Advies over de implementatie van de nieuwe taalregeling hoger onderwijs

Vergelijkbare documenten
Advies over de vraag tot vereenvoudiging van de taalregeling hoger onderwijs

Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Advies over de wijziging van het accreditatieverdrag

Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Advies over het voorontwerp van decreet ter vermindering van plan- en implementatielasten

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten

Advies over het nieuwe NVAO-reglement

Standpunt Taalbeleid (30 april 2014)

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie

Advies over de definitie van werkstudenten in het hoger onderwijs naar aanleiding van de conceptnota hbo5

Advies over een vereenvoudigd studiegeldenmechanisme

Mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering

Standpunt Taalbeleid

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten

Advies over de beleidsevaluatie van een aantal aspecten van het financieringsmechanisme hoger onderwijs

betreffende het onderwijs XXIV

Taalverslag Academiejaar

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Advies over de implementatie van ISCED 2011 in Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Advies over voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen onderwijs

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXV

Advies over voorontwerp van programmadecreet bij begrotingsaanpassing 2015

Raad Hoger Onderwijs. 9 juni 2015 RHO-RHO-ADV

TAALBELEID IN HET HOGER ONDERWIJS

Advies over het programmadecreet bij begrotingsopmaak 2014

Advies over de taalregeling hoger onderwijs

betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement

gezamenlijk advies 22 januari 2013

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende studentenvoorzieningen in Vlaanderen

Advies over de voorstellen van opleidingsprofielen volwassenenonderwijs voordrachten januari, februari en maart 2016

Toekomstige structuur Vlaams Hoger Onderwijs

Advies over de uitstroomfinaliteit. gerichte bacheloropleiding

Advies BVR duaal leren BuSO

Advies over het voorontwerp van decreet over de uitbouw van de graduaatsopleidingen

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

Advies over wijzigingen aan besluiten over tijdelijke projecten in het basisonderwijs en het secundair onderwijs

DE VLAAMSE REGERING, algemene boekhouding, de jaarrekening en het rekeningstelsel voor de hogescholen;

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING Woordelijk verslag nr. 183 Commissie voor Onderwijs 26 maart 2015 Uittreksel

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs

CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS

ADVIES. Raad Hoger Onderwijs. 29 januari 2009 RHO/IDR/ADV/002

Verder studer e n. Zoek de zeven verschillen: bachelor en master

Advies over het voorstel van decreet tot wijzigingen aan de studieomvang van opleidingen in het hoger onderwijs

Advies over voorstellen van opleidingsprofielen en van referentiekader voor het leergebied wiskunde voor de basiseducatie

Reglement inzake persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening

Advies over de opleidingsgebonden extra studiekosten in het hoger onderwijs

Advies over het uitvoeringsbesluit over de erkenning van beroepskwalificaties en van onderwijskwalificaties voor se-n-se en hbo5

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs Studiegebied Slagerij

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

nr. 105 van TINE SOENS datum: 17 november 2014 aan HILDE CREVITS

VR DOC.0178/1


ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

Advies over de procedure voor de actualisering en schrapping van beroepskwalificaties

Advies over de keuzemodule 'armoede en sociale uitsluiting' in enkele opleidingsprofielen basiseducatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement

Reglement aangaande de rangschikking van leden van het onderwijzend personeel van groep 3 van de academische hogeschoolopleidingen in het

Advies over bijkomende opleidingsprofielen voor de studiegebieden Bouw en Hout van het secundair volwassenenonderwijs

Advies over het vervolgrapport van de ministeriële commissie rationalisatie en optimalisatie

Advies over de erkenning van een nieuw structuuronderdeel in het gewoon voltijds secundair onderwijs: Productontwerpen - tweede graad

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Advies over het leerkrediet: een voorstel tot vereenvoudiging

Advies over studiegelden voor studenten die minder dan 27 studiepunten opnemen

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

VLAAMS PARLEMENT. COMMISSIEVERGADERING HANDELINGEN Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen 2 mei 2013 Uittreksel

Advies. Wijzigingen HBO en hoger onderwijs. Brussel, 12 juni 2017

VR DOC.0400/1

De nieuwe regels voor het bewijs van kennis van het Nederlands, nodig om bij een Vlaams lokaal bestuur aan de slag te kunnen.

Advies over de professioneel gerichte bacheloropleiding na integratie

MEMORIE VAN TOELICHTING

Advies over de voorstellen van opleidingsprofiel voor het secundair volwassenenonderwijs

Advies over nieuwe opleidingen in het dbso voor textielverzorging en de groensector

Leerkrediet. Infofiche 1. WAT VOORAF GING

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs (OP Bibliotheekmedewerker informatiebemiddelaar )

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

INHOUD. Studeren aan het RITCS : de taalgids. Het B2-parcours. Het Drempel-parcours. Praktische informatie TAALGIDS

betreffende het Onderwijs XXIII

Uitbreiding studieomvang

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Advies. BVR kwaliteits- en registratiemodel. Brussel, 1 april 2019

Standpunt. Inclusief ondersteuningsmodel. Zie kader hieronder

Advies over het programmadecreet 2016

Transcriptie:

Raad Hoger Onderwijs IDR / 20 maart 2013 RHO-RHO-ADV-004 Advies over de implementatie van de nieuwe taalregeling hoger onderwijs Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32 2 219 81 18 www.vlor.be info@vlor.be

Advies op eigen initiatief Uitgebracht door de Raad Hoger Onderwijs op 20 maart 2013 met 13 stemmen voor, in aanwezigheid van 13 stemgerechtigde leden Voorbereiding: werkgroep Taalregeling Hoger Onderwijs, onder voorzitterschap van Kristiaan Versluys Dossierbeheerder(s): Isabelle De Ridder

1 Situering De Vlor brengt dit advies op eigen initiatief uit naar aanleiding van de recente communicatie van de minister aan de instellingen waarin hij de implementatie van een aantal elementen uit de nieuwe taalregeling bespreekt. De decreetgever wijzigde de taalregeling hoger onderwijs (artikel 91 uit het structuurdecreet) 1 via het integratiedecreet. 2 Hiermee versoepelde hij de mogelijkheid om een anderstalig hogeronderwijsaanbod in Vlaanderen in te richten, maar wel onder strikte voorwaarden. Met die uitbreiding wil de overheid vooral de internationale positie van het Vlaamse hoger onderwijs versterken. 2 Haalbaarheid van de nieuwe taalregeling? De Vlor is er voorstander van om enerzijds de Nederlandse taal te waarderen en te beschermen, te bestendigen en versterken als wetenschappelijke taal en om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te vrijwaren. Anderzijds wijst de Vlor op het belang van openheid tegenover internationale uitwisseling en een goede voorbereiding van studenten op de mondiale professionele omgeving. De raad pleit voor een evenwicht. Hij is geen vragende partij om te raken aan de status van het Nederlands als de onderwijstaal, maar vindt het wel essentieel dat de studenten in het Vlaamse hoger onderwijs goed voorbereid worden op een rol in de internationale kenniseconomie. Een versoepeling van de taalregeling komt hieraan tegemoet. De Vlor herhaalt in dit advies niet zijn fundamentele bedenkingen over de taalregeling die hij maakte in zijn advies over het integratiedecreet 3 en waarop de overheid grotendeels niet is ingegaan. De raad lijst ditmaal veeleer de problemen op die de implementatie van de nieuwe regeling met zich meebrengt. De complexiteit van de regelgeving en de te strakke timing zet de haalbaarheid van de regeling op de helling. 3 Implementatieproblematiek 3.1 Onduidelijkheden in de aanvraagprocedure De raad stelt voor om de verschillende termijnen en timing voor de procedure voor het aanvragen van een anderstalige opleiding (artikel 91bis en ter) 4 te herbekijken en aan te passen waar nodig. Zo is: 1 Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs. 4 april 2003. 2 Decreet betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten.13 juli 2012. 3 Vlaamse Onderwijsraad. Raad Hoger Onderwijs. Advies over het voorontwerp van integratiedecreet. 14 februari 2012. 4 De artikelnummers verwijzen naar de artikelnummers van het structuurdecreet die via het integratiedecreet gewijzigd of toegevoegd worden. 1

de termijn tussen de goedkeuring van een anderstalige opleiding door de Vlaamse Regering en de start van de opleiding, zeer beperkt (half juni tot begin academiejaar, met inbegrip van de vakantieperiode). de timing voor het aanvragen van een nieuwe anderstalige opleiding en het aanvragen van een vrijstelling voor het Nederlandstalige equivalent, niet op elkaar afgestemd. Als een vrijstelling moet worden aangevraagd na goedkeuring van de opleiding, riskeert de instelling de inrichting van de nieuwe opleiding met een jaar te moeten uitstellen. het voor een instelling ook niet haalbaar om bij de aanvraag voor een anderstalige opleiding, het advies van studenten en docenten van de opleiding te betrekken. Dit kan eigenlijk pas vanaf het moment van inrichting gebeuren. De raad vraagt zich ook af wat de procedure is om een Nederlandstalig equivalent in te richten indien men geniet van een vrijstelling van equivalentie. Dit moet in de feiten toch ook mogelijk gemaakt worden. 3.2 Het anderstalig aanbod in de Vlaamse Gemeenschap: onduidelijkheid over de 6 %- en 35 %-maximumgrens Artikel 91sexies legt op niveau van de Vlaamse Gemeenschap maximumpercentages vast voor het aanbieden van anderstalige bachelor- en masteropleidingen. Voor de anderstalige bacheloropleidingen is deze 6%; voor de anderstalige masteropleidingen 35 %. De Vlor vraagt dat de overheid transparant communiceert over het bereikte percentage, ook al wijzigt dit percentage voortdurend. De Vlor merkt bijkomend op dat het volstrekt onduidelijk is wat er gebeurt als deze percentages overschreden worden doordat bijvoorbeeld een Nederlandstalige opleiding wordt opgeheven. 3.3 Monitoring van het anderstalige aanbod: onduidelijkheden bij het toepassen van de 33 %-regel In artikel 91septies bepaalt de decreetgever dat als na monitoring blijkt dat meer dan 33 % van de studenten meer dan 18.33 % (bachelor) of 50 % (master) van de opleidingsonderdelen in een andere taal dan het Nederlands gevolgd hebben, die opleiding alsnog als een anderstalige opleiding gecategoriseerd wordt. Deze categorisering wordt dus afhankelijk gemaakt van de keuze van de student. Dat maakt niet alleen de monitoring zeer complex en tijdrovend en zorgt voor extra planlast bij de instellingen, maar houdt als risico in dat instellingen het aantal keuzevakken in een andere taal zullen beperken. Instellingen nemen op dit moment al massaal maatregelen in die zin. Dit druist in tegen de geest van het flexibiliseringsdecreet 5 en tegen de wens van overheid en instellingen om de internationalisering van het Vlaamse hoger onderwijs te versterken. Door het aanbod afhankelijk te maken van de keuze van de student, komt de decretaal vastgelegde autonomie van de instelling in het bepalen van haar opleidingsaanbod onder druk te staan en wordt de continuïteit van het onderwijs bedreigd. 5 Decreet betreffende de flexibilisering van het Vlaamse hoger onderwijs. 30 april 2004. 2

De Vlor merkt op dat de gevolgen van het toepassen van dit controlemechanisme, nog steeds niet uitgeklaard zijn. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de opleiding na verloop van tijd de 33 %- norm niet meer overschrijdt? 3.4 Voorwaarden inzake kwaliteit en democratisering 3.4.1 Het vereiste taalniveau van de docent (artikel 91novies) 3.4.1.1 Aantonen niveau C1 en B2 via een diploma secundair onderwijs of relevante onderwijservaring in het buitenland Artikel 91novies bepaalt dat een lid van het onderwijzend personeel de taal waarin hij doceert moet beheersen op het ERK-niveau C1. Een personeelslid dat geen opleidingsonderdelen in het Nederlands doceert, moet het Nederlands beheersen op ERK-niveau B2. Dat niveau moet aangetoond worden aan de hand van bepaalde kwalificatiegetuigschriften of via een bachelor- of masterdiploma of doctoraat behaald in de onderwijstaal waarin hij of zij doceert, in een instelling waarin die taal de onderwijstaal is. De Vlor pleit ervoor om in deze lijst ook het diploma secundair op te nemen, zowel voor de erkenning van niveau C1 als B2. Wie het secundair onderwijs in een bepaalde taal voltooid heeft, mag geacht worden deze taal voldoende te beheersen. De raad vraagt ook om aantoonbare buitenlandse ervaring, bijvoorbeeld onder de vorm van langdurige onderwijsopdrachten in het buitenland, in aanmerking te kunnen nemen voor de erkenning van niveau C1 en B2 via een nog te bepalen EVC-procedure. De overheid moet ook bekijken of de diploma s uit de opleidingen die een vreemde taal als voorwerp hebben, voldoende gevaloriseerd worden. Als houders van deze diploma s opleidingsonderdelen doceren die niet die vreemde taal als voorwerp hebben, maar wel in die vreemde taal gedoceerd worden, zouden zij toch zonder taaltest als C1 erkend moeten worden. Met bovenstaande bijkomende mogelijkheden, wordt een heel aantal personeelsleden ontslagen van de plicht om een taaltest af te leggen, wat voor instellingen kostenbesparend is. Voor het personeelslid in kwestie is het afleggen van een proforma taaltest ook weinig zinvol. 3.4.1.2 De specifieke problematiek van het hoger kunstonderwijs Het hoger kunstonderwijs trekt traditioneel docenten aan met zeer uiteenlopende nationaliteiten, dikwijls Aziaten. Het hoger kunstonderwijs is bij uitstek een meertalige omgeving die zich niet in een strikte taalregeling laat vangen. Docenten gebruiken er immers vooral de kunstvorm, veeleer dan de taal, als communicatiemiddel. De speciale regeling voor het hoger kunstonderwijs (niveau B1 voor Engels en Frans) komt daaraan volstrekt onvoldoende tegemoet. Zo is het de raad onduidelijk waarom bijvoorbeeld Russische of Aziatische personeelsleden die in het Nederlands doceren een B1-niveau Frans of Engels moeten behalen. Het opleggen van een verplicht taalniveau heeft een negatief effect op het aantrekken van topkunstenaars en buitenlandse studenten die deze lesgevers volgen. De continuïteit van het onderwijs, maar ook de internationale vermaardheid van het Vlaamse hoger kunstonderwijs komt hiermee in het gedrang. 3

3.4.1.3 De specifieke problematiek van de opleiding nautische wetenschappen De Hogere Zeevaartschool biedt in Vlaanderen een unieke tweetalige (Nederlands/Frans) opleiding nautische wetenschappen aan, die internationaal vermaard is. De nieuwe taalregeling bedreigt ook hier het aantrekken van buitenlandse (in het bijzonder Franstalige) docenten. De raad vraagt dat de overheid deze specifieke problematiek ook erkent. 3.4.1.4 Impact op het personeelsstatuut De Vlor wijst erop dat de verplichting om een taaltest af te leggen, een wijziging is aan het personeelsstatuut dat in het hogescholendecreet 6 en het universiteitendecreet 7 geregeld wordt. De raad vraagt de overheid om de impact van de nieuwe regeling in kaart te brengen en juridisch te herbekijken. Het opleggen van een taaltest is immers een bijkomende voorwaarde in het personeelsstatuut waarvan het personeelslid bij de aanvang van zijn opdracht niet op de hoogte was. Wat is bijvoorbeeld de relatie tussen het resultaat van de taaltest en het evaluatieproces? De raad wijst op de ongelijke behandeling van de personeelsleden die het niveau B2 moeten aantonen. Nieuw aangestelde personeelsleden krijgen een termijn van 3 jaar om zich voor te bereiden op de taaltest. Personeelsleden die minder dan 3 jaar aangesteld zijn, moeten aan het niveau B2 voldoen binnen drie jaar na hun aanstelling of op het moment van hun benoeming. Dit betekent dat die personeelsleden, voor wie deze voorwaarde niet gold op het moment van hun aanstelling, nu tussentijds een bijkomende voorwaarde opgelegd krijgen en per definitie over minder dan drie jaar beschikken om hieraan te voldoen. Deze personeelsleden worden in de feiten ongelijk behandeld. 3.4.1.5 De continuïteit van het onderwijs in gedrang Bij niet-slagen van een groot aantal personeelsleden voor de taaltesten, komt de continuïteit van het onderwijs in gedrang. De Vlor pleit voor het invoeren van de mogelijkheid tot herkansing, gekoppeld aan een remediëringstraject. Op die manier wordt ook vermeden dat het anderstalige opleidingsonderdeel geschrapt wordt, wat een negatieve invloed heeft op het aantrekken van internationale studenten en het voortbestaan van anderstalige opleidingen in het gedrang kan brengen. De Vlor merkt op dat de tijdsdruk een reëel probleem is. Docenten moeten de taaltesten immers nog dit academiejaar afleggen (2012-2013). Er is onvoldoende tijd om personeelsleden voor te bereiden. Door de tijdsdruk haken verschillende docenten af voor anderstalige opleidingsonderdelen. De Vlor stelt voor om de termijn met 3 jaar uit te stellen of om, na het nietslagen voor de taaltest, een remediëringstraject van 3 jaar te voorzien waarin het bedoelde personeelslid zich kan voorbereiden op een nieuwe taaltest, zonder dat zijn/haar onderwijsopdracht in gevaar komt. Instellingen en personeel willen zich engageren om een intensief en degelijk voorbereidend of remediërend traject uit te werken. Door de termijn met 3 jaar te verlengen, wordt ook het probleem van de ongelijke behandeling van bepaalde personeelsleden, zoals geëxpliciteerd in 3.4.1.3, opgelost. 6 Decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. 13 juli 1994. 7 Decreet betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. 12 juni 1991. 4

3.4.1.6 Aantrekkelijkheid van het Vlaamse hoger onderwijs garanderen Door bovenstaande implementatieproblemen dreigt de nieuwe taalregeling contraproductief te werken en het anderstalige aanbod niet te versterken. Daardoor komt de internationale positie van het Vlaamse hoger onderwijs in het gedrang. Om internationaal sterk te staan, moet Vlaanderen immers aantrekkelijk blijven voor buitenlandse studenten en onderzoekers. Dit is zowel voor de kwaliteit van het onderwijs als voor de kwaliteit van het onderzoek aan de Vlaamse universiteiten levensnoodzakelijk. Als Vlaanderen zich wil ontwikkelen tot een echte kennisregio is het noodzakelijk dat internationale toponderzoekers aangetrokken worden. Hiervoor heeft de overheid middelen vrijgemaakt via het Odysseusprogramma en de tenure tracks. Door het opleggen van een taaltest, dreigt de concurrentiële positie van Vlaanderen in het aantrekken van deze mensen te verzwakken. Dergelijke test is in onze buurlanden immers niet verplicht. De taaltest als benoemingsvoorwaarde en het daaraan gekoppelde uitstel van benoeming met 3 jaar kan de keuze voor Vlaanderen negatief beïnvloeden en het rekruteren van internationale toponderzoekers ernstig bemoeilijken. Door een te strenge taalregeling dreigt de overheid de doelstellingen van haar eigen gewaardeerde initiatieven zoals Odysseus of het tenuretrackstelsel te ondermijnen. 3.4.2 Taalbegeleidingsmaatregelen De Vlor merkt op dat het implementeren van het verplichte keuzevak (taalopleidingsonderdeel) bij wijze van taalbegeleidingsmaatregel voor studenten, niet evident is (artikel 91decies). Een keuzevak kan in se niet verplicht zijn. 3.5 Hoge kostprijs De Vlor wijst erop dat het monitoringssysteem, de taalbegeleidingsmaatregelen en de taaltesten van de docenten, de totale kostprijs van de implementatie van de nieuwe taalregeling, sterk de hoogte injagen. In deze tijden van budgettaire krapte, zal dit leiden tot een verschraling van het aanbod, terwijl een goed doordacht anderstalig aanbod net de internationale slagkracht van het Vlaamse hoger onderwijs kan versterken. 4 Conclusie De Vlor wijst op de talrijke implementatieproblemen van de nieuwe taalregeling. Hij lijst er hierboven een aantal op en stelt ook een aantal oplossingen voor. De raad stelt voor dat de overheid zo snel als mogelijk deze onduidelijkheden oplost en hierover transparant met het werkveld communiceert. De Vlor benadrukt nogmaals dat de problemen veelal voort komen uit de wens van de decreetgever om de nieuwe taalregeling zeer sterk te controleren en te verbinden aan onnodig veel randvoorwaarden. De werkbaarheid van het geheel komt hiermee in het gedrang. 5