Overeenkomst wordt om fiscale redenen formeel nog voortgezet tot 1 januari 2008 en leidt in 2007 niet zichtbaar tot gedragswijziging.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Drs. R.J.P. Jansen, 8 oktober 2008

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

ECLI:NL:RBROT:2012:BW1335

Mededinging. 5. Beslissing Het Scheidsgerecht wijst het navolgende arbitraal De vorderingen van de Maatschap worden

Openbare zienswijze. Voorgenomen concentratie Stichting Amstelring, Stichting Osiragroep en stichting SHDH

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

NMa Concentra,e en spreiding, wat vinden ze ervan? Studiedag DP 30 november 2012

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

CMDz Master of Health Business Administration. Fuseren, samenwerken én concurreren Een beoordeling van het NMa beleid

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Leidraad voor zorginstellingen met fusie- of overnameplannen

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Openbare zienswijze. Concentratie Stichting voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) en Stichting Allévo

Voor alle drie geldt dat samenwerking beperkt kan worden tot bepaalde onderdelen, bijvoorbeeld alleen de onderdelen waarop de zorginkoop ziet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Juridisch Document ZORG

Mededinging in de zorg. Mr. N. van den Burg 6 oktober 2011

Openbare zienswijze. Zorggroep Noordwest Veluwe - Het Baken

2. Waarom komen de NMa en de NZa met een gezamenlijk document voor zorggroepen?

Juridisch Document ZORG

ACM/TFZ/2016/404574_OV Stichting AriënsZorgpalet - Stichting Bruggerbosch

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Goedkeuring van de fusie tussen Stichting voor Regionale Zorgverlening en Stichting Ouderenzorg Kanaalzone

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet

Juridisch Document ZORG

Openbare zienswijze. Concentratie. Stichting Lentis Prof. dr. G. Heymansstichting

Koppelen wonen en zorg

De zorgmakelaar: begeleiding van onderhandelingen tussen fysiotherapeuten en zorgverzekeraars

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

FAIR TRADE AUTHORITY CURACAO - WAAR ONDERNEMINGEN OP MOETEN LETTEN IN DE STRIJD VOOR EERLIJKE CONCURRENTIE

Openbare zienswijze. Concentratie Stichting Amerpoort Stichting Sherpa

Misbruik van een economische machtspositie

Openbare zienswijze. Gewijzigde concentratie zaak Evean- Philadelphia-Woonzorg Nederland

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Stichting Pleyade - Stichting Catharina

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergunning vereist voor de concentratie tussen Stichting Zorggroep Apeldoorn en omstreken en Stichting Trimenzo

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLU IT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 49a Mededingingswet van de Mededingingswet.

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nma Concentratietoezicht

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar

Goedkeuring van de concentratie tussen Stichting Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam en Stichting Aafje Thuiszorg Huizen Zorghotels.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Brochure. klachten, tips, signalen en besluitaanvragen

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Openbare zienswijze. Concentratie Vivre en stichting Groenekruis Domicura

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nvia. Nederlandse Mededingingsautoriteit B ES LU IT. Openbare versie. AP aanvraag

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk /170020

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk /158606

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd

Gezamenlijk inschrijven in de zorg en de Mededingingswet

Transcriptie:

De zaak speelt zich af in zorgkantoorregio t Gooi en betreft samenwerking tussen drie thuiszorgondernemingen: de groep Hilverzorg, Vivium en TGV. In de regio zijn nog andere aanbieders actief. In de uitgangssituatie (ten tijde van de introductie van mededinging in de AWBZ in 2003-2004) leverde Hilverzorg in de regio t Gooi voornamelijk intramurale zorg, plus extramurale zorg in de omgeving van haar verzorgingshuizen, Vivium hetzelfde voor háár locaties en TGV leverde vooral extramurale zorg. 1 De ondernemingen besluiten in eerste instantie tot een fusie. De drie melden op 29 juli 2005 hun fusievoornemen aan bij de NMa. Bij besluit van 4 november in zaak 4212 stelt de NMa een vergunningseis, want mededingingsbezwaren maken een nader onderzoek noodzakelijk. Partijen vragen in mei 2006 een vergunning aan, maar trekken deze aanvraag in november weer in, omdat zij voorzien dat de gevraagde vergunning zal worden geweigerd. Uit verschillende documenten spreekt de wens van partijen om, indien de fusie geen doorgang kan vinden, toch te streven naar complementariteit in plaats van concurrentie in de activiteiten van de betrokken ondernemingen. Lopende de concentratieprocedure werken zij daarom al aan de opzet van een alternatieve vorm van samenwerking, waarmee zij hetzelfde kunnen bereiken als met de fusie. Op 30 juni 2006 gaan zij een samenwerkingovereenkomst aan, waarvan de ondertekende versie zich in het dossier bevindt. Op basis hiervan vinden diverse overdrachten van activiteiten plaats (zorgteams + voorzieningen). De drie ondernemingen komen tot een herverdeling van hun activiteiten op de volgende manier: Vivium en Hilverzorg dragen hun teams voor de extramurale huishoudelijke verzorging over aan TGV en TGV draagt haar teams voor de extramurale verzorging en verpleging deels aan Vivium en deels aan Hilverzorg over. De teams voor verzorging en verpleging van TGV worden zodanig rond de intramurale instellingen van Vivium respectievelijk Hilverzorg gegroepeerd, dat op deze manier twee aparte geografische werkgebieden ontstaan. Bovendien zijn partijen het erover eens om elkaar met betrekking tot de genoemde activiteiten géén concurrentie aan te doen. Zij spreken af cliënten naar elkaar door te verwijzen voor diensten die krachtens de afspraak niet door henzelf geleverd worden en TGV verwijst de cliënten voor verzorging en verpleging door naar Vivium respectievelijk Hilverzorg, al naar gelang hun woonadres. Zo houden zij de verdeling voor onbepaalde tijd in stand. Bij gelegenheid van de invoering van de WMO schrijft TGV in combinatie met de andere twee (die er daardoor van weerhouden worden met eventuele andere gegadigden in zee te gaan) in op de aanbesteding die de gezamenlijke gemeenten in t Gooi uitschreven. TGV wint de opdracht en wordt daarmee de enige aanbieder van huishoudelijk zorg in de regio. In een later stadium fuseren Vivium en TGV met elkaar (waarbij de oorspronkelijke stichtingen blijven bestaan, maar onder het bestuur van Stichting Vivium-TGV worden geplaatst). Daardoor wordt de balans binnen het samenwerkingsverband verbroken en een proces van ontvlechting in gang gezet. De 1 Hilverzorg en Vivium verkeerden overigens in de positie die hen in staat stelde de verlening van huishoudelijke zorg in de regio uit te breiden en zij realiseerden zich dat de verdere ontwikkeling van concurrentie daartoe zou kunnen nopen. 2

Overeenkomst wordt om fiscale redenen formeel nog voortgezet tot 1 januari 2008 en leidt in 2007 niet zichtbaar tot gedragswijziging. Uit de feiten maakt de NMa op dat sprake is van overeenkomsten en daarop aansluitende afstemming van gedrag die ertoe strekken de mededinging in de zorgkantoorregio t Gooi die als de relevante markt moet worden beschouwd te beperken. Gezien de aanzienlijke marktpositie van de betrokken instellingen (samen meer dan 60% voor persoonlijke verzorging en verpleging en meer dan 70% voor huishoudelijke verzorging), moet die beperking ook merkbaar worden geacht. Daarmee overtreden zij artikel 6, eerste lid van de Mededingingswet. Noch Europese de groepsvrijstelling voor specialisatieovereenkomsten, noch de uitzondering op het kartelverbod van artikel 6, derde lid, van de Mededingingswet, noch de bepaling met betrekking tot nevenrestricties kunnen door partijen met vrucht worden ingeroepen. Kort gezegd: de beperkingen van de mededinging gaan veel verder dan zou kunnen worden gerechtvaardigd op grond van de ratio van deze uitzonderingsbepalingen, aan verschillende voorwaarden is niet voldaan. De betrokken ondernemingen hebben in de procedure sterk benadrukt dat hun samenwerking de verbetering van de zorg op het oog had. In het bijzonder zouden hun afspraken ten goede komen aan het ontwikkelen van ketenzorg (goede aansluiting tussen extra/ en intramurale zorg voor dezelfde cliënt) en wijkgerichte zorg (thuiszorg georganiseerd vanuit locaties dicht bij de cliënten). De NMa ontkent niet dat partijen streefden naar ketenzorg en wijkgerichte zorg, maar maakt uit het dossier op dat het uitschakelen van de onderlinge concurrentie nadrukkelijk als afzonderlijk doel werd nagestreefd, hetgeen uitdrukkelijk blijkt uit de wijze waarop de samenwerking werd vorm gegeven, uitspraken van betrokkenen op directieniveau en uit de context als geheel. Volgens vaste rechtspraak kan het, wanneer is vastgesteld dat een overeenkomst ertoe strekt de mededinging te beperken, de partijen in beginsel niet baten als zij stellen dat het niet de bedoeling was om de mededinging te beperken of dat met de overeenkomst ook een ander doel werd nagestreefd. Van bijzonder belang is in dit verband het feit dat de ondernemingen hun samenwerking opzetten als second best alternatief voor de oorspronkelijk beoogde fusie, waartegen de NMa juist mededingingsbezwaren had geuit. De NMa wijst er op dat de drie pijlers van de Mededingingswet het kartelverbod, het verbod op misbruik van machtspositie en het concentratietoezicht één geheel vormen en vanuit dezelfde doelstelling moeten worden uitgelegd, zodat ondernemingen niet aan de werking van de wet ontsnappen, alleen maar door hun samenwerking een andere vorm te geven. Ketenzorg en wijkgerichte zorg kunnen worden bereikt door het uitbreiden van individuele activiteiten, door incidentele overdrachten van activiteiten tussen ondernemingen en door samenwerking die specifiek is gericht op betere aansluiting tussen niet-concurrerende activiteiten. Maar in alle gevallen moet het gaan om onafhankelijke, zelfstandige beslissingen van ondernemingen. 2 Een duurzaam samenwerkingsverband waarbinnen de instellingen elkaar tevens toezeggen hun werkgebieden voor langere tijd te respecteren, valt 2 Fusies boven de drempel van het preventieve concentratietoezicht moeten bij de NMa worden aangemeld en kunnen slechts worden toegestaan voor zover zij niet tot een significante belemmering van de mededinging leiden. Per 1 januari 2008 zijn speciaal voor zorginstellingen de drempels bij amvb verlaagd (Stb. 2007, 518). 3

onder het kartelverbod en het (tevens) nastreven van goede zorgverlening kan daaraan niet het verboden karakter ontnemen. Volgens de NMa-Boetecode, die de NMa toepast ongeacht welke sector van de economie het betreft, vormt de betrokken omzet (ook wel besmette omzet) van de ondernemingen het uitgangspunt; de duur van de overtreding is daarin al verdisconteerd. De onderhavige overtreding kwalificeert de NMa als zwaar, en niet als zeer zwaar zoals bij een klassiek, heimelijk marktverdelingskartel het geval had kunnen zijn. Zwaar, omdat partijen elkaars naaste concurrenten waren en een sterke positie op de markt innamen, omdat zij de ontwikkeling van mededinging in de thuiszorg, die door de wetgever is beoogd, hebben gedwarsboomd, en omdat cliënten en het zorgkantoor in hun keuzevrijheid worden beperkt. Daarnaast zijn er ook factoren die de ernst van de overtreding relativeren: het zorgkantoor kan tegenspel bieden (door toetreding te stimuleren), de zorginhoudelijke aspiraties van partijen kunnen niet afdoen aan de vaststelling van de overtreding, maar kunnen hier wel enigermate worden meegewogen en een zekere, in de tijd beperkte gebiedsbescherming is wel gepast bij overdrachten van activiteiten die op zichzelf niet verboden zijn. Vervolgens onderkent de NMa dat sprake is van bijzondere omstandigheden van de thuiszorgsector die aanleiding geven tot een matiging van de boetes (met 25%). Ten eerste wil de NMa ondernemingen in de thuiszorg niet de (financiële) ruimte ontnemen om de concurrentie aan te gaan, zodat de ontwikkeling van het concurrentieproces niet wordt gefrustreerd. Ten tweede heeft de NMa oog voor het feit dat budgetrestricties en tariefregulering een begrenzing vormen voor eventuele prijsopdrijving die de verboden samenwerking teweeg zou kunnen brengen ten koste van de publieke middelen. Aan Stichting Hilverzorg legt de NMa een boete op van EUR 611.000. Aan Stichting Vivium Zorggroep legt de NMa een boete op van EUR 816.000. Aan Stichting Thuiszorg Gooi en Vechtstreek, Centrum voor Regionale Dienstverlening legt de NMa een boete op van EUR 1.621.000. De holding-stichting Vivium-TGV wordt voor de laatste twee boetes eveneens hoofdelijk aansprakelijk gehouden. 4

In 2003-2004 is er regelmatig overleg tussen vier thuiszorginstellingen in de zorgkantoorregio Kennemerland om te bespreken hoe zij gezamenlijk zullen reageren op de verwachte ontwikkeling naar meer concurrentie tussen aanbieders in de AWBZ. Het gaat om Stichting Ouderenzorg Velsen (SOV), Stichting ZorgBalans Groep, Stichting Thuiszorg IJmond (TIJ), Stichting Partners in de Zorg (PiZ). Uit verschillende scenario s voor samenwerking kiezen zij in de loop van 2005 voor het aangaan van twee fusies, waarbij de gefuseerde entiteiten elkaar geen concurrentie zullen aandoen. SOV en Stichting ZorgBalans Groep vormen per 1 januari 2006 Stichting Zorgbalans (Zorgbalans) met een werkgebied ten zuiden van het Noordzeekanaal. TIJ en PiZ vallen bestuurlijk onder de nieuw-opgerichte holding Stichting Viva! Zorggroep (Viva!) met een werkgebied ten noorden van het Noordzeekanaal. Beide concentraties vallen beneden de drempel voor het concentratietoezicht op grond van de Mededingingswet en worden derhalve niet aangemeld. 3 Tevens vindt een overdracht plaats van de activiteiten in het aan de verkeerde kant gelegen rayon Velsen-Zuid van TIJ aan Zorgbalans. Daarbij wordt een non-concurrentiebeding overeengekomen dat strekt tot bescherming van koper én verkoper, zonder heldere begrenzing in de tijd. 4 Door zowel boven als onder het kanaal intramurale en extramurale zorgverlening binnen één onderneming te bundelen, stellen de ondernemingen dat zij beter in staat zijn ketenzorg en wijkgerichte zorg te organiseren, hetgeen past in hun gezamenlijke visie op de zorgverlening. Tevens ontstaan echter twee door het Noordzeekanaal gescheiden, grote aaneengesloten werkgebieden, elk beheerst door één dominante speler, Zorgbalans en Viva!. De afspraken behelzen toezeggingen dat zij geen activiteiten zullen ontplooien in het werkgebied van de ander. Cliënten worden doorverwezen naar gelang hun woonplaats. Zo is iedere onderlinge concurrentie tussen deze twee instellingen bewust uitgeschakeld, ook voor de toekomst, waarin deze concurrentie zich anders verder had kunnen ontwikkelen. Bij het in werking treden van de Wmo per 1 januari 2007 gaan Zorgbalans en Viva! de concurrentie aan bij de aanbesteding van huishoudelijke verzorging door de gezamenlijke gemeenten in de regio. In zoverre komt een eind aan dat deel van de afspraken. 5 Wel zeggen zij elkaar toe dat de ander in onderaanbesteding kan blijven werken, mocht men de opdracht verliezen. Dat gebeurt ook als Viva! wint; bij de uitvoering van deze afspraak bevestigen de instellingen in een side letter uitdrukkelijk dat Viva! niet het voornemen heeft om in het werkgebied van Zorgbalans andere dan huishoudelijke zorg (lees: verpleging en verzorging) aan te bieden. 3 Een fusie van alle vier de ondernemingen samen zou boven de omzetdrempel voor de melding van concentraties zijn gekomen. Per 1 januari 2008 zijn speciaal voor zorginstellingen de drempels bij amvb verlaagd (Stb. 2007, 518); zouden de thans geldende drempels met terugwerkende kracht op de onderhavige zaak worden toegepast, dan waren waarschijnlijk ook de fusies waarmee Viva! en Zorgbalans tot stand kwamen meldingplichtig geweest. 4 Enkele bijzondere en meer specialistische vormen van zorg (o.m. jeugdgezondheidszorg, thuiszorgwinkels, voedingsen dieetadvisering, alarmering en gespecialiseerde verpleging) worden in aparte gezamenlijke nevenbedrijven van Viva! en Zorgbalans ondergebracht. Dit is niet als overtreding aangemerkt. 5 De omzet in huishoudelijke hulp na 1 januari 2007 is dan ook niet meer meegerekend als betrokken omzet die als grondslag dient voor de bepaling van de boete. 5

Uit de feiten maakt de NMa op dat sprake is van overeenkomsten die ertoe strekken de mededinging in de zorgkantoorregio Kennemerland, die als de relevante markt moet worden beschouwd, te beperken. Gezien de aanzienlijke marktpositie van de betrokken instellingen (samen meer dan 50% in 2006, meer dan 70% in 2007 voor persoonlijke verzorging en verpleging en meer dan 90% voor huishoudelijke verzorging), moet die beperking ook merkbaar worden geacht. Daarmee overtreden zij artikel 6, eerste lid van de Mededingingswet. Zij kunnen geen aanspraak maken op een wettelijke uitzondering op dit kartelverbod: het geheel der afspraken beperkt de concurrentie veel verdergaand dan nodig zou kunnen zijn voor het verbeteren van de doelmatigheid van de zorg. Het non-concurrentiebeding bij de overdracht van Velsen-Zuid strekt eveneens verder dan nodig is voor de bescherming van de koper tegen een uitholling van de waarde van de overgedragen assets. De betrokken ondernemingen hebben in de procedure sterk benadrukt dat hun samenwerking de verbetering van de zorg op het oog had, die zij vanuit een gedeelde zorgvisie nastreefden. In het bijzonder zouden hun afspraken ten goede komen aan het ontwikkelen van ketenzorg (goede aansluiting tussen extra- en intramurale zorg voor dezelfde cliënt) en wijkgerichte zorg (thuiszorg georganiseerd vanuit locaties dicht bij de cliënten). De NMa ontkent niet dat partijen streefden naar ketenzorg en wijkgerichte zorg, maar maakt uit het dossier op dat het uitschakelen van de onderlinge concurrentie nadrukkelijk als afzonderlijk doel werd nagestreefd, hetgeen uitdrukkelijk blijkt uit de wijze waarop de samenwerking werd vorm gegeven en uit de gehele context (bijvoorbeeld een veelvuldig op directieniveau uitgesproken afkeer van concurrentie). Volgens vaste rechtspraak kan het, wanneer is vastgesteld dat een overeenkomst ertoe strekt de mededinging te beperken, de partijen in beginsel niet baten als zij stellen dat het niet de bedoeling was om de mededinging te beperken of dat met de overeenkomst ook een ander doel werd nagestreefd. Ketenzorg en wijkgerichte zorg kunnen worden bereikt door het uitbreiden van individuele activiteiten, door incidentele overdrachten van activiteiten tussen ondernemingen en door samenwerking die specifiek is gericht op betere aansluiting tussen niet-concurrerende activiteiten. Maar in alle gevallen moet het gaan om onafhankelijke, zelfstandige beslissingen van ondernemingen. Een duurzaam samenwerkingsverband waarbinnen de instellingen elkaar tevens toezeggen hun werkgebieden voor onbepaalde tijd te respecteren, valt onder het kartelverbod en het (tevens) nastreven van goede zorgverlening kan daaraan niet het verboden karakter ontnemen. Volgens de NMa-Boetecode, die de NMa toepast ongeacht welke sector van de economie het betreft, vormt de betrokken omzet (ook wel besmette omzet) van de ondernemingen het uitgangspunt; de duur van de overtreding is daarin al verdisconteerd. De onderhavige overtreding kwalificeert de NMa als zwaar, en niet als zeer zwaar zoals bij een klassiek, heimelijk marktverdelingskartel het geval had kunnen zijn. Zwaar, omdat partijen elkaars naaste concurrenten waren en een sterke positie op de markt innamen, omdat zij de ontwikkeling van mededinging in de thuiszorg, die door de wetgever is beoogd, hebben gedwarsboomd, en omdat cliënten en het zorgkantoor in hun keuzevrijheid worden beperkt. Daarnaast zijn er ook factoren die de ernst van de overtreding relativeren: het zorgkantoor kan tegenspel bieden (door toetreding te stimuleren), de 6

zorginhoudelijke aspiraties van partijen kunnen niet afdoen aan de vaststelling van de overtreding, maar kunnen hier wel enigermate worden meegewogen en een zekere, in de tijd beperkte gebiedsbescherming is wel gepast bij overdrachten van activiteiten die op zichzelf niet verboden zijn. Vervolgens onderkent de NMa dat sprake is van bijzondere omstandigheden van de thuiszorgsector die aanleiding geven tot een matiging van de boetes (met 25%). Ten eerste wil de NMa ondernemingen in de thuiszorg niet de (financiële) ruimte ontnemen om de concurrentie aan te gaan, zodat de ontwikkeling van het concurrentieproces niet wordt gefrustreerd. Ten tweede heeft de NMa oog voor het feit dat budgetrestricties en tariefregulering een begrenzing vormen voor eventuele prijsopdrijving die de verboden samenwerking teweeg zou kunnen brengen ten koste van de publieke middelen. De NMa matigt in het geval van Zorgbalans op individuele basis de boete, omdat een boete in volle omvang het faillissement van de onderneming waarschijnlijk maakt. Aan Stichting Viva! Zorggroep legt de NMa een boete op van EUR 4.003.000. Aan Stichting Zorgbalans legt de NMa een boete op van EUR 800.000. 7