www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 13 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum WK/2003/1318 26 08 2003 Bijlagen Doorkiesnummer Inlichtingen bij 1 425 13 75 mw. M. Mastenbroek Onderwerp Beleidsnotitie herziening precarioverordening. Bijlage: Beleidsnotitie herziening precarioverordening (te raadplegen via het Stateninformatiesysteem SIS onder kenmerk PS/2003/512) Bijlage is op te vragen via e-mail statenstukken@prv-overijssel.nl (ook indien deze niet beschikbaar is via het SIS). Hierbij treft u onze beleidsnotitie over de herziening van de precarioverordening aan. Het wijzigen van provinciale belastingverordeningen en dus ook de precarioverordening behoort op grond van artikel 220 van de Provinciewet, tot uw bevoegdheid. Wij vragen u in de beleidsnotitie om in te stemmen met ons voorstel om: 1. het tarief voor de bestaande benzinestations op een marktconform niveau te brengen door toepassing van een tarief naar doorzet; 2. voor nieuwe aanvragen voor benzinestations op provinciale bodem een privaatrechtelijk contract af te sluiten. Nadat u over ons voorstel besloten heeft zullen wij een concreet voorstel tot wijziging van de precarioverordening aan u voorleggen. Wijzigingen die vóór 1 januari 2004 zijn vastgesteld en bekendgemaakt, kunnen ook op die datum in werking treden. Postbank 833220 ING Bank 69 18 10 893 Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
2 Wij vragen u op bovenstaande vragen te reageren, bij voorkeur in oktober 2003, zodat wij tijdig de verdere voorbereiding van de precarioverordening ter hand kunnen nemen (PS-behandeling voorzien voor 10 december 2003). Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris.
Beleidsnotitie herziening precarioverordening Behoort bij de brief van gedeputeerde staten van 26 augustus 2003, kenmerk WK/03/1318 1. Inleiding Voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie, kan (niet verplicht) een precariobelasting worden geheven. De heffingsmaatstaf is in beginsel vrij, evenals de hoogte van het tarief, maar het bedrag van de provinciale belasting mag niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen 1. Overijssel heeft sinds 1963 een precarioverordening net als Zuid Holland en Limburg. In 2001 hebben wij de Beleidsnotitie naar een vernieuwd Precariostelsel vastgesteld. Daarin hebben wij opdracht verleend aan de eenheid wegen en kanalen om onder meer te onderzoeken en te rapporteren betreffende de wenselijkheid van een meer marktgerichte tariefstelling precario voor vooral benzinestations onder de volgende randvoorwaarden: - keep it short and simple en maak zoveel mogelijk gebruik van elders aanwezige kennis en expertise; - de aktie moet betekenende opbrengsten hebben, waarbij overigens aandacht wordt gevraagd voor de met precarioheffing gemoeide perceptiekosten, welke nu circa 7,5% bedragen. 2. Probleemstelling De huidige precarioverordening heeft een aantal nadelen. Belangrijkste nadeel is dat de tarieven erg laag zijn voor de volgende onderdelen: 1. De exploitanten van de 24 benzinestations op provinciale grond betalen een zeer laag bedrag voor het gebruik van die grond, gemiddeld circa 2.500,00 per jaar, waardoor de provincie inkomsten misloopt; 2. het tarief voor kabels, buizen en leidingen, dat in 2003 is vastgesteld op 0,017 per meter per jaar (uitgezonderd aardgashoofdtransportleidingen en rioleringsbuizen) is zeer laag; Verder heeft de heffing van precariobelasting voor benzinestations als nadeel dat een aantal zaken via het publiekrechtelijke spoor niet adequaat geregeld kan worden, zoals de aansprakelijkheid voor milieuclaims en de betaling van de onroerende zaakbelasting. 3. Beleid en ontwikkelingen Onze lage tarieven voor kabels en leidingen stammen nog uit de tijd waarin nutsbedrijven overheidsbedrijven zonder winstoogmerk waren en de laatste dertig jaar is alleen inflatiecorrectie toegepast. Sindsdien zijn de volgende ontwikkelingen geweest: 1. de leidingbeheerders zijn geprivatiseerd en zijn steeds meer commercieel gaan werken; 2. de infrastructuur is steeds meer dynamisch geworden; 3. het medegebruik door kabel- en leidingbeheerders is steeds intensiever geworden. Voor benzinestations geldt, dat zij die op onze provinciale grond een tankstation exploiteren, voor een prikje de grond gebruiken. Elders moet veelal voor de grond de marktwaarde, die veel hoger ligt, worden betaald, meestal via huur- en erfpachtcontracten. 4. Oplossingsrichtingen benzinestations Wij hebben onderzocht welke oplossingsrichtingen er zijn om de tarieven naar een meer marktconform niveau te brengen. Voor de benzinestations zijn er verschillende mogelijkheden. 4.1 Erfpachtcontract of verhuur Vanuit een blanco situatie gerekend, verdient een privaatrechtelijke oplossing de voorkeur. In een erfpachtcontract/huurcontract kan de provincie de erfpachtcanon/huurprijs bepalen en de problemen die onder aan hoofdstuk 2 zijn genoemd contractueel regelen. Voor het sluiten van een privaatrechtelijk contract is echter (wils-)overeenstemming vereist tussen partijen, en de verwachting is, dat zulks niet op redelijk korte termijn met de 24 benzinepomphouders (of een aanzienlijk deel daarvan) zal lukken. 1 Artikel 221 en 222c van de Provinciewet.
2 U zou echter kunnen besluiten om voor nieuwe benzinestations wel het privaatrechtelijke spoor te kiezen. Dat zou nieuw beleid zijn, dat naar onze mening naast het bestaande beleid kan bestaan. 4.2 Precarioheffing naar omzet Voor de huidige tankstations op provinciale grond hebben wij gezocht naar een snellere, meer praktische oplossing dan de onder 4.1 genoemde privaatrechtelijke. De grondslag voor de heffing van precario van benzinestations is nu gebaseerd op objecten (een vast bedrag per aftapinrichting, tank, bedieningshuis enz.). Maar het is ook mogelijk te kiezen voor een tarief naar doorzet (aantal verkochte liters brandstof). Dat systeem wordt sinds 1976 in de precarioverordening van de provincie Zuid Holland toegepast. Andere provincies hanteren ook een tarief dat gerelateerd is aan de omzet, maar dan gekoppeld aan privaatrechtelijke contracten. Voordelen van deze regeling zijn: - meer mogelijkheden voor aansluiting op een marktconform tarief; - een rechtvaardig systeem, omdat kleinere stations met minder omzet ook een lagere heffing opgelegd krijgen; Nadelen van de regeling zijn: - hogere invorderingskosten, als gevolg van het jaarlijks toezenden van een aangiftebiljet om het aantal liters te kunnen doorberekenen in de heffing; - een gering juridisch risico, omdat deze heffingsgrondslag slechts in een enkele precarioverordening is toegepast. 4.3 Huidige tarieven aanzienlijk verhogen Indien u niet kiest voor een andere grondslag, zou u ook de huidige tarieven aanzienlijk kunnen verhogen. Hoewel het tarief vrij is mag de verhoging niet willekeurig of onredelijk zijn: de belastingrechter toetst derhalve marginaal. Als u via deze weg naar een marktconform tarief wilt, betekent dit een zeer aanzienlijke verhoging van de huidige tarieven. De belastingwetgeving biedt daartoe overigens wel de ruimte. Om de belastingplichtigen tegemoet te komen kan de verhoging gefaseerd, bijvoorbeeld in twee of drie jaar, worden ingevoerd. Voor deze oplossing geldt het volgende. Voordelen: - relatief eenvoudige manier om tot meer inkomsten te komen; - geen verhoging van de invorderingskosten. Nadelen: - geen mogelijkheid tot differentiatie voor stations met dezelfde installaties, maar met een zeer verschillende omzet vanwege de verkeersintensiteit; - een gering juridisch risico, omdat jurisprudentie over wanneer een belastingverhoging als onredelijk of willekeurig wordt aangemerkt schaars is. De omvang van het risico is in elk geval afhankelijk van de mate van de verhoging en de hoogte van de absolute bedragen van de heffing. Wij schatten in dat een verhoging van de tarieven tot een marktconform tarief tot een geringer juridisch risico leidt dan wanneer u zou overgaan tot een andere heffingsgrondslag. 5. Kabels en leidingen Uit vergelijkend onderzoek blijkt dat de tarieven voor kabels, buizen en leidingen, met 0,017 euro per strekkende meter per jaar, in Overijssel heel laag zijn. In juni 2002 hebben dr. P. de Vries en dr. J.W. van Zundert van de Universiteit Twente in opdracht van de provincies Friesland en Drenthe een onderzoek verricht naar de tariefstelling voor kabels en leidingen. Tweederde van de 17 onderzochte gemeenten 2 hieven precariobelasting en pasten tarieven toe tussen de 0,15 en 7,60 per meter per jaar. Gelet op het gemiddelde van deze steekproef (> 2,00) achten de onderzoekers een provinciaal tarief van 1,00 per meter per jaar alleszins redelijk. Een lager tarief dan gemeenten hanteren is verklaarbaar: in het geval van provinciale wegen liggen de kabels veelal naast de weg, in de berm, terwijl bij gemeentelijke wegen de kabels meestal noodgedwongen onder verhard oppervlak (weg of trottoir) moeten worden aangebracht. In combinatie met de veelal hogere dynamiek van de gemeentelijke infrastructuur brengt dit uiteraard meer kosten 2 Arnhem: 1,15 per meter; Den Haag: 3,22 per meter; Epe: 0,15 per meter; Leeuwarden: 4,20 per meter; Maastricht: 1,28 per meter; Nijmegen: 0,50 per meter; Rotterdam: 0,42 per meter; Spijkenisse: 2,36 per meter; Winschoten: 0,70 per meter; Zwolle: 3,68 per meter. MM/Hschijf/DATA/klussenWK/precario/beleidsnotitie precario PS, versie 4-9-03 2
mee. Daartegenover staat dat de provinciale infrastructuur relatief uitgestrekt is wat weer leidt tot hogere toezichts- en controlekosten. Indien u het advies van de Vries en Zundert zou volgen, zou dit leiden tot een vervijftigvoudiging van het Overijsselse tarief voor kabels en leidingen. De provincies Drenthe en Friesland hebben het voorstel nog in studie. Het merendeel van de kabels in provinciale grond is eigendom van drie grote nutsbedrijven. Deze betalen in 2003 gezamenlijk ongeveer 76.000,00. Het is lastig om op dit moment een gefundeerd voorstel te doen om de volgende redenen: 1. het precariobestand kabels en leidingen van onze provincie wordt in 2003 en 2004 geactualiseerd; 2. de jurisprudentie rondom de heffingen voor kabels en leidingen is momenteel sterk in beweging; 3. de beleidsvorming bij andere provincies en gemeenten is nog volop gaande. Om deze redenen stellen wij u voor om voor 2004 nog geen nieuw tarief voor kabels en leidingen vast te stellen. 3 6. Uitwerking 6.1 Communicatie Hoewel dat niet verplicht is, hebben wij de betrokken pomphouders inmiddels van ons voornemen schriftelijk op de hoogte gesteld. Wij hebben hen eveneens gevraagd om (onder vertrouwelijkheid) opgave te doen van de doorzet in liters verkochte brandstoffen in 2002, zodat beter kan worden geraamd wat de financiële gevolgen zijn van een eventuele keuze voor heffing naar doorzet. 6.2 Procedure/ tijdpad Het afgelopen jaar is zowel aan een juridisch belastingadviesbureau voor overheden als aan onze huisadvocaat advies gevraagd. Deze adviezen zijn overgenomen en integraal in deze notitie verwerkt. Uw Staten zijn bevoegd de precarioverordening te wijzigen. Voor belastingverordeningen geldt geen inspraakregeling. Indien u besluit tot wijziging van de verordening, dan zou een wijzigingsvoorstel vóór 1 januari 2004 door uw Staten moeten worden vastgesteld indien u de wijziging volgend jaar wilt invoeren. 6.3 Financiële gevolgen De huidige inkomsten uit precario zijn als volgt (bron: cijfers 2003 eenheid Middelen) Heffingsplichtigen heffing 2003 (totaal) 1 Nutsbedrijven: kabels en leidingen Water 16.500 Gas 23.250 electra 36.250 Subtotaal 76.000 2 24 Tankstations op provinciale grond 60.000 31 Tankstations op eigen grond met 7.750 uitrit naar provinciale weg 3 Diversen (standplaatsen enz.) 62.000 Totaal 205.750 Dit voorstel heeft betrekking op de 24 tankstations op provinciale grond. Indien u kiest voor een heffing naar doorzet kan worden aangesloten bij het gemiddelde landelijke tarief, dat tussen de 4,50 en 5,00 per 1.000 liter verkochte brandstof ligt. Volgens landelijke gegevens ligt de gemiddelde omzet per tankstation op 2,3 miljoen liter per jaar 3. Voor het landelijk gebied, waarin de meeste provinciale wegen liggen, zal de omzet lager zijn. Hierover is echter pas met zekerheid iets te zeggen nadat de tankstations opgave hebben gedaan. Bij een gemiddelde omzet van 2 miljoen liter en een heffing van 5,00 per 1.000 liter zal de heffing voor een gemiddeld benzinestation 10.000,00 gaan bedragen. Dat zou voor Overijssel een verhoging van de totaalopbrengst betekenen van 60.000,00 naar 240.000,00. 3 Eindrapport Ministerie van economische zaken, Directie Energiemarkt, Naar een toolbox MDW Benzine 2, 18 januari 2002. MM/Hschijf/DATA/klussenWK/precario/beleidsnotitie precario PS, versie 4-9-03 3
4 Hieronder geven wij een overzicht van de inkomsten die de provincies uit benzinestations verkrijgen. Daarbij moet worden opgemerkt dat de provincies hiervoor zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke regelingen gebruiken. Provincies Aantal tankstations Gemiddelde heffing in Totaal opbrengst in Privaatrecht of publiekrecht Groningen 11 2.700 29.700 Privaatrecht Friesland 2 5.700 11.400 Privaatrecht Drenthe 2 12.000 24.000 Privaatrecht Flevoland 3 15.000 45.000 Privaatrecht Overijssel 24 2.500 60.000 Publiekrecht Gelderland 9 + 6 18.000 2.100 162.000 12.600 Privaat- + publiekrecht Utrecht 19 17.500 332.500 Privaatrecht Noord Holland 16 17.000 272.000 Privaatrecht Zuid Holland 42 13.500 567.000 Publiekrecht Zeeland 2 14.600 29.200 Privaatrecht Noord Brabant 40 3.200 128.000 Privaatrecht Limburg 9 + 4 650 13.000 5.850 52.000 Publiek- + privaatrecht Overigens laten overzichten van bovengenoemde en andere overheden zien dat er sprake is van zeer grote verschillen in de omzet per tankstation. Om de kleinere stations te ontzien zou ook overwogen kunnen worden om een progressief tarief in te voeren. Daarbij moet wel in het oog gehouden worden, dat de provincie het tarief niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen. U zou ook kunnen kiezen voor handhaving van de heffingsmaatstaf waarbij de huidige tarieven worden verhoogd. Om bijvoorbeeld een totaalopbrengst te realiseren van 240.000,00 zou het tarief moeten worden verviervoudigd. Dat zou gefaseerd kunnen worden ingevoerd. 6.4 Organisatorische/personele gevolgen Als u besluit alleen de tarieven aanzienlijk te verhogen met handhaving van de huidige grondslag, dan zijn er geen structurele organisatorische of personele gevolgen. Op korte termijn zou het besluit wel kunnen leiden tot een toename van het aantal bezwaarschriften. Indien u besluit tot wijziging van de heffingsgrondslag, heeft dit tot gevolg dat er jaarlijks een opgave zal moeten worden gevraagd aan de (op dit moment 24) benzinepomphouders van het door hen verkochte aantal liters brandstoffen. Aan de hand daarvan zal de heffing worden berekend. De inschatting is, dat de heffing en invordering op jaarbasis enkele weken meer werk zal kosten. Verder zal ook bij deze keuze rekening moeten worden gehouden met een (tijdelijke) toename van het aantal bezwaarschriften. 7. Conclusie en aanbevelingen Alles aspecten afwegende gaat onze voorkeur ernaar uit om: 1. voor nieuwe benzinestations een privaatrechtelijke regeling te kiezen; 2. voor de bestaande benzinestations te kiezen voor een heffing naar doorzet, voor een tarief van 5,00 per 1.000 liter verkochte brandstof, vanwege de mogelijkheid om te differentiëren naar bedrijfsomvang. 3. afhankelijk van de financiële gevolgen van deze wijziging gedurende maximaal twee jaar een overgangstarief te hanteren; 4. voor 2004 nog geen nieuw tarief voor kabels en leidingen vast te stellen. Resumerend vragen wij u in te stemmen met ons voorstel om: 1. het tarief voor de bestaande benzinestations op een marktconform niveau te brengen door toepassing van een tarief naar doorzet; 2. voor nieuwe aanvragen voor benzinestations op provinciale bodem een privaatrechtelijk contract af te sluiten. MM/Hschijf/DATA/klussenWK/precario/beleidsnotitie precario PS, versie 4-9-03 4
MM/Hschijf/DATA/klussenWK/precario/beleidsnotitie precario PS, versie 4-9-03 5 5