Schimmels in de woning



Vergelijkbare documenten
Vocht, schimmels & gezondheid

09/06/2017 BEOORDELEN VAN HET GEZONDHEIDSRISICO

Meten van micro-organismen bij binnenmilieu-klachten in kantoren

Samenvatting SAMENVATTING

Vragen en antwoorden Vocht en Schimmels in woningen

Samenvatting. Vraagstelling

1 1 t/m 3. Beveiliging van software. Beveiliging van besturingssystemen

IT Governance. Studietaak 5

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

Wat is allergie? Wat is hooikoorts?

Ventileren. Antwoorden op de meest gestelde vragen. Tel. 050/ Fax. 050/ info@airflux.be -

Binnenluchtmeting. School te Badhoevedorp

VOCHT EN SCHIMMEL. Nathalie Hoef. Gezondheidseffecten

Gezond Wonen. Binnenmilieu en gezondheid. Ad Dilven Monique Scholtes

Advieswijzer: verwarmen en ventileren

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009

Samenvatting. Vraagstelling

Wat je moet weten over binnenlucht

Allergie voor huisdieren

Micro-organismen en endotoxinen in de lucht meten

Blootstellingsrisico's in de gft-verwerking. Hester Dekker, ECTS Arbo Unie; NVvA symposium 29 maart 2012

Gevaarlijk duo bedreigt varkenshouders

Gezond wonen. Een gezond binnenmilieu De belangrijkste boosdoeners Ventileren en luchten

Samenvatting. Beroepsgebonden luchtwegallergie is een belangrijk probleem

Dynamisch hulpmiddel ter ondersteuning van het advies inzake de correcte ventilatie van woningen

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel

voorkomt schade aan uw woning door vocht en schimmel

Allergie (allergische rhinitis)

Monique Meijerink 30 maart Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Wat je moet weten over klimaatinstallaties

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Invloeden op de gezondheid en op het cognitief functioneren

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Nederlandse samenvatting. (voor iedereen dus )

Wat is een allergie? Afweersysteem

Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen

> Verwarmen en ventileren

Schimmels verwijderen: een klus met risico

ventileren wonen met karakter

Ventilatie van woningen

Samenvatting. Vraagstelling

Educational Technology Expertise Centre OTEC Open University of the Netherlands. Masterclass Peer-to-peer technology

Allergie. Allergische rhinitis: een loopneus of verstopte neus

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

Uw huis saneren Allergische prikkels Niet-allergische prikkels Saneren

Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie

VOCHT. (1) vocht al dan niet met. (2) schimmelvorming. insijpelend doorslaand opstijgend condensatie bouwvocht occasioneel

Open Universiteit Nederland Faculteit Informatica

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

PATIËNTEN INFORMATIE. Huisdierallergie

GD-richtlijn. edische. GGD-richtlijn medische milieukunde. Schimmel- en vochtproblemen in woningen

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

Allergie. Wat is luchtwegallergie? Wat is hooikoorts? Wat zijn de belangrijkste allergenen? Figuur 1. De huisstofmijt

Di- en triisocyanaten. Nr. 2018/20, Den Haag, 28 november Samenvatting

Ventilatie van de woning

Resultaat Initieel onderzoek Luchtkwaliteit KunstKring Ruurlo

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

12. Welke medicijnen schrijft uw arts voor? Tot Slot... 13

Huisbezoek of telefonisch advies. Afhandeling van vocht- en schimmelproblematiek

De Legitimiteit Groep. 16 juni 2011 Corpus, Oegstgeest

Stof in composteerbedrijven

De betekenis van dierexperimenteel onderzoek bij de risicoschatting van allergeenblootstelling

Een gezond binnenmilieu op school, daar gaan we voor!

Werkgerelateerde blootstelling aan enzymen; een introductie

Immuunreactie tegen virussen

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Verwarmen en ventileren. Advies voor frisse lucht in huis

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Allergieën ontstaan meestal op kinderleeftijd en in de puberteit. Na het 45 ste levensjaar nemen de klachten door allergie geleidelijk af.

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november Mortsel

PrOmotie. Seksuele vorming. Werkboek 2 Veilig vrijen

Deelrapportage. Zware metalen en chroom-6 in stof. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Eygelshoven

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

HITEA Onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit in basisscholen

Copyright SBR, Rotterdam

03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie

Gebruiksaanwijzing voor de WS 9420 Digitale COMFORT INDEX thermometer-hygrometer met programmeerbare alarmfunctie en dooipuntweergave P.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Ventileren. Alles wat u moet weten over ventilatie in uw woning

Nederlandse samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting

giftig doelorgaan - toxisch acuut toxisch

Het doen van literatuuronderzoek

Luchtkwaliteit in Zeist

Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Samenvatting. Samenvatting

Micro-organismen. organismen

Nano Green World AirQuality Interior SelfClean

GEZOND BINNENMILIEU IN KINDERCENTRA

Nederlandse samenvatting

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

Regulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment

Gezond binnenmilieu op kindercentra

Bron van zuivere lucht...

Transcriptie:

Schimmels in de woning Groei van schimmels binnenshuis en haar gezondheidseffecten EINDRAPPORT Glen van Balgooy, projectleider Mark Bogaart, projectmedewerker Louise Prud homme de Lodder, projectmedewerker Jef Segers, projectmedewerker Heerlen, 29 augustus 2006 ONDERZOEK UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN GGD-ROTTERDAM, CLUSTER MILIEU & HYGIËNE

Colofon Naam document Eindrapport Schimmels in de woning Auteur(s) document Glen van Balgooy; Mark Bogaart; Louise Prud homme de Lodder; Jef Segers Uitgave InCompany Milieuadvies faculteit Natuurwetenschappen Open Universiteit Nederland Postbus 2960 6401 DL Heerlen NL. www.ou.nl/nw Opdrachtgever GGD Rotterdam Telefoon: (010) 4339 872 Fax: (010) 4339 833 Website: www.ggd.rotterdam.nl Bezoekadres: Schiedamsedijk 95 Postadres: Postbus 70032, 3000 LP Rotterdam Projectteam IM M42, Schimmels in de woning, run voorjaar 2006 Kenmerk Versie nummer 1 Datum eerste versie 27 juni 2006 Laatst bijgewerkt 18-9-2006 10:03 InCompany Milieuadvies hanteert de APA 5th Style als norm voor haar wetenschappelijke rapportages. Historie Status Copyright 2006 Open Universiteit Nederland, Heerlen De auteursrechten op dit materiaal berusten bij de Open Universiteit Nederland. Behoudens uitzonderingen door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. Copyright on this material is vested in the Open Universiteit Nederland. Save exceptions stated by the law no part of this publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or other means, included a complete or partial transcription, without the prior written permission of the publisher.

Projectgegevens Titel Title Groei van schimmels binnenshuis en haar gezondheidseffecten. Residential Mould Growth and Health Opdrachtgevende instantie Tiny Habets-Willems tel.: (010) 4339509 e-mail: habetst@ggd.rotterdam.nl GGD Rotterdam Telefoon: (010) 4339 872 Fax: (010) 4339 833 Website: www.ggd.rotterdam.nl Bezoekadres: Schiedamsedijk 95 Postadres: Postbus 70032, 3000 LP Rotterdam Contactpersoon: Louise Prud homme de Lodder (Glen van Balgooy) Omschrijving opdracht (nl) 1) Literatuuronderzoek met als onderwerp: Welke schimmels uit het binnenmilieu zijn het meest schadelijk voor de gezondheid van de mens? 2) Protocol dat beschrijft hoe schimmels in de woning het beste, wat betreft gezondheid en doeltreffendheid, verwijderd kunnen worden. Description of the order (in English) 1) Research and systematic literature investigation on harmful indoor molds and demonstrable health effects in humans. 2) Identifying effective clean-up procedures for mold in houses. Trefwoorden Schimmel, binnenmilieu, gezondheid, protocol Key words Mould, fungi, residential, health, protocol Betrokkene(n) bij opdrachtgeversorganisatie Tiny Habets-Willems tel.: 010-4339509 e-mail: habetst@ggd.rotterdam.nl

Projectleider team IM Glen van Balgooy, studentnummer: 838906665 Menadostraat 13-A 9715 KT Groningen 050-5719601 (thuis) / 06-22755456 (mobiel) 038-8512562 (werk) Privé: balgooy@hotmail.com Werk: glen.balgooy@essent.nl Cursus: Virtueel Milieuadviesbureau; N50213 (3 modulen) Studie: WO-Bachelor Milieu-natuurwetenschappen (BSc), major Gezondheid, Open Universiteit Nederland. Rol t.o.v. opdrachtgever/externen: groepsgericht leidinggeven en eindverantwoording project. Projectmedewerker team IM Mark Bogaart, studentnummer: 837536828 Vogelenzang 82 4661 JD Halsteren Tel: 0164 680755 mark.bogaart@planet.nl Cursus: Virtueel milieuadviesbureau eerste run; N50213 (3 modulen). In september 2006 aanvang tweede run (4 modulen). Studie: Wo-bachelor Milieu-natuurwetenschappen (BSc.), major Gezondheid, Open Universiteit Nederland. Rol t.o.v. opdrachtgever/externen: uitwerker van probleemdefinitie opdracht, inbreng in eindrapportage opdracht. Projectmedewerker team IM Louise Prud homme de Lodder, studentnummer: 836081492 A. Romerostraat 137 3573 AE Utrecht Tel. 030-2725339 (thuis) prudhom@planet.nl Tel. 030-2742540 (werk) Louise.Prudhomme@rivm.nl Cursus: Virtueel Milieuadviesbureau N50217 (4 modulen) Studie:Wo-bachelor Milieu-natuurwetenschappen (BSc), major Gezondheid, Open Universiteit Nederland. Rol t.o.v. opdrachtgever/externen: contactpersoon, presentatie, inbreng eindrapportage Projectmedewerker team IM Joseph Segers, studentnummer: 835928453 Violetlaan 15 2920 Kalmthout Joseph.Segers1@telenet.be Cursus: Virtueel Milieuadviesbureau N50217 (4 modulen) Studie: Wo-bachelor Milieu-natuurwetenschappen (BSc), major Gezondheid, Open Universiteit Nederland. Rol t.o.v. opdrachtgever/externen: notuleren, verzamelen en verwerken van gegevens, inbreng eindrapportage

Projectcoach Opdrachtgever Els Jans (faculteit Natuurwetenschappen, Open Universiteit Nederland) Contact via e-room en telefoneren via internet (OU) Tiny Habets- Willems Cluster Milieu & Hygiëne tel.: (010) 4339509 e-mail: habetst@ggd.rotterdam.nl GGD Rotterdam Telefoon: (010) 4339 872 Fax: (010) 4339 833 Website: www.ggd.rotterdam.nl Bezoekadres: Schiedamsedijk 95 Postadres: Postbus 70032, 3000 LP Rotterdam Examinator Dr. Wilfried Ivens, faculteit Natuurwetenschappen, Open Universiteit Nederland, Heerlen, NL Referentie naar dit rapport Balgooy van G., Bogaart, M., Prud homme de Lodder, L., Segers, J. (2006). Schimmels in de woning. Groei van schimmels binnenshuis en haar gezondheidseffecten. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van GGD-Rotterdam, NL. Residential Mould Growth and Health. Investigation by order of the Area Health Authority in Rotterdam, NL (in Dutch). Unpublished Bachelor's Thesis, Open Universiteit Nederland, Heerlen, NL.

Inhoud Colofon 2 Projectgegevens 3 Inhoud 6 Voorwoord 8 Samenvatting 9 Abstract 10 1 Inleiding (achtergrondinformatie) 11 1.1 Probleemstelling 11 1.2 Vraagstelling (milieuwetenschappelijk) 12 1.3 Doelstelling 12 1.4 Kenmerken (criteria)resultaten 12 1.5 Randvoorwaarden en afbakening 13 2 Methode en technieken 14 2.1 Literatuuronderzoek 14 2.2 Sleutelbegrippen 14 2.3 Inhoudelijke criteria 14 2.4 Informatiebronnen 15 3 Literatuurverslag meest schadelijke schimmels binnenshuis 17 3.1 Inleiding 17 3.2 Wat zijn schimmels? 18 3.2.1 Inleiding 18 3.2.2 Fylogenie 18 3.2.3 Morfologie 19 3.2.4 Voortplanting en levenscyclus 19 3.2.5 Voorwaarden voor schimmelgroei 20 3.3 De schadelijke componenten/producten van schimmels 22 3.3.1 Inleiding 22 3.3.2 Allergenen 22 3.3.3 Glucanen 25 3.3.4 MVOS (microbiële vluchtige organische stoffen) 26 3.3.5 Mycotoxinen 26 3.4 Schimmels als ziekteveroorzakers 27 3.4.1 Inleiding 27 3.4.2 Zes manieren waarop schimmels ziekten kunnen veroorzaken 28 3.5 Aspergillus 29 3.5.1 Taxonomische classificatie 29 3.5.2 Beschrijving, schadelijke componenten en gezondheidseffecten van Aspergillus 29 3.6 Penicillium 31 3.6.1 Taxonomische classificatie 31 3.6.2 Beschrijving, schadelijke componenten en gezondheidseffecten van Penicillium 31 3.7 Cladosporium 32 3.7.1 Taxonomische classificatie 32 3.7.2 Beschrijving, schadelijke componenten en gezondheidseffecten van Cladosporium 32 3.8 Overige schadelijke schimmels en een gist 34 3.8.1 Inleiding 34 3.8.2 Stachybotrys 34 3.8.3 Alternaria 34 3.8.4 Candida albicans 35 4 Adviesverslag voor GGD Rotterdam 36 4.1 Vocht in de woningen 36 4.2 Verminderen van de vochtproductie 37 4.3 Rol van de GGD Rotterdam e.o. en derden 39 Pagina 6 van 90

4.4 Preventie van schimmelvorming 39 4.4.1 Controle van vochtigheid 39 4.4.2 Schoonmaken versus desinfecteren 41 4.4.3 Verwijdering van schimmels 42 4.4.4 Middelen voor schimmelverwijdering 43 4.4.5 Werkwijze voor schimmelverwijdering 45 4.5 Het bewonersprotocol 47 4.5.1 Inleiding 47 4.5.2 Wat is een protocol? 48 4.5.3 Kenmerken van het bewonersprotocol 49 4.5.4 Welke bewoners kunnen het bewonersprotocol gebruiken? 49 4.5.5 Wat is het doel van het bewonersprotocol? 50 4.5.6 Eisen van het protocol 50 4.5.7 Blad Tips & Tricks 51 4.5.8 Top 3 Tips 51 5 Conclusie 52 5.1 Conclusie naar aanleiding van het literatuurverslag 52 5.2 Conclusie naar aanleiding van het adviesverslag 52 6 Aanbevelingen 53 6.1 Aanbevelingen naar aanleiding van het literatuurverslag 53 6.2 Aanbevelingen naar aanleiding van adviesverslag 54 7 Referentielijst 55 Bijlage A: Literatuurverslag Bijlage B: Middelen Bijlage C: Bewonersprotocol Bijlage D: Tips and tricks Pagina 7 van 90

Voorwoord In de eindfase van de bacheloropleiding Milieu-natuurwetenschappen wordt door de studenten een externe opdracht gekozen. Wij hebben gekozen voor een opdracht waarbij gezondheid centraal staat. Onze opdrachtgever is de GGD van Rotterdam en omstreken. Deze heeft ons de mogelijkheid gegeven om onze milieuadviesvaardigheden op academisch niveau te kunnen ontwikkelen. Graag zouden wij iedereen willen bedanken die ons, langs welke weg dan ook hulp heeft geboden bij het milieuadviesproject. In de eerste plaats willen wij onze projectbegeleidster Drs. Els Jans bedanken voor haar stimulerende begeleiding. Bij haar konden we steeds terecht voor goede raad en al onze vragen. Ook dank aan alle personen die ons gedurende heel het traject met raad en daad hebben bijgestaan. De dames A.Thys, R. Slob en T. Habets. De heren J. Bosselaers, D. Heederik, R. Samson en K. Snepvangers R. van Strien. Maar naast deze professionals zijn er ook de mensen in onze directe omgeving die ons steeds hebben gesteund. Familie en vrienden hebben altijd oprechte interesse getoond en boden ons steeds de gelegenheid enthousiast uitgebreid te vertellen over ons project. Zonder een goede samenwerking tussen de teamleden was het niet mogelijk geweest om deze klus te klaren. Collega s denk later goedgemutst terug aan onze acht handen op één buik! 29 augustus 2006 Glen van Balgooy Mark Bogaart Louise Prud homme de Lodder Jef Segers Pagina 8 van 90

Samenvatting In Nederland heeft 15 tot 20% van de woningen vochtproblemen. Vochtige woningen zijn te herkennen aan zichtbare vochtplekken, schimmelgroei en/of een muffe lucht. Bovendien kan vocht indirect gezondheidsklachten veroorzaken. Schimmelsoorten die binnen groeien zijn onder andere van de geslachten Penicillium, Aspergillus, Alternaria en Cladosporium. Deze schimmels komen ook in de buitenlucht voor. Onder gunstige omstandigheden kunnen schimmelsporen uitgroeien tot schimmels, zowel binnenshuis als buitenshuis. Een aantal factoren beïnvloedt de groei van schimmels, zoals temperatuur, zuurtegraad van voedingsbodem en beschikbaarheid van voedingsstoffen en van zuurstof. Schimmels kunnen groeien op een groot aantal verschillende (bouw)materialen. Sommige materialen zijn meer schimmelgevoelig dan andere materialen. Behang bijvoorbeeld kan, wanneer het vochtig genoeg is, uitstekend als voedingsbodem dienen. Schimmelsporen en deeltjes kunnen bij personen die daar gevoelig voor zijn allergische reacties veroorzaken. Allergische reacties zijn de meest voorkomende klachten bij schimmels in het binnenmilieu. Daarnaast kunnen schimmels mycotoxinen en vluchtige organische stoffen (VOS) vormen, die ook nadelige gezondheidseffecten kunnen opleveren. Bepaalde mycotoxinen zijn bijvoorbeeld carcinogeen en bij inhalatie van VOS kan irritatie van de luchtwegen ontstaan. Een bestanddeel van de celwand van schimmels zijn glucanen. Naast de ontstekingsreacties die glucanen kunnen geven, mogen ook de irriterende en toxische effecten van dit celwandbestanddeel niet onderschat worden. Als laatste zijn er mycosen (schimmelinfecties). Deze infecties kunnen longinfectie veroorzaken bij mensen met een onderdrukt afweersysteem. In 90% van de woningen in België en in Nederland voeren drie schimmelgeslachten de boventoon, dit zijn Aspergillus, Penicillium en Cladosporium. Uit onderzoek kwam naar voren dat deze schimmels verantwoordelijk zijn voor gezondheidsklachten en verbonden zijn met woonomstandigheden. Het dient opgemerkt te worden dat elke schimmel potentieel schadelijk is voor de gezondheid en gezondheidsproblemen kan veroorzaken. Het projectteam beveelt aan om naast literatuuronderzoek de fungale binnenvervuiling te meten en geschikte meetmethoden voor degelijke kwantitatieve onderbouwing te zoeken. Verder zou onderzocht moeten worden in hoeverre de blootstelling, geschat met behulp van vragenlijsten, correleert met de werkelijke blootstelling aan relevante schimmelcomponenten. Bewoners kunnen schimmelgroei bestrijden door het verwijderen van schimmelgroei. Bij preventie is het van belang dat de woning voldoende en voortdurend geventileerd wordt en dat deze gelijkmatig verwarmd wordt. Verder is het van belang dat oppervlakken in de woning droog, schoon en stofvrij gehouden worden. Bij verwijdering van schimmels moet gedacht worden aan bepaalde methoden/handelingen en middelen. Er is een stapsgewijze strategie ontworpen om schimmels zo effectief mogelijk te verwijderen. Wanneer gekeken wordt naar de blootstelling en de effectiviteit van bepaalde schimmelbestrijdingsmiddelen zijn soda en alcohol het meest geschikt. De aanpak van vochtophoping, schimmelpreventie en verwijdering zijn verwerkt in een protocol en een aanvullend blad genaamd Tips and Tricks. Beide zijn bedoeld voor bewoners en vormen een leidraad bij schimmelpreventie en bestrijding. Daar staan ook tips, adviezen, handelingen, methoden, middelen en andere informatie. Pagina 9 van 90

Abstract In the Netherlands 15 till 20% of the houses have moisture problems. Moisture problems can be recognized by moisture spots, fungus development and musty air. In houses where the moisture level is high there are more fungi present, where some people can be allergic to. Fungi spores and particles can cause allergic reactions in people who are sensitive to them. Allergic reactions are the most common complaints caused by fungi in houses. In addition to these reactions fungi can produce mycotoxins and volatile organic compounds that both have adverse health effects. In 90% of all Belgian and Dutch houses there are three fungi that are important, these are Aspergillus, Penicilium and Cladosporium. These are responsible for health complaints and are linked with the house environment. It should be underlined that all fungi are potentially dangerous and can cause health problems. Besides literature research our projectteam recommends that the fungal population in houses must be measured with the right methods for a quantitative analysis. Furthermore there should be a research in how far real fungi indoors correlate with the relevant fungi components by means of questionnaires. Inhabitants can counteract fungi growth by preventing and removing those fungi. In case of prevention it is for example important to have natural constant ventilation in house. In case of removal a stepwise strategy has been constructed to remove fungi as effective as possible. When one looks at the exposure and the effectivity of certain fungicides, soda and alcohol should be used. Pagina 10 van 90

1 Inleiding (achtergrondinformatie) Mensen brengen gemiddeld meer tijd binnenshuis in de eigen woning (circa 70%) door dan buitenshuis. Daarom is het van belang dat het binnenmilieu van de woning gezond is. Dat is helaas niet altijd het geval. Naar schatting van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wordt in Nederland twee tot vijf procent van het totale verlies aan gezonde levensjaren veroorzaakt door milieuverontreiniging. Naast geluidshinder en luchtverontreiniging door het verkeer, leveren factoren in het binnenmilieu van woningen hieraan de grootste bijdrage. Vaak worden voor schadelijke stoffen in het binnenmilieu de normen en richtwaarden, zoals opgesteld voor het buitenmilieu, overschreden. Doordat bewoners veel tijd binnenshuis verblijven bij vaak verhoogde concentraties luchtverontreinigde stoffen, kan het binnenmilieu in woningen een risico voor de gezondheid vormen. Met name bij luchtwegklachten kan de kwaliteit van het binnenmilieu een belangrijke factor zijn. Tien tot vijftien procent van de Nederlandse bevolking heeft last van luchtwegklachten. In het werkgebied van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst voor Rotterdam en omstreken is dit percentage hetzelfde (Steevens, 2005). Opbouw van het rapport Het projectteam geeft in dit rapport aan welke schimmels volgens de literatuur in het binnenmilieu voor de mens de meest gezondheidsschadelijke eigenschappen bezitten. Dit vormt het literatuurverslag. We gaan daarbij in op diverse schimmels als Aspergillus, Penicillium, en Cladosporium. Ook wordt beschreven wat de oorzaken zijn van vochtophoping en schimmelvorming. Dit vormt het adviesverslag voor de GGD Rotterdam. Aan de hand van de vele informatiebronnen is een protocol ontworpen om de schimmels te bestrijden. In het protocolwordt aangegeven hoe schimmels in de woning het beste, wat betreft gezondheid en doeltreffendheid, verwijderd kunnen worden. 1.1 Probleemstelling GGD-en krijgen regelmatig meldingen van schimmels in een woning. Bekend is dat er vele vochtbronnen in woningen aanwezig zijn, die kunnen leiden tot vocht en schimmelproblemen. Zowel bouwtechnische mankementen aan een woning (vochtige kruipruimte, lekkage, optrekkend vocht of regendoorslag) als bewonersgedrag (zoals ventilatie, luchten, koken en verwarmen) of een combinatie van beide kunnen leiden tot vocht- en/of schimmelproblemen. Vocht is een van de factoren die regelmatig tot gezondheidsklachten leidt. In Nederland leeft een groot deel van de bevolking in vochtige woningen: uit onderzoek blijkt dat rond 20% van de woningen vochtproblemen heeft. Vochtige woningen zijn gedefinieerd als woningen waarin sprake is van de aanwezigheid van vocht- en/of schimmelplekken. De populatie at risk is dus groot en ook de meest gevoelige groep, de mensen met bestaande luchtwegaandoeningen zoals astma, is relatief groot. Daarnaast worden aspecifieke klachten zoals vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en oogirritaties in verband gebracht met vocht en schimmels in woningen. Mensen kunnen ook visuele- en/of geurhinder ervaren van een vochtige woning. Pagina 11 van 90

De meeste van de aan het milieu gerelateerde vragen en klachten die jaarlijks bij GGD-en binnenkomen gaan over het binnenklimaat van woningen, in het bijzonder over vocht in relatie tot luchtwegklachten (Steevens, 2005). 1.2 Vraagstelling (milieuwetenschappelijk) Naar aanleiding van bovenstaande probleemstelling had de GGD-Rotterdam, cluster Milieu&Hygiëne, twee vraagstellingen voor het projectteam M42: Welke schimmels uit het binnenmilieu zijn het meest schadelijk voor de gezondheid van de mens? Stel een protocol op dat aangeeft hoe schimmels in de woning het beste, wat betreft gezondheid en doeltreffendheid, verwijderd kunnen worden. 1.3 Doelstelling De doelstelling is te splitsen in: A. Kennisdoel Meer weten over schadelijke schimmels in binnenmilieu. B. Het kennisbelang van het kennisdoel is voor: bewoners: minder vocht- en schimmelproblemen in woningen; minder gezondheidsklachten van bewoners door vocht- en schimmelproblemen. GGD: protocol voor verwijdering van schimmels. 1.4 Kenmerken (criteria)resultaten Het literatuurverslag moest aan de volgende criteria voldoen: - Samenhangende en heldere bespreking. - Conclusies die een duidelijke weergave vormen van de gehanteerde literatuurstudie. - Verslag moet consequente aanbevelingen bevatten voor verder onderzoek. Het adviesverslag moest aan de volgende criteria voldoen: - Bespreking van aanleiding en context probleem. - Het bieden van oplossingen en het bepalen van randvoorwaarden. - Het eigenlijke advies met de daarbij gegeven onderbouwing uitmondend in een protocol. - Het vermelden van onderzoeksgegevens en achtergrondinformatie. Pagina 12 van 90

Voor het advies aan de bewoners voor de verwijdering van schimmels diende het protocol de volgende criteria te hebben: - praktisch - zo goed mogelijk uitvoerbaar en op te volgen - geen angst veroorzaken bij de bewoners - duidelijk weergegeven in begrijpelijke taal - het duidelijk vermelden van beschermende maatregelen indien noodzakelijk, zoals adembescherming (mondkapje), kleding, etc - het duidelijk aangeven welke middelen de bewoner kan gebruiken (bijv soda of borax, maar geen chloor) - het aangeven van de juiste aanvullende maatregelen tegen het ontstaan van schimmelgroei (bewonersgedrag, zoals: op een juiste manier ventileren (hoe, wanneer, hoe lang, etc.), luchten (idem), koken (m.b.t. ventilatie) en verwarmen woning (wanneer, hoe lang, etc), aanschaf luchtvochtigheidsmeter? Kan de bewoner bepaalde bouwtechnische mankementen in woning in eerste instantie zelf verhelpen?) 1.5 Randvoorwaarden en afbakening De GGD Rotterdam gaat uit van de volgende vertrekpunten geformuleerd in vragen die het projectteam bij het uitwerken van het adviesverslag, protocol en literatuurverslag (voor literatuurverslag specifiek het eerste, tweede, derde en vijfde punt) in ogenschouw diende te nemen: 1. Het is van belang te weten welke schimmels echt een gezondheidsprobleem vormen. 2. Het is van belang te weten welke symptomen in de woning optreden bij een (te) hoog vochtgehalte. 3. Hoe zijn deze symptomen te herkennen aan bijvoorbeeld uiterlijke kenmerken? 4. Wanneer is het voor de bewoner/bewoonster het geschikte moment om op te treden tegen schimmels? 5. Waar moet de bewoner/bewoonster alert op zijn (specifieke details over schimmelgroei)? 6. Hoe adviseer je iemand op zo n manier dat zijn of haar gedrag doeltreffend wordt m.b.t. het verwijderen van schimmels? Doeltreffend heeft hier betrekking op de verwijdering. Bij de volgende schimmelbevorderende activiteiten en gebeurtenissen moet volgens de GGD de bewoner contact opnemen met de verhuurder: - bij koudebruggen en vochtdoorslag; - bij verwijdering van gipsplaten of ander materiaal als hier tenminste schimmel op zit. Wat betreft contracteren van deskundigen: voor experts van de GGD Rotterdam e.o. (mevr. Tiny Habets en Rita Slob), de GGD Groningen (dhr. F. Duijm) en de GGD Amsterdam (Rob van Strien). Verder het Centraal bureau voor Schimmelcultures (Robert Samson), Janssen Pharmaceutica (Jan Bosselaers en Amber Thys), en Athene Noctua binnenmilieu-advies (Kees Snepvangers). Pagina 13 van 90

2 Methode en technieken In dit hoofdstuk worden methoden en technieken (i.e. onderzoeksmethoden) beschreven over het zoeken van gegevens om het literatuurverslag en het adviesverslag te schrijven. De onderzoeksvraag welke is behandeld in hoofdstuk 1 is tweeledig. Welke schimmels uit het binnenmilieu zijn het meest schadelijk voor de gezondheid van de mens? Stel een protocol op dat aangeeft hoe schimmels in de woning het beste, wat betreft gezondheid en doeltreffendheid verwijderd kunnen worden. 2.1 Literatuuronderzoek Voor de beantwoording van beide vragen hebben wij literatuuronderzoek verricht om meer te weten over het onderwerp Schimmels in woning en de betreffende gezondheidsaspecten en over de verwijdering van schimmels. Hiervoor hebben wij verschillende soorten informatiebronnen geraadpleegd. Het document Het verloop van vochtproblemen in woningen van Jessie Steevens (2005) is bij de start van het project gebruikt. Voor het literatuuronderzoek zijn sleutelbegrippen belangrijk. 2.2 Sleutelbegrippen Om te zoeken naar relevante wetenschappelijke artikelen en websites zijn sleutelbegrippen noodzakelijk. Hiervoor hebben wij als keywords synoniemen of andere gerelateerde termen gebruikt (enkelvoud en meervoud). Om in andere talen literatuur te gaan zoeken, is het nodig om de zoektermen te vertalen. De volgende zoektermen zijn gebruikt: schimmel, woning, binnenmilieu, gezondheid, verwijdering, allergie, astma, vocht. Engelse termen zijn onder andere mold, fungi, homes, residential, indoor, health, allergy, controll, damp, prevention. De woorden zijn ook gecombineerd gebruikt bijvoorbeeld schimmel en woning. Duitse termen zijn bijvoorbeeld Schimmelpilz en Wohnung/Haus. Hierna is zoveel mogelijk naar geschikte informatiebronnen gezocht die voldoen aan inhoudelijke criteria zoals is vermeld in de volgende paragraven. 2.3 Inhoudelijke criteria Inhoudelijke criteria waarmee je de kwaliteit van informatie op het web kunt beoordelen zijn geldigheid, actualiteit, accuraatheid, status, volledigheid en dekking (webcursus.ubvu.vu.nl) Geldigheid Bij geldigheid wordt gekeken naar de onderbouwing van de inhoud en of deze aannemelijk en betrouwbaar is. We letten hierbij op: Pagina 14 van 90

literatuurverwijzingen en bibliografieën; verantwoording van de herkomst van de informatie; vermelding van het doel van de site. (webcursus.ubvu.vu.nl) Actualiteit Bij actualiteit is de vraag of de inhoud up-to-date is. We letten hierbij op: de datum dat de informatie gecreëerd (creation date) of beschikbaar gesteld is (publication date); de datum dat de informatie voor het laatst is bijgewerkt (last updated) (webcursus.ubvu.vu.nl). Accuraatheid Bij accuraatheid dient de informatie correct te zijn. Hierbij is het van belang dat de bron (zoveel mogelijk) een onafhankelijke instantie is (bijvoorbeeld een uitgever, redacteur of vakspecialist die de informatie gecontroleerd heeft) en dat er zorg besteed is aan het artikel (geen typefouten, spelfouten en/of grammaticale fouten) (webcursus.ubvu.vu.nl). Status De status van de auteur of uitgever of met andere woorden de bron dient gezaghebbend te zijn. Hierbij kijken we naar: status van de (eventuele) bron van herkomst van de gepresenteerde feiten en beweringen andere referenties contactinformatie (e-mail adres of postadres) (webcursus.ubvu.vu.nl) Volledigheid Bij het criterium volledigheid is het belangrijk dat de informatie in zijn geheel (afgeronde vorm) beschikbaar is. We letten dan met name op: of de informatie geheel of slechts gedeeltelijk beschikbaar wordt gesteld grijze (inactieve) links (webcursus.ubvu.vu.nl) Dekking Het laatste criterium houdt in dat wij letten op de reikwijdte en de diepgang van de informatie i.e., aanwezigheid van een inhoudspagina, index, site map, literatuurverwijzingen en bibliografieën (webcursus.ubvu.vu.nl). Verder zijn verschillende bronnen, websites en wetenschappelijke tijdschriften geraadpleegd en is een keuze gemaakt tussen alle (tegenstrijdige) informatie die voorhanden is. 2.4 Informatiebronnen Informatiebronnen kunnen naast wetenschappelijke publicaties, populair-wetenschappelijke publicaties en praktijkgerichte vakpublicaties zijn. Kenmerken van wetenschappelijke publicaties zijn onder andere bronvermeldingen, beschrijving van onderzoeksmethoden en toetsing door andere wetenschappers (peer review bij gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften). Wetenschappelijke publicaties kunnen worden ingedeeld in artikelen en in boeken. (webcursus.ubvu.vu.nl) Pagina 15 van 90

Artikelen in wetenschappelijke tijdschriften geven resultaten van een bepaald onderzoek weer. Op internet is bijvoorbeeld het voor ons relevante tijdschrift Environmental Health Perspective vrij toegankelijk. Op het werk van één van de teamleden is het tijdschrift Clinical and Experimental Allergy elektronisch beschikbaar. Deze wetenschappelijke tijdschriften kunnen interessante artikelen over schimmel bevatten. Wetenschappelijke boeken behandelen één onderwerp en bevatten diepgaande informatie met veel literatuurverwijzingen. Een voorbeeld van een review boek is Damp indoor spaces and health dat diverse artikelen over schimmels en over alle onderwerpen die in verband staan met dit onderwerp zoals vochtige huizen, gezondheidsaspecten en verwijdering van schimmel beoordeelt. Verder zijn er hulpmiddelen zoals woordenboeken die begrippen beschrijven en encyclopedieën die gebaseerd zijn op wetenschappelijke artikelen en boeken. Websites Op Internet zijn veel soorten sites en publicaties te vinden. Deze zijn als wetenschappelijk te beschouwen wanneer aan één van de volgende criteria is voldaan. De site of publicatie is de elektronische variant van een gedrukte wetenschappelijke publicatie. De site is onder verantwoordelijkheid van een gerenommeerde wetenschappelijke instelling (b.v. RIVM, US EPA) of onder redactie van een of meer wetenschappers gepubliceerd. De site of publicatie heeft een auteursvermelding, een substantiële literatuurlijst en volgt de methodische opbouw van een wetenschappelijke publicatie (webcursus.ubvu.vu.nl). Een voorbeeld is Moulds: identification, isolation and cultivation met bibliografie die geschreven is door David Malloch van de universiteit van Toronto. Website: http://www.botany.utoronto.ca/researchlabs/mallochlab/malloch/moulds/moulds.html Internetadres Een internetadres geeft informatie over uit welk land de site afkomstig is door gebruik te maken van een 2-letterige landencode als aanduiding van een domein of geeft informatie over de herkomst van de site via een domeinnaam. Sites van academische - of onderwijsinstellingen (.ac of.edu), non-profit organisaties (.org) en overheden (VS:.gov) zijn over het algemeen betrouwbaarder dan commerciele sites (.com) (webcursus.ubvu.vu.nl). Voorbeelden zijn http://www.epa.gov/mold/ van US Environmental Protection Agency en http://www.oznet.ksu.edu/library/hous2/mf2141.pdf afkomstig van de universiteit van Kansas City. Laatstgenoemde site gaat over Controlling mold growth in the home. Het volgend voorbeeld is afkomstig van het Duitse Umweltsamt für Mensch und Umwelt http://www.umweltbundesamt.de/uba-info-medien/index.htm. Deze instantie heeft publicaties op zijn site die gaan over schimmels in de woning. Pagina 16 van 90

3 Literatuurverslag meest schadelijke schimmels binnenshuis 3.1 Inleiding In 1991 constateerde het Nederlandse Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) dat ruim 19 % van de Nederlandse woningen last had van vocht en schimmels. Hiermee werden hoofdzakelijk de vieze plekken bedoeld op pleisterwerk, behang en muurverven, vaak met blijvende materiële schade. In de Belgische sociale woningbouw zijn de cijfers vergelijkbaar, 20 %, terwijl in Groot-Brittannië zelfs ruim 23 % van de woningen aan ernstige vochtschade lijdt. Vocht is een belangrijke bevorderende factor voor kolonisatie van woningen van schimmels. Maar schimmels vormen niet enkel een probleem in ons milde, vochtige klimaat. In de kuststrook van Israël blijkt 45 % van de woningen last te hebben van schimmels (Adan, 1997). Uit de literatuur is bekend dat er vele bronnen voorkomen in woningen, die kunnen leiden tot vochtproblemen. Dit kunnen zowel bouwtechnische tekorten zijn (lekkage, optrekkend vocht of regendoorslag) als bewonersgedrag (verkeerd ventileren, verkeerd luchten, koken en verwarmen terwijl te weinig wordt geventileerd). Een combinatie van deze twee kan leiden tot vocht- en/of schimmelproblemen (Steevens, 2005). We brengen 80% van ons leven binnenshuis door en de kwaliteit van het binnenmilieu bepaalt daarmee voor een groot deel de kwaliteit van onze directe leefomgeving. Daarom is het belangrijk dat het binnenmilieu van de woning gezond is, wat helaas lang niet altijd het geval is. Chemische en biologische factoren bepalen in belangrijke mate de kwaliteit van het binnenmilieu. De chemische factoren zijn afhankelijk van de ventilatie in een woning terwijl de biologische factoren daarnaast afhankelijk zijn van de vochtigheid van de woning. Vanuit het oogpunt energiezuinigheid richt het woningbouwbeleid zich op een dichtere bouwschil met een lagere, natuurlijke ventilatie. Vraag is welke implicaties dit voor de binnenluchtkwaliteit heeft. Uit enquêtes (door het RIVM onder GGD-en) blijkt dat meer klachten worden gemeld over het binnenmilieu dan over het buitenmilieu. Huisbewoners melden hun bezorgdheid en ongerustheid over ongewenste factoren in het binnenmilieu spontaan bij de gemeentelijke gezondheidskundige diensten. Hierbij dient opgemerkt dat chemische (38%) en biologische factoren (34%) ongeveer even vaak als oorzaak van een binnenmilieuklacht worden aangewezen (van Veen et al., 2001). Figuur 1 in bijlage A toont de factoren die oorzaak zijn van gezondheidsklachten in het binnenmilieu en het aandeel hierin van schimmels. Dit verslag gaat dieper in op de schimmel als één van de belangrijkere biologische factoren in het binnenmilieu, die bedreigend kan zijn voor de gezondheid. Het verslag is opgebouwd uit twee delen: Deel 1 bestaat uit één paragaaf (paragraaf 3.2) en beschrijft in vijf onderdelen de elementaire biologische begrippen van schimmels. Deel 2 bestaat uit twee paragrafen: de eerste paragraaf toont een inventarisatie van toxische metabolieten die de gezondheid kunnen schaden Pagina 17 van 90

(paragraaf 3.3). De tweede paragraaf geeft een overzicht van de schimmels die schadelijk zijn voor de gezondheid en hun gezondheidsbedreigende effecten (paragraaf 3.4). 3.2 Wat zijn schimmels? 3.2.1 Inleiding Bioaerosolen in de binnenomgeving omvatten een uitgebreid scala aan microscopische biologische partikels van dierlijke, plantaardige en andere oorsprong. Inhaleren van deze deeltjes kan de menselijke gezondheid nadelig beïnvloeden. De medisch meest belangrijke microbiële partikels in de woning zijn afkomstig van de cellen en sporen van schimmels, bacteriën en virussen. (Flanningan et al., 2002). Zoals vermeld in de algemene inleiding staat de schimmel in dit verslag centraal. De paragrafen 3.2.2 tot 3.2.5 geven elementaire beschouwingen over de schimmel. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: fylogenetica, morfologie, reproductiviteit en voorwaarden voor ontwikkeling. Gespecialiseerde informatie over deze onderwerpen is te vinden in het boek van Flannigan van 1994: Health implications of fungi in indoor environments an overview. 3.2.2 Fylogenie (zwartgedrukte woorden: zie glossarium in bijlage A tabel 2) Alle levende wezens kunnen worden onderverdeeld in één van de 5 biologische koninkrijken: het koninkrijk Monera, het koninkrijk Protoctista, het koninkrijk Animalia, het koninkrijk Plantae en het koninkrijk Fungi. Tabel 1 in bijlage A toont de kenmerken en enkele voorbeelden van de vijf koninkrijken. Elk koninkrijk op zich is onderverdeeld in progressief kleinere subgroepen, namelijk: fylum, klasse, orde, familie, genus en soort (Patterson et al., 2006). De term schimmel verwijst generisch naar alle leden van het Koninkrijk Fungi. Er zijn meer dan een miljoen soorten schimmels, waarvan er ongeveer 400 ziekten veroorzaken bij mens, dier of plant. De meerderheid van de pathogene soorten zijn geclassificeerd binnen de fyla Zygomycotina, Basidiomycotina, Ascomycotina of de groep Deuteromycotina. Figuur 2 in bijlage A toont een overzicht van de fyla. Fungi kunnen ook nog op een andere manier ingedeeld worden: de schimmels en de gisten (Patterson et al., 2006). Het consortium schimmels vormt steeds een onderdeel van de viervernoemde fyla, terwijl de gisten alleen bij de fyla Ascomycotina of Basidiomycotina thuishoren. Figuren 3 en 4 in bijlage A tonen respectievelijk een microscopische opname van een gist en een meercellige fungi. Gisten onderscheiden zich van schimmels door: de ééncelligheid; de groeiwijze: uiterlijk vormen gisten gladde, egale kolonies, terwijl schimmels een stoffig, of harig uiterlijk vertonen; de manier van voortplanten: gistcellen planten zich niet voort met sporen, maar door budding en fission (Patterson et al. 2006). Pagina 18 van 90

3.2.3 Morfologie De meeste schimmels bestaan uit een zwamvlok of mycelium. Dit is het pluizige deel dat spore op oppervlakten groeit. Het mycelium is opgebouwd uit schimmeldraden of hyfen. Op de schimmeldraden ontwikkelen zich sporendragers waarin sporen worden gevormd. De sporen zorgen voor de verspreiding van de schimmel. Het zijn kleine deeltjes (1-10 micrometer) die gemakkelijk door de lucht worden verplaatst. Bij gunstige omstandigheden kunnen de sporen hyfe ontkiemen, vervolgens schimmeldraden vormen en ten slotte opnieuw uitgroeien tot een nieuw mycelium mycelium (Brokerhof et al., 2005). Figuur 1 toont de ontwikkeling van een spore tot het mycelium. Figuur 1. Het mycelium Identificatie van fungi is gebaseerd op hun Belangrijkste delen van het mycelium fysieke verschijning (fenotypische karakteristieken). bron: Diepgaande en specialistische benadering is te http://www.lifesci.utexas.edu/faculty/sj vinden in het boek: MICROORGANISMS IN aper/bio231/ HOME AND INDOOR WORK ENVIRONMENTS: Diversity, Health Impacts, Investigation and Control van Flannigan et al.(2002). 3.2.4 Voortplanting en levenscyclus Voortplanting filamenteuze fungi In het binnenmilieu kunnen drie phyla met een seksuele fase voorkomen: de Zygomyceten, de Basidiomyceten en de Ascomyceten. Het overgrote deel van de filamentale fungi (fungi waarbij hyfen gevormd worden), wordt in een kunstmatige groep ondergebracht. Het kenmerk van deze groep is de afwezigheid van een reproductieve fase. De groep waarbij de seksuele fase ontbreekt, behoort tot de klasse van de Deuteromyceten (Fungi imperfecti). Figuur 2 toont de aseksuele levenscyclus van Deuteromyceten. Bij het determineren van schimmels hoort een specifiek vakjargon. Zo wordt bijvoorbeeld een spoor conidium genoemd, terwijl de spoordragende structuur een Figuur 2. Aseksuele levenscyclus De aseksuele levenscyclus van de Deuteromyceten bron : http://www.bodley.ox.ac.uk/dept/preservation/train ing/mould/myco.htm Pagina 19 van 90 conidiofoor heet. Een schimmel met alleen ongeslachtelijke sporen noemt men anamorf, met alleen geslachtelijke sporen teleomorf. Enerzijds stellen sommige experts dat Deuteromyceten in het evolutieproces hun

teleomorfische fase verloren hebben, terwijl dit anderzijds weer wordt ontkracht. Het lijkt al met al beter te stellen dat ze anamorfen zijn waarbij nog geen teleomorf gevonden werd (Flannigan et al. 2002). De seksuele fase van de leden van Ascomyceten, Basidiomyceten en Zygomyceten resulteert in de productie van respectievelijk ascosporen, basidiosporen en zygosporen. Ascosporen en basidiosporen zijn klein en worden door luchtstromingen verspreid. Zygosporen daarentegen zijn groter en verspreiden zich niet zo snel. Hun leven staat meer in het teken van overleven dan zich over grote oppervlakten/ruimten te verspreiden. Onder gunstige omstandigheden kan echter een zygospoor ontkiemen en een anamorfe structuur produceren, met name het sporangium. Deze structuur bevat sporen die door de lucht verspreid worden (Flannigan et al. 2002). Voortplanting gisten Gisten worden gebruikelijk gedefinieerd als unicellulaire fungi die zich vegetatief voortplanten door budding. Tijdens dit proces ontstaan knopachtige structuren in de moedercel, die zich vervolgens afscheiden en voor verspreiding zorgen. Wanneer echter de celdeling niet volledig is, kan zich een soort van mycelium vormen. Enkele gisten planten zich niet voort door budding, maar door fission. Bij deze manier van vermeerderen, splitsen celwanden de moedercellen in kleinere eenheden die tenslotte onafhankelijk van elkaar tot ontwikkeling komen (Flannigan et al. 2002). 3.2.5 Voorwaarden voor schimmelgroei Huizen en gebouwen zijn dynamische milieus die beïnvloed worden door: de geografische locatie en het klimaat; de woningconstructie zelf; de gebruikte materialen in de woningconstructie; het binnenhuisontwerp; de werking van airconditioningsystemen; de manier van verwarmen en ventileren; menselijke activiteiten; de aanwezigheid van vocht en kolonisatie door ongedierte (Flannigan et al, 2002). Fungi zijn van nature alomtegenwoordig, dus ook in het binnenmilieu. Een schimmel stelt vier eisen om te groeien en zich voort te planten: 1. er moeten voldoende nutriënten aanwezig zijn; 2. de temperatuur moet geschikt zijn; 3. de omgeving moet voldoende vochtig zijn; 4. de zuurtegraad moet laag zijn (Wallcoverings, 2005). Stopzetting van schimmelgroei vereist eliminatie van één of meer van deze essentiële factoren. Helaas is eliminatie van warmte en/of voedingsbronnen in een doorsnee comfortabele binnenomgeving bijna onmogelijk. Nochtans kan alvast één factor worden verwijderd: vocht (Wallcoverings, 2005). Pagina 20 van 90