EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie buitenlandse zaken 25.6.2012 2012/2005(INI) ADVIES van de Commissie buitenlandse zaken aan de Commissie vervoer en toerisme inzake de tenuitvoerlegging van de wetgeving op gebied van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (2012/2005(INI)) Rapporteur voor advies: Evgeni Kirilov AD\904295.doc PE486.143v02-00 In verscheidenheid verenigd
PA_NonLeg PE486.143v02-00 2/6 AD\904295.doc
SUGGESTIES De Commissie buitenlandse zaken verzoekt de ten principale bevoegde Commissie vervoer en toerisme onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen: 1. bevestigt opnieuw dat veilig, efficiënt en flexibel gebruik van het luchtruim alleen kan worden bereikt door nauwe samenwerking en coördinatie tussen civiele en militaire gebruikers van het luchtruim; 2. respecteert volledig de soevereiniteit en nationale privileges van de lidstaten met betrekking tot luchtverkeersbeveiliging inzake militaire en andere staatsluchtvaartuigoperaties en -training; merkt op dat de lidstaten zich inzetten om te verzekeren dat het idee van flexibel gebruik van het luchtruim 1 onbeperkt en uniform wordt toegepast en erkent de noodzaak om hun pogingen daartoe te steunen; benadrukt dat onder staatsluchtvaartuigen naast militaire luchtvaartuigen ook luchtvaartuigen vallen die worden gebruikt bij de uitvoering van politie-, brandweer-, kustwacht-, douane-, civielebeschermings- en andere missies, waardoor een wijd gamma aan veiligheids- en crisisbeheersingsactiviteiten onder staatsluchtvaartuigoperaties vallen; 3. beklemtoont dat de militaire gemeenschap een sleutelrol speelt in de context van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en dat zij er al in een vroege fase volledig en op alle niveaus bij moet worden betrokken; erkent de vooruitgang geboekt in de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim en dringt er bij de lidstaten op aan de pogingen tot coördinatie met de militaire zijde te bespoedigen; is zich bewust van de specifieke nationale aspecten van civiel-militaire betrekkingen, maar roept de lidstaten toch op zich te concentreren op het versterken van de civiel-militaire samenwerking en de interoperabiliteit en om beste praktijken toe te passen op dat gebied; 4. merkt op dat, hoewel er militaire en civiel-militaire expertise bestaat op verschillende niveaus binnen de verscheidene belanghebbende instellingen zoals het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim, Eurocontrol en de gemeenschappelijke onderneming SESAR, er nog steeds behoefte is aan een gecoördineerde en alomvattende analyse van de gevolgen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en SESAR voor het leger; wijst erop dat het noodzakelijk is om het Militair Comité van de Europese Unie bij dit proces te betrekken, aangezien dat ervoor zal zorgen dat de chefs defensiestaf correct geïnformeerd worden; 5. erkent in dat verband de natuurlijke rol van het Europees Defensieagentschap (EDA) als een brug tussen de defensiegemeenschap en de Commissie en als bemiddelaar tussen de militaire belanghebbende partijen; is voorstander van het versterken van de rol van het EDA in het opbouwen van politiek bewustzijn, netwerken, hulp bij de uitrolfase van SESAR en het ondersteunen van de lidstaten bij de financiële en operationele risicoanalyse; merkt op dat het EDA zeer geschikt is om bij te dragen aan toekomstige uitdagingen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, bijvoorbeeld op het gebied 1 Verklaring van de lidstaten over militaire kwesties die verband houden met het gemeenschappelijk Europese luchtruim van 10 maart 2004, PB L 96 van 31.3.2004, blz. 9. AD\904295.doc 3/6 PE486.143v02-00
van apparatuur en opleiding; verwelkomt het besluit van lidstaten om de militaire staf van de EU (EUMS) te betrekken bij de steun aan het EDA in verband met SESAR; verwelkomt het oprichten van het militaire tenuitvoerleggingsforum voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim/sesar, mogelijk gemaakt door het EDA, en moedigt de effectieve voortzetting ervan aan, aangezien het de belangrijke verdienste heeft alle relevante actoren in de defensiegemeenschap rond de tafel te brengen; benadrukt dat samenwerking met de NAVO essentieel is en toont zich verheugd over de ontwikkelingen op dat vlak; 6. roept op tot een spoedige en grondige beoordeling van het effect van de wetgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim op de militaire luchtvaart, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de daaraan verbonden financiële en operationele risico's, alsmede de kost van vertraging of niet-synchronisatie, en wijst op het voorbereidende werk van het EDA op dit gebied; betreurt dat het risicoanalyseverslag op hoog niveau inzake de effecten van het gemeenschappelijk Europees luchtruim vertraging heeft opgelopen en verzoekt het EDA en de Ministeries van Defensie dit zo snel mogelijk af te ronden; vraagt het EDA om het Parlement van de resultaten in kennis te stellen; benadrukt de aanmerkelijke financiële last voorzien voor het leger vanwege de investeringen voor de uitrol van SESAR door luchtruimgebruikers, luchthavenexploitanten en verleners van luchtnavigatiediensten; dringt er bij de Commissie op aan het EDA volledig te betrekken bij toekomstige ex ante beoordelingen van wetgeving en handelingen van de Unie die van invloed zijn op militaire capaciteiten of die binnen het defensiegebied vallen en om het Parlement dienovereenkomstig op de hoogte te houden; 7. vestigt met nadruk de aandacht op het feit dat er, ondanks de vereiste grote investeringen, een aantal belangrijke en tastbare voordelen voortvloeien uit harmonisatie, zoals vluchtoptimisering, brandstofefficiëntie, het beperken van geluidsoverlast, luchtverontreiniging en de klimaatverandering en het flexibel en veilig gebruik van een minder gefragmenteerd luchtruim; benadrukt de efficiëntie die door een betere civielmilitaire coördinatie kan worden bereikt, aangezien het gebruik van een gezamenlijke infrastructuur kostenbesparend is; beklemtoont dat versterkte interoperabiliteit tussen lidstaten en de totstandbrenging van functionele luchtruimblokken ook voordelen opleveren met betrekking tot grensoverschrijdende operaties; 8. wijst erop dat de kritieke fase van de uitrol in aantocht is en dat deze tijdig, gesynchroniseerd en gecoördineerd moet worden afgehandeld; benadrukt dat de grootste uitdaging voor het leger bestaat uit het financieren van de tenuitvoerlegging en het vroeg investeren in nieuwe technologie; vestigt de aandacht op het feit dat er snel manieren en mogelijkheden moeten worden gevonden om deze uitdaging het hoofd te bieden; verzoekt het EDA en de Commissie om de lidstaten bij te staan bij de vernieuwing van hun staatsluchtvaartuigen van niet-europese makelij en om tegelijkertijd strikte normen te hanteren ter bescherming van sleuteltechnologieën en de kennis van de EU-industrieën; verzoekt om waar mogelijk typegoedkeuringen in te voeren voor bestaande militaire technologie die voldoet aan de eisen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, aangezien dit enorme besparingen kan opleveren voor de Ministeries van Defensie; verzoekt de Commissie op zoek te gaan naar manieren om projecten die een impact hebben op de militaire luchtvaart rechtsreeks te financieren of te cofinancieren uit hoofde PE486.143v02-00 4/6 AD\904295.doc
van de EU-begroting, om de tijdige uitrol van SESAR door het leger te garanderen. AD\904295.doc 5/6 PE486.143v02-00
UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE Datum goedkeuring 21.6.2012 Uitslag eindstemming +: : 0: 34 0 2 Bij de eindstemming aanwezige leden Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervanger(s) (art. 187, lid 2) Elmar Brok, Tarja Cronberg, Arnaud Danjean, Michael Gahler, Marietta Giannakou, Ana Gomes, Anna Ibrisagic, Liisa Jaakonsaari, Ioannis Kasoulides, Tunne Kelam, Evgeni Kirilov, Maria Eleni Koppa, Andrey Kovatchev, Vytautas Landsbergis, Krzysztof Lisek, Ulrike Lunacek, Kyriakos Mavronikolas, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Norica Nicolai, Raimon Obiols, Ioan Mircea Paşcu, Alojz Peterle, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Marek Siwiec, Charles Tannock, Inese Vaidere, Geoffrey Van Orden, Kristian Vigenin Laima Liucija Andrikienė, Diogo Feio, Knut Fleckenstein, Indrek Tarand, Luis Yáñez-Barnuevo García, Janusz Władysław Zemke Ingeborg Gräßle, Petru Constantin Luhan PE486.143v02-00 6/6 AD\904295.doc