Relatie voeding en vruchtbaarheid bij vleesvee

Vergelijkbare documenten
Gewenste ontwikkeling en na te streven gewicht bij de eerste kalving van Witblauwe dikbilvaarzen

Najaarsexcursie LSN - Dennis Klein Koerkamp Donderdag 29 november Vleesveeteam ForFarmers

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Laag RE-rantsoen bij hoogproductief melkvee: kunnen aminozuren helpen?

Overzicht voor een geslaagde jongvee-opfok

Bijvoedering van melkveerantsoenen op basis van gras(klaver)

Afdeling Nutritie & Innovatie. Bewust natuurlijk luxe en goed afkalven Door Toon van der Heijden

Effect van het ruw eiwit gehalte in vleesveerantsoen op ammoniakemissie ILVO. Karen Goossens ILVO. ILVO Studiedag Methaan en Ammoniak 11 december 2018

Grasklaver met kruiden in Vlaanderen, ervaringen uit onderzoek en praktijk. Luk Sobry Wim Govaerts

EMBRYONALE ONTWIKKELING EN GEZONDHEID VAN HET KALF TIJDENS DE DRACHT

Afleiding van de normen voor mineralen en spoorelementen voor paarden en pony s. Dr. A.M. van den Top Adviesbureau VOER-RAAD

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen.

Gebruikershandleiding Mineralencalculator (DEMO)

Livestock Research Jongveeopfok en weidegang Beweidingssystemen voor jongvee. Belang jongvee weiden? Beweiding van jongvee

De onderhoudsbehoefte aan VEM en DVE kan berekend worden met de volgende formules:

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding

Voeding schapen algemeen. Voeding en vertering. Vertering schaap schematisch

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Voorziening vee. Cu, Co, Se, Zn en Mn. Dirk Jan den Boer, NMI

Voeding Blonde d Aquitaine

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Balen 73 x. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Aandacht voor moeder en kind

NIEUW. Optimaliseer de prestaties van uw veestapel

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding?

Zwavel als oorzaak van problemen? dr. Guillaume Counotte

Doel 20/10/2017. Milieu en maternale invloeden tijdens de dracht op de grootte en het metabolisme van een pasgeboren Holsteinkalf

Kuilkenner Gras ingekuild 1e snee alde silo. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

VOORTPLANTING MELKVEE: BASIS EN UPDATE

KAN BEDRIJFSBEGELEIDING ZORGEN VOOR EEN KALF PER KOE PER JAAR?

Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

LG = lichaamsgewicht in kg; CM = melk gecorrigeerd voor vet (FCM) òf vet én eiwit (FPCM)

Aflamperiode. goed voor dieren Schapenvoer

Smart Farming: Heden & toekomst. Kristine Piccart (ILVO) Veetournee 2018

Optimaal inzetten van ruwvoeders op een melkveebedrijf.

Waarde van kruidenrijk gras en inpassing in de bedrijfsvoering

Voederwaardeonderzoek Gras ingekuild Voeding compleet Plaat 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing

Doel. Voorlopige activiteiten

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet 3e snee. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

FACTSHEET VOEDING DRAGENDE ZEUGEN

Overzicht gerapporteerde voedingsstoffen

CVB Tabellenboek Voeding Paarden en Pony s

Studienamiddag jongvee-opfok: Biestmanagement. Pixabay. Ilke Van Hese 9 oktober 2018 ILVO ILVO

Waar zit ons (verborgen) rendement. Studiegroep Blonde d Aquitaine Zuid Nederland Schaijk, 25 november 2014

Help! Mijn zeugen in de kraamstal eten niet

Stap voor stap naar een betere. jongvee-opfok

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen

Maxi maal melk uit gras

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent plaat 10

Demo-project Levensduur Verlengen. Meer melk en minder methaan door langere. levensduur. Leen Vandaele Studiedag SMART-Melken - 11/12/2018 ILVO

Lange-termijn effecten van twee voedersupplementen in het vroege leven op lichaamsgewicht en voederefficiëntie tot na de eerste kalving

Ingekuilde mengteelt van witte en rode klaver met gras voor melkvee

Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies

Bodem-Plant-Dier Studiegroep Terschelling. Gerrit Hegen

Nieuwe tendensen in biestmanagement

Biestvoorziening, waaróm is het zo belangrijk? Anja Smolenaars GD Dierenarts Herkauwersgezondheidszorg 15 januari 2015

Breedmax : Een zeer volledig voedingssupplement met duidelijk wetenschappelijke achtergrond

NIEUW. Yellow. Betere benutting van voedingsvezels EXCLUSIEF. geformuleerd met

Diabetic. Waarschuwing Het Diabetic dieet is niet geschikt voor pups, teven tijdens dracht en lactatie en honden met een verhoogde energie-behoefte.

Wetenschappelijke achtergronden van het LifeStart Effect. Oktober 2015

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Dagelijkse inname van energie en voedingsstoffen door diverse bevolkingsgroepen naar locatie (berekening inclusief nulgebruikers)

ILVO. Het ideale speenregime. Vergelijkende studie naar verschillende speenregimes voor Holstein kalveren

MEI Groningen. De Bodem voor Koegezondheid. 6 juni Gerrit Hegen. Bodem- plant- dier rela>es

5 REDENEN OM UW KALVEREN KOEMELK TE VOEREN

3.5a: Verzadigingswaarde en voeropnamecapaciteit

WElKE RANTSOENEN VOOR HET BElGISCH WITBlAUW RAS?

Karkasfokwaarden, een verschil aan de haak

Compleet weiden Combi weiden Compact weiden. WeideKompas

De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen

Geachte relatie, Onze rundveespecialist wil graag voor u het rantsoen bereken, voor een rantsoen op maat!

Uitslag Excretiewijzer

Aanbevolen Dagelijks Hoeveelheden (ADH) voor zwangeren

Voorjaarsbijeenkomsten Bel Leerdammer. Maart 2018 Gerrit Hegen, Reinard Everts, Ben van de Griend, Frank Oort, Karla Westerman

KAN KOOLZAADKOEK INGESCHAKELD WORDEN IN

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB minitoets bij opdracht 1

2 Paard en voeropname Gebit en speeksel Maag en darmorganen Afsluiting 20

Bemesting kool en relatie tot trips.

Voorbeeld. Stichting Biomentor. Advies Voorbeeld

5 redenen om uw kalveren koemelk te voeren

Machiel Blok, PDV / CVB Paul Bikker, WUR LR Age Jongbloed, WUR LR

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

HUISVESTING RANTSOEN KALVING

De fysiologische basis van de melkproductie. De fysiologische basis van de melkproductie. Hormonen tijdens lactatie

wat is de kwaliteit van het weidegras

Gastro-Intestinal Low Fat Diet

SATIETY SUPPORT DIET VOOR DE KAT

4.1 Voederwaarderingssystemen voor paarden en pony s

Tabellen inname voedingsstoffen

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee

Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation. Sofie Piepers, DVM, PhD. M-team UGent

Roofdiervoeding Meer spiegelen aan de natuur?

Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei?

productbrochure CaroCroc, sinds 1932 Gewoon Goed Wat geef ik mijn kat De breuken Productinformatie Caro Croc

Maïsrassenkeuze i.f.v. de voederkwaliteit

BROUWERS QUALITY PETFOOD HONDEN-, KATTENVOEDING & VERS VLEES EXCLUSIEF VERKRIJGBAAR BIJ

is e r n ie t! Bewust Beter Betaalbaar

Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier Beleidsdomein Landbouw en Visserij

MICRONUTRIËNTEN AUTEUR

Transcriptie:

Relatie voeding en vruchtbaarheid bij vleesvee Leo Fiems Instituut voor Landbouw-,Visserij- en Voedingsonderzoek Eenheid Dier www.ilvo.vlaanderen.be Beleidsdomein Landbouw en Visserij 1

Inhoud van presentatie Relatie voeding - vruchtbaarheid 1. Inleiding 2. Voeding - vruchtbaarheid Geslachtsrijpheid (1 e oestrus) Niet-drachtige dieren Drachtige dieren 3. Voeding - vruchtbaarheid Puberteit Fokstieren 4. Besluiten Voeding Energie Eiwit Mineralen Vitaminen 2

Voeding - vruchtbaarheid Geslachtsrijpheid bij vaarzen Invloed van groei op leeftijd & LG bij 1 e bronst 3

Voeding - ontwikkeling van dikbilvaarzen Doelstelling: 1 e kalving op 24 maanden, 600 kg (bij kalving) Groeiachterstand op 4 maand leeftijd: geen inhaalgroei Beweiding; bietpulp, BP 2 kg/d Ad lib Gewicht: 175-225 kg 0,48 0,55 ns Beweiding; ad lib BP 0,8 BP + 0,2 sojaschroot; SS Gewicht: 235-315 kg 0,59 0,85* Gewicht: 190-330 kg * P<0,05 Weide, 3 kg/d 0,8 BP + 0,2 SS Stal Maïskuilvoer + krachtvoeder 0,60 0,81* 4

90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Eerste bronst: minder vruchtbaar Drachtpercentage Kruisingsvaarzen; natuurlijke dekking P < 0.05 57% 78% ±6 weken! 1e bronst 3e bronst 5 Beyerly et al., 1987

Voeding van niet-drachtige dieren Energie Energiebeperking leidt tot: tragere groei van dominante follikel anoestrus Begin van de anoestrus is variabel (duur na beperking) (Diskin et al., 2003) 6

Duur 21 d Aantal vaarzen LG start (kg) LG na 21 d (kg) Ovulaties: N % Energie 1,2 Ond. 0,4 Ond. 13 341 344 13 100 19 349 327 8 42,1 < 0,6-0,4 onderhoud: follikelgroei (Diskin et al, 2003) Angus Hereford vaarzen 14-15 m.; cyclerend aanpassingsperiode: 10 d., 1,2 ond. (Lents et al., 2013) 7

Energie Charolais kruisingsvaarzen 18-24 m; ±500 kg 4 rantsoenen: - graskuil al + 3 kg/d gerst of BP/citruspulp (±50/50) - 1kg/d graskuil + a.l. gerst of BP/citruspulp na 100 d: CIDR (progesteron) 7 d.; KI na 56 & 72 u superovulatie slachting 6, 7 of 8 d. na 1 e inseminatie; recuperatie van foetussen Resultaten: BP/citruspulp en gerst a.l. vs 3 kg/d: zwaardere dieren (P<0,01) kleiner aantal gele lichamen (P=0,06) minder embryo s (P<0,05); BP/citruspulp > gerst 8 (Yaakub et al., 1999)

Energie Angus Lalman et al., 1997 Belang van de voeding vóór de kalving LCS oxidatieve stress (ROS) verstoring vruchtbaarheid Dikbilvaarzen!!! Zie verder 9

Energie: TKT i.f.v. LCS bij kalving 575 525 475 425 375 325 TKT (d) R 2 = 0,0054 ILVO 275 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 LCS bij kalving (0-5) 10

Energie: extra vet groei van follikel begint reeds vóór kalving extra vet: actie via insuline, cholesterol + hormonen, NIET systematisch betere resultaten ILVO: 2,5% extra vet (sojabonen); ±60 d vóór kalving iso-energetische rantsoenen, normvoeding GEEN verbetering van TKT 11

Eiwit Minder belangrijk dan energie eiwittekort: opname energie veel eiwit en weinig energie: extra energie ureumexcretie te veel eiwit of veel OEB kan schadelijk zijn ureum Vleesvee??? 150% norm: niet nadelig (Gunn et al., 2014) Onderhoud Ureum (g/d) RE (% in DS) Bloedureum (mg/dl) Blastocysten (na 11 d IV; %) 0 13 22 82,5 75 18,5 31* 64,3* *P < 0,05 (Ferreira et al., 2011) 12

VEM & DVE behoeften van dikbilvaarzen Leeftijd (maand) Gemiddeld gewicht (kg) Groei (g/d) Opname per dag DS (kg) VEM DVE (g) 3 6 155 800 4 5 3000 275 6 9 220 750 4,5 5,5 3865 320 9 12 290 750 5 6 4925 375 12 15 360 750 6 7 5950 425 15 18 425 750 7 8 6880 465 18 21 495 750 8 9 7865 510 21 24 570 850 8 9 8630 655 24 510 ±1000 VEM/kg DS 13

Voeding van drachtige dieren Ontwikkeling fetus & vruchtvliezen Pasgeboren kalf BWB HF Geboortegewicht (kg) 52,5 42,7 P < 0,001 Water (g/kg) Eiwit (g/kg) Vet (g/kg) 747 173 30 719 174 28 Behoefte aan nutriënten Ca (g/kg) P (g/kg) Energie (MJ/kg) 10,6 6,5 5,1 13,1 7,1 5,8 Bron: ILVO Bell et al., 1995 House & Bell, 1993 14

Ontwikkeling fetus & vruchtvliezen Vruchtvliezen BWB HF Gewicht (kg) Water (g/kg) Gewicht (kg DS) Ca (g/kg) P (g/kg) 5,60 904 0,53 0,23 0,51 5,31 ns 903 ns 0,51 ns 0,23 ns 0,55 ns Aantal cotyledonen* Oppervlakte cotyledonen* (m 2 ) Placentale efficiëntie* Kalf & nageboorte (kg DS) 109 0,50 100,2 13,16 111 ns 0,53 ns 78,7*** 12,32 (* Van Eetvelde et al., 2016) +7% *** P < 0,001 15

Energie- & eiwitbehoeften voor koeien 1.Onderhoud 2.Melkproductie 3.Drachttoeslag* 7 e maand 8 e maand 9e maand 4. Jeugdtoeslag Na 1 e kalving Na 2 e kalving Na 3 e kalving Energie (6,45 x LG) + 1265 442 VEM/kg Mm Melkvee BWB 850 910 1500 1605 2700 2890 660 660 330 660 330 Eiwit LG/10 + 54 52 g/kg meetmelk (Mm) Melkvee BWB 105 112 180 193 280 300 37 37 19 37 19 * NRC (1996): energie- & eiwitbehoeften o.b.v. verwacht geboortegewicht Kalf + nageboorte BWB: 7% zwaarder dan Holstein (DS)! 16

LG evolutie van Witblauwe dikbilkoeien 950 LG (kg) ΔLG (kg/tkt) 80 850 750 70 60 a a ab: P<0,001 650 50 550 40 450 7,16 j; 725 kg 30 b Leeftijd (d ) 350 20 500 2000 3500 1 2 3 (Fiems & Ampe, 2015) 17

LG van 0-100 d voor kalving (kg/d) LG VK (kg) <550 551-600 601-650 >650 Aantal 48 104 99 61 LG bij conceptie (kg) 393 a 411 b 432 c 454 d LG kalf (% LG NK ) 9,7 a 9,3 a 8,9 b 8,2 c LG 100d voor kalving -0,30 a -0,20 b -0,13 bc -0,05 c Aug.-okt. -0,37 a -0,52 a a -0,50 a -0,35 a Feb.-apr. -0,11 a 0,10 b b 0,08 b 0,19 b Fetale programmering? (Fiems & De Brabander, 2009) 18

Competitie tussen vrucht en voeder Magencomplex met voeder Kalf in baarmoeder Opname (kg DS/d) BWB: 8,1 (P<0,001) HF: 10,4 Fetale ontwikkeling: weerslag op latere prestaties LG/LGpp; % HF Primip.: 9,0 7,5 Multip.: 8,3 6,5 19 (Johanson & Berger, 2003)

Vet Fetale programmering Kritische vensters voor de ontwikkeling 20 (Funston et al., 2010)

Fetale programmering Angus kruisingen; voederbeperking 45-185 d -30% energie (E) en -30% E + eiwit (P) nakomelingen: oestrussynchronisatie 15 d vóór slachten; ovaria 21 (Long et al., 2012)

Fetale programmering Invloed van extra eiwit bij de koe op de prestaties van nakomelingen Martin et al., 2007 Funston et al., 2010 Getuige +0,45 kg/d 42% RE 7-9 e m Getuige +0,40 kg/d 31% RE ±160-260d Leeftijd 1 e 334 339 366 P<0,05 352 bronst (d) Drachtigheid 80 P<0,05 93 80 P=0,13 90 (%) 22

Mineralen Fosfor (P), het vruchtbaarheidsmineraal: P-tekort zorgt voor slechtere vruchtbaarheid, verminderde ovariële activiteit, onregelmatige bronsten, latere geslachtsrijpheid, lager drachtpercentage Calcium (Ca): belangrijk voor Ca/P (1,5-2) en vorming van nierstenen Magnesium (Mg): niet rechtstreeks betrokken bij vruchtbaarheid; onrechtstreeks: co-factor in meer dan 300 enzymesystemen die instaan voor de stofwisseling van koolhydraten, eiwit en vet ( energie); antagonisme met kalium P, Ca & Mg: vooral aanwezig in het skelet 23

Mineralenbehoefte tijdens de dracht +35% Weken voor kalven Melkvee g/dag g/kg DS 8-4 3-0 8-4 3-0 Witblauw g/kg DS 8-4 3-0 Calcium 27 31 2,4 2,8 3,3 3,8 Fosfor 21 22 1,9 2,0 2,6 2,7 Magnesium (K!) 22 23 1,9 2,1 2,7 2,8 Natrium 7,6 6,6 0,7 0,6 0,9 0,8 CVB, 2005 8,1 kg/d DS 24

Sporenelementen Iodium (I): I-tekort resulteert in anoestrus, embryonale sterfte, abortus, ophouden van nageboorte, daling van libido en spermakwaliteit Ijzer (Fe): Fe-tekort: fetale anemie abortus; antagonisme met Cu Kobalt (Co): Co-tekort: latere geslachtsrijpheid, anoestrus, abortus Koper (Cu): Cu-tekort is verantwoordelijk voor vroege embryonale sterfte, het ophouden en de necrose van de nageboorte Continentale rassen: 50% hogere behoefte (Herd, 1997) Antagonisme met zink, zwavel, ijzer en molybdeen 25

Sporenelementen Mangaan (Mn): Mn-tekort resulteert in stille en onregelmatige bronst, anoestrus, slechtere bevruchting, misvormde kalveren, abortus, zwakke libido en afwijkende spermatogenese Selenium (Se): Se-tekort: abortus, ophouden van nageboorte, baarmoederontsteking Interactie met zwavel en jodium Zink (Zn): nodig voor het bereiken van de geslachtsrijpheid, de aanvang van de bronst, de ontwikkeling van de testes, de spermakwaliteit, de libido, het voorkomen van klauwproblemen Antagonisme met calcium, koper, ijzer Optimale mineralenvoorziening met uitgebalanceerde verhoudingen! 26

Se-supplementatie bij dikbilkoeien Se: 0,1-0,3 ppm (norm); 2 ppm = maximum toelaatbaar! (μg/l) Se-gist Na-Se Na-Se 0,5 ppm 0,5 ppm 0,1 ppm Koeien (plasma) 2 m voor kalving 41 42 57 1 m voor kalving 89 a 82 a 53 b Kalving 124 a 91 b 56 c Kalveren (geboorte) 98 a 63 b 44 c Biestmelk 200 a 100 b 80 b (Rollin et al., 2007) 27

Serumgehalte (μg/l) Invloed van management op Se in serum Witblauwe ; Zomer: stal maiskuil + KV (85/15) vs weide + 3 kg/d/d Winter: maiskuil + graskuil (60/40) + sojaschroot + kern 80 60 40 P < 0,001 P > 0,10 20 Zomer Winter Zomer Winter 0 Weide Stal 28 (Goossens et al., 2016)

Vitaminen Vitamine A: tekort: uitstel van de geslachtsrijpheid, abortus, embryonale sterfte, ophouden van nageboorte, baarmoederontsteking, minder libido en spermatogenese β-caroteen = precursor van vit. A; hoge concentratie in corpus luteum Vitamine D: nodig voor een normale Ca- en P-stofwisseling Vitamine E: antioxidant; ruimt vrije radicalen (ROS) op tekort: ophouden van nageboorte, lage spermaconcentratie, Vit. A & Se: synergie 29

Behoeften aan sporenelementen (mg/kg DS) Behoefte sporenelementen & vitaminen: (dracht) Per kg DS Literatuur* BWB Maximum Koper (mg) Zink (mg) Mangaan (mg) Ijzer (mg) Kobalt (mg) Jodium (mg) 10-15 40-50 40-50 50 0,1-0,3 0,5 18 60 60 60 0,35 0,6 toelaatbaar* 40 500 2000 500 25 50 Vitamine A (IE) 3900-6000 4800 66000 Vitamine D (IE) 300-1000 360 2200-25000 Vitamine E (IE) 300-1000/d 40 1000 * NRC 2000; Meschy, 2007; *NRC 1987 30

Water het goedkoopste voeder 18 15 12 9 6 Opname L/kg DS Opname daalt als water beperkt is! Controleer drinkbakken! 3 0 y = 3.2 + 0.3811x - 0.0351x 2 + 0.0009x 3 R 2 = 0.94 5 10 15 20 25 30 35 40 C Waterkwaliteit: aanwezigheid van nitraten (>400 mg/l) & Leptospira kan resulteren in abortus 31

Opname en voederkosten Tussenkalftijd (TKT; m) <13 13-14 14-15 >15 1 e kalfkoeien VEM/d Kg DVE/d Voederkosten ( */TKT) 2 e kalfkoeien VEM/d Kg DVE/d Voederkosten ( */TKT) Oudere koeien VEM/d Kg DVE/d Voederkosten ( */TKT) 6132 231 354 6767 245 391 6938 213 388 6145 229 403 6662 227 429 6783 199 430 6198 229 435 6519 220 451 6924 206 470 * Voederkosten op basis van voederwaardeprijzen: 13,4 ct/kvem en 76,5/kg DVE toeslag (18-10-16) 5982 219 479 6547 227 514 6952 201 530 Eén kalf per koe per jaar! 32

Voeding - vruchtbaarheid ΔLG: 1,48 (a.l.) - 0,50-0,08 kg/d (Renaville et al., 2005) BWB 290 d 33

Voeding - ontwikkeling van dikbilstieren Opfok, 20 weken, 3 kg KV/d 15%RE 18%RE Groei (kg/d) 0,77 0,85* * P<0,05 (Fiems et al., 1998) LG: 175-400 kg I II III I: Zomer: weide Winter: graskuil al 2 kg BP/d 2 kg KV/d KV + maiskuil (50/50; DS) 0,85kg/d Groei (kg/d) 0,76 a 0,83 b 1,16 c al P<0,05 (Fiems et al., 2002) 34

Management van fokstieren Stier verliest gewicht (> 100 kg) en conditie tijdens het dekseizoen (tot 1), afhankelijk van temperament en kwaliteit van het gras; lagere LCS lagere spermakwaliteit!!! Jonge stieren = vatbaarder omwille van groei Bijvoedering op de weide: wenselijk om LCS te verbeteren Fokstier vervangen door stier met goede conditie (ploegensysteem) en energierijk rantsoen verstrekken om LCS te verhogen, of KI Minder koeien per stier Zorg voor schaduw tijdens warme dagen; vezelarm voeder s avonds Breng tijdens winter de conditie terug op peil tegen volgend dekseizoen; spermatogenese: ±60 d 35

Besluiten Witblauwe dikbillen: ander type dier: zwaarder kalf, vergelijkbare nageboorte, andere samenstelling Andere behoeften: VEM & DVE +7% t.o.v. melkvee Lagere opnamecapaciteit meer geconcentreerd rantsoen Energie = belangrijkste nutriënt m.b.t. vruchtbaarheid LCS: belangrijk voor conditie van koe en stier Evenwicht tussen nutriënten = belangrijk Foute voeding van de koe kan nadelig zijn voor de vruchtbaarheid van haar nakomelingen Reproduction is only successful when a healthy neonatal calf is standing at it s mother s side (Ball & Peeters, 2004) 36