EEN AFSPRAAK MAKEN VOOR EEN INTAKEGESPREK

Vergelijkbare documenten
TELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK

EEN AFSPRAAK ANNULEREN

INSTRUCTIES BEGRIJPEN

HOE SCHRIJF JE DAT? Wat moet je doen?

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt. SPREKEN NIVEAU A1

WELKOM IN DE CURSUS. Wat moet je doen?

RIJSCHOOL. Wat moet je doen?

Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen.

WANNEER KAN JIJ? Wat moet je doen?

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein. SPREKEN NIVEAU A1

Boot - DEM/DT/BE_MFAO-BOO, Financieel Advies en Ondersteuning - DEM/DL/BE_TS-MFAO, Fiscaal - DEM/DT/BE_MFAO-FIS, Gespreksvaardigheden Gr.1...

Uurroosters poetsdienst

EEN BRIEF VAN EEN MEDECURSIST

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. SPREKEN NIVEAU A1

EEN BEZOEK AAN DE KAPPER (deel 1)

unité 5 (2) unité 5 (3) bingel middeleeuwen studeren herhalen (4) - mijn idool (6)

HALLO! HOE GAAT HET MET JOU?

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs.

Uurroosters administratie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid. SPREKEN NIVEAU A1

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar.

INSCHRIJVEN VOOR DE TAALTEST

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

gesprekspartner wil spreken pas over twee weken uit naar een andere dienst moet doorverwijzen? Wat zeg je wanneer de collega met wie je

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT

De zomer van Atlas 2018

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

INFORMATIE VRAGEN OVER CURSUSSEN

Praat-plaat. aad/thema/ik werkblad 1

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART.

Les 35. Een nieuw paspoort

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Lesleidraad. Beste docent

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Aanmelden kan middels het digitale inschrijfformulier die u per mail heeft ontvangen.

LINGUAPOLIS

Thema Gezondheid Beginnerslessen

Spreken. Les 2: Wat zeg je? Bus, tram en trein OPDRACHTKAART.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Praat-plaat. post. aad/thema/post werkblad 1

Is er een universiteit in Leuven? Kan je 3 vakken op de secundaire school opnoemen? Wat betekent tarieven? Een actieve quiz!

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

Jaargang 3, eerste trimester 2002

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

herhalen woordpakketten 3 en 4 -bouwsels (zie blad) -meetkunde theorie leren unité 6 oefenen (2) -meetkunde theorie leren unité 6 oefenen (2)

WELKE CURSUS WIL JE VOLGEN?

werkbladen thema 8 DE gemeente

Praat-plaat. de dag. aad/thema/de dag werkblad 1

woordpakket 7 stappenboek blz. 22 -vervoeging blz.5 -stappenboek (1) blz.17 oef.1 blz.18 oef.1 en 2 hoeken meten (4) -unité 6 herhalen -bingel(7)

theorie getallen herhalen (*) unité 2 oefenen prehistorie herhalen fluojasje

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

DIGITAAL EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN DIGITAAL - EXAMEN

Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.

Thema Op zoek naar werk

EEN BRIEFJE SCHRIJVEN OM IEMAND TE BEDANKEN

Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART.

Leren (kan je ) leren!

ZEG ROODKAPJE, WAAR GA JIJ HENEN? Door Bie Valgaeren

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

JANUARI Yogacollege Tilburg. Telefoon:

HOE KOM JE NAAR DE LES?

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Dagelijkse taken HOOFDSTUK. Dagelijkse briefing

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Tweede en derde kleuterklas: juf Nele

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

HANDLEIDING. Online oefenen voor het inburgeringsexamen met Onderweg en KNM examentrainer

Praat-plaat. huis. aad/thema/huis werkblad 1

Herhalingsles van het thema Gezondheid

werkbladen thema 4 gezondheid

ALTIJD IS KORTJAKJE ZIEK Door Tania Polak

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

RESULTATEN VAN DE EXAMENS

vervoeging blz. 10 (1) herhaling woordpakket 1-5 (2) meten 2 herhalen meten 2 herhalen meten (blad) unité 9 woordjes uitknippen en oefenen

EEN BRIEFJE SCHRIJVEN OM EEN AFSPRAAK TE MAKEN

Heb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen.

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

controledictee van woordpakketten 1 tot en met 6 meten toets 1 unité 7: -overschrijven -oefenen

TaalCompleet: e-learning Hoe werkt het? Nederlands

Les 2. Naar het ziekenhuis.

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam kom je vandaan? a Hoe b Waar

Brenda Eekhof. Hallo Brenda,

Rapport dagelijks werk

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Transcriptie:

Maya wil een cursus Nederlands volgen. Ze moet een afspraak maken voor een intakegesprek met het Huis van het Nederlands. Wat moet je doen? 1. Luister twee keer naar het fragment. Beantwoord de vragen op blad 2. 2. Probeer de zinnen op blad 3 op de juiste plaats in te vullen. 3. Werk per 2. Lees de dialoog samen met een collega. Heb je de vragen op blad 2 juist beantwoord? Controleer jullie antwoorden. 4. Werk per 2. Vul met je collega de dialoog op blad 4 aan. Je mag de informatie zelf fantaseren. De dialoog moet wel logisch zijn. Lees de dialoog. De anderen cursisten in jullie groepje luisteren naar jullie dialoog. 5. Werk per 2. Eén cursist neemt het oefenblad A, de andere neemt het oefenblad B. Lees eerst de instructies, probeer dan een afspraak te maken voor een intakegesprek. Je kunt de oefening herhalen met een ander oefenblad en een andere collega. Wat heb je nodig? Computers om het geluidsfragment te beluisteren of het fragment op cd en een cdspeler. Oefenbladen A en B intakegesprek. Extra informatie Op de website http://www.huizenvanhetnederlands.be kan je een Huis van het Nederlands in jouw buurt vinden. Daar kan je correcte informatie krijgen over Nederlandse cursussen, intakegesprekken, enz.

Taak blad 2 Luister twee keer naar de dialoog en beantwoord de vragen. Vind je deze oefening heel moeilijk? Luister dan nog een keer. 1. Hoe heet de medewerker van het Huis van het Nederlands? Walter Wendy Willy 2. Volgt Maya al een cursus op dit moment? Ja / Nee 3. Op welke dagen zijn er intakegesprekken in het Huis van het Nederlands?... en... 4. Om hoe laat zijn de intakegesprekken?... en... 5. Welk uur kiest Maya?... 6. In welke straat is het Huis van het Nederlands?... 7. Op welk nummer is het Huis van het Nederlands? 8. Wat is de familienaam van Maya?...

Taak blad 3 Zet eerst de zinnen uit het kadertje op de juiste plaats in de tekst. Luister daarna nog eens naar de dialoog en controleer je antwoorden. (1) Wat is het adres, alstublieft? / (2) Nee, nog niet maar ik wil graag een cursus volgen. / (3) Om hoe laat moet ik komen? / (4) Ik wil een afspraak maken voor een intake. / (5) Excuseer, kunt u dat herhalen? / (6) Waar moet ik precies zijn? Willy: Maya: Huis van het Nederlands, goedemorgen, met Willy. Goedemorgen, meneer. U spreekt met Maya Agusti.... Willy: Ja, dat kan. U volgt nog geen cursus op dit moment? Maya:... Willy: Maya: Geen probleem. Wij hebben volgende week intakegesprekken op woensdag en donderdag. Woensdag kan ik niet. Donderdag kan ik wel.... Willy: Om 10.15u of om 14.30u. U mag kiezen. Maya: 10.15 is goed voor mij.... Willy: U komt om 10.15 naar de receptie van het Huis van het Nederlands. Maya:... Willy: Hugo Verrieststraat 22. Maya:... Willy: Natuurlijk; Hugo Verrieststraat 22. Maya:... 22. Bedankt. Willy: Kunt u uw naam nog eens herhalen? Maya: Ik heet Maya Agusti. Willy: Kunt u dat spellen? Maya: M A Y A en mijn familienaam A G U S T I. Willy: Maya Agusti. Dat is dan in orde. Tot volgende week donderdag om 10.15u. Maya: Dank u wel. Daaag Willy: Daaag

Taak blad 4 Vul de dialoog aan samen met een collega. Jullie mogen de informatie fantaseren. De dialoog moet wel logisch zijn. Lees de dialoog. De anderen cursisten in jullie groepje luisteren naar jullie dialoog. Cursist 1: Huis van het Nederlands, goedemorgen, met... Cursist 2: Goedemorgen, meneer. U spreekt met... Ik wil een afspraak maken voor een intake. Cursist 1: Ja, dat kan. U volgt nog geen cursus op dit moment? Cursist 2: Nee, nog niet maar ik wil graag een cursus volgen. Cursist 1: Geen probleem. Wij hebben volgende week intakegesprekken op... en... Cursist 2:... kan ik niet.... kan ik wel....? Cursist 1: Om...u of om...u. U mag kiezen. Cursist 2:...15 is goed voor mij. Waar moet ik precies zijn? Cursist 1:... Cursist 2:..., alstublieft? Cursist 1:...straat... Kunt u uw naam nog eens...? Cursist 2: Ik heet... Cursist 1: Kunt u dat spellen? Cursist 2:... Cursist 1: Dat is dan in orde. Tot... Cursist 2: Dank u wel. Daaag Cursist 1: Daaag

Transcriptie blad 5 Luisteroefening: een afspraak maken voor een gesprek Willy: Huis van het Nederlands, goedemorgen, met Willy. Maya: Goedemorgen, meneer. U spreekt met Maya Agusti. Ik wil een afspraak maken voor een intake. Willy: Ja, dat kan. U volgt nog geen cursus op dit moment? Maya: Nee, nog niet maar ik wil graag een cursus volgen. Willy: Geen probleem. Wij hebben volgende week intakegesprekken op woensdag en donderdag. Maya: Woensdag kan ik niet. Donderdag kan ik wel. Om hoe laat moet ik komen? Willy: Om 10.15u of om 14.30u. U mag kiezen. Maya: 10.15 is goed voor mij. Waar moet ik precies zijn? Willy: U komt om 10.15 naar de receptie van het Huis van het Nederlands. Maya: Wat is het adres, alstublieft? Willy: Hugo Verrieststraat 22. Maya: Excuseer, kan u dat herhalen? Willy: Natuurlijk, Hugo Verrieststraat 22. Maya:...22. Bedankt. Willy: Kunt u uw naam nog eens herhalen? Maya: Ik heet Maya Agusti. Willy: Kunt u dat spellen? Maya: M A Y A en mijn familienaam A G U S T I. Willy: Maya Agusti. Dat is dan in orde. Tot volgende week donderdag om 10.15u. Maya: Dank u wel. Daaag Willy: Daaag

Oefenblad 1 cursist A Werk samen met de persoon die oefenblad 1 cursist B heeft. Jij werkt voor het Huis van het Nederlands. Je collega is een cursist die telefoneert voor een intakegesprek. Schrijf de naam van de collega en de dag en het uur van het intakegesprek op een apart papier. Lees eerst even de informatie. Vinden jullie de oefening moeilijk? Je kunt de zinnen uit het woordenschatkader gebruiken en je kunt de dialoog enkele keren herhalen. Je kunt ook oefenen met oefenblad 2. HUIS VAN HET NEDERLANDS Huis van het Nederlands - Antenne Leuven Diestsesteenweg 57 3010 Kessel-Lo Openingsuren: Maandag 9.00-12.00 Dinsdag 13.00-16.00 18.00-20.00 Woensdag 9.00-12.00 Donderdag 9.00-12.00 Vrijdag 9.00-12.00 De collega die de intakegesprekken doet is volgende week alleen op maandag en woensdag aanwezig. Woordenschat Huis van het Nederlands, goedemorgen, met... Volgt u een cursus op dit moment? Wanneer kunt u komen? Wij hebben intakegesprekken op... De intakegesprekken zijn om... Hoe heet u? Tot... Kunt u dat herhalen, alstublieft? Kunt u dat spellen, alstublieft?

Oefenblad 1 cursist B Werk samen met de persoon die oefenblad 1 cursist A heeft. Jouw collega werkt voor het Huis van het Nederlands. Jij bent een cursist die telefoneert voor een intakegesprek. Schrijf de dag en het uur van het intakegesprek en het adres van het Huis van het Nederlands op een apart papier. Lees eerst even de informatie. Vinden jullie de oefening moeilijk? Je kunt de zinnen uit het woordenschatkader gebruiken en je kan de dialoog enkele keren herhalen. Je kunt ook oefenen met oefenblad 2. Informatie Voornaam: Oksana / Alexei Familienaam: Jankovich Je wilt een cursus Nederlands volgen. Je hebt thuis al een beetje gestudeerd met een boek. Je kunt volgende week alleen op dinsdag of woensdag. Je kunt tussen 10.00 en 12.00. Woordenschat Goedendag, meneer / mevrouw. U spreekt met... Ik wil een afspraak maken voor een intake.... kan ik niet,... kan ik wel. Waar moet ik zijn, alstublieft? Wat is het adres, alstublieft? Om hoe laat is het intakegesprek? Kunt u dat nog eens herhalen, alstublieft? Kunt u dat spellen alstublieft?

Oefenblad 2 cursist A Werk samen met de persoon die oefenblad 2 cursist B heeft. Jij werkt voor het Huis van het Nederlands. Je collega is een cursist die telefoneert voor een intakegesprek. Schrijf de naam van de collega en de dag en het uur van het intakegesprek op een apart papier. Lees eerst even de informatie. Vinden jullie de oefening moeilijk? Je kunt de zinnen uit het woordenschatkader gebruiken en je kan de dialoog enkele keren herhalen. Je kunt ook oefenen met oefenblad 2. HUIS VAN HET NEDERLANDS Huis van het Nederlands - Antenne Ronse A. L. Vanhovestraat 43A 9600 Ronse Openingsuren: Dinsdag 14.00-16.00 17.00-19.00 Woensdag 9.00-12.00 De collega die de intakegesprekken doet is volgende week ook op vrijdag aanwezig tussen 9.00 en 12.00. Woordenschat Huis van het Nederlands, goedemorgen, met... Volgt u een cursus op dit moment? Wanneer kunt u komen? Wij hebben intakegesprekken op... De intakegesprekken zijn om... Hoe heet u? Tot... Kunt u dat herhalen, alstublieft? Kunt u dat spellen, alstublieft?

Oefenblad 2 cursist B Werk samen met de persoon die oefenblad 2 cursist A heeft. Jouw collega werkt voor het Huis van het Nederlands. Jij bent een cursist die telefoneert voor een intakegesprek. Schrijf de dag en het uur van het intakegesprek en het adres van het Huis van het Nederlands op een apart papier. Lees eerst even de informatie. Vinden jullie de oefening moeilijk? Je kunt de zinnen uit het woordenschatkader gebruiken en je kan de dialoog enkele keren herhalen. Je kunt ook oefenen met oefenblad 2. Informatie Voornaam: Claudia / Viktor Familienaam: Pechstein Je wilt een cursus Nederlands volgen. Je hebt nog geen cursus gevolgd Je kunt volgende week op dinsdag tussen 9.00u en 12.00u. Je kunt ook op vrijdag in de voormiddag en in de namiddag Woordenschat Goedendag, meneer / mevrouw. U spreekt met... Ik wil een afspraak maken voor een intake.... kan ik niet,... kan ik wel. Waar moet ik zijn, alstublieft? Wat is het adres, alstublieft? Om hoe laat is het intakegesprek? Kunt u dat nog eens herhalen, alstublieft? Kunt u dat spellen alstublieft?