De organisatie van opvoedingsondersteuning 1. Wat is opvoedingsondersteuning? Opvoedingsondersteuning bestaat uit al die activiteiten die tot doel hebben om ouders en andere opvoeders steun te bieden bij het opvoeden. Concreet gaat het om kenmerken van het kind (zoals bijvoorbeeld ontwikkelingsnoden, temperament), kenmerken van de ouder (bijvoorbeeld persoonlijkheid, opvoedingsgeschiedenis, opvattingen over opvoeden, opvoedingsvaardigheden) en de context waarbinnen de opvoeding plaatsvindt (partnerrelatie, buurt, maatschappij). Vanuit deze definitie is het duidelijk dat opvoedingsondersteuning niet alleen focust op de interactie tussen ouders en kinderen maar ook ruimer oog heeft voor de leefomgeving van kinderen. De doelgroep die we met opvoedingsondersteuning voor ogen hebben zijn alle ouders/opvoeders die de zorg opnemen van kinderen in de leeftijdsgroep van nul tot achttien jaar. Alle ouderfiguren, ouders, grootouders en familie worden hier dus ook toe gerekend. Met opvoedingsondersteuning willen we zeker ook risicogroepen bereiken zoals maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Het spreekt vanzelf dat ook eenoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen, adoptiegezinnen enz. een bijzondere aandacht vragen vanuit het perspectief van opvoedingsondersteuning. Het uiteindelijke doel is: Het vergroten van opvoedingsmogelijkheden en kansen van gezinnen enerzijds Het voorkomen van (zwaardere) problemen anderzijds. 2. Vormen van opvoedingsondersteuning Informatie en voorlichting : Een goed informatie- en voorlichtingsaanbod vervult een belangrijke rol voor ouders bij het wegnemen van opvoedingsonzekerheid en het bieden van steun bij het nemen van beslissingen. Ouders zoeken vaak ondersteuning bij vragen die te maken hebben met een bepaalde fase in de ontwikkeling van hun kind. Praktisch pedagogische of instrumentele steun : Hierbij kan het meer concreet gaan over het ter beschikking stellen van 1/ diensten (bijvoorbeeld babysit, vrijetijdsbesteding, kinderopvang enz.) waarvoor vaak zal moeten worden doorverwezen naar andere voorzieningen. 2/ materiaal (in bijvoorbeeld een speel-o-theek of uitleendienst) 3/ pedagogische documentatie (in bijvoorbeeld een bibliotheek) De zogenaamde praktisch huishoudelijke hulp is ook een vorm van instrumentele steun maar wordt niet als opvoedingsondersteuning gezien.
Emotionele steun : In dit verband wordt ook verwezen naar individuele of groepsgesprekken waarbij de opvoeders in dialoog gaan over waarom ze dingen belangrijk vinden in de opvoeding en welke waarden en normen ze hanteren. Sociale samenhang stimuleren, sociale steun en zelfhulp bevorderen Het is zinvol en nodig om ontmoetingskansen voor ouders te creëren en informele sociale netwerken te stimuleren en ouders hiernaar toe te leiden. Het is niet de bedoeling om de informele opvoedingsondersteuning te professionaliseren. Signalering, vroegtijdige onderkenning en verwijzing Signaleren betekent in de opvoedingsondersteuning het waarnemen van veranderingen in de situatie van een kind en diens ouders, en het overwegen wel of niet tot actie over te gaan om op het juiste moment hulp te bieden als dat nodig is. Verwijzing is noodzakelijk wanneer de gewenste hulp de eigen competenties overschrijdt. Pedagogische advisering en/of licht ambulante/mobiele hulp Bij pedagogische advisering gaat het om het verhelderen van het probleem samen met de ouders, zicht krijgen op de factoren die het probleem beïnvloeden en mogelijk in stand houden, en uitstippelen van een bepaalde aanpak. De adviezen en suggesties aan ouders zijn vooral praktisch, de contacten zijn meestal kortdurend. Pedagogische advisering biedt meer dan informatie en voorlichting, ouders de mogelijkheid hun vaardigheden en competenties uit te breiden. Advisering krijgt vorm in individuele begeleiding en in vormen van oudergroepswerking. Laagdrempelige trainingen van opvoedingsvaardigheden (individueel of in groep) en gezinsbegeleiding die gericht zijn op meerdere levensdomeinen rekenen we tot de lichte ambulante/mobiele hulp. 3. De organisatie van de opvoedingsondersteuning? I. De gemeenten en de lokale coördinator opvoedingsondersteuning Het lokaal bestuur vervult een centrale rol in de regie van het lokaal beleid inzake opvoedingsondersteuning. Om deze taak te realiseren, werkt het lokaal bestuur een beleidsplan inzake opvoedingsondersteuning uit, geïntegreerd in het lokaal sociaal beleidsplan. Het lokaal sociaal beleidsplan inzake opvoedingsondersteuning wordt opgesteld in samenspraak met het lokaal overleg opvoedingsondersteuning. In elke gemeente wordt een lokale coördinator opvoedingsondersteuning aangesteld. Deze staat in voor de coördinatie van de opvoedingsondersteuning op lokaal niveau. Dit omvat onder meer: 1 het samenroepen van het lokaal overleg opvoedingsondersteuning; 2 het opnemen van een brugfunctie tussen het lokaal bestuur en het lokaal overleg opvoedingsondersteuning; 3 In samenwerking met de Vlaamse coördinator afstemmen van het aanbod opvoedingsondersteuning met het bovenlokale niveau; 4 het afstemmen van het lokaal beleid inzake opvoedingsondersteuning in een breder verband; 5 het rapporteren aan het lokaal overleg opvoedingsondersteuning.
De gemeenten worden in hun opdracht ondersteund door : 1 het Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning zorgt voor de opleiding en ondersteuning van de lokale coördinatoren, 2 wanneer geen lokale coördinator door de gemeente wordt tewerkgesteld, zullen de Vlaamse coördinatoren deze gemeenten ondersteunen. 3 een handleiding, die uitgewerkt wordt door het Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning. 2. Lokaal overleg opvoedingsondersteuning De lokale coördinator organiseert op regelmatige tijdstippen een lokaal overleg opvoedingsondersteuning, waarbij tenminste de actoren worden uitgenodigd, oa. : het OCMW; de huisartsen; de scholen uit het secundair onderwijs het maatschappelijk opbouwwerk de ouderverenigingen de kleuterscholen, de lagere scholen en de basisscholen de diensten voor gezinszorg de centra voor leerlingenbegeleiding de lokale politie ; de verenigingen waar armen het woord de verenigingen van het sociaal-cultureel vol-wassenenwerk en die systematisch vormingen over opvoeding aan opvoedingsverantwoordelijken aanbieden; de voorzieningen en de actoren van Kind en Gezin. Wanneer geen lokale coördinator opvoedingsondersteuning wordt tewerkgesteld, kunnen actoren zelf overgaan tot de organisatie van een lokaal overleg opvoedingsondersteuning. De doelstelling is om door middel van samenwerking en afstemming te komen tot een aanbod opvoedingsondersteuning afgestemd op de lokale noden en kenmerken. Het lokaal overleg opvoedingsondersteuning is oa. belast met de volgende opdrachten : 1 de inhoudelijke voorbereiding van het beleidsplan inzake opvoedingsondersteuning, het advies aan het lokaal bestuur over de voorgestelde analyses en acties en de evaluatie van het lokaal sociaal beleidsplan inzake opvoedingsondersteuning; 2 wat betreft het ontwikkelen van acties : de planning en praktische voorbereiding van de acties, de toewijzing (in onderlinge overeenstemming) van de acties aan één of meerdere actoren, alsook de aansturing van de samenwerkingsverbanden in de gemeente; 3 wat betreft het verstrekken van informatie en het sensibiliseren rond opvoeden: de analyse van het bestaande aanbod en de behoeften, de formulering van een plan van aanpak, het uitwerken en uitvoeren van concrete acties, alsook de evaluatie ervan; 4 wat betreft de bovenlokale samenwerking: voorbereiding van de deelname aan het bovenlokaal overleg opvoedingsondersteuning met als doel een afstemming te verzorgen van het aanbod opvoedingsondersteuning, in het bijzonder de pedagogische adviesfunctie, op bovenlokaal niveau. De deelnemers aan een lokaal samenwerkingsverband opvoedingsondersteuning maken afspraken rond het aandeel dat elke partner opneemt in dit samenwerkingsverband en de praktische organisatie van het aanbod.
3. Vlaamse coördinatoren Opvoedingsondersteuning (ex-preventietieams BJB) De Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning zorgen voor: Het stimuleren van gemeenten, die geen lokale coördinator opvoedingsondersteuning hebben tewerkgesteld, om alsnog over te gaan tot de tewerkstelling van de lokale coördinator opvoedingsondersteuning. In samenwerking met de lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning zorgen voor de afstemming op bovenlokaal niveau van het aanbod opvoedingsondersteuning, in het bijzonder van de pedagogische adviesfunctie. De Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning geven prioritaire aandacht aan het faciliteren van een aanbod aan kwetsbare groepen en gezinnen, om te voorkomen dat deze groepen en gezinnen in een problematische opvoedingssituatie terechtkomen. Hiertoe gaan de Vlaamse coördinatoren: - groepen detecteren die structureel maatschappelijke uitsluiting kennen; - gerichte initiatieven stimuleren en faciliteren om het aanbod van de opvoedingswinkel drempelverlagend, toegankelijk en/of op maat te maken van deze groepen; - de ruimere leefwereld van kinderen en jongeren onder de aandacht brengen met het oog op het vergroten van de slaagkansen van het aanbod. - De Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning treden toe tot de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening. - De Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning definiëren in overleg met de lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning de bovenlokale werkingsgebieden. De administratie Jongerenwelzijn pleegt structureel overleg met de provincies om het uitvoeren van de taken van de Vlaamse coördinatoren opvoedingsondersteuning en van het provinciaal steunpunt opvoedingsondersteuning op elkaar af te stemmen. 4. Het Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning. Het Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning wordt opgericht binnen Kind en Gezin. Het bestaat uit een adviescomité en een operationele cel. Het adviescomité ondersteunt de werking van (de operationele cel van) het Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning en in het bijzonder aan de kwaliteit van de dienstverlening, de wetenschappelijke onderbouw en de maatschappelijke relevantie van zijn werkzaamheden. Het Vlaams Expertisecentrum voor Opvoedingsondersteuning pleegt overleg met de provinciale steunpunten opvoedingsondersteuning over de uitvoering van deze opdrachten. 5. Opvoedingswinkel(s) Deze opvoedingswinkel dient als uithangbord en laagdrempelig onthaal- en contactpunt voor het aanbod dat gerealiseerd wordt door het samenwerkingsverband opvoedingsondersteuning. Dit dringt zich vooral op in centrumsteden, te meer door een grote concentratie van risicogroepen. Maar we sluiten niet uit dat ook buiten centrumsteden (in niet-centrumsteden of vanuit verschillende gemeenten samen) wordt geopteerd voor de oprichting van een opvoedingswinkel. De doelstellingen van een opvoedingswinkel kunnen dan als volgt worden samengevat:
a) Alle ouders met opvoedingsvragen kunnen terecht in een laagdrempelig aanspreekpunt. Dit loket biedt niet alleen instrumentele steun (b.v. informatiefolders) maar biedt zeker ook emotionele steun doordat er geluisterd wordt naar vragen en zorgen van ouders. Zo nodig leidt een opvoedingswinkel toe naar een meer specifiek aanbod. b) Op basis van signalen, zet de opvoedingswinkel samen met de partners initiatieven op. Nieuwe initiatieven opvoedingsondersteuning in de regio worden door de opvoedingswinkel besproken en eventueel gestimuleerd in antwoord op algemene of specifieke regionale vragen en behoeften. c) De opvoedingswinkel speelt een actieve rol in het creëren van samenwerkingsverbanden op het vlak van opvoedingsondersteuning. d) Bestaande en nieuwe initiatieven inzake opvoedingsondersteuning (activiteiten, maatregelen, structuren en voorzieningen) worden gecoördineerd en op elkaar afgestemd en kunnen resulteren in samenwerkingsinitiatieven. 6. De provinciale steunpunt opvoedingsondersteuning. Voor de provincies worden een aantal kernfuncties voorop gesteld. Het faciliteren van samenwerkingsverbanden, vooral in niet-centrumsteden en plattelandsgebieden; Het voeren van een implulsbeleid. Het impulsbeleid van de provincies wordt gekenmerkt door een tijdelijk karakter van subsidiestromen; Verspreiding van informatie en materiaal m.b.t. opvoedingsondersteuning; Daarnaast staat de provincie in voor het faciliteren van een kwalitatief en actueel vormingsaanbod voor iedereen die op professionele of vrijwillige basis opvoedingsondersteuning doet (leerkrachten, beroepsopvoeders, hulpverleners, vormingswerkers, ). De provincie maakt gebruikers wegwijs in het aanbod en biedt hen methodiekondersteuning. Bronnen : - Visietekst VVP, Commissie Opvoedingsondersteuning. - Decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning (B.S. 14.VIII.2007) - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning (ref. RC/2008/0423/DOC.020)