Ensemble. Harmonieorkest

Vergelijkbare documenten
Instrumentenleer klas 2

Instrumentenleer klas 3

Samenvatting Muziek Instrumenten

Liefde voor muziek. Deze bundel is van:

MOWGLI VAN DE WOLVENHORDE LESMAP

Workshop Pbones Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen 5 t/m 8 van het basisonderwijs

Handleiding bij de website van het lesmateriaal van de SamenDOOR!-dag met philharmonie zuidnederland

Bijlage 1. Familie: Instrument: Familie: Instrument: Eigenschappen. Eigenschappen. Familie: Instrument: Familie: Instrument: Eigenschappen

Indeling Bladmuziek Centrale Bibliotheek

Aan de slag bij het orkest

Op zoek naar muziek Een introductie van de instrumenten van het symfonieorkest Groep 5-6 Docentenhandleiding

Een computer met internet, geluidsapparatuur en een beamer, groot scherm of digibord.

Werkstuk Muziek symfonie orkest

METROPOLE ORKEST IN DE KLAS

Werkstuk Muziek Slaginstrumenten

Vol verwachting. philharmonie zuidnederland. Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen 5/6 van het basisonderwijs

De toonhoogte wordt hierbij bepaald door de lipspanning van de speler en de lengte van de buis.

Website Repetitiebezoek philharmonie zuidnederland

Academie Zaventem Instrumentengids

EEN INSTRUMENT KIEZEN?...WIJ HELPEN JE GRAAG!


5,3. Samenvatting door M woorden 3 november keer beoordeeld

Componeren in de klas Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen 7/8 van het basisonderwijs en het Voortgezet onderwijs

De Harmonie, daar zit Muziek in

Begrippenlijst Muziek Begrippenlijst

Keuze van een instrument. Accordeon

Begrippenlijst door M woorden 3 november keer beoordeeld

Het Symfonie orkest. Lessuggestie bovenbouw: Lesdoelen: Lesopbouw:

INSTRUMENTEN INFOBROCHURE

NEDERLANDS MUZIEK INSTITUUT BEZETTINGSCODE BLADMUZIEK I. INSTRUMENTAAL / SOLO

Lesbrief bij workshop PBones

Orkest. Voorwoord. Indeling. H.1 Een concert

DE INSTRUMENTENTOCHT. Muiekale voorseling van het Noord Nederlands Orket voor kinderen in groep 3 en 4 LESMATERIAAL

Deze website maakt gebruik van cookies. Door gebruik te maken van deze website geef je toestemming voor het plaatsen van cookies.

Op bezoek bij een repetitie van het Nederlands Philharmonisch Orkest

muziek theater danslessen in hasselt alken zonhoven word een ster!

Informatie voor docent: Les 1

Luister naar de muziekfragmenten en verbind de juiste bezetting met elk orkest.

muziek theater danslessen in hasselt alken zonhoven word een ster!

Voorwoord Viool- altviool Cello Gitaar Hoorn trombone tuba Trompet cornet bugel Saxofoon Klarinet Dwarsfluit. blokfluit. Slagwerk

IK KIES MIJN INSTRUMENT

Laat je horen - docentenhandleiding Muziekproject van Markant

Samenvatting Muziek Periode 6

DE MARINIERSKAPEL IN DE DOELEN Maandag 9 en maandag 16 maart 2015

Examenopgaven VBO-MAVO-C 2003

Slaven in Florida Verhalenwedstrijd voor GROEP 5-8 BASISONDERWIJS DOCENTENHANDLEIDING

Opdracht Muziek Slagwerk en percussie

Topklassers. Zaakvakken. Cultuur Daar zit muziek in. Daar zit muziek in. Cultuur. Auteur Adriaan Maters. Zelfstandig werken. Antwoorden Groep 5-6

Klas 2 vmbo-t. Docent:...

Academie Wilrijk INSTRUMENTEN BROCHURE

Muzieklessen groep 5:

Alice in Wonderland.

Instrumenten Leerkrachten per instrument

Muziekvereniging. Kunst Na Arbeid. Malletband. Vrij en Blij. Hierden. Informatiegids

AMC-LP (M1) inhoudstafel les 1. Geluid les 2. MAAT RITME TEMPO les 3. SLAGWERK les 4. Membranofonen les 5. Idiofonen les 6.

Klas 2 Naam: Klas: Docent:... Algemene Muziekleer Solfège Instrumentenleer Hermann Wesselink College

Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6

1 e GRAAD (6 en 7 jaar)

1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek.

Inleiding Het bezoek Achtergrondinformatie voor de leerkracht: Het Symfonieorkest

DOCENTENNHANDLEIDING. Inleiding

INSTRUMENTEN BROCHURE

Het Orkest. 1 e graad SECUNDAIR ONDERWIJS. Beste leerkracht,

DOMEIN MUZIEK:KLASSIEKE & OUDE MUZIEK

Vanaf volgend schooljaar zal je naast AMV en samenzang een keuze moeten maken in ons gevarieerd instrumentenaanbod.

Lesbrief bij workshop Componeren in de klas

Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding groep 5. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon:

Hoofdstuk 4 De Klankkast

Blokfluit blokfluit Hoe wordt een blokfluit bespeeld? Hoe kan ik een blokfluit meenemen? Hoeveel kost een blokfluit?

Het Instrumentencircuit

REIMSREISJE. Lesmateriaal

2,5. Samenvatting door een scholier 1026 woorden 27 juli keer beoordeeld

Carnaval der Dieren LESBRIEF VOOR GROEP 5/6. Muziekproject van Markant

Klas 1 vmbo-t. Docent:...

Doelen: 1. Uitbreiding woordenschat 2. Ik herken de vraagstelling

Begrippenlijst Beeldende vakken, dans, drama, film en muziek

OPENLESSEN INFO GEMEENTELIJKE ACADEMIE VOOR MUZIEK EN WOORD VAN MAANDAG 10 JUNI T.E.M VRIJDAG 21 JUNI SCHOOLJAAR

Muziekweken maandag 22- vrijdag 26 januari 2018

Jeugdopleiding Kon. Harmonie van Horst

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Lesmap Ghost Notes Ictus

Ik kies een instrument...

OVERZICHT VAKKENPAKKET PER GROEP

Het drumstel. Jurriaan Govaart. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De symfonie. Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen.

HET TOETSINSTRUMENT HAVO/VWO

Werkstuk Muziek Piano

voorstel aanschaf muziekinstrumenten, ten behoeven van schoolmuzieklessen

4 Geluid. 4.1 Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken

Klas 1 Naam: Klas: Docent:...

Lichte Muziek. harmonie- en fanfareorkesten en brassbands

De snaarinstrumenten. 1. De strijkinstrumenten

Peer Gynt een project van philharmonie zuidnederland voor de bovenbouw PO

1 Notatie en toonstelsel

THEORIEBOEK fase 1. Inhoudsopgave

b) Welk instrument uit de tekst vind jij het a) Vind jij het belangrijk dat er aandacht is mooist? Leg uit waarom.

> Lees Hoe praten we?

Het kleine Nachtorkest een project van philharmonie zuidnederland voor de onderbouw

Namiddag. Doel: Concept: Tijdschema

Transcriptie:

Instrumenten en orkesten Orkestvormen Symfonieorkest Groot orkest dat bestaat uit strijkinstrumenten, hout- en koperblazers en slagwerk. De woorden symfonie en orkest zijn afkomstig uit het Grieks. Symfonie betekent: samenklank ( sym betekent samen en phonè" betekent klank). Het grootste en bekendste Nederlandse symfonieorkest is het Concertgebouworkest uit Amsterdam. In een symfonieorkest spelen: Houten en koperen blaasinstrumenten Strijkinstrumenten (viool, altviool, cello en contrabas) Tokkelinstrument: harp Slaginstrumenten Ensemble Dit is een groepje muzikanten (klein orkest) van twee of meerdere muzikanten die samen spelen. Iemand die alleen speelt heet een solo, met twee duo, drie is een trio en vier een kwartet. Ze gebruiken de Italiaanse nummers om het aantal mensen aan te geven. In een ensemble kunnen dezelfde instrumenten spelen of juist verschillende. Een veel voorkomende vorm is een strijkkwartet, met twee violen, een altviool, en een cello. Harmonieorkest Een Harmonieorkest bestaat uit koperen en houten blaasinstrumenten en uit slagwerk. Harmonie betekent gelijkgestemd. Eigenlijk dus gewoon een symfonieorkest zonder strijk/snaarinstrumenten. Fanfare De fanfare is een typisch Nederlandse orkestvorm. Kenmerkend is dat er alleen saxen, koperblazers en slagwerk inzitten. De fanfare loopt vaak in het dorp maar is ook vaak actief op het concertpodium. Ook voor fanfare wordt steeds meer originele muziek geschreven. Brassband In de brassband zitten alleen koperblazers en slagwerk (brass is ook de engelse term voor koper). Dit orkest komt dan ook veel voor in Engeland, maar je ziet het ook wel in Nederland. Bigband Een bigband wordt ook wel jazzorkest genoemd. Dat is dan ook de muzieksoort die bigbands spelen: Jazz.

In een bigband spelen de volgende instrumenten (ingedeeld in secties) Trompetten (4 of 5) Trombones (4 of 5) Saxofoons (5 verschillende) 2 alt 2 tenor 1 bariton Ritmesectie (drums, basgitaar of contrabas, piano en/of gitaar) Instrumenten Snaarinstrumenten Snaarinstrumenten kun je globaal verdelen in twee groepen n.l. Strijk en tokkelinstr. Strijkinstrumenten (bespeel je met een strijkstok, waarmee je over de snaren strijkt) Viool, altviool, cello en contrabas. (van klein naar groot en dus van hoog naar laag) Deze instrumenten hebben allemaal 4 snaren. In een symfonieorkest spelen er meestal tussen de 18 en 38 violen, 6 à 14 altviolen. 6 à 12 cello s en 4 à 10 contrabassen. De viool en altviool (iets groter dan de viool en klinkt dus wat lager) wordt op de schouder gelegd om te spelen. De cello en contrabas staan op de grond. Soms worden strijkinstrumenten met de vingers bespeeld. Je noemt dat pizzicato. Tokkelinstrumenten (bespeel je met je handen/vingers) Gitaar Akoestische gitaar heeft klankkast en 6 snaren. Elektrische gitaar heeft geen klankkast en wordt versterkt. Heeft ook 6 snaren. Basgitaar klinkt lager (kan ook akoestisch of elektrisch) Heeft (meestal) 4 snaren. Banjo De klankkast bestaat uit een soort trommel met een vel erop gespannen. De Banjo heeft 4 of 5 snaren. Ukekele De ukelele ziet eruit als een minigitaar. Doordat hij kleiner dan de gitaar is, klinkt hij hoger. Er zijn kleinere en grotere ukeleles. Hij heeft 4 snaren.

Harp Een harp heeft veel snaren. De lange snaren klinken laag de korte hoog. Er zijn bij de concertharp pedalen waarmee je de snaren kunt verstemmen. Blaasinstrumenten Houten blaas instrumenten Dwarsfluit/Picollo Hobo Fagot Klarinet Saxofoon Een houten blaasinstrument heeft vijf kenmerken: ü Ze zijn uit hout gemaakt. ü Je moet erop blazen. ü Ze hebben een rietblad. ü Ze hebben kleppen. Je bespeelt ze met twee handen. (iedere vinger eigen klep of gat) ü Hoe meer kleppen je sluit, hoe lager de klank wordt. Uitzonderingen: De dwarsfluit heeft geen rietblad en is meestal van metaal. De saxofoon is altijd van metaal. Dwarsfluit De dwarsfluit behoort tot de houten blazers hoewel hij helemaal van metaal is gemaakt. Vroeger werd de dwarsfluit van hout. Piccolo De piccolo is maar half zo groot als de dwarsfluit en speelt een octaaf hoger als de dwarsfluit. Door de scherpe en indringende klank kan je de piccolo boven een orkest van 70 man uit horen spelen. De piccolo is het kleinste en hoogste instrument van het orkest en wordt niet vaak gebruikt. Hobo De naam hobo komt van de Franse naam haut bois wat hoog hout betekent. De hoboïst blaast lucht tussen twee fijne rietblaadjes. Door dit dubbelriet kan slechts weinig lucht tegelijk geblazen worden. In een orkest stemmen alle instrumenten op de hobo omdat dit instrument erg toonvast is. Fagot De fagot heeft net als de hobo alle kenmerken van de houten blazers. Het is echter zo lang (2,95 meter) dat het één maal geplooid is. Het dubbel rietbladmondstuk is met een gebogen koperen buis aan het instrument bevestigd. De klank is laag en dof

en wordt dikwijls in grappige stukken gebruikt. De fagottist kan ook ernstige en tere melodieën spelen. Klarinet De klarinet lijkt op het eerste gezicht op een hobo, maar heeft slecht één enkel riet. De klarinet geeft een heel warm en vriendelijk geluid. Er bestaan verschillende groottes. Saxofoon De saxofoon is het buitenbeentje in de familie van de houten blaasinstrumenten. Het instrument is helemaal van metaal gemaakt. Toch behoort het bij de houten blazers omdat: ü Je moet er op blazen. ü Het heeft veel kleppen. ü De luchtkolom wordt tot trillen gebracht door een riet. Er zijn verschillende soorten. Van klein naar groot sopraansaxofoon. altsaxofoon tenorsaxofoon baritonsaxofoon Koperen blaas instrumenten Trompet Hoorn Trombone Tuba Koperen blaasinstrumenten kun je herkennen aan: ü Ze zijn uit koper gemaakt. ü Je moet er op blazen. ü De klank krijg je door het trillen van de lippen van de muzikant. ü De toonhoogte wordt veranderd met behulp van (3 of 4)ventielen. ü Je bespeelt een koperblaasinstr. met één hand. De andere hand ondersteunt het instrument Uitzondering: De trombone verandert zijn toonhoogte door het schuiven van een buis. Trompet De trompet is het kortste en hoogste instrument van de koperblazers. We vinden de trompet niet alleen in de klassieke muziek terug, maar vooral in de jazz en in de amusementsmuziek. Om de klankkleur te veranderen wordt gebruik gemaakt van een demper.

Hoorn De hoorn heeft een lengte van 2,75 tot 6 meter. In tegenstelling tot de trompet is de buis rond. Daardoor is de klankkleur zacht en warm. Omdat de klank voornamelijk door de lippen van de muzikant wordt gemaakt, moet je lang oefenen om hierop goed te kunnen spelen. Trombone De trombone heeft geen ventielen maar een schuivend gedeelte dat heen en weer kan bewogen worden: de schuif. Hierdoor is de trombone uiterst geschikt voor het spelen van glissando s: het glijden van de ene naar de andere toon. De klank is luid, zwaar en hard. Tuba De tuba geeft de laagste tonen weer van het orkest. Voor dit lage instrument heeft de bespeler zeer veel adem nodig. De tubaspeler heeft zelden de solopartij in het orkest wegens zijn doffe, donkere en zeer lage toon. Slaginstrumenten Trommen komen over de hele wereld voor in verschillende vormen. Hier volgen een aantal trommen die in het moderne orkest worden gebruikt. Grote trom De grote trom is een cilindrisch vat dat aan twee zijden is bespannen met een vel, dat gespannen kan worden. Meestal wordt het instrument met één stok bespeeld. Kleine trom of snaredrum De kleine trom is bespannen met twee vellen. Het bovenste vel is strakker gespannen dan het onderste. Tegen het onderste vel liggen een aantal snaren die meetrillen als op het bovenste vel geslagen wordt en tegen het onderste vel aanslaan. De snaren kunnen uitgeschakeld worden. Conga, bongo De conga, bongo hebben een enkel vel en worden met de vingers of stokken bespeeld. Bongo s zijn klein en conga s groot. Tamboerijn De tamboerijn bestaat uit een ring waarover een vel is gespannen. In de ring zitten openingen voor schijven die rinkelen. In elke opening zitten twee rinkelschijven. De tamboerijn wordt geslagen of geschud.

Beatring of schellenring Is een tamboerijn maar dan zonder vel. Pauken Pauken (of keteltrommen) zijn de enige trommels die verschillende toonhoogtes kunnen laten horen. Een pauk bestaat uit een metalen ketel waarover een vel wordt gespannen. De hoogte van een toon wordt bepaald door de spanning en de grootte van het vel. Het vel wordt tussen het midden en de rand aangeslagen met paukenstokken. Dit zijn stokken met een vilten kop. Tegenwoordig bespeelt een paukenist vaak drie, vier of vijf pauken. Vroeger waren dat er maar twee. Drumstel Een drumstel bestaat uit een aantal trommen (drums) en bekkens (cymbals). De grote trom (of bass drum) wordt met een pedaal bediend. Het indrukken van het pedaal zorgt ervoor dat een stok tegen de trom slaat. Er zijn twee soorten bekkens: enkele bekkens en hi-hat bekkens. De hi-hat bestaat uit twee bekkens die m.b.v. een pedaal tegen elkaar worden geslagen. De enkele bekkens zijn te verdelen in ride cymbals en crash cymbals. Deze bekkens geven een verschillend geluid. Drumstel bestaat dus uit: Bassdrum Snaredrum Meerdere toms (hangende en staande of floor-tom) Hihat Bekkens Xylofoon en marimba De xylofoon en de marimba zijn slaginstrumenten die verschillende tonen kunnen laten horen. Ze lijken erg op elkaar. De xylofoon en marimba bestaan uit een aantal houten staven die op dezelfde volgorde liggen als de toetsen van een piano. Onder de staven zitten resoneerbuizen die de klank versterken. Bij de marimba zijn ze echter langer dan bij de xylofoon. De klank is wat weker. Vibrafoon De vibrafoon lijkt veel op de xylofoon. De vibrafoon heeft echter metalen staven. Klokkenspel Er zijn verschillende instrumenten die een klokachtig geluid geven. Een klokkenspel bestaat uit twee rijen metalen plaatjes en wordt met stokken bespeeld. De celesta is een klokkenspel met een klavier (toetsenbord). Door de toetsen in te drukken slaan hamertjes op metalen plaatjes.

Gong Een gong is een metalen bord dat in het midden met een stok wordt aangeslagen. Gongs komen oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië. Daarvandaan zijn ze naar Europa en de Verenigde Staten gebracht. Tegenwoordig kom je een gong ook tegen in het westerse orkest. Bekkens Bekkens zijn ronde metalen platen die even groot zijn. Ze worden vastgehouden met een leren riem die in het midden van het bekken bevestigd is. Bij een drumstel staan er meestal verschillende (enkele) bekkens op standaards. Triangel De triangel is een metalen staaf met de vorm van een driehoek. Eén van de hoeken is open. Woodblock Het woodblock is een rechthoekig stuk hout met sleuven dat met een trommelstok of harde xylofoonstok bespeeld wordt. Het geeft een harde toon. Claves Claves zijn een paar korte ronde stokken van hard hout. Met de ene stok wordt op de andere geslagen. Castagnetten In Spaanse muziek kom je castagnetten tegen. Castagnetten zijn houten kleppen die tegen elkaar geslagen worden. Guiro De guiro of rasp is een kalebas met ribbels in het oppervlak. Met een lichte houten stok wordt langs deze ribbels geschuurd. Toetsinstrumenten Piano/vleugel Een piano is een toetsinstrument met meestal 88 toetsen (kan ook iets minder of meer zijn.) In de klankkast zijn snaren gespannen waar via een mechanisme een vilten hamer tegen de snaren wordt geslagen. Bij de hoge tonen wordt een hamertje tegen 3 dunnere snaren geslagen in het midden zijn dat 2 wat dikkere snaren en bij de laagste tonen wordt maar één dikke snaar aangeslagen.

Elektrische of digitale Piano De klank lijkt erg op de akoestische piano. Voor dat instrument wordt de klank van een akoestische piano opgenomen en opgeslagen in het geheugen. De kwaliteit van de klank hangt af van de hoeveelheid geheugen. Meer geheugen? Betere klank. Vaak kan je ook een aantal andere klanken spelen op dit instrument zoals orgel, vibrafoon en bassen. De rhodes en wurlitzer piano worden vaak gebruikt in popmuziek en hebben een heel eigen klank. Accordeon De accordeon is blaasinstrument én toetsinstrument met toetsenborden aan beide uiteinden. Een uitrekbare balg perst de lucht over de rieten, of tongen, die de lucht doen trillen en het accordeongeluid voortbrengen. De accordeon is een veel gebruikt instrument in de volksmuziek. Keyboard Met een keyboard wordt in de Nederlandse taal doorgaans het toetseninstrument bedoeld dat naast talloze klanken ook een begeleidingsautomaat aan boord heeft die via akkoorden wordt aangestuurd. Deze 'arrangeerkeyboards' bieden de mogelijkheid om gebruik te maken van automatische begeleiding in diverse stijlen en genres. Het 'arrangeerkeyboard' is in feite de opvolger van het vroegere huisorgel. Synthesizer Een synthesizer is een elektronisch muziekinstrument dat klanken en geluiden kunstmatig (meestal elektronisch) opwekt. Met een synthesizer is het mogelijk het op te wekken geluid vergaand te beïnvloeden, zodat nieuwe, nog niet bestaande klanken gemaakt kunnen worden. Ook kunnen sommige synthesizers de klanken van reeds bestaande (akoestische) instrumenten, bijna perfect nabootsen (bijvoorbeeld piano of orgel). Kerkorgel Het pijporgel is een muziekinstrument dat bestaat uit onder meer één of meer klavieren, een soort pomp om lucht in het orgel te pompen en een groot aantal orgelpijpen. Wanneer de organist een toets indrukt, zorgt een mechaniek ervoor dat er vanuit deze pomp lucht in één of meer pijpen stroomt. Elektronisch orgel/ jazzorgel Een elektronisch orgel, ook wel digitaal orgel genoemd, is een elektronisch toetsinstrument. Tegenwoordig zijn er eigenlijk twee soorten elektronische orgels:

de orgels die proberen om het geluid van een kerkorgel zo realistisch mogelijk na te bootsen, en het elektronisch orgel, dat vooral in de populaire muziek wordt gebruikt. Een elektronisch orgel bestaat uit een of meer klavieren (meestal twee, maar soms ook wel vijf), een set pedalen die met de voet worden bespeeld en een zwelpedaal waarmee het volume van het geluid bepaald wordt. Klavecimbel Het klavecimbel is een snaarinstrument dat met toetsen bespeeld wordt. Vóór het ontstaan van de piano was het met het kerkorgel het belangrijkste toetsinstrument. In tegenstelling tot de piano (waarbij de snaren aangeslagen worden) worden de snaren van een klavecimbel getokkeld. Dirigent De dirigent staat voor een orkest. Hij geeft het ritme aan door het slaan van het ritme met een stokje of met de hand. Voor de dirigent ligt de partituur. Dit is een boek waar alle partijen van een muziekstuk in staan. Zo kan de dirigent precies bijhouden wat iedereen moet spelen. Ook kan hij op deze manier aangeven wanneer sommige instrumenten moeten inzetten. De dirigent leidt de repetities en de uitvoeringen. Luisteren Bij orkesten en muziekinstrumenten gaat het natuurlijk vooral over de klank. Het is de bedoeling dat je de instrumenten herkent n.a.v. plaatjes of filmpjes, maar je moet ze ook kunnen herkennen ook als je de instrumenten alleen hoort. Je kunt dit oefenen met het programma EARZ. http://earz.nl/app/flash/index.html (vul je voor en achternaam in en als password: tc18) vervolgens je klas kiezen. Dan staan er diverse oefeningen om het herkennen van instrumenten te oefenen. Alle instrumenten maar ook per instrumentrengroep Je kunt de instrumenten ook beluisteren en bekijken op de volgende site: http://www.saxsite.nl/jbmuz_1_instr1.htm Je kan ook op youtube de naam van een instrument intikken en bv het woord solo. Er staan honderden voorbeelden op. Ook hele slechte trouwens. )-: Maar ja gewoon ff doorzoeken.