.7 technische ontwikkelingen...20 HOOFDSTUK 6 RISICOFACTOREN...21 6.1 inleiding...21 6.2 draagvlak...21 6.3 overige risicofactoren...21 HOOFDSTUK 7 VISIE WINDENERGIE 2013-2030...23 7.1 ambitie windenergie:...23 7.2 visie windenergie:...23 7.3 randvoorwaarden windenergie...23 7.4 de beoogde locaties en opschaling...24 7.5 totaaloverzicht windturbinelocaties...25 SLOTWOORD...27 3

4

INLEIDING Op 8 juli 2004 is de Nota Visie Windenergie gemeente Moerdijk vastgesteld, die tot op heden als toetsingskader heeft gefungeerd bij verzoeken tot het plaatsen van windturbines. Deze nota sloot aan bij het toen geldende landelijk en provinciaal beleid. Met een aantal regiogemeenten was op 26 juni 2002 de Intentieverklaring Regionale Ontwikkeling Windenergie West-Brabant opgesteld met als doel om gezamenlijk 60 MW windenergie in 6 jaar te realiseren. De gemeente Moerdijk had een doelstelling van 35 MW in 2010, waarvan circa 20 MW daadwerkelijk is gerealiseerd. Inmiddels heeft de opwekking van duurzame (wind)energie een vlucht genomen. Op Europees, landelijk, provinciaal en regionaal niveau zijn de doelstellingen aangescherpt. In de vergadering van 25 oktober 2012 heeft de gemeenteraad de Paraplunota Leefomgeving vastgesteld, waarin de gemeente haar duurzaamheidsambities heeft verwoord en geconcretiseerd. Een van de doelen is dat 30% van de totale energiebehoefte in Moerdijk in 2030 wordt opgewekt in de vorm van windenergie. De huidige visie sluit niet meer geheel aan op de praktijk. Ook als gevolg van diverse ontwikkelingen is er aanleiding om de beleidsuitgangspunten die in 2004 zijn geformuleerd te actualiseren. De Notitie windenergie gemeente Moerdijk 2013-2030 is hiervan het resultaat. LEESWIJZER In hoofdstuk 1 wordt in het kort ingegaan op het nut en de noodzaak van windenergie. Hoofdstuk 2 beschrijft de ambities van de diverse overheidsorganen en de regio West-Brabant. In hoofdstuk 3 wordt de bestaande situatie in Moerdijk beschreven. Hoofdstuk 4 bevat de resultaten van de evaluatie van de Nota Visie windenergie 2004. In hoofdstuk 5 wordt aandacht besteed aan belangrijke ontwikkelingen die vragen om actualisatie van de huidige visie en randvoorwaarden. Hoofdstuk 6 gaat kort in op risicofactoren die de plaatsing van de turbines kunnen beïnvloeden. Hoofdstuk 7 vormt de kern van deze notitie. Hierin zijn de geactualiseerde visie en randvoorwaarden verwoord. Het document eindigt met een slotwoord. 5

6

HOOFDSTUK 1 NUT EN NOODZAAK VAN WINDENERGIE 1.1 algemeen Door het toepassen van windenergie wordt het gebruik van fossiele grondstoffen en fossiele brandstoffen verminderd. Windenergie veroorzaakt geen uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO 2, wat minder belastend is voor het ecosysteem. Hierdoor heeft het toepassen van deze vorm van duurzame energie bij de meeste mensen een positief imago. Door participatie van omwonenden kan de plaatsing van windturbines lokaal voor extra werkgelegenheid zorgen en voor draagvlak. 1.2 wat levert het op? Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. De opbrengst van de turbines hangt af van diverse factoren: de hoogte, de grootte en vorm van de rotorbladen, windsnelheid, aantal uren dat de turbine in werking is, e.d.. Gemiddeld genomen levert een turbine van 3 megawatt (MW) een opbrengst van tussen de 6 en 7,5 miljoen kwh elektriciteit per jaar. Dit is het vergelijkbaar met het jaarlijks elektriciteitsverbruik van ongeveer 1.800-2.200 huishoudens. 1.3 reductie CO2 Een turbine van 3 MW levert zoals hierboven vermeld circa 6-7,5 miljoen kwh aan elektriciteit. Deze hoeveelheid behoeft dan niet in een energiecentrale te worden opgewekt. Dit bespaart circa 2.400-3.800 ton CO 2 -uitstoot per jaar. 7

8

HOOFDSTUK 2 BELEIDSAMBITIES 2.1 de Europese ambitie De Europese Unie heeft als doel dat 20% van het totale energieverbruik in 2020 in de vorm van duurzame energie wordt opgewekt. Windenergie zou hiervan 12 tot 14% deel uit moeten maken. Per EU-lidstaat zijn de doelen vertaald in streefcijfers. In juni 2010 hebben alle EU-lidstaten een nationaal actieplan duurzame energie opgeleverd. Dit volgt uit de Europese Duurzame Energie Richtlijn. Hierin staat voor Nederland onder andere de doelstelling van 14% duurzaam opgewekte energie in 2020. 2.2 de Rijksambitie Het kabinet Rutte-2 heeft inmiddels in het Regeerakkoord een doelstelling vastgelegd van 16% duurzame energie in 2020, 2% meer dan met Europa is afgesproken. Het Rijk (de ministeries van IenM en EZ) zijn gestart met het opstellen van de Structuurvisie Windenergie op Land (SV WOL). Het doel hiervan is om enerzijds bij te dragen aan het realiseren van de doelstelling van 6.000 megawatt opgesteld vermogen aan windenergie in 2020 en anderzijds bij te dragen aan een zorgvuldige inpassing van grootschalige windenergieprojecten in het landschap en in de omgeving. Het gaat hierbij om nieuwe locaties met een capaciteit van minimaal 100 MW. Het Rijk heeft in de regio West-Brabant de locatie A16 op het oog. Rijksconcentratiegebieden windenergie Zuid- West Nederland 9

2.3 de provinciale ambitie De provincie Noord-Brabant wil zich inzetten om vóór 2020 320 MW aan windenergie vergund te hebben. Deze doelstelling is tevens de Brabantse bijdrage aan de 6.000 MW windenergie op land in 2020, die het rijk als doelstelling heeft geformuleerd. Er is gekeken naar de landschappelijk meest aantrekkelijke gebieden. Dit zijn grootschalige open landschappen en productielandschappen, zoals industrieterreinen. Op basis van deze criteria ziet de provincie plaatsingsmogelijkheden op grote gedeelten van de kleigronden in West-Brabant en bij (middel)zware bedrijventerreinen van minstens 20 ha, zoals het Industrieterrein Moerdijk. (deelkaart provinciaal beleid) 2.4 de ambitie van de Regio West-Brabant Op 31 oktober 2011 heeft de regio West-Brabant een bod gedaan aan de provincie Noord-Brabant en aan het Rijk voor het plaatsen of opschalen van (nieuwe) windturbines. West-Brabant heeft daarmee niet het moment willen afwachten dat de provincie en het Rijk zelf locaties zouden gaan aanwijzen. De gemeenten in West-Brabant voldoen met het aanbod aan de vraag van het Rijk en Provincie. Dit waarborgt dat er geen aanvullende locaties worden aangewezen en dat geen medewerking wordt verleend aan initiatieven die niet binnen dit bod vallen. De Regio West-Brabant ziet dit als een finaal bod waarin geen veranderingen mogelijk zijn. 10

(deelkaart regionaal bod) 2.5 de gemeentelijke ambitie In de vergadering van de raad van 25 oktober 2012 is de Paraplunota Leefomgeving vastgesteld. Hoofddoelstelling hiervan is het creëren van een toekomstbestendige leefomgeving. Dit is verder uitgewerkt in een aantal subdoelstellingen, die bij het plaatsen van windturbines een rol spelen: L2 L3 40% minder CO 2 -uitstoot (exclusief het Industrieterrein Moerdijk) Het doel is 40% CO 2- reductie, conform hetgeen in de Strategische Visie is vastgelegd. 10% minder CO 2 -uitstoot op het Industrieterrein Moerdijk Op het industrieterrein Moerdijk komt veel CO 2 vrij en wordt nu de lucht in geblazen. CO 2 kan echter prima hergebruikt worden, met name in de glastuinbouw. Aan de Spiepolder ligt een kassencomplex dat op termijn nog aanzienlijk wordt uitgebreid. Ook bij het AFC in Steenbergen zijn ontwikkelingen gaande, waaronder het realiseren van meer glastuinbouw. Deze projecten zouden een reductie van circa 90 Kton kunnen opleveren. De overige 250 Kton reductie wordt behaald door ontwikkeling en toepassing van nieuwe productietechnieken en verhandelbare CO 2 -rechten. G2 lokaal opwekken van duurzame energie (70% in 2030): - 30% windenergie in 2030; - 10% bio-energie in 2030; - 30% zonne-energie binnen de gebouwde omgeving De gemeentelijke energiebehoefte wordt voor 7% voorzien uit windenergie. Er lopen nog twee projecten; Oud Dintel en Sabinapolder, gezamenlijk goed voor circa 27MW, wat gelijk is aan 9,5% van de totale energiebehoefte in Moerdijk. De ambitie is om dit percentage te verhogen naar 30% in 2030. Dit wordt uitgewerkt in een uitvoeringsdocument windenergie gemeente Moerdijk. Aanvullend wil de gemeente een bijdrage leveren aan de landelijke doelstelling van 6.000 MW windenergie op land in 2020. De bijdrage van Moerdijk is opgenomen in het bod van de Regio West-Brabant. 11

12

HOOFDSTUK 3 DE BESTAANDE SITUATIE 3.1 de bestaande locaties De huidige turbines hebben in totaal een capaciteit van circa 20 MW, waarmee op een duurzame manier voor 7% in de totale energiebehoefte in de gemeente Moerdijk kan worden voorzien. Locatie Aantal turbines Aantal MW (totaal afgerond) Percentage van totale energiebehoefte Moerdijk Keteldiep 1 0,5 Industrieterrein Moerdijk (Middenweg) 2 1,5 Volkeraksluizen 11 11 Sabinadijk 7 7 Totaal bestaand 20 7% 3.2 de locaties in procedure Aanvullend hierop zijn er nog twee locaties in procedure. Deze locaties leveren 27 MW op, wat neerkomt op 9,5% van het huidige energieverbruik in de gemeente Moerdijk: Locatie Aantal turbines Aantal MW (totaal) Percentage van totale energiebehoefte Moerdijk Sabinapolder 3 9 Oud Dintel 6 18 Totaal in procedure 27 9,5% Op de strekdam aan het Volkerak (in het verlengde van de Sabinadijk) zijn in 1996 twee windturbines planologisch mogelijk gemaakt, waarbij de maximale ashoogte 75m mag bedragen. Tot op heden is hiervan één turbine gerealiseerd. Deze turbine is in het bovenstaande overzicht opgenomen. 3.3 nieuwe initiatieven Naast de al gerealiseerde projecten hebben diverse initiatiefnemers bij de gemeente geïnformeerd naar de mogelijkheden voor het plaatsen van nieuwe windturbines op de volgende locaties: - Zonzeel-West (A16) - Markdijk, in aansluiting op de turbines van de gemeente Etten-Leur - de strook rondom het industrieterrein Moerdijk - Hokkenberg Voor al deze locaties zijn nog geen officiële verzoeken om medewerking ingediend. De meeste initiatiefnemers wachten op de vaststelling van de nieuwe gemeentelijke uitgangspunten. In het volgende hoofdstuk is dit verder uitgewerkt, waarin wordt aangegeven of met deze locaties kan worden ingestemd. 13

14

HOOFDSTUK 4 EVALUATIE NOTA VISIE WINDENERGIE 2004 4.1 uitgangspunten nota visie windenergie 2004 In 2000 is door Wind Energie Ontwikkelingsmaatschappij (WEOM bv) een quick scan uitgevoerd voor mogelijkheden van windenergie. Bij deze quick scan is gekeken naar de haalbaarheid van het plaatsen van windturbines, specifiek in het buitengebied. Als toetsingscriteria werden gebruikt de ruimtelijke inpassing, het windaanbod, elektrische netaansluiting en civiele aansluiting (ontsluiting locatie). Hieruit vloeide 26 locaties voort. Vervolgens is een nadere afweging gemaakt op basis van hinderaspecten (geluid, schaduwwerking, reflectie en veiligheid). Na deze screening resteerde nog 11 potentiële locaties. Uit planologisch, landschappelijk en stedebouwkundig oogpunt wordt het vullen van de gemeente met windturbines over het gehele grondgebied onwenselijk geacht. Voor de toetsing hiervan gelden de volgende criteria: - geen plaatsing van turbines in open gebied, tenzij de plaatsing wordt ondersteunt door andere landschappelijke kenmerken, zoals beplanting, bebouwing, wegenpatroon, waterpatronen, e.d.; - er dient rekening gehouden te worden met het type landschap; zo kenmerkt de gemeente zich door een overheersend open polderlandschap in het westelijk deel en meer verstedelijking in het oostelijk deel; - geen solitaire turbines in het buitengebied. Na toetsing op basis van deze criteria resteerde er nog 4 locaties: - Sabinadijk; - Sabinapolder; - Klaverpolder; - Volkeraksluizen. Er is uiteindelijk besloten de zoeklocatie aan de Klaverpolder te laten vervallen. Volgens de provincie was niet voldoende onderbouwd dat de bundeling van de te plaatsen windturbines met de infrastructuur de aantasting van het open landschap zou wegnemen. Industrieterrein Moerdijk is hiervoor als alternatief aangewezen. Tevens is het gebied ten zuid-oosten van de A29 aangewezen als uitbreiding van de locatie Sabinapolder. 4.2 resultaten en aanbevelingen * ambitie Op grond van de potentiële capaciteit van de aangewezen zoeklocaties is voor een ambitieniveau gekozen van 35 MW in 2010. Het resultaat was circa 20 MW in 2010. Tot op heden is het resultaat niet verbeterd. aanbeveling Met de vaststelling van de paraplunota Leefomgeving is de ambitie voor het realiseren van windenergie verhoogd naar circa 85 MW In 2030. Het is belangrijk dat de gemeente voldoende locaties aanwijst voor het realiseren van windenergie en meedenkt over het optimaal benutten hiervan. * De pijlers van het gemeentelijk beleid De pijlers van het (huidig) gemeentelijk beleid ten aanzien van het realiseren van windenergie zijn: - bevorderen realisatie windturbines binnen de bestaande zoekgebieden; - bevorderen realisatie windturbines binnen nieuw aan te wijzen zoekgebieden; - een positieve houding ten aanzien van vervanging en/of opschaling van geplaatste windturbines; - geen medewerking verlenen aan het plaatsen van solitaire windturbines. 15

aanbeveling: Het uitsluitend toestaan van windturbines in de aangewezen zoeklocaties voorkomt dat de gemeente volledig wordt gevuld met windturbines. Exploitanten van de windturbines moet de mogelijkheid worden geboden om de eerder geplaatste turbines te vervangen door meer rendabele exemplaren. Dat draagt bij aan het realiseren van de gemeentelijke en landelijke doelstelling ten aanzien van windenergie. Uiteraard mag dit niet leiden tot onevenredige aantasting van de omgeving dan wel tot onevenredige hinder voor omwonenden. Het is daarom wenselijk om binnen de locatie Volkerak de mogelijkheden van het opschalen van de turbines nabij Willemstad (ten noordoosten van de A29) uit te sluiten als deze opschaling inhoudt dat de turbines hoger worden. Aangezien het opwekken van duurzame energie past binnen het gemeentelijk beleid is het op voorhand volledig uitsluiten van solitaire windturbines te vergaand. Het is wenselijk dit te nuanceren in het nee, tenzij-principe, waarbij geldt dat wanneer initiatiefnemer aantoont dat de solitaire windturbine geen aantasting van het landschap of hinder voor de omgeving veroorzaakt, medewerking aan de plaatsing hiervan tot de mogelijkheden behoort. * Toetsingscriteria voor aanwijzen locaties De aanwijzing van de huidige locaties is gebaseerd op een aantal toetsingscriteria: - ruimtelijke inpassing; - het windaanbod; - de mogelijkheid van een elektrische netaansluiting; - de mogelijkheid van ontsluiting van het gebied (civiele aansluiting); - planologische aspecten; - landschappelijke aspecten; - stedenbouwkundige aspecten aanbeveling: De toetsingscriteria zijn niet helder omschreven en niet duidelijk is wat nu precies de verschillen hiertussen zijn. Het is daarom wenselijk om hierin verandering te brengen en in de toekomst de ruimtelijke kwaliteit als toetsingskader te gebruiken zoals dat is verwoord in de provinciale verordening ruimte. In hoofdstuk 5 nieuwe ontwikkelingen wordt hierop nader ingegaan. * De uitgangspunten voor het plaatsen van turbines Als uitgangspunten voor het plaatsen van windturbines gelden: - alleen binnen aangewezen zoekgebieden; - voldoen aan alle relevante wet- en regelgeving; - voldoen aan landelijk en provinciaal beleid; aanbeveling: Aangezien de gemeente eigen beleid heeft vastgesteld, bijvoorbeeld ten aanzien van de ruimtelijke ordening (Structuurvisie 2030) en de fysieke leefomgeving (Paraplunota Leefomgeving en deze Notitie windenergie), dient ook het voldoen aan het gemeentelijk beleid als uitgangspunt nadrukkelijk toegevoegd te worden. * De randvoorwaarden voor het plaatsen van turbines Als randvoorwaarden voor plaatsing van de turbines zijn nu gesteld: a. een minimum masthoogte van 40 meter; b. alleen het plaatsen van driewiekers is toegestaan; c. de turbines dienen dezelfde draairichting te hebben; d. er moet aantoonbaar voldaan kunnen worden aan de gestelde eisen en randvoorwaarden; e. er moeten visualisaties ter beoordeling van de landschappelijke inpassing worden aangeleverd; f. er moet rekening worden gehouden met de draagkracht van het landschap; g. nieuw voor oud toegestaan; h. turbines die niet meer (permanent) worden gebruikt dienen te worden verwijderd; i. afstemming met andere projecten; j. optimalisering vermogen (aantonen dat het beoogde plan rendabel is); k. motivatie locatiekeuze en plaatsingsvoorstel. 16

aanbeveling: Ten aanzien van deze randvoorwaarden kan geconcludeerd worden dat enkele hiervan overbodig dan wel ongewenst zijn. De aangewezen zoekgebieden zijn bedoeld voor grote windturbines. Hieronder worden nu verstaan turbines hoger dan 60 meter. Op grond hiervan is het wenselijk om de minimale masthoogte te verhogen van 40 meter naar 60 meter. Het uitsluitend toestaan van driewiekers is destijds vastgelegd om de plaatsing van de meer onrustige tweewiekers te voorkomen. De markt heeft zich inmiddels geconcentreerd op de productie van driewiekers bij de grote turbines. Als gevolg van technische ontwikkelingen zijn in de toekomst misschien ook andere typen windturbines denkbaar, misschien wel zonder rotorbladen. Deze randvoorwaarde kan daarom vervallen. Dat turbines dezelfde richting opdraaien is zo logisch dat ook deze randvoorwaarde kan vervallen. Ditzelfde geldt voor de voorwaarde dat aantoonbaar aan alle eisen en randvoorwaarden moet worden voldaan. Het is ook niet realistisch te verwachten dat er plannen worden ingediend die niet rendabel zijn. Motivatie van de locatiekeuze is niet nodig omdat de turbines alleen in de aangewezen zoeklocaties kunnen worden gerealiseerd. Op grond van deze conclusies kunnen de randvoorwaarden b, c,d, j en k komen te vervallen en wordt randvoorwaarde a aangepast. 17

18

HOOFDSTUK 5 NIEUWE ONTWIKKELINGEN 5.1 structuurvisie 2030 In de Structuurvisie 2030 is het ruimtelijk kader vastgelegd dat is gebaseerd op de huidige kenmerken van het gebied. Als een van de hoofdkenmerkend wordt gezien het open polderlandschap in het westelijk gedeelte en de meer bedrijfsmatige activiteiten in het oostelijk gedeelte van de gemeente. 5.2 bestuursovereenkomst realisatie gebiedsontwikkeling Moerdijk De gemeente is samen met de provincie een bestuursovereenkomst aangegaan met het doel te komen tot een integrale gebiedsontwikkeling, gericht op versterking van de economie en de leefbaarheid binnen de gemeente Moerdijk. De realisatie van het Logistiek Park Moerdijk maakt hiervan onderdeel uit. Een van de ambities is dat Logistiek Park Moerdijk zo mogelijk CO 2 neutraal ontwikkeld wordt, o.a. door gebruikmaking van windenergie. 5.3 paraplunota leefomgeving; In de paraplunota Leefomgeving is het gemeentelijk beleid geactualiseerd ten aanzien van de fysieke leefomgeving. De ambitie met betrekking tot de thema s ondergrond, water, lucht, grondstoffen en natuur zijn met elkaar geïntegreerd en op elkaar afgestemd. Samen met de nog op te stellen paraplunota s economisch klimaat en maatschappij vormt deze nota één van de drie pijlers van het duurzaamheidsbeleid van de gemeente tot 2030. Hoofddoel is te komen tot een toekomstbestendige woon-, werk- en leefomgeving. Gestreefd wordt naar 30% energiebesparing in 2030. De dan nog benodigde energie wordt bij voorkeur duurzaam opgewekt middels windenergie (30%), zonne-energie (30%) en bio-energie (10%). 5.4 compensatieregeling windturbines In de vergadering van 25 oktober 2012 heeft de raad ingestemd met de invoering van een compensatieregeling. Dit houdt in dat bij elk initiatief ten aanzien van windturbines (nieuw of opschaling) waarbij de ruimtelijke kwaliteit wordt aangetast, een bedrag van 15.000 per MW verschuldigd is. Dit bedrag wordt gestort in het fonds ruimtelijke ontwikkeling en is bedoeld voor projecten ter verbetering van de (directe) leefomgeving. 5.5 de crisis- en herstelwet Om de slagvaardigheid rondom het realiseren van projecten te vergroten is de Crisis- en Herstelwet in het leven geroepen. Dit moet ook leiden tot een economische impuls en duurzaamheid. Beroepsmogelijkheden zijn beperkt en de regiefunctie ligt bij de Rijksoverheid bij projecten met nationale betekenis of de provincie bij provinciale belangen. Deze wet geldt daarmee ook voor projecten die bijdragen aan het realiseren van de landelijke windenergiedoelstelling. Het Rijk streeft in West-Brabant naar minimaal één nieuwe locatie van ten minste 100 MW die bijdraagt aan het realiseren van de landelijke doelstelling van 6.000 MW in 2030. Hierbij is de A16 nadrukkelijk in beeld. De regio West-Brabant heeft hierop geanticipeerd en heeft een aantal concrete kleinere projecten benoemd (van samen meer dan 100 MW) waaraan medewerking wordt verleend. Deze liggen verspreid over de gemeenten Zundert, Breda, Moerdijk en Drimmelen. Dit voorkomt dat de gehele aaneengesloten strook langs de A16 wordt aangewezen. Voor Moerdijk bestaat een concept-plan voor het plaatsen van 8 turbines nabij Zonzeel, waarvan 5 turbines op Moerdijks grondgebied en 3 op het gebied van de gemeente Drimmelen. Bijkomend voordeel is dat afstemming en clustering plaatsvindt met de turbines in Drimmelen. 19

5.6 de provinciale Verordening Ruimte Sinds enkele jaren geldt de provinciale verordening ruimte. Deze verordening is met name bedoeld als toetsingskader voor grotere ruimtelijke ontwikkelingen. Om het begrip grijpbaar en bespreekbaar te maken zijn waarden en belangen geformuleerd: gebruikswaarde economisch belang sociaal belang Allocatie efficiëntie Bereikbaarheid Stimulerende effecten Gecombineerd ruimtegebruik Toegang Eerlijke verdeling Inbreng Keuzemogelijk heden ecologisch belang Externe veiligheid Schoon milieu Water in balans Natuur voor plant, dier en mens cultureel belang Keuzevrijheid Culturele verscheidenheid belevingswaarde Imago/uitstraling Aantrekkelijkheid Gelijkwaardigheid Verbondenheid Sociale veiligheid Rust en ruimte Schoonheid van de natuur Gezonde leefomgeving Eigenheid Schoonheid van de cultuur Leesbaarheid van tijd en ruimte Contrastrijke omgeving toekomstwaarde Stabiliteit en flexibiliteit Agglomeratie Gebundelde aantrekkelijkheid Iedereen aan boord Sociaal draagvlak Betekenisvol Ecologische voorraden bodem, water en natuur Duurzame ecosystemen Erfgoed Integratie Culturele vernieuwing Hoewel niet alle aspecten voor het plaatsen van windturbines van toepassing zullen zijn is dit een uitstekend kader om de plaatsing van windturbines aan te toetsen. Voor het plaatsen van windturbines is altijd een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Deze wordt (onder andere) aan de provinciale verordening getoetst. 5.7 technische ontwikkelingen Als gevolg van verbeterde technieken neemt het rendement van turbines toe. Consequentie is dat hierdoor de turbines hoger worden. Als standaard geldt nu een turbine van 3 MW, met een tiphoogte van circa 150 meter. Er kan dan met minder turbines volstaan worden om dezelfde capaciteit te realiseren, maar hier staat tegenover dat de inpassing in de omgeving moeilijker wordt en de kans op overlast voor de omgeving groter. 20

HOOFDSTUK 6 RISICOFACTOREN 6.1 inleiding Om aan de gemeentelijke doelstelling van 30% windenergie te voldoen is nog 38 MW aan windenergie nodig, wat goed is voor 13,5% van de totale energiebehoefte in Moerdijk. Op grond van bovenstaande potenties lijkt sprake te zijn van een overcapaciteit. Er is echter een aantal risicofactoren dat de realisatie van windturbines kan belemmeren. 6.2 draagvlak Meest ideale situatie is wanneer iedereen de plaatsing van de turbines toejuicht. De praktijk is meestal anders. Met name omwonenden, vaak wel voorstander van duurzame (wind)energie, hebben liever geen turbines in de eigen directe woonomgeving. Bedrijven zien een toekomst in windenergie en pleiten voor zoveel mogelijk locaties. Overigens groeit bij bedrijven het maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat betekent dat het winstoogmerk niet meer het enige aspect is dat telt. Daarnaast verlangen Rijk en provincie een bijdrage in hun doelstellingen. De gemeente en initiatiefnemers moeten met al deze (soms tegenstrijdige) belangen rekening houden. Onvoldoende belangenafweging en/of participatie kan leiden tot weerstand en (onnodige) juridische procedures. 6.3 overige risicofactoren Overlast en gezondheidsaspecten mogen niet uit het oog verloren worden. Dit geldt met name voor turbines die dicht bij woningen staan. Het gaat dan met name om geluidhinder en slagschaduw. Daarnaast kunnen psychische aspecten een rol spelen. In het (open) polderlandschap is de inpassing in het landelijk gebied een belangrijk aspect. Gerelateerd hieraan is het aspect van biodiversiteit in de vorm van bescherming van vleermuizenpopulaties e.d.. Het gehele grondgebied van Moerdijk ligt binnen het onderzoeksgebied van radarstation Woensdrecht. Dit betekent dat er bij plaatsing en opschaling altijd een toets gedaan moet worden of de turbines het radarsysteem al dan niet verstoren. Op industrieterrein Moerdijk en het Logistiek Park Moerdijk speelt het aspect van externe veiligheid in relatie met bedrijvigheid, zoals de opslag en transport van gevaarlijke stoffen en de aanwezigheid van kantoorruimtes. Tot op heden is meestal gebruik gemaakt van subsidiemogelijkheden van het Rijk. Het is afwachten hoe het nieuwe kabinet hier in de toekomst mee om gaat en/of het realiseren van windturbines ook rendabel wordt zonder subsidiemogelijkheden. Het Rijk houdt uitdrukkelijk een stok achter de deur om er zeker van te zijn dat haar ambitie van 6.000 MW windenergie in 2020 is gerealiseerd. Het jaar 2015 wordt als een evaluatiejaar gezien om te kijken hoeverre de via de provincies ingebrachte megawatts daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Het Rijk gaat er hierbij vanuit dat de gemeenten alles in het werk stellen om de turbines te realiseren. Gebeurt dit niet dan zal het Rijk zelf de regie overnemen en de benodigde procedures opstarten. Het Rijk is niet gebonden aan de locaties die wij nu zelf hebben aangewezen. Omdat het grondgebied van Moerdijk geheel als zoekgebied van het Rijk is aangewezen, is de kans groot dat er meerdere (grootschalige) locaties worden gerealiseerd dan die nu op grond van het (geactualiseerde) gemeentelijk beleid mogelijk zijn en die in het regionale bod West-Brabant zijn vastgelegd. 21

22

HOOFDSTUK 7 VISIE WINDENERGIE 2013-2030 7.1 ambitie windenergie: Van de totale energiebehoefte in de gemeente Moerdijk in 2030 wordt 30% opgewekt in de vorm van windenergie. 7.2 visie windenergie: - het realiseren van windenergie moet worden gezien als onderdeel van de integrale ontwikkeling van een gebied; - de opstelling en de verschijning van de turbines mag de ruimtelijke kwaliteit niet aantasten. Dit wordt getoetst aan de hand van de waarden en belangen zoals deze in de provinciale verordening ruimte zijn verwoord; - om de visuele invloed van windturbines te beperken, is het aanwijzen van locaties in het open (polder)landschap ongewenst, en kunnen beperkingen worden opgelegd aan de hoogte en opschaling van (bestaande) turbines; - het gemeentebestuur wijst alléén nog nieuwe locaties aan wanneer blijkt dat de beoogde gemeentelijke ambitie niet gehaald dreigt te gaan worden; - om tot een optimale invulling van de aangewezen locaties te komen en een goede ruimtelijke inpassing, is het plaatsen van grote solitaire windturbines niet toegestaan. Aangesloten wordt bij het provinciaal beleid waarbij een cluster- of lijnopstelling is voorgeschreven van minimaal 8 turbines in het buitengebied en van minimaal 3 turbines in of nabij een stedelijk gebied of op en nabij bedrijfslocaties; - het plaatsen van kleine solitaire windturbines is toegestaan onder de hiervoor gestelde randvoorwaarden; - om draagvlak te creëren voor de realisatie van windturbines is het belangrijk om omwonenden hierbij te betrekken, bij voorkeur in de vorm van participatie; 7.3 randvoorwaarden windenergie - er dient voldaan te worden aan alle relevante wet- en regelgeving; - er dient voldaan te worden aan landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid; - er is een financiële compensatie verschuldigd van 15.000,- per MW wanneer de ruimtelijke kwaliteit wordt aangetast; - initiatiefnemer moet een communicatieplan overleggen ter goedkeuring van de gemeente waarin het proces beschreven wordt hoe en wanneer omwonenden bij het project worden betrokken en erover worden geïnformeerd; - initiatiefnemer moet een rapport overleggen waarin verslag wordt gedaan van de resultaten van eventuele participatie van omwonenden en andere betrokkenen (bijvoorbeeld grondeigenaren) in het project; - turbines die niet meer (permanent) in gebruik zijn moeten binnen 6 maanden worden verwijderd; - bestaande turbines mogen worden vervangen door dezelfde type turbines met dezelfde hoogte, met in acht name van alle relevante wet- en regelgeving; - opschaling van de windturbines binnen de locatie Volkerak, gelegen ten noord-oosten van de A29, is niet mogelijk wanneer dit tot verhoging van de turbines leidt; - initiatiefnemer moet visualisaties overleggen van het project in relatie met de omgeving; - de plaatsing van windturbines op bedrijventerreinen mag niet ten koste gaan van de uitbreidingsmogelijkheden van reeds gevestigde bedrijven of nieuwvestiging; - solitaire windturbines zijn toegestaan onder de voorwaarden dat: o geen hinder optreedt voor de omgeving (zoals geluid, gevoel van onveiligheid, visuele onrust); o geen aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteit; o aansluiting wordt gezocht bij de bestaande bebouwing; o deze zo min mogelijk zichtbaar is vanaf de openbare weg; o de turbine bedoeld is voor eigen gebruik; o de turbine niet hoger is dan 15 meter (tiphoogte); 23

o in woonkernen plaatsing alleen is toegestaan bij vrijstaande woningen of op vrijliggende percelen; o de turbine niet ligt binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht; o voldaan wordt aan alle wet- en regelgeving en landelijk, provinciaal en gemeentelijk beleid. 7.4 de beoogde locaties en opschaling In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de locaties voor (extra) windenergie. * industrieterrein Moerdijk Deze locatie is al langer in beeld in Moerdijk en is ook opgenomen in de Nota Visie Windenergie. Er staan nu twee turbines aan de Middenweg. In het kader van de herziening van het bestemmingsplan wordt de haalbaarheid onderzocht van het plaatsen van turbines aan de Oostelijke Randweg en een gedeelte van de Zuidelijke Randweg. Daarnaast wordt het plaatsen van turbines op de percelen van de bedrijven zelf in principe mogelijk gemaakt. * Logistiek Park Moerdijk (LPM) In het publiek programma van eisen (PPVE) voor het LPM is vastgelegd dat dit terrein hoogwaardig vernieuwend duurzaam moet worden ontwikkeld. Aanvankelijk was het idee om dit gedeeltelijk met het plaatsen van windturbines te realiseren. Inmiddels is komen vast te staan dat de haalbaarheid van het realiseren van het terrein door plaatsing van turbines in het geding komt omdat dit niet samengaat met de realisatie van de benodigde kantoorruimtes (externe veiligheid). Als gevolg van technische ontwikkelingen en/of gewijzigde wetgeving is het niet uitgesloten dat in de toekomst realisatie van windturbines op het LPM alsnog mogelijk is. Deze locatie is daarom wel als (toekomstige) locatie voor windenergie aangewezen. * opschaling Volkeraksluizen en Sabinadijk Voor deze locaties bestaan plannen voor het opschalen van het vermogen. Het idee is minder turbines, maar dan met een vermogen van minimaal 3 MW. Dit betekent dat de turbines hoger worden (circa 150 meter) dan de bestaande (circa 75 meter). Een tweede optie is om enkele turbines van 6 MW te plaatsen, met een hoogte van circa 200 meter. Gelet op de ligging nabij de kern Willemstad wordt opschaling (door verhoging van de turbines) ten noorden van de A29 uitgesloten. * locatie Zonzeel-West (A16) Deze locatie is nieuw. Met het opnemen van deze locatie wordt tegemoet gekomen aan de eis van het Rijk om in de regio een locatie aan te wijzen waar tenminste 100 MW aan windenergie gerealiseerd kan worden. Dit gebied loopt verder door in zuidelijke richting naar Breda en Zundert. Er is een plan ingediend voor het plaatsen van 8 turbines nabij Zonzeel, waarbij er 5 turbines op grondgebied van Moerdijk worden geplaatst en 3 turbines op het gebied van de gemeente Drimmelen. De gemeente Drimmelen heeft inmiddels met deze locatie ingestemd. * overige verzoeken ( o.a. Hokkenberg, Markdijk en de strook rondom industrieterrein Moerdijk) Deze locaties passen niet binnen de geactualiseerde visie en daarom wordt hieraan geen medewerking verleend (Er is ter realisering van de gemeentelijke ambitie tot 2030 geen behoefte om nog nieuwe locaties aan te wijzen.). Voor de (beoogde) locaties die passen binnen het gemeentelijk beleid zijn nog geen definitieve plannen ingediend. Wel zijn voornemens kenbaar gemaakt op basis waarvan een globale inschatting gemaakt kan worden voor het aantal extra megawatts dat hiermee gerealiseerd kan worden: Locatie Aantal turbines Aantal MW (nieuw of extra) Percentage van de totale energiebehoefte Moerdijk Industrieterrein Moerdijk openbaar 8 27 terrein Locatie A16 Zonzeel-West 5 18 Logistiek Park Moerdijk (LPM) - - Opschaling Volkeraksluizen/Sabinadijk 11 ipv 18 20-40 totaal 65-85 Mw 23-30% 24

Deze locaties en de beoogde initiatieven moeten naar verwachting voldoende zijn om de nog resterende 38 MW aan windenergie in 2030 te realiseren. Toch zijn er veel risicofactoren die de realisatie hiervan kunnen tegengaan. Een ruime buffer is daarom noodzakelijk. 7.5 totaaloverzicht windturbinelocaties Op de volgende overzichtskaart ziet u de bestaande turbines, de in procedure zijnde objecten en de zoekgebieden voor toekomstige plaatsing en opschaling: Rood: bestaande turbines (Volkerak/Sabinadijk/Keteldiep/Middenweg) Blauw: in procedure (Sabinapolder/Oud Dintel) Groen: locaties voor nieuwe turbines en/of opschaling (Volkerak/Sabinadijk/Industrieterrein Moerdijk/LPM/A16 Zonzeel-West) 25

SLOTWOORD Met de vaststelling van deze notitie heeft de gemeente haar visie en randvoorwaarden ten aanzien van het realiseren van windenergie geactualiseerd. De notitie geeft duidelijkheid aan de Rijksoverheid, marktpartijen en burgers. Met behulp van de visie wordt verder invulling gegeven aan het realiseren van windenergie in de gemeente Moerdijk. De geformuleerde randvoorwaarden waarborgen dat onevenredige hinder voor omwonenden en onevenredige aantasting van de omgeving plaatsvindt.