Fysico-chemische bodemparameters van groendaken Corda Campus Hasselt (Gunter Mann, Optigrün) BERT LAMBIE 08/12/2016 UIT JE DAK VOOR EEN BIODIVERS DUURZAAM & GROENER LIMBURG!
Biodiversiteitsproject UCLL + PXL 2014-2016 Doel: Kennis biodiversiteit op groendaken Informeren, sensibiliseren Wat? Aanleg biodiversiteitsgroendak op UCLL en PXL-Tech Vergelijking bodemleven en vegetatie op groendaken in Hasselt, Genk en Diepenbeek Onderzoek fysico-chemische parameters van groendaksubstraten
Bodemstaalnames 10 groendaken in Diepenbeek, Genk en Hasselt 2 staalnameplaatsen op grondniveau Voorjaar 2015 en 2016 600 gram gehomogeniseerde bodem
Fysico-chemische analyses Bodemdichtheid, bodemtype Organische stof Zuurtegraad CEC waarde
Bodemtype Bepaling van de korrelgrootte d.m.v. zeeftest Overwegend grindfractie (> 2 mm) Vulkanisch materiaal PXL-TECH aangepast substraat: grote zandfractie
Organische stof Vooral plantaardige oorsprong Bepaalt mee de vruchtbaarheid van de bodem Via bepaling van de asrest
Gehalte organische stof (%) Organische stof 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Organische stof
ph Zuurtegraad ph commercieel substraat: 6 8,5 8 ph 7 6 5 4 3
CEC waarde Cation Exchange Capacity Bepaalt mee de vruchtbaarheid van de bodem Beschikbaarheid van voedingsstoffen Purdue University
CEC waarde (meq/100g bodem) CEC waarde Cation Exchange Capacity 7 6 5 4 3 2 1 0 Uhasselt CDG (voor) CDG (terrras) CDG (fietsenstalling) UCLL (oud) UCLL (nieuw) PXL (comm.) PXL (aang.) Virga Jesse Stadhuis Grasland Houtkant
Andere parameters Ca, Mg, K en Na Ammoniakaal stikstof Nitraat en Nitriet Sulfaat Chloride Fosfaat
Gehalte organische stof (%) Relatie met biodiversiteit Organische stof 10 8 6 4 R² = 0,0009 2 0 0 5 10 15 20 25 30 Soortenrijkdom Geen verband tussen soortenrijkdom en het gehalte organische stof
CEC waarde (meq/100g bodem) Relatie met biodiversiteit 7 6 5 4 3 2 1 0 Cation Exchange Capacity R² = 0,11 0 5 10 15 20 25 30 Soortenrijkdom Geen / nauwelijks verband tussen soortenrijkdom en CEC waarde
Fysicochemie vs biodiversiteit Geen duidelijk verband Biodiversiteit wordt hoofdzakelijk beïnvloed door andere factoren Ouderdom van de daken minimale invloed op fysicochemie
Fauna en flora van groendaken in Midden Limburg Corda Campus Hasselt (Gunter Mann, Optigrün) DR. CARMEN VAN MECHELEN 08/12/2016 UIT JE DAK VOOR EEN BIODIVERS DUURZAAM & GROENER LIMBURG!
Specifieke eigenschappen Variatie in substraatdiepte Variatie in plantensoorten OF spontane kolonisatie van lokale plantensoorten Natuurlijke factoren Stukken dood hout of bast uitkijkpunt vogels Stapel houtblokken nestgelegenheid insecten, uitkijkpunt vogels Stapel bakstenen schaduw/beschutting spinnen en insecten Stapel keien/stenen beschutting insecten Hoop zand nestgelegenheid bijen en andere insecten
Sharrow school, Sheffield (thegreenroofcentre.co.uk)
Monitoring vegetatie Opvolging plantensoorten op groendaken in Hasselt, Genk en Diepenbeek Vegetatieopnames voorjaar 2016 Algemene gegevens groendaken Bespreking soortenrijkdom Vergelijking Mogelijke verklaringen
Groendaken Hasselt Uhasselt 2014 75m² Sedummatten Extensief mineraal daktuinsubstraat 6cm dik
Groendaken Hasselt Virga Jesse ziekenhuis 1993 260m² Sedumscheuten en grassen spontane kolonisatie Extensief daktuinsubstraat 5cm
Groendaken Hasselt Stadhuis Hasselt 2005 +- 80m² Sedummatten mosdak 5cm
Soortenlijst Soort UH VJ Stadhuis % % % Bieslook 4,3 Biggekruid 1,7 Dikkopmos 8,7 Duinriet 6 Dwergmispel 1,3 Esdoorn 0,3 Gewoon haarmos 2 Hopklaver 0,3 Kamtsjatka vetkruid 3,7 16,3 1 Kleine pimpernel 0,3 Kleine tijm 3,3 Klimop 0,3 Korstmos 1,7 Liggende vetmuur 0,3 Linde 0,7 Soort UH VJ Stadhuis % % % Melkdistel 0,7 Mos (soort 1) 1 Mos (soort 2) 90 Muurpeper 22 Paardenbloem 0,3 Ringelwikke 1 Roze vetkruid 1 5,3 6 Ruw beemdgras 2,7 Schapengras 4,7 1 Sint-Janskruid 2,7 Straatgras 1 Vetkruid spp. 25 Wit vetkruid 38,3 0,7 Witte klaver 1 Wolfsmelk 1,3
Hasselt UHasselt Virga Jesse Stadhuis 12 soorten 20 soorten 4 soorten Sedum spp. Sedum spp., grassen, mossen 90% mos! Beetje spontane kolonisatie Spontane kolonisatie Ook korstmos en juveniele bomen Buiten beetje schapengras geen spontane kolonisatie
Groendaken Genk Centrum Duurzaam Groen Voorkant: Sedumdak mos 2010 68m² Extensief daktuinsubstraat 8cm
Groendaken Genk Centrum Duurzaam Groen Terras: Sedum + kruiden 2010 124m² Extensief daktuinsubstraat 8cm Kruiden: mix van in-en uitheemse planten (ruwe smele, rode spoorbloem, overblijvend vlas, grote teunisbloem, scharlei, zeeuws knoopje, ijzerhard, slangelook)
Groendaken Genk Centrum Duurzaam Groen Bijgebouw: Spontane kolonisatie 2013 148m² Extensief daktuinsubstraat 8cm
Soortenlijst Soort CDG (voor) CDG (terras) CDG (schuur) % % % Verget-mij-nietje spp. 0,7 0,3 Bezemkruiskruid 0,7 0,7 Bieslook 4,7 Biggekruid 1,7 2,3 1,3 Canadese fijnstraal 1,7 2,3 1,3 Distel spp. 0,7 Gekroesde melkdistel 0,3 0,3 Gestreepte witbol 0,3 3 0,7 Gewone hemelsleutel 1,3 1,7 Gewone hoornbloem 0,7 1,7 Hazenpootje 2 8 3 Hopklaver 0,7 Kamtsjatka vetkruid 0,3 3 Kleine veldkers 0,3 1 Liggende klaver 3,3 1 Iris 0,3 1,7 Melkdistel 0,7 Mos (soort 1) 20,3 32 66,7 Mos (soort 2) 13,3 Mos (soort 3) 1,3 Muizeoor 1,3 2 0,7 Muurpeper 3,7 8 Paardenbloem 0,3 0,7 Reigersbek 4,7 Reuzenzwenkgras 0,3 Ringelwikke 4 9,7 Roze vetkruid 2,3 4,7 Schapengras 3,3 Slangenkruid 1,3 Smalle weegbree 0,3 Tripmadam 2,7 Vetkruid spp. 8 Voederwikke 0,7 Vogelmuur 1 Vogelwikke 0,7 1,7 Wit vetkruid 2,7 2 Zachte klaver 1 Zachte ooievaarsbek 1,3
Genk CDG voor CDG terras CDG schuur 28 soorten 20 soorten 17 soorten Mossen + Sedum spp. Mos + Sedum spp. Mos Spontane kolonisatie Oorspronkelijke soorten + Spontane kolonisatie Spontane kolonisatie
Groendaken Diepenbeek UCLL klein groendak 2007 15m² Sedumdak Extensief daktuinsubstraat 5cm
Groendaken Diepenbeek UCLL Biodiversiteitsdak 2015 68m² Sedum, grassen en kruidenmix Extensief daktuinsubstraat 12cm (variatie in dikte) Extra biodiversiteitsbevorderende maatregelen Steentjes Hout Waterplas
Groendaken Diepenbeek PXL-Tech 2015 256m² Extensief daktuinsubstraat + samengesteld lokaal substraat 12cm (variatie in dikte) Sedum, grassen, kruidenmix + maaisel van Albertkanaal in plantenmix PXL
Soortenlijst UCLL Soorten UCLL (klein) UCLL (BDdak) % % Vergeet-mij-nietje 0,70 Brunel 2,7 Buntgras 15,3 Duizendblad 2 Gele kamille 2,3 Gestreepte witbol 1 Gewone margriet 1,7 Gewoon struisgras 1,3 Grote tijm 12,7 0,3 Hopklaver 0,7 Kleine pimpernel 2,3 Kleine tijm 0,3 Klimop 0,3 Knolboterbloem 0,7 Melkdistel 1 Soorten UCLL (klein) UCLL (BDdak) % % Mos (soort 1) 13,3 0,3 Mos (soort 2) 13,7 0,7 Muizenoor 2,7 1,7 Muurpeper 7,7 1,3 Muurzeepkruid 6 Nachtsilene 1,3 Paardenbloem 1 1 Ringelwikke 16,3 Roze vetkruid 1 Steenanjer 1,7 Tripmadam 34,3 Viltganzerik 0,3 Wit vetkruid 0,3 1 Witte klaver 3,7
UCLL Klein Biodiversiteitsdak 12 soorten 24 soorten Mossen + Sedum spp. Weinig/geen mos Kruiden, Sedum spp. Spontane kolonisatie (o.a. witte klaver, ringelwikke, paardenbloem)
Soortenlijst PXL Soort Conditie 1 Conditie 2 Conditie 3 Conditie 4 % % % % Acacia 0,3 Vergeet-mij-nietje 0,3 0,8 spp Silene spp. 0,5 2,3 2,5 Breukkruid 0,5 Bezemkruiskruid 2 Biggekruid 0,5 1 Boswilg 1,3 2 2,8 Brandnetel 0,3 0,8 0,5 Brunel 0,5 0,8 1 Buntgras 6,8 10,5 8 6,8 Centaurie 0,30 Distel spp. 0,30 1,00 Duizendblad 1,50 2,80 0,50 3,00 Gekroesde 0,30 melkdistel Gele kamille 3,00 3,50 Gestreepte witbol 4,50 0,50 1,00 Gewone 2,80 3,30 0,50 1,80 hoornbloem Gewone margriet 1,80 0,30 2,30 Gewoon struisgras 0,30 0,30 Grote tijm 0,50 0,80 2,00 Hazenpootje 0,80 1,00 Herderstasje 0,50 Hopklaver 10,30 4,50 3,00 Kleine pimpernel 1,00 3,00 3,00 Kleine veldkers 1,5 0,8 Klein kruiskruid 0,3 Knolboterbloem 0,3 Knoopkruid 1 Melkdistel 3,3 1 2 0,5 Mos (soort 1) 0,3 0,5 0,8 Mos (soort 2) 0,8 0,5 1,8 1,8 Muurpeper 1 15,5 0,5 13 Muurzeepkruid 1,5 3 Nachtsilene 0,5 1 0,3 Paardenbloem 3 0,3 1 1,5 Reukgras 0,3 Ringelwikke 3,5 6 3,3 10,5 Rode klaver 3 2 1 Roze vetkruid 3,5 2,8 Ruige weegbree 3 1 0,5 Schapengras 8,3 6,8 10,5 5,3 Reukgras 0,3 Ringelwikke 3,5 6 3,3 10,5 Rode klaver 3 2 1 Roze vetkruid 3,5 2,8 Ruige weegbree 3 1 0,5 Schapengras 8,3 6,8 10,5 5,3 Bastaardwederik 0,8 0,5 Silene 1 1,5 2 Smalle weegbree 3 1,5 Steenanjer 3 0,5 2,8 Streepzaad spp. 0,8 1,3 Teunisbloem 0,3 Tripmadam 0,3 Veldbeemdgras 0,5 Veldzuring 1,3 1 Viltganzerik 0,3 1 1 Vlas 0,3 1,3 Voederwikke 2 1 2 Vogelpootje 1,3 Vogelwikke 2,8 1,5 2 Wilde marjolein 0,3 1,3 Wit vetkruid 0,3 3,5 0,3 3,3 Witte klaver 0,5 1,8 4 Zachte ooievaarsbek 0,3
PXL Combinatie Natuurlijke vegetatie Combinatie Aangepast substraat Biodiversiteitsdak Extensief groendak 46 soorten 32 soorten 32 soorten 32 soorten Algemeen: Combinatie Sedum, grassen, kruiden, veel spontane kolonisatie (ook houtachtigen), beetje mos
Vergelijking groendaken 32 32 32 32 32 aantal soorten Spontane Oorspronkelijk kolonisatie Sedumdak + 12 Biodiversiteitsdak grassen en/of kruiden 32 32 32 32 12 12 12 12 20 20 20 20 4 4 4 4 28 28 28 28 28 32 32 32 32 32 46 46 46 46 46 24 24 24 24 24 20 20 20 20 17 17 17 12 12 17 12 12 12 20 17 Uhasselt Virga Jesse Stadhuis CDG (voor) CDG (terras) CDG (schuur) UCLL (klein) UCLL (BD) PXL C1 PXL C2 PXL C3 (BD) PXL C4 (GD)
Oppervlakte groendak (m²) Jaar van aanleg Mogelijke verklaringen 300 250 200 150 100 50 0 R² = 0,201 R² = 0,0236 0 10 20 30 40 50 Soortenrijkdom 2020 2015 2010 2005 2000 1995 1990 Geen/zwak verband tussen soortenrijkdom en oppervlakte, ouderdom
Dikte substraat (cm) Hoogte groendak (m) Mogelijke verklaringen 16 14 12 10 8 6 4 2 0 R² = 0,6871 R² = 0,1749 0 10 20 30 40 50 Soortenrijkdom 16 14 12 10 8 6 4 2 0 - Biodiversiteitsgroendaken oorspronkelijk meer soorten aangebracht - Biotische en abiotische factoren spelen hoogstwaarschijnlijk ook een rol (vocht, temperatuur, licht, wind, locatie, ) Wel sterk verband tussen soortenrijkdom en substraatdikte
Monitoring insecten Opvolging kruipende insecten op groendaken in Hasselt, Genk en Diepenbeek Inhoud bodemvallen voorjaar 2016 Bespreking soortenrijkdom en aantallen Vergelijking Mogelijke verklaringen Samenwerking met LIKONA
Soortenlijst Insectengroep Uhasselt Virga Jesse Stadhuis Vliegen en muggen 10 6 6 Mieren 1 9 3 Kevers 3 2 1 Spinnen 81 6 5 Hooiwagens Springstaarten 2 10 8 Pissebedden 7 Andere 3 5 1 CDG voorkant CDG Terras 4 8 8 5 19 1 1 3 5 6 11 5 6 3 3 16 4 3 1 8 8 1 CDG schuur UCLL UCLL BD klein dak 5 11 4 5 2 5 2 1 23 4 3 1 2 1 PXL algemeen PXL aangepast substraat substraat 30 44 2 2 1 2 2 4 2 1 Totaal aantal insecten 99 44 24 Totaal aantal soorten 23 19 14 47 54 25 24 28 20 46 22 14 10 37 52 5 12
Hasselt UHasselt Virga Jesse Stadhuis 19 soorten 14 soorten 7 soorten Veel spinnen, gevolgd door vliegen en muggen Rode Lijst soort Oeverwolfspin (kwetsbaar) Veel springstaarten, gevolgd door mieren Rode Lijst soort Zwarte staafmier (sterk bedreigd) Springstaarten, gevolgd door vliegen en muggen
Genk CDG voor CDG terras CDG schuur 15 soorten Vrij veel springstaarten 20 soorten Vrij veel mieren en spinnen Rode Lijst soorten Oeverwolfspin (kwetsbaar) Steppewolfspin (kwetsbaar) Geelarmpje (zeldzaam) 17 soorten Vliegen en muggen Rode Lijst soorten Heidekrabspin (met uitsterven bedreigd); Oeverwolfspin; Heidesteatoda (kwetsbaar); Geelarmpje; Steppekampoot (kwetsbaar)
UCLL + PXL Klein groendak Biodiversiteitsdak UCLL PXL Aangepast substraat PXL algemeen substraat 10 soorten 7 soorten 12 soorten 5 soorten Springstaarten Vliegen en muggen Veel vliegen en muggen Veel vliegen en muggen Aangepast substraat meer soorten Indicatie dat lokaal substraat de voorkeur geniet
Vergelijking groendaken Totaal aantal insectensoorten Opvallend: veel minder soorten op de biodiversiteitsdaken! Uhasselt Virga Jesse Stadhuis CDG voorkant CDG Terras CDG schuur UCLL klein UCLL BD dak PXL algemeen substraat PXL aangepast substraat
Aantal plantensoorten Oppervlakte groendak (m²) Mogelijke verklaring 35 30 25 20 15 10 5 0 R² = 0,0748 R² = 0,1201 0 5 10 15 20 25 30 aantal insectensoorten 300 250 200 150 100 50 0 Geen/zwak verband tussen soortenrijkdom insecten en aantal plantensoorten, oppervlakte groendak
Dikte substraat (cm) Jaar van aanleg Mogelijke verklaring 14 12 10 8 6 4 2 0 R² = 0,0493 R² = 0,2562 0 5 10 15 20 25 30 aantal insectensoorten 2020 2015 2010 2005 2000 1995 1990 Biotische en abiotische factoren spelen hoogstwaarschijnlijk een belangrijkere rol (vocht, temperatuur, licht, wind, locatie, ) Geen verband tussen soortenrijkdom insecten en ouderdom. Matig verband tussen soortenrijkdom insecten en substraatdikte, maar?
Besluit BIODIVERSITEITSBEVORDERENDE MAATREGELEN Dikker substraat; variatie in substraat Meer variatie in soortenaanbod vanaf aanleg Hout, stenen, Deze maatregelen hebben wel degelijk een invloed op de soortenrijkdom BODEMFAUNA Veel variatie tussen groendaken Biodiversiteitsgroendaken bevatten (nog) niet de meeste insectensoorten en aantallen Dikte substraat zou een rol kunnen spelen Ook indicatie voorkeur lokaal substraat Vooral spinnensoorten via ballooning op daken
Besluit Groendaken zijn dynamische systemen biodiversiteit blijven opvolgen doorheen de jaren om meer inzicht te krijgen in belangrijkste factoren die biodiversiteit kunnen bevorderen
Bedankt!