V&V. Bijlage 19 bij besluit 2016/1875-V1. CFD simulatie onderzoek warmte- en rookafvoer bij een autobrand

Vergelijkbare documenten
Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager

Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing)

CFD houdt in dat in een computermodel

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen

ExcelAir Praktijk Tip 2

Stuwkrachtventilatie systemen

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen?

Gelijkwaardigheids oplossingen. Parkeergarage oppervlakte groter dan m2. Verschillende gelijkwaardige oplossingen:

Robuuste brandveiligheidsconcepten

1. Inleiding. 2. Situatie

Beschrijving. Brandventilatie vs. Sprinkler in parkeergarage. Advies Definitief

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

CFD voor brandsimulaties in parkeergarages

PRAKTISCHE GEBRUIKSHANDLEIDING. Hoe en wat over sprinkler, compartimentering en/of ventilatie in parkeergarages

Parkeergarage De Appelaar, iets geleerd?

Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique

Stuwkrachtventilatie systemen

Colt Ventilatie en Rookbeheersing in parkeergarages. Brandveiligheid

Atria en brandveiligheid

Notitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige

w w w. o l d e h a n t e r. n l

Joost van Dijk HCPS bv. Namens VEBON afdeling rookbeheersing. praktijkdag parkeergarages' 12 juni 2013 STELLING

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Rookdichtheid en zichtlengte

Brandveiligheid in atria. Brandveiligheid in atria

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn

Brandveiligheid parkeergarages

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

Brandveiligheidsconcepten in relatie tot CFD. Inhoud. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel

Preventie en repressie in parkeergarages

In de bijlage bij dit advies is een plattegrond en een doorsnede van het betreffende gebouw opgenomen.

Beheersbaarheid van Brand Project:

Beheer en onderhoud RWA installatie parkeergarage

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld

Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages

HC PS / 1 Productwijzigingen voorbehouden

Provast B.V. t.a.v. de heer ing. J.R. Thomas Postbus BJ DEN HAAG. Zoetermeer, 6 februari JE/MN/JMa/G BR. Geachte heer Thomas,

Wanneer wel, wanneer geen CFD? ervaring van Peutz met controle en validatie van numerieke modellen met metingen

RBG. Rapport r01 Appartementen Blok 13A IJburg te Amsterdam. Brandoverslag onderzoek ADVIESBUREAU VOOR. 't Holland 59.

Berekening brandoverslag. Nieuwbouw Gastenhuis aan de Karel Brouwerhof te Leusden

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

Eind- en toetstermen Brandpreventie Deskundige II

BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES

Even voorstellen. Marcel Veenboer

Memo. Inleiding. blad 1 van 5

project: UTC, Schipholweg 343 te Badhoevedorp - Kantoorgebouw

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

Rook- en Warmte Afvoer installaties

T O E T S I N G S R A P P O R T

Consequenties van het autobrandscenario. Brandveiligheid natuurlijk geventileerde parkeergarages. Tekst Ir. Ruud van Herpen FIFireE

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Verklaring van gelijkwaardigheid bij het toepassen van het Airtronic-system

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen

ONE. Simulations. Onderzoeksrapport CFD Simulaties. Klimaat in een klaslokaal voorzien van een Easy-Klima klimaatplafond. Datum: 17 oktober 2012

Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan:

Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Brandbeveiligingsconcept

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

HON1401R001

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

Overdruk systemen Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing)

Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen

Datum: 14 november 2016 Ons kenmerk: MW15457 Project: Verbouwing schuur Wiersserbroekweg 12 te Vorden Betreft: Bouwbesluitberekeningen

Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Gebruiksventilatie

Meerzone luchtstroomodellen

Brandveiligheid in parkeergarages

Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden.

Memorandum nr

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau

Adviesvraag Aanvrager verzoekt de adviescommissie antwoord te geven op de volgende vragen:

ONDERGRONDSE PARKEERGEBOUWEN

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis. Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

massief kunststof plaat

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Brandveilige parkeergarages

Branden in parkeergarages Problematiek

brandveiligheid Onderzoek naar toepassing van risicobenadering op vluchtveiligheid bij brand

Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011

Nederlandse norm. NEN 6098 (nl) Rookbeheersingssystemen voor mechanisch geventileerde parkeergarages

Rgd. Dichtheid. Voor het aspect dichtheid van bouwconstructies wordt onderscheid gemaakt in:

GASINSTALLATIES EN GASVERBRANDINGSTOESTELLEN (procescertificaat)

Effectbeheersing of risicobeheersing?

CFD Tankputbrand; Toelichting CFD en validatie

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning

ADVIES. Registratienummer: 1308 Brandwerend rolscherm OV-busterminal Trefwoorden: Brandwerendheid, beoordelingscriteria, EI, EW Datum: 3 oktober 2013

BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES

Transcriptie:

V&V Bijlage 19 bij besluit 2016/1875-V1 CFD simulatie onderzoek warmte- en rookafvoer bij een autobrand Projectnaam: Opdrachtgever: Heilig Hart Hof Nex2us Postbus 101 4870 AC ETTEN-LEUR T.a.v. De heer M. Joosen Document opgemaakt op: 03-08-2016 Document opgemaakt door: Referentienummer: NCP erkenningnummer: Aantal pagina s: Ing. Daniek de Jager PR16067 / BR16X221 NCP1980 11+bijlagen Postbus 6230 4000 HE Tiel T +31-344 67 05 30 Rabobank NL26 RABO 0130.193.763 info@exiss.eu Lingewei 45 4004 LK Tiel F +31-344 67 05 31 KvK 1107.04.65 BTW NL 8184.97.324.B01 www.exiss.eu

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Uitgangspunten... 2 1.1 Uitgangspunten installatie ontwerp en simulatie berekening... 2 2.2 Uitgangspunten prestatie eisen... 3 2.3 Uitgangspunten beoordeling criteria... 3 3. Gebouw uitvoering en principe werking installatie... 3 3.1 Bouwkundige uitvoering parkeergarage... 3 3.2 Opzet ventilatie installatie... 4 3.3 Beschrijving rookbeheersing systeem... 4 3.4 Cause and effect diagram rookbeheersingssysteem... 5 4. Toelichting CFD berekening... 6 4.1 Inleiding... 6 4.2 Achtergrond CFD model... 6 4.3 Brandvermogen autobrand... 8 4.4 Bepaling zicht op de brand... 9 5. Procesverloop autobrand, repressie en nazorg... 10 5.1 Normatief brandverloop... 10 6. Beoordeling van de resultaten... 10 6.1 Resultaten overzicht algemeen... 10 6.2 Resultaten overzicht brandlocatie 1... 10 6.3 Resultaten overzicht brandlocatie 2... 10 7. Conclusie... 11 1

1. Inleiding Het nieuwbouwproject betreft een wooncomplex met daaronder een parkeergarage (overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen). Deze rapportage betreft alleen de parkeergarage. De garage bestaat uit één bouwlaag en is gedeeltelijk gelegen onder het maaiveld. De aanvrager heeft ervoor gekozen om gebruik te maken van het gelijkwaardigheid beginsel zoals is aangegeven in Artikel 1.3 van het bouwbesluit. De aanvrager moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aantonen dat het bouwwerk ten minste eenzelfde mate van onder andere veiligheid biedt als is beoogd met het betrokken voorschrift. Het gebouw is beoordeeld op basis van de onderstaande uitgangspunten, conform de bouwregelgeving, die ten doel hebben om: 1 e het uitbreken van brand te voorkomen; 2 e een veilige ontvluchting in geval van brand en/of rookontwikkeling te waarborgen; 3 e de uitbreiding van een eenmaal uitgebroken brand te beperken; 4 e het blussen van het begin van een brand met een redelijke kans op succes te verzekeren. Het gebouw is uitgerust met verschillende brandbeveiligingsinstallaties die er zorg voor moeten dragen dat de gelijkwaardige veiligheid gerealiseerd wordt ten opzichte van het niveau van veiligheid zoals beoogd met het bouwbesluit. 2. Uitgangspunten 1.1 Uitgangspunten installatie ontwerp en simulatie berekening De basis voor het ontwerp en de uitvoering van het brandveiligheidssysteem is de: NEN6098:2012. Het doel van de installatie is het verbeteren van de mogelijkheden voor een succesvolle binnenaanval door het snel kunnen vinden van de brand binnen de aangegeven detectiezone. Ten behoeve van de beoordeling van het installatie ontwerp zijn er twee brandsimulaties uitgevoerd. Zoals weergegeven in bijlage I. 2

2.2 Uitgangspunten prestatie eisen 4.3.2 Tussen de aangewezen ingang van de brandweer en de brandhaard moet er een tenminste 5 meter brede route zijn waarover de brandhaard tot op 15 meter `rookvrij kan worden benaderd. 4.3.3 Zicht op de brand moet worden gerealiseerd vanaf 10 minuten tot 27 minuten na detectie, om de mogelijkheid voor repressie door de brandweer te verbeteren. 2.3 Uitgangspunten beoordeling criteria De beoordeling van het realiseren van de gewenste zichtlengte in tijd (nazorg) conform de NEN6098 is direct uit de berekeningsresultaten af te leiden. De beoordeling van de overige berekeningsresultaten (repressief optreden) dient in overleg met bevoegd gezag plaats te vinden. 3. Gebouw uitvoering en principe werking installatie 3.1 Bouwkundige uitvoering parkeergarage De ondergrondse parkeergarage bestaat uit een parkeerlaag met totaal ca. 116 parkeerplaatsen. De totale netto gebruiksoppervlakte van parkeergarage (GO) bedraagt ca. 2.800 m². De vrije hoogte in de garage is ca. 2,7 meter. De in- en uitrit is voorzien van een luchtdichte deur (vrije doorlaat maximaal 10%). De gehele oostgevel is grotendeels open uitgevoerd, in deze opstaande gevel zijn gevelroosters voorzien met een minimale doorlaat van 80%, zie bijlage 1 voor een aanzicht van deze gevel. De verdiepingsvloeren en de hoofddraagconstructie worden in beton uitgevoerd. De parkeergarage is voorzien van een deels vlak plafond, waarbij er in de garage diverse constructie balken zijn voorzien. In de garage zijn een aantal ruimten opgenomen waaronder liften, (vlucht)trappenhuizen en technische ruimten. Het CFD onderzoek is gebaseerd op de volgende aangeleverde tekeningen en uitgangspunten: Tekening: 07-02-50 t/m 07-02-58 d.d. 27-06-2016 Uitgangspuntendocument CFD onderzoek: PR16067/BR16X191 d.d. 01-07-2016 3

3.2 Opzet ventilatie installatie In de parkeergarage is een mechanisch ventilatiesysteem voorzien dat niet alleen de optredende CO/LPG concentraties afvoert bij normaal gebruik maar ook repressief bij een autobrand kan worden ingezet. Hierbij wordt het systeem op basis van een branddetectie-systeem aangestuurd. Het systeem is voorzien van afvoerventilatoren en stuwkrachtventilatoren. De werking van het ventilatiesysteem bij brand is afhankelijk van de locatie van de brand. Aan de hand van uitgangspunten zoals genoemd in de NEN2443, het bouwbesluit en de NEN6098 is het uiteindelijke ventilatieontwerp tot stand gekomen. Het maximale ventilatiedebiet wordt in brandsituatie gerealiseerd. Het minimale ventilatiedebiet ten behoeve van CO/LPG ventilatie is conform de NEN2443:2013 bepaald. Door toepassing van een CO/LPG - detectiesysteem kan de ventilatie-installatie in deelbedrijf geschakeld worden. 3.3 Beschrijving rookbeheersing systeem Het ventilatiesysteem bestaat uit drie afvoerschachten. Twee schachten die uitblazen op maaiveld en alleen voor brandventilatie worden gebruikt en een schacht die bovendaks afblaast en alleen voor dagelijkse CO/LPG ventilatie worden gebruikt. Het afvoerdebiet van de brandschachten bedraagt 250.000 m 3 /h per schacht het afvoerdebiet van de CO/LPG schacht bedraagt 32.000 m 3 /h. De toevoer van lucht geschiedt door onderdruk via de gedeeltelijk open Oostgevel. Er zijn in totaal drie induceerventilatoren voorzien om in totaal twee rookzones te creëren op basis van aansturing uit het branddetectiesysteem. De toegepaste ventilatoren zijn van het fabricaat ExcelAir; type CPC300 4-8S Exceljet 100. Deze ventilatoren hebben een stuwdruk in hoog/laag toeren van 100/24 N. In het model is uitgegaan van een detectietijd van 3 minuten, gedurende deze tijd draait het systeem in continu CO/LPG bedrijf. Na detectie wordt het systeem direct uitgezet, na twee minuten (na vaststellen exacte detectiezone en verwerkingstijd) wordt het ventilatiesysteem in brandbedrijf aangestuurd, in het model zal op dat moment het volledige systeem in brandbedrijf functioneren. 4

3.4 Cause and effect diagram rookbeheersingssysteem Onderdeel: Continu Brandlocatie/ventilatiezone: bedrijf: 1 2 Induceerventilator: IDV01 0% 0% 0% IDV02 0% 0% 0% IDV03 0% 0% 100% Afvoerventilator brand: AV01 0% 100% 100% AV02 0% 100% 100% AV03 0% 100% 100% AV04 0% 100% 100% Afvoerventilator CO/LPG: AV05 30% 0% 0% AV06 30% 0% 0% Toevoervoorziening: In-uitrit Open/Dicht Dicht Dicht Zijgevel-Oostzijde Open Open Open 5

4. Toelichting CFD berekening 4.1 Inleiding Het voornaamste gevaar bij en brand in een parkeergarage ontstaat door sterke rookontwikkeling. De opstijgende hete brandgassen breiden zich onder het plafond van de parkeerlaag uit. Door afkoeling aan plafond en wanden kan de rook naar beneden zakken. Hierdoor kan de oriëntatie van vluchtende personen uit de parkeergarage bemoeilijkt worden. De lokalisering van de brand door de brandweer kan door de rook al na enkele minuten problematisch worden. Om een voorspelling te doen naar de situatie in de parkeergarage in geval van brand, is met behulp van Computational Fluid Dynamics (CFD) de werking van het ventilatiesysteem tijdens een autobrand gesimuleerd. Voor het uitvoeren van deze simulatie wordt een 3-dimensionaal model van de parkeergarage opgezet. In dit model worden vervolgens de technische installaties en de regelstrategieën met behulp van wiskundige formules verwerkt. Om op juiste wijze het verloop van de rook en warmte verspreiding in tijd te kunnen beoordelen is gekozen voor een tijdsafhankelijke benadering. 4.2 Achtergrond CFD model De berekeningen zijn uitgevoerd met gebruik van het CFD (Computational Fluid Dynamics) pakket van Phoenics, versie 2015. Deze software is gebaseerd op het zogenaamde eindige volume methode. Bij deze methode wordt de geometrie waarin de te simuleren stroming plaatsvindt, verdeeld in een eindig aantal volumecellen waarbinnen de van belang zijnde stromingsgrootheden constant worden verondersteld. In dit project is gemodelleerd met totaal ca. 1.200.000 rekencellen. De stroming-grootheden zijn de statische druk, snelheidscomponenten, de luchttemperatuur en de grootheden welke behoren bij het turbulentiemodel. In deze berekeningen is gebruik gemaakt van het zogenaamde k - turbulentiemodel. De relaties tussen de stromingeenheden in elke volumecel en de aangrenzende volumecellen zijn vastgelegd met elementaire thermische en mechanische differentiaalvergelijkingen (de zogenaamde Navier-Stokes vergelijkingen). Na toevoeging van de randvoorwaarden wordt het stromingsprobleem op iteratieve wijze opgelost. Bij de onderhavige berekeningen is gebruik gemaakt van een instationaire (dynamische) berekening. De benadering houdt rekening met het veranderen van het stromingsbeeld als functie van tijd, ten gevolge van tijdsafhankelijke randvoorwaarden. Bijvoorbeeld het verloop van het brandvermogen. De brand is gesimuleerd door binnen een vereenvoudigde geometrie een warmtebron en een rookbron aan te brengen. De warmte overdracht vindt plaats middels convectie. Bij de berekeningen is voor het bepalen van de zichtlengte de rookconcentratie per cel berekend. Hieruit is in het model de zichtlengte afgeleid. In het model is opgenomen: Betonvloer aan de onder- en bovenzijde; Rondom betonwanden; Deels open zijgevel aan de oostzijde; De wrijvingsweerstanden van de vloerconstructies en wandconstructies. Eventuele balken aan het plafond van de parkeergarage. Bouwkundige obstakels in de garage, zoals kolommen e.d. 6

De positie van de brandende auto s is in overleg met bevoegd gezag dusdanig gekozen dat een grote verspreiding van rook en warmte wordt aangenomen. Deze locatie is maatgevend voor de gehele garage. De uitkomsten van deze berekeningen worden grafisch weergegeven. De opzet van het rekenmodel in Phoenics is weergegeven in bijlage I. Relevante parameters en uitgangspunten CFD onderzoek: Parameter: Instelling: Tijdstappen: 5 seconden per tijdstap Aantal iteraties Tussen de 50 en de 1000 per tijdstap Convergentie Maximaal 0,1% (Global Convergence Criterion) Gridverdeling Cartesian, lineair grid cellen variërend van 0,2 x 0,2 x 0,07 tot 0,28 x 0,28 x 0,25 (lxbxh) Samenstelling lucht Lucht, gemodelleerd als ideaal gas. Rook Gemodelleerd als scalaire variabele Straling Geen straling gemodelleerd, warmte afgifte aangenomen als 70% van het totale vermogen als compensatie voor het stralingsverlies Wanden/vloeren/balken Opgelegde ruwheid van beton incl. kleine obstakels zoals armaturen e.d. opgenomen. Warmtegeleiding beton 2 W/m 2 /K Condities bij start 0 Pa druk en omgevingstemperatuur van T = 20 C simulatie Condities rond natuurlijke Aangenomen omgevingstemperatuur van T = 20 C toevoer Rookpotentieel 400 m 2 /kg Optische dichtheid Zie paragraaf 4.4 Mechanische afvoer Object met afmetingen van geprojecteerde roosters met daarin een opgelegde volumestroom Natuurlijke toevoer Object met 80% doorlaat met aan de buitenzijde atmosferische druk. Brandmodel Statisch volume, Energie op basis van grafiek in paragraaf 4.3 en rookmassastroom conform bijlage B van de NEN6098. Verbrandingswaarde 25 MJ/kg Turbulentiemodel k Model (k Epsilon) 7

4.3 Brandvermogen autobrand Detectie Opkomst Inzet Blussen Rook- en warmteafvoer 5 min 10 min 7 min 10 min 33 min Figuur 2: Brandcurve brandvermogen autobrand en normatief brandverloop autobrand Door de autobrand ontstaat per MJ energie een hoeveelheid rook die in een volume van 1 m 3 bij een temperatuur van 20 C een rookdichtheid van 16 m -1 veroorzaakt. Deze waarde komt overeen met een rookpotentieel van 400 m 2 /kg, uitgaande van de voorgeschreven verbrandingswaarde van 25 MJ/kg voor een autobrand. Voor het oppervlak van de autobrand moet worden gerekend met een parkeervak met de afmeting van 2,5 m 5 m per auto. OPMERKING 1 Deze curve is gebaseerd op de door TNO aangegeven ontwerpbrand uit 1999 (Effectiviteit van stuwkrachtventilatie in gesloten parkeergarages, brandproeven en simulatie TNO rapport 1999-CVB-R1442). Bij de proeven van TNO is aangegeven dat er 10 min à 15 min na de eerste auto de brand over kan slaan naar de ernaast geparkeerde auto s (afhankelijk van onder meer de onderlinge afstand). De vermogenscurve voor één auto is een veilige (conservatieve) inschatting van het vermogen dat vrijkomt volgens TNO. Dat na 15 min in de ontwerpcurve van deze norm drie auto s in brand staan, mag daarom als een conservatief scenario worden beschouwd. OPMERKING 2 Door veranderingen in materiaalgebruik is de hoeveelheid brandbaar materiaal in een auto gestegen. Dat betekent dat de vermogenscurve van een auto waarschijnlijk is gestegen, maar dat vermoeden is vooralsnog niet hard gemaakt in proeven of berekeningen. De werkgroep is van mening dat de huidige curve gehandhaafd moet worden tot nieuwe, betrouwbare gegevens ter beschikking zijn gekomen. 8

4.4 Bepaling zicht op de brand Om te bepalen of er zicht op de brand is dient het volgende te worden vastgesteld: De maximale rookconcentratie op 15 meter van de brand is 0,02 gr/m 3 De wijze van toetsing wordt met onderstaande afbeelding weergegeven. 9

5. Procesverloop autobrand, repressie en nazorg 5.1 Normatief brandverloop Detectie Opkomst Inzet Blussen Rook- en warmteafvoer 5 min 10 min 7 min 10 min 33 min 6. Beoordeling van de resultaten 6.1 Resultaten overzicht algemeen De resultaten met betrekking tot de luchtstroming en rookgedrag is ten behoeve van de beeldvorming bijgevoegd als AVI bestand. Dit bestand bevat de ontwikkeling van de brand in tijd, in stappen van 60 seconden. De resultaten gegeven de relevante grootheden op een hoogte van 2 meter weer, de rookverspreiding wordt aangegeven in rookconcentratie. Aan de linkerzijde kunnen de waarden van de berekeningen afgelezen worden, de schaal van rookconcentratie loopt van 0 tot 0,02 gr/m 3 (overige variabelen op een, voor dat tijdstip in het onderzoek, relevante schaal). De afstand van 15 meter tot de brand is aangegeven met een halve cirkel: 6.2 Resultaten overzicht brandlocatie 1 Movie PR16067-107c brandlocatie 1.AVI; rookconcentratie bovenaanzicht op 2 meter +vloer 6.3 Resultaten overzicht brandlocatie 2 Movie PR16067-207b brandlocatie 2.AVI; rookconcentratie bovenaanzicht op 2 meter +vloer 10

7. Conclusie In opdracht van Nex2us is voor het project Heilig Hart Hof een CFD-studie verricht waarin de rookverspreiding bij een autobrand inclusief brandoverslag wordt gesimuleerd. De berekeningen zijn verricht op een tweetal maatgevende locaties die in overleg met het bevoegd gezag bepaald zijn. Uit de in het rapport gepresenteerde simulaties blijkt dat voor de onderzochte situaties bij de simulatie van brandlocatie 1 en brandlocatie 2 wat betreft repressie en nazorg aan de gestelde eisen en toetsingscriteria wordt voldaan. In de uitgevoerde simulaties is bij alle brandlocaties de brand te benaderen vanuit de nabij gelegen trappenhuizen. Door de toepassing van een plaatsafhankelijk branddetectiesysteem kan de brandweer bij aankomst aan de hand van het brandmeldpaneel beoordelen waar de brand zicht bevindt, (zones van 1.000 m 2 ) op basis daarvan kan worden bepaald hoe het best de brand kan worden benaderd. Aangaande repressie en nazorg kunnen de volgende conclusies getrokken worden: De vereiste rookbeheersing wordt gerealiseerd, waardoor een goede benadering van de brandweer gewaarborgd is; Het patroon van temperatuurverspreiding is nagenoeg gelijk aan het patroon van rookverspreiding; In het gebied voor de brandhaard zijn de temperaturen vrijwel gelijk aan de temperaturen van de aangevoerde lucht; Na het blussen van de brand is de gewenste zichtlengte van 30 meter ruim binnen het gestelde tijdbestek van 45 minuten gerealiseerd. Op basis van de resultaten van de berekeningen kan geconcludeerd worden dat het geprojecteerde ventilatiesysteem bij een ontstane brand met het ingeschatte brandvermogen voldoet aan de gestelde eisen. De uiteindelijke beoordeling betreffende veiligheid bij brand geschiedt door het bevoegd gezag. 11

Bijlage I: Resultaten uit het CFD onderzoek Figuur a: Plattegrond parkeergarage Brandlocatie 2 IDV03 IDV02 IDV01 Ventilatie zone 2 Ventilatie zone 1 Brandlocatie 1 12

Figuur b: Aanzicht oostgevel Gevelroosters 13

Figuur c: 3D opzet in CFD Figuur d: 3D opzet in CFD 14

Figuur e: 3D opzet in CFD Figuur f: 3D opzet in CFD 15

Brandlocatie 1: Figuur 101: Luchtsnelheden 3 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Dit is het moment dat de brand net is gedetecteerd, op dit moment word het systeem naar de rust situatie geschakeld. Figuur 102: Temperatuur 3 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 16

Figuur 103: Rookconcentratie 3 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 17

Figuur 104: Rookconcentratie 11 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Dit is 8 minuten nadat de brand is gedetecteerd en het systeem draait in brandbedrijf. 18

Figuur 105: Rookconcentratie 15 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Dit is 12 minuten nadat de brand is gedetecteerd, en wordt aangehouden als het punt waarop de brandweer de garage betreed en de brand gaat lokaliseren. Figuur 106: Temperatuur 15 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 19

Figuur 107: Rookconcentratie 18 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 20

Figuur 108: Luchtsnelheden 22 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 22 minuten na aanvang brand, dus ca. 19 minuten na detectie is het moment dat de brand zijn punt van maximale vermogens afgifte bereikt. Dit is tevens het uitgangspunt voor het moment dat de brandweer water op het vuur heeft. Figuur 109: Rookconcentratie 22 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 21

Figuur 110: Rookconcentratie 22 minuten na aanvang brand, doorsnede 22

Figuur 111: Rookconcentratie 27 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Figuur 112: Rookconcentratie 32 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 32 minuten na aanvang brand, dus ca. 10 minuten na aanvang blussing is het moment dat de brand geen warmte en rook meer afgeeft en de garage verder moet worden schoongespoeld voor nazorg. 23

Figuur 113: Rookconcentratie 36 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 24

Brandlocatie 2: Figuur 201: Luchtsnelheden 3 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Dit is het moment dat de brand net is gedetecteerd, op dit moment word het systeem net naar de rust situatie geschakeld. Figuur 202: Temperatuur 3 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 25

Figuur 203: Rookconcentratie 3 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 26

Figuur 204: Rookconcentratie 11 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Dit is 8 minuten nadat de brand is gedetecteerd en het systeem draait in brandbedrijf. 27

Figuur 205: Rookconcentratie 15 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Dit is 12 minuten nadat de brand is gedetecteerd, en wordt aangehouden als het punt waarop de brandweer de garage betreed en de brand moet gaan lokaliseren. Figuur 206: Temperatuur 15 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 28

Figuur 207: Rookconcentratie 18 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 29

Figuur 208: Luchtsnelheden 22 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 22 minuten na aanvang brand, dus ca. 19 minuten na detectie is het moment dat de brand zijn punt van maximale vermogens afgifte bereikt. Dit is tevens het uitgangspunt voor het moment dat de brandweer water op het vuur heeft. Figuur 209: Rookconcentratie 22 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 30

Figuur 210: Rookconcentratie 22 minuten na aanvang brand, doorsnede 31

Figuur 211: Rookconcentratie 27 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 32

Figuur 212: Rookconcentratie 32 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter Figuur 213: Rookconcentratie 36 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 33

Figuur 214: Rookconcentratie 39 minuten na aanvang brand, op 2,0 meter 34

Bijlage II AVI bestanden De volgende bestanden behoren bij deze rapportage: Movie PR16067-107c Brandlocatie 1 SCON@ 2m.AVI Movie PR16067-207b Brandlocatie 2 SCON@ 2m.AVI 35