De zee De zee kun je horen met je handen voor je oren, in een kokkel, in een mosterdpotje, of aan zee. Judith Herzberg
K. Schippers De invloed van matige wind op kleren. Ga je naar het strand? Mag ik als je terug komt het zand uit je schoenen voor de bodem van mijn aquarium?
Aflandig Je bent weer zo aflandig vandaag, je hebt zee in je ogen, veel zee en in je oren stormt een heilloze muziek en je staat daar maar en je bent er niet. J.W. Oerlemans (1926) uit: Aflandig (1977)
By the sea It is a beauteous evening, calm and free; The holy time is quiet as a nun Breathless with adoration; the broad sun Is sinking down in its tranquillity; The gentleness of heaven is on the sea: Listen! the mighty Being is awake, And doth with his eternal motion make A sound like thunder -everlastingly. Dear child! dear girl! that walkest with me here, If thou appear untouched by solemn thought Thy nature is not therefore less divine: Thou liest in Abraham's bosom all the year, And worshipp'st at the Temple's inner shrine, God being with thee when we know it not.
DE ZEE De zee heeft me verteld dat zij zo moe is Zij zei dat zij er zeer beroerd aan toe is Zij zei: wat is daar toch bij jullie aan de hand? Wat doen jullie toch tegenwoordig allemaal op dat land? Zij zei: er komen tegenwoordig steeds meer van die dagen Dan kan ik alle vuile rotzooi haast niet meer verdragen Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is. Zij zei: ik hoor dat er bij jullie af en toe wel een rapport verschijnt Dat na de eerst onrust dan weer ergens in een la verdwijnt Van de een of andere waardeloze functionaris Die vanwege het toerisme niet wil weten dat het waar is Dat het waar is dat ik er zeer beroerd aan toe ben Dat het waar is als ik zeg dat ik zo moe ben. Vroeger vond ik het fijn wanneer het zomer was geworden Met al die mensen en die kinderen dat was gezellig hoor maar nú? Nu heb ik vaak de neiging om te roepen als ze komen: Blijf maar liever weg niet te dichtbij want dat is slecht voor u Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is. Soms in november en december word ik nog wel es giftig Maak ik me net als vroeger nog wel weer eens driftig Dan ram ik op die degelijke nieuwe Delta dijken En ik hoop dat ik iemand daarachter zal bereiken Ik hoop dat er een paar mensen daar zullen zijn misschien Die de reden van mijn radeloze woede willen zien Maar het houdt niet op het gaat maar door het komt erger telkens terug En ik denk: dit heeft geen zin en ik trek mij maar weer terug Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is. Toen zweeg de zee en ik stond daar in de zomernacht Ik zei: kan ik iets voor je doen misschien? De zee heeft even nagedacht Toen zei zij: zo overbodig als het was in vroeger dagen Zo nodig is het nu om water naar de zee te dragen. Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is En als de zee zegt dat zij moe is Wil dat zeggen dat het land er zeer beroerd aan toe is. Paul van vliet
Zand zand zand Waar je ook kijkt en waar je gaat of de zon boven m'n hoofd of in de verte staat ik zie alleen maar zand van hier, tot aan de overkant alleen maar zand zand onder m'n nagels zand op m'n benen zand in m'n haren zelfs tussen m'n tenen zand in m'n oren m'n ogen m'n neus zelfs wat in m'n mond tussen m'n kiezen het kriebelt o wat kriebelt het 'k moet even niezen Herman van Veen
ZEE. Ik wil alleen zijn met de zee, ik wil alleen zijn met het strand, ik wil mijn ziel wat laten varen, niet mijn lijf en mijn verstand. Ik wil gewoon een beetje dromen rond de dingen die ik voel en de zee, ik weet het zeker, dat ze weet wat ik bedoel. Ik wil alleen zijn met de golven, 'k wil alleen zijn met de lucht, ik wil luist'ren naar mijn adem, ik wil luisteren naar mijn zucht. Ik wil luist'ren naar mijn zwijgen, daarna zal ik verder gaan en de zee, ik weet het zeker, zal mijn zwijgen wel verstaan. Toon Hermans.
Een strandlopertje aan de rand van de vloedlijn Voor de branding uit. Surya