LAI incidentie in Vlaanderen (2007-2012)



Vergelijkbare documenten
Laboratory Acquired Infections (LAI's)

Laboratory Acquired Infections (Bioveiligheidscoördinator, preventieadviseur en arbeidsgeneesheer)

Bioveiligheidshandleiding

Werkpraktijken inzake het gebruik van beschermende kledij

LEIDRAAD VOOR GEBRUIK EN INTERPRETATIE VAN DE FORMULIEREN BESTEMD VOOR DE KENNISGEVING VAN ACTIVITEITEN VAN INGEPERKT GEBRUIK VAN

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

BIOVEILIGHEID IN ONDERWIJSACTIVITEITEN MET BIOLOGISCHE AGENTIA:

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

DEEL 2: INFO ACTIVITEIT

Afdeling Bioveiligheid en Biotechnologie. Versie 2.2 maart 2009

BIOVEILIGHEIDSDOSSIER PUBLIEK DOSSIER DEEL 2: INFO ACTIVITEIT. 1. Algemene info

LEIDRAAD VOOR GEBRUIK EN INTERPRETATIE VAN DE FORMULIEREN BESTEMD VOOR DE KENNISGEVING VAN ACTIVITEITEN VAN INGEPERKT GEBRUIK VAN

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2015

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2013

EINDRAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR PT DETECTIE VAN PATHOGENE E. COLI IN MAART 2015 LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE KIEMGROENTEN

29 september septembre 2010

Kennis en gebruik van het FSC label bij Belgische gemeenten

EPIDEMIOLOGIE VAN AIDS EN HIV-INFECTIE IN BELGIË PATIËNTEN IN MEDISCHE OPVOLGING

PROFICIENCY TEST PT TELLING CAMPYLOBACTER SPP. IN GEVOGELTE PRODUCTEN

Inleiding. Johan Van der Heyden

Fiche 9 (Analyse): Risicobeoordeling: Wetgeving

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

TekenNet.be. Resultaten januari-december Inleiding

EINDRAPPORT LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE PT IN GEVOGELTE PRODUCTEN

NIET-INFECTIEUZE SEROLOGIE ANA

FEDERALE OVERHEIDSDIENST, VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JAARRAPPORT

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Parapluherziening Biologische Veiligheid

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

Tabel 1: Aantal tekenbeten per provincie en per regio, uitgedrukt in absoluut aantal en per inwoners, juli-december 2015

Huisartsenpeilpraktijken

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2016

Parapluherziening Biologische Veiligheid

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

De multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële GGZ

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen

Negatieve luchtdruk bij L3 laboratoria

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Copyright by Katoen Natie en by Dicky voor de illustraties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

Ontwerp-KB: periodiciteit van medisch toezicht

In r ic h t in g e n m e t e e n h o o g. in p e r k in g s n iv e a u in Be l g ië

Gezondheidsindicatoren Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Phytofar standpunt: risico-evaluatie van neonicotinoïden gebruikt in België

SURVEILLANCE VAN TEKENBETEN IN BELGIË

BIOLOGISCHE VEILIGHEID

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

Circulaire Biologische agentia op de werkplek en vaccinaties

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

PROFICIENCY TEST PT

EINDRAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR TELLING CAMPYLOBACTER SPP DECEMBER 2013 LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE GEVOGELTEPRODUCTEN

Hoe omgaan met infectiebeleid? Hygiëne in de zorgsector

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

N de question Vraagnummer

AANGIFTE VAN BEROEPSZIEKTEN. Verklarende nota

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Dienst Kwaliteit van Medische Laboratoria UNIFORMISERING VAN EENHEDEN

FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Wat is het doel van een Gezondheidsenquête?

Zindelijkheidstraining

Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 ( )

Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie

Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc

PERSBERICHT Brussel, 11 juni 2015

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING

EINDRAPPORT LEVENSMIDDELENMICROBIOLOGIE PT IN GEVOGELTE PRODUCTEN

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals

Het Agentschap Informatie Vlaanderen Werft aan met een contract van bepaalde duur. JOBSTUDENT GIS-operator (halftijds okt, nov, dec)

BIOVEILIGHEIDSDOSSIER PUBLIEK DOSSIER DEEL 1: ADMINISTRATIEVE GEGEVENS. 1. Algemene info

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

EIND RAPPORT PROFICIENCY TEST VOOR LEVENSMIDDELEN DETECTIE OP KARKASSWABS YERSINIA ENTEROCOLITICA E. COLI O157:H7 STEC NOVEMBER 2013 MICROBIOLOGIE

Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30-

EU ETS INFO. Over deze nieuwsbrief DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE. LNE.be/themas/klimaatverandering. In dit nummer

Instituut voor de autocar en de autobus v.z.w. Institut pour l autocar et l autobus a.s.b.l. NALYSE VAN DE SECTORALE ARBEIDSMARKT

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

COMMENTS FROM BELGIUM ON THE FIRST BELGIAN WORKING CONDITIONS SURVEY CHRISTIAN DENEVE DIRECTOR GENERAL MINISTRY OF EMPLOYMENT BELGIUM

More than lung cancer: automated analysis of low-dose screening CT scans

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Transcriptie:

LAI incidentie in Vlaanderen (2007-2012) Addendum Laboratory-Acquired Infection in Flanders (2007-2012) An online survey D/2012/2505/59 Biosafety and Biotechnology Unit Rue Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussels Belgium www.wiv-isp.be

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Institut Scientifique de Santé Publique March 2015 Brussels, Belgium Responsible Editor: Dr Johan Peeters, General Director Legal Depot: D/2015/2505/28 Authors: Dr Nicolas Willemarck Dr Emilie Descamps Mrs Chuong Dai Do Thi Dr Amaya Leunda Dr Aline Baldo Head of biosafety and Biotechnology Unit: Dr Philippe Herman Dit project werd financieel gesteund door Afdeling Preventie van het Agentschap Zorg en Gezondheid D/2015/2505/28 2

LAI incidentie in Vlaanderen (2007-2012) Addendum Laboratory-Acquired Infection in Flanders (2007-2012) An online survey D/2012/2505/59 Met de steun van het Vlaams Agentschap voor Gezondheid en Zorg (VAGZ), afdeling Preventie, en het Vlaams, Waals en Brusselhoofdstedelijk gewest (LNE, DGARNE en BIM) werkte de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie (SBB) van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) in 2014 aan een vervolgstudie van de in 2012 en 2013 georganiseerde online ondervraging betreffende laboratoriuminfecties te Vlaanderen/België, zie http://www.biosafety.be/cu/lai/intro_lai.html. Laboratoriuminfecties worden ook wel LAI s van de Engelse term laboratory-acquired infections genoemd. Uit de data van de initiële bevraging was gebleken dat absolute aantallen mogelijk tot verkeerde interpretaties kan leiden en dat er nood was aan meer relatief cijfermateriaal. Daarnaast werden er ook nog enkele algemene bioveiligheidskwesties aangekaart. Dit addendum beschrijft enkel de resultaten behaald in Vlaanderen. De globale resultaten voor België kunnen worden geraadpleegd in het rapport Laboratory-Acquired Infections in Belgium (2007-2012)_An online survey, online beschikbaar op onze website, www.biosafety.be. De vervolgstudie had voornamelijk als doel de incidentie van LAI s in België te berekenen en hiermee bijkomende knelpunten te identificeren die vanuit absolute cijfers niet konden worden geïdentificeerd. Onder LAI-incidentie wordt verstaan een bepaalde LAI per X uren (bv. 1000 uren) onderzoek met de desbetreffende pathogeen in kader van onderzoek en ontwikkelingsprojecten (R&D) of X aantal LAIgevallen per X aantal positief gediagnosticeerde stalen (bv. 1000 stuks) van de desbetreffende pathogeen in kader van een activiteit diagnostiek. Om de incidentie te kunnen berekenen vanuit de data van de initiële studies Laboratory-Acquired Infections in Belgium/Flanders werden enkel de instituten die hadden deelgenomen aan deze enquête gecontacteerd om bijkomende vragen, die een berekening van LAI-incidenties mogelijk maken, te beantwoorden. Hoewel de verschillende instituten meerdere malen werden gecontacteerd om deel te nemen aan deze vervolgstudie was er finaal een duidelijk minder hoge participatiegraad in vergelijking met de initiële studie. In totaal hebben slechts 17 van de 68 in Vlaanderen uitgenodigde instituten (25%) deelgenomen aan de vervolgstudie. De reden voor de minder hoge participatie dient voornamelijk D/2015/2505/28 3

gezocht te worden in het feit dat het niet evident was om de gevraagde info te geven, gezien enkel de instituten die de manipulatieduur met bepaalde pathogene organismen op eigen initiatief reeds bijhielden, in staat waren om de vragen te beantwoorden. De hoeveelheid gedetecteerde positieve stalen worden in kader van diagnostiek over het algemeen wel beter bijgehouden. Verschillende inrichtingen merkten dan ook op dat dit type gegevens te complex is om bij te houden. Hoewel de nieuw opgehaalde data ontoereikend waren om voor iedere geïdentificeerde LAI een incidentie te berekenen (zie tabel 1 en 2), werd toch een interessante bevinding gedaan. Hoewel we niet kunnen verwachten dat incidentie door toedoen van adequate inperkingsmaatregelen - tot nul kan herleid worden, kan worden aangenomen dat bij het correct naleven van opgelegde bioveiligheidsmaatregelen ter preventie van blootstelling aan het biologisch agens er een zekere baseline LAI incidentie wordt benaderd. Deze baseline staat los van de intrinsieke karakteristieken van desbetreffende pathogenen, gezien met de definitie LAI de infectie op zich wordt bedoeld, los van symptomen of ernst van de infectie. Niettemin dienen we op te merken dat een LAI zonder (duidelijke) symptomen of symptomen die kunnen verward worden met een alledaagse ziekte niettemin invloed zullen hebben op het incidentie-getal. Tabel 1: LAI Incidentie tijdens R&D in Vlaanderen (2007-2012) # LAI / 1000 uren van manipulatie Laboranten Onderzoekers Studenten N-waarde Shigella bacteria 7.143 - - 5 Salmonella bacteria 2.317-0.025 7 Campylobacter bacteria 0.240 - - 2 Tabel 2: LAI Incidentie tijdens diagnostiek in Vlaanderen (2007-2012) # LAI / 1000 positieve stalen gediagnosticeerd N-waarde BCG (Bacillus Calmette Guérin) 50.000 1 Mycobacterium tuberculosis 15.789 4 HIV 10.000 3 Salmonella bacteria 3.975 8 Shigella bacteria 3.390 6 Dermatophyte 2.206 2 Mycoplasma spp. 0.909 2 Campylobacter spp. 0.051 6 Een duidelijke afwijking op deze baseline kan dan ook geïnterpreteerd worden als een aanwijzing dat dit type organisme dient te worden her-geëvalueerd (re-assess) en dit niet alleen op niveau van risicobeheer (risk management) maar ook op niveau van risico-evaluatie (risk assessment), zijnde het biologisch agens gecombineerd met type manipulatie en de hieruit voortkomende kans op blootstelling. D/2015/2505/28 4

Gezien niet alle instituten info konden geven omtrent de manipulatieduur en/of aantal positief gediagnosticeerde stalen, kon niet voor alle in het initiële project geïdentificeerde LAI s een incidentienummer worden berekend, bovendien hebben sommige waarden een te lage N-waarde om verder te gebruiken. Niettemin afgaande op gegevens met N-waarden van 4 of hoger, toont tabel 2 een duidelijk hoger LAI-incidentie bij diagnostiek van Mycobacterium tuberculosis in vergelijking met diagnostiek van Salmonella bacteria of Shigella bacteria. Dit grote verschil suggereert dat bij huidige werkmethodes diagnostiek op stalen, er een 4 tot 5 maal grotere kans is op een infectie indien men Mycobacterium tracht te diagnosticeren in vergelijking met Salmonella of Shigella. Deze duidelijke afwijking vraagt een her-evaluatie van deze activiteit. Gezien Mycobacterium tuberculosis een gekende pathogeen is waarvan weinig onbekende biologische karakteristieken te verwachten zijn, dient men ook eerder te focussen op wat er mogelijk verkeerd loopt bij risk management dan bij de risico-evaluatie (biologisch agens en manipulatie/blootstelling). Opmerkelijk werd in het initieel project een verminderd naleven geobserveerd bij bepaalde noodzakelijk bijkomende inperkingsmaatregelen ter preventie van blootstelling, zoals het dragen van mondmasker, laboratoriumbril, terwijl dit type inperkingsmaatregel belangrijk is bij manipulatie van Mycobacterium in open fase. We denken dan in het bijzonder aan het gebruik van een mondmasker en het adequaat gebruik van een microbiologische veiligheidskast. Uit onze gegevens kan echter niet bepaald worden of diagnostiek van Mycobacterium initieel nog veel op open bench gebeurt of dat eerder het niet naleven van goede laboratoriumtechnieken in de microbiologische veiligheidskast gecombineerd met het niet naleven van het mondmasker aan de basis ligt van deze observatie. Niettemin benadrukken we dat hier een interessante tool in ontwikkeling is. De LAI-incidentie laat toe problemenpunten / hiaten in bioveiligheid te identificeren voor her-evaluatie. Voor een verdere optimalisatie van deze tool moeten we de vraag stellen of het beter bijhouden van manipulatieduur met bepaalde organismen in de toekomst wenselijk is. Deze tool om de LAI incidentie te berekenen, maar ook de survey betreffende LAI s kunnen beiden gezien worden als de nieuwe stap in bioveiligheid dat kadert in de vraag naar meer op evidentie gebaseerde bioveiligheid waarbij (bioveiligheids)beslissingen/maatregelen worden genomen die niet enkel op basis van theorie worden bepaald maar ook worden onderbouwd met cijfergegevens uit het veld. Naast de vragen opgesteld in kader van berekenen van incidentie waren er ook enkele specifieke vragen voor de bioveiligheidscoördinator omtrent hun job. De taak van een bioveiligheidscoördinator is het verzekeren dat manipulaties met genetisch gemodificeerde organismen en/of pathogenen adequaat worden ingeperkt binnenin de labo s zodat de kans op blootstelling van het personeel, hun families maar ook de maatschappij tot een minimum wordt herleid. Bovendien dient de bioveiligheidscoördinator het personeel te motiveren om die vereiste bioveiligheidsmaatregelen D/2015/2505/28 5

effectief op te volgen. Hun functie binnen het instituut mag dan ook niet onderschat worden. Om toch iets meer zicht te krijgen op deze functie werden enkele vragen gesteld betreffende hun tewerkstelling in bioveiligheid alsook hun anciënniteit. Vervolgens werd gezocht naar eventueel correlaties tussen deze gegevens en bepaalde bioveiligheidsfactoren, zoals (1) het aantal personen dat biologische agentia manipuleert, (2) de complexiteit aan activiteiten/faciliteiten van ingeperkt gebruik, (3) het verplicht bioveiligheidstakenpakket (Vlarem Art.5.51.2.2.) en (4) de intrinsieke bioveiligheidscultuur (management steun, werknemersbewustzijn van biologische risico, bioveiligheidsgevoel). In Vlaanderen is de gemiddelde anciënniteit van een bioveiligheidscoördinator ~10 jaar [min: 0 jaar en max: 36jaar ] en is het takenpakket bioveiligheid goed voor gemiddeld 13.5% tewerkstelling [min: 1% en max: 40%]. Bij de zoektocht naar correlaties tussen de tewerkstelling en de bioveiligheidsfactoren van een instituut was echter alleen de correlatie met de personeelsomvang dat is blootgesteld aan biologisch risico s en de complexiteit aan activiteiten/faciliteiten duidelijk, zie grafiek 1 en 2. aantal mederwerkers die werken in faciliteiten van ingeperkt gebruik 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0 50 & >50 25 tot 50 10 tot 25 1 tot 10 Full time equivalent (FTE) Personeel dat werkt in Laboratoria tot inperkingsniveau 2 Personeel dat werkt in L3 en andere type faciliteiten (Animalaria, serres, ) tot inperkingsniveau 3 Figuur1: Correlatie-grafieken tussen full time equivalent (FTE) van de bioveiligheidscoördinator en het aantal medewerkers die werken in faciliteiten van ingeperkt gebruik. aantal faciliteiten van ingepekt gebruik 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 50 & >50 25 tot 50 10 tot 25 1 tot 10 Full time equivalent (FTE) Laboratoria tot inperkingsniveau 2 L3 en andere type faciliteiten (Animalaria, serres, ) tot inperkingsniveau 3 Figuur2: Correlatie-grafiek tussen full time equivalent (FTE) van de bioveiligheidscoördinator en het aantal faciliteiten van ingeperkt gebruik. D/2015/2505/28 6

De vele nuttige data die met dit project en het initieel project Laboratory-Acquired-Infections in Flanders/Belgium_an online survey konden worden gegenereerd alsook de (internationale) interesse in dit onderzoek, geven het belang aan om dit thema op de voorgrond te houden. De SBB beoogt dan ook een 5-jaarlijkse herhaling van dit project en nauwe samenwerking met in deze materie betrokken overheden: het FOD Welzijn op het werk, de dienst Infectieziekten en de overheden betrokken bij wetgeving ingeperkt gebruik (LNE, BIM en DGARNE). Voorts is in het kader van sensibiliseren de bedoeling dat er een jaarlijkse nieuwsbrief betreffende gebeurde bio-incidenten zal worden gepubliceerd en is het de bedoeling dat aan de hand van een website dit thema toegankelijker wordt voor de gebruikers. Deze website zou volgende zaken aanbieden: (1) een overzicht van de literatuur inzake bio-incidenten; (2) een overzicht van case reports (België); (3) de ontwikkeling van een beslissingsboom betreffende meldingen bio-incidenten ; (4) een meldingsformulier, die toelaat op een eenvoudige manier CU-incidenten te communiceren. D/2015/2505/28 7