REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 (55-MIN EN 55-PLUS) EN PREPENSIOENREGLEMENT 2006 VAN STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ Deze bijlage geeft tabellen met factoren behorend bij de keuzemogelijkheden uit het (pre)pensioenreglement. De factoren zijn geldig in 2014. Algemene uitgangspunten Bij het opstellen van de rekenregels zijn de volgende uitgangspunten gebruikt: Algemeen uitgangspunt voor deze rekenregels is actuariële gelijkwaardigheid van de aanspraken voor en na een gemaakte keuze. Bij het omrekenen van aanspraken worden sexe-neutrale omrekeningsfactoren gebruikt. Hiervoor is uitgegaan van een verhouding tussen mannen en vrouwen van 89:11. De rente is gelijk aan de gedempte rente die gebruikt wordt voor de vaststelling van de gedempte kostendekkende premie. Deze gedempte rente is voor 2014 gelijk aan 3,6%. Voor het overige wordt uitgegaan van de actuariële grondslagen zoals die gebruikt worden voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen ultimo 2013. In de tabellen zijn de factoren weergegeven voor een aantal leeftijden. Bij tussengelegen leeftijden dient lineair te worden geïnterpoleerd. Het vervolg van deze bijlage bestaat uit de volgende tabellen: Tabel 1: Tabel 2: Tabel 3: Tabel 4: Tabel 5: Tabel 6: Tabel 7: Vervroegingsfactoren bij vervroeging van het (art. 6 lid 3 van het pensioenreglement 2006); Uitruilfactoren in partnerpensioen (art. 6b van het pensioenreglement 2006 en pensioenreglement 55-plus); Uitruilfactor partnerpensioen voor extra (artikel 8 van het pensioenreglement 2006 en pensioenreglement 55-plus); Vervroeging en uitstel prepensioen (artikel 4 van het prepensioenreglement); Uitruil prepensioen in ouderdoms- en partnerpensioen (artikel 7 van het prepensioenreglement); Afkoopfactoren (artikel 16 lid 7 van het pensioenreglement 2006 en pensioenreglement 55-plus); Afkoop prepensioen (artikel 10 lid 3 van het prepensioenreglement).
Tabel 1 Vervroegingsfactoren bij vervroeging van het (art. 6 lid 3 van het pensioenreglement 2006) Het vervroegde is gelijk aan de vervroegingsfactor vermenigvuldigd met het te vervroegen. Het vervroegde zal levenslang worden uitgekeerd vanaf de vervroegde pensioendatum. De factoren voor vervroeging bedragen als volgt: Vervroegingsfactor voor 55 0,550 56 0,580 57 0,613 58 0,648 59 0,686 60 0,727 61 0,772 62 0,821 63 0,875 64 0,935 65 1,000 pag 2
Tabel 2 Uitruilfactoren in partnerpensioen (art. 6b van het pensioenreglement 2006 en pensioenreglement 55-plus) Het extra partnerpensioen dat wordt verkregen bij uitruil van (een deel van) het is gelijk aan de uitruilfactor vermenigvuldigd met het uit te ruilen (deel van het). De uitruilfactoren bij uitdiensttreding bedragen als volgt: Bij uit dienst op Bij uit dienst op 21 3,921 45 3,544 22 3,926 46 3,529 23 3,927 47 3,516 24 3,925 48 3,509 25 3,919 49 3,505 26 3,908 50 3,505 27 3,896 51 3,509 28 3,881 52 3,516 29 3,865 53 3,527 30 3,849 54 3,543 31 3,832 55 3,564 32 3,814 56 3,592 33 3,795 57 3,627 34 3,774 58 3,668 35 3,752 59 3,715 36 3,730 60 3,767 37 3,707 61 3,825 38 3,684 62 3,891 39 3,663 63 3,968 40 3,642 64 4,058 41 3,623 65 4,163 42 3,603 43 3,582 44 3,562 pag 3
De uitruilfactoren bij pensionering bedragen als volgt, waarbij het eerst is vervroegd: 55 6,677 56 6,370 57 6,080 58 5,805 59 5,540 60 5,285 61 5,038 62 4,801 63 4,577 64 4,364 65 4,163 Tabel 3 Uitruilfactor partnerpensioen voor extra (artikel 8 van het pensioenreglement 2006 en pensioenreglement 55-plus) Het extra (direct ingaand) dat wordt verkregen bij uitruil van (een deel van) het partnerpensioen is gelijk aan de uitruilfactor vermenigvuldigd met het uit te ruilen (deel van het) partnerpensioen. De uitruilfactoren bedragen als volgt: partnerpensioen 55 0,150 56 0,157 57 0,164 58 0,172 59 0,181 60 0,189 61 0,198 62 0,208 63 0,218 64 0,229 65 0,240 pag 4
Tabel 4 Vervroeging en uitstel prepensioen (artikel 4 van het prepensioenreglement) Het vervroegde prepensioen is gelijk aan de vervroegingsfactor vermenigvuldigd met het te vervroegen prepensioen. Het vervroegde prepensioen zal worden uitgekeerd van de vervroegde prepensioendatum tot 65 jaar. De vervroegingsfactoren zijn als volgt vastgesteld: Vervroegingsfactor prepensioen 55 0,259 56 0,293 57 0,337 58 0,393 59 0,469 60 0,575 61 0,734 62 1,000 Het uitgestelde prepensioen is gelijk aan de uitstelfactor vermenigvuldigd met het uit stellen prepensioen. Het uitgestelde prepensioen zal worden uitgekeerd van de uitgestelde prepensioendatum tot 65 jaar. De uitstelfactoren zijn als volgt vastgesteld: Uitstelfactor prepensioen 62 1,000 63 1,533 64 3,134 pag 5
Tabel 5 Uitruil prepensioen in ouderdoms- en partnerpensioen (artikel 7 van het prepensioenreglement) Het extra (direct ingaand) en (latent) partnerpensioen in de verhouding 100:70 dat wordt verkregen bij uitruil van (een deel van) het prepensioen, is gelijk aan de uitruilfactoren vermenigvuldigd met het uit te ruilen (deel van het) prepensioen. De uitruilfactoren bij pensionering bedragen als volgt, waarbij het prepensioen eerst is vervroegd of uitgesteld: 55 0,406 56 0,377 57 0,346 58 0,313 59 0,278 60 0,240 61 0,200 62 0,156 63 0,108 64 0,056 pag 6
Tabel 6 Afkoopfactoren (artikel 16 lid 7 van het pensioenreglement 2006 en pensioenreglement 55-plus) Het pensioenfonds heeft onder de in artikel 66 tot en met 68 van de Pensioenwet genoemde voorwaarden de mogelijkheid een pensioenrecht of pensioenaanspraak af te kopen indien dit niet uitgaat boven het bedrag als genoemd in artikel 66 van de Pensioenwet. De uitkering ineens bij afkoop van het pensioen is gelijk aan de afkoopfactor vermenigvuldigd met het af te kopen pensioen. De afkoopfactoren bedragen als volgt: Leeftijd Leeftijd Ouderdomspensioen Partnerpensioen Ouderdomspensioen Partnerpensioen 21 3,208 0,818 45 7,211 2,035 22 3,321 0,846 46 7,454 2,112 23 3,437 0,875 47 7,705 2,191 24 3,558 0,906 48 7,966 2,270 25 3,682 0,940 49 8,236 2,349 26 3,811 0,975 50 8,516 2,429 27 3,943 1,012 51 8,806 2,510 28 4,080 1,051 52 9,108 2,591 29 4,222 1,092 53 9,421 2,671 30 4,368 1,135 54 9,747 2,751 31 4,518 1,179 55 10,087 2,830 32 4,674 1,225 56 10,442 2,907 33 4,834 1,274 57 10,814 2,982 34 5,000 1,325 58 11,203 3,054 35 5,170 1,378 59 11,609 3,125 36 5,347 1,434 60 12,034 3,195 37 5,528 1,491 61 12,480 3,263 38 5,716 1,551 62 12,949 3,328 39 5,910 1,614 63 13,445 3,388 40 6,110 1,677 64 13,971 3,443 41 6,317 1,744 65 14,531 3,490 42 6,530 1,813 43 6,750 1,884 44 6,977 1,959 pag 7
Tabel 7 Afkoop prepensioen (artikel 10 lid 3 van het prepensioenreglement) Het pensioenfonds heeft onder de in artikel 66 tot en met 68 van de Pensioenwet genoemde voorwaarden de mogelijkheid een pensioenrecht of pensioenaanspraak af te kopen indien dit niet uitgaat boven het bedrag als genoemd in artikel 66 van de Pensioenwet. De uitkering ineens bij afkoop van het pensioen is gelijk aan de afkoopfactor vermenigvuldigd met het af te kopen pensioen. De afkoopfactoren bedragen als volgt: Bij uit dienst op Prepensioen 55 2,134 56 2,217 57 2,304 58 2,396 59 2,492 60 2,594 61 2,702 62 2,816 63 1,916 64 0,978 pag 8