Nieuwsbrief n 21 juni 2008

Vergelijkbare documenten
Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

De Dublin-criteria teneinde de verantwoordelijke staat te bepalen.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Omzendbrief betreffende de verblijfsregularisatie om medische redenen en de invloed daarvan op het recht op maatschappelijke dienstverlening

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

TYPEFORMULIER Regularisatieaanvraag

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE 20 FEBRUARI 2008

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

PLATFORM KINDEREN OP DE VLUCHT Februari Een wettelijk statuut voor NBBM Korte nota

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Het OCMW en de vluchtelingencrisis

REGULARISATIE 7/2009 Samenvatting opgesteld door het advocatenkantoor

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober

Medische Kosten betaalt. betaalt. te zijn Asielaanvraag ingediend voor 01/06/ 2007 die niet ontvankelijk verklaard is.

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

Sociale steun/detentie / bijlage 35 tijdens beroep in het kader van een 9ter-aanvraag. Gevolgen arrest Abdida (HvJ)

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 3. Lijst met gebruikte afkortingen 5. Inhoudstafel 7. Hoofdstuk I Inleiding 13. Hoofdstuk II Rol van de begeleider 15

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 16 juni 2017

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

Datum van inontvangstneming : 02/05/2016

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017

Indiening van een asielaanvraag... 2

afhankelijk van hun wettelijke vertegenwoordigers en waardoor ze vaak niet zelf kunnen beslissen over de

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT VERBLIJF VOOR HUMANITAIRE REDENEN

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

4Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Opvang van minderjarige vreemdelingen.

7Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Terugkeer naar je land van herkomst (of een derde veilig land).

INHOUD. Inleiding 9 INHOUD

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11

Hof van Cassatie van België

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Versie juli 2015 Maatschappelijke dienstverlening WEGWIJS IN. maatschappelijke dienstverlening

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT VERBLIJF VOOR HUMANITAIRE REDENEN.

3Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Procedures die je kan volgen om een verblijfsrecht in België te krijgen.

I.T. 206 ASIELPROCEDURE

Rechtsbijstand bij bemiddeling

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980)

uitgave april als je vreemdeling bent in België

VREEMDELINGEN. Wijzigingen in de formulieren die de gemeentebesturen moeten gebruiken

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11

3. Opvang en begeleiding van vluchtelingen

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr van 13 december 2011 in de zaak A /XIV-32.

Meervoudige asielaanvragen

Basisopleiding gezinshereniging

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Niet-begeleide minderjarigen. Johan Vangenechten

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

WEGWIJZER VOOR NIET-BEGELEIDE BUITENLANDSE MINDERJARIGEN IN BELGIË

6Fiche. tzitemzo... als je een minderjarige vreemdeling bent in België. Recht op medische verzorging van minderjarige vreemdelingen.

Vreemdelingen in België

NOTA PRE-REGISTRATIE EN OPVANG BIJ MEERVOUDIGE ASIELAANVRAGEN

Concordantietabel B. 19 januari Samenwerkingsakkoord (SA) Artikel 1

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Hof van Cassatie van België

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

AANVRAGEN OM MACHTIGING TOT UITZONDERLIJK VERBLIJF

Transcriptie:

Plate-Forme «Mineurs en exil» Platform «Kinderen op de vlucht» Rue Marché aux Poulets 30 1000 Bruxelles Kiekenmarktstraat 30 1000 Brussel Tel. : 02/209.61.62 Fax. : 02/209.61.60 E-mail : bvk@sdj.be - cvz@sdj.be www.mena.be Nieuwsbrief n 21 juni 2008 De Nieuwsbrief stelt zich ten doel de actoren van de NBBM sector maandelijks te informeren over het dagelijkse gebeuren in de sector. Ook projecten van verenigingen hierin actief, worden er nader belicht. Hij geeft iedereen de mogelijkheid om zich regelmatig op de hoogte te houden van de huidige toestand. Het abonnement is gratis. Het Platform Kinderen op de vlucht ziet toe op de bescherming van rechten en belangen van Niet Begeleide Buitenlandse Minderjarigen (NBBM) in België. Het verbindt zich ertoe om het belang van het Kind te bevorderen alsook alle rechten toegekend door het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Het Platform Kinderen op de vlucht pleit voor: 1 Het verdedigen van de rechten van niet begeleide buitenlandse minderjarigen aankomend in of reizend door Europa en meer bepaald in België. 2 Het beschermen van deze kinderen. 3 Het bevorderen van hun welzijn en ontwikkeling. 4 Het in acht nemen van het standpunt van NBBM over hun behoeften; 5 het bevorderen van hun deelname in de voorbereiding van beleidsmaatregelen en praktijken die hun verder bestaan effectief gaan beïnvloeden. Vertaling: Odette Klaes Beknopt overzicht: 1_Actualiteit in België A/ Twee wetsvoorstellen over NBBM ingediend bij de Senaat 2_Actualiteit in Europa en internationaal A/ De Europese «terugkeerrichtlijn» B/ HCR de formele bepaling van het concept grotere belang van het kind. 3_Publicaties A/ Informatiebrochures bestemd voor NBBM- uitgegeven door het platform «Kinderen op de vlucht» 4_Rechtspraak A/ Arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 28 april 2008 B/ Arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 27 mei 2008 C/ Arbeidshof van Brussel 29 mei 2008 1

1_Actualiteit in België A/ Twee wetsvoorstellen met betrekking tot NBBM ingediend bij de Senaat Twee wetsvoorstellen werden onlangs ingediend bij de Senaat door senator CD&V Nahima Lanjri. Deze moeten nog besproken worden. Ze hebben tot onderwerp: 1. Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 met het oog op het toekennen van een tijdelijke verblijfsvergunning aan niet-begeleide buitenlandse minderjarigen. Er wordt voorgesteld om aan deze wet het artikel 9quater toe te voegen, dat volgt op het artikel 9bis (regularisatie wegens buitengewone omstandigheden) en het artikel 9ter (regularisatie wegens medische redenen). Het artikel 9quater, ter intrekking van de omzendbrief van 15 september 2005 over het verblijf van NBBM, bepaalt dat een machtiging tot tijdelijk verblijf aan een NBBM als zodanig erkend door de Dienst Voogdij wordt toegekend zolang voor deze minderjarige vreemdeling geen duurzame oplossing wordt gevonden, en ten hoogste tot aan zijn meerderjarigheid ( 1). De definitie van duurzame oplossing is deze die beschreven staat in de omzendbrief van 15 september 2005 ( 2). Paragraaf 3 van artikel 9quater bepaalt dat, bij gebreke aan een duurzame oplossing binnen de 3 jaar na de afgifte van de tijdelijke verblijfstitel, wordt de NBBM gemachtigd tot een verblijf van onbepaalde duur voor zover hij een bewijs van regelmatig schoolbezoek indient, hij minstens een van de drie landstalen kent, en naargelang zijn familiale toestand of om het even welk ander specifiek element in verband met zijn situatie. Paragraaf 5 bepaalt dat een NBBM die meerderjarig wordt nog voor de afloop van de drie jaar, dient hij op de hoogte gebracht te worden van de procedures die hij kan instellen, zes maanden voor het bereiken van de meerderjarigheid. Commentaar Het voorzien in een wet over een verblijfsrecht op het grondgebied voor alle NBBM is een waardevolle vooruitgang. De mogelijkheid waarover NBBM momenteel beschikken om zich een verblijfsdocument aan te schaffen, is enkel gebaseerd op de ministeriële omzendbrief van 15 september 2005. Wij wijzen erop dat een omzendbrief het geheel van regels inhoudt door de minister aan zijn bestuur opgelegd en dat uit deze omzendbrief geen enkel verblijfsrecht in België voor NBBM voortvloeit 2

Toch is het spijtig dat dit wetsvoorstel niet voorziet in de mogelijkheid om definitief geregulariseerd te worden vóór de termijn van 3 jaar. Er zijn namelijk situaties die duidelijk zijn en waaruit blijkt dat de duurzame oplossing voor de NBBM in België ligt. Wij vinden het ook jammer dat het begrip het belang van het kind niet in dit artikel beschreven staat en dat inzake duurzame oplossing, in fine, het nog altijd de Dienst vreemdelingenzaken is die kiest wat er gedaan wordt: de terugkeer, de familiehereniging in een derde land of het verblijfsrecht in België. Alsmaar toont de praktijk ons dat de Dienst vreemdelingenzaken, die een zeker migratiebeleid moet naleven, in zijn beslissingen zeer zelden rekening houdt met het belang van het kind. Andere personen of instanties zijn beter bevoegd om zich uit te spreken over een duurzame oplossing in het belang van het kind, zoals de voogd, de sociale hulpverlener van een opvangcentrum, een jeugdrechter bij wie het dossier is ingediend. De ideale oplossing zou misschien wel zijn dat een groepering van verschillende personen en instanties, in overleg met de minderjarige en in zijn belang, tot een duurzame oplossing besluiten. 2. Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 5 van de Voogdijwet. Men stelt voor om het derde onderdeel van de definitie van een NBBM te wijzigen en om iedere persoon die geen onderdaan is van België in te sluiten. Zodoende zullen de niet-begeleide minderjarige onderdanen van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte eveneens beschouwd kunnen worden als NBBM in de zin van de Voogdijwet en van de bescherming genieten voorzien voor hen. Het wetsvoorstel overweegt vervolgens om in artikel 9 van de Voogdijwet in de taken van de voogden een beschikking in te sluiten die zegt dat wanneer België met het land van herkomst van de minderjarige, een verdrag heeft afgesloten dat de terugname regelt, de voogd toeziet op de correcte toepassing van het verdrag in het belang van de minderjarige. Bij gebrek aan een dergelijk verdrag gaat de voogd de mogelijkheden na van opvang in het land van herkomst, waarbij op passende wijze dient rekening gehouden te worden met de wenselijkheid van continuïteit in de opvoeding van het kind en met de etnische, godsdienstige en culturele achtergrond van het kind en met zijn of haar achtergrond wat betreft de taal. Commentaar Gezien het aantal niet-begeleide Europese minderjarigen dat in België aankomt en momenteel uitgesloten is uit het voogdijsysteem, geen verblijfsdocument krijgt, niet kan genieten van de nieuwe reglementering inzake gezondheidszorg en vergoedingen, enz., is het zeker een gunstige zaak om de Voogdijwet te wijzigen en om de niet-begeleide minderjarige onderdanen van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte erin op te nemen. 3

Het vervolg van het wetsvoorstel is meer problematisch. Volgens het Platform Kinderen op de vlucht is het niet de taak van de voogd om toe te zien op de goede toepassing van een terugnameverdrag in het land van herkomst. Dit is de taak van de Belgische Overheid. Bovendien is het niet verantwoord ten opzichte van NBM niet-europeanen om de voogden te vragen om de NBM Europeanen anders te gaan behandelen. Wat ongegrond en dus discriminerend zou zijn. Waar kunt u deze twee wetsvoorstellen vinden? www.senat.be 2_Actualiteit in Europa en internationaal A/ De Europese «terugkeerrichtlijn» Het Europees Parlement heeft op 18 juni de richtlijn over gemeenschappelijke normen en procedures voor de terugkeer van de onderdanen van derde landen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven, kort gezegd : de terugkeerrichtlijn of naar tal van Europese NGO s : de richtlijn van de schande, goedgekeurd. De officiële bedoeling van deze richtlijn is het bevorderen van de vrijwillige terugkeer voor illegale immigranten en het instellen van standaardminima inzake detentietermijn en terugkeerverbod. De behandeling van vreemdelingen in illegaal verblijf zal dus aan gezamenlijke minimumnormen moeten voldoen. De richtlijn zal de Staten verbieden om minder gunstige normen toe te passen voor de illegale immigranten terwijl ze vrij blijven om gunstigere normen te handhaven of goed te keuren. De richtlijn is slechts van toepassing wanneer een beslissing van terugkeer is genomen, en laat aan elke Lidstaat de verantwoordelijkheid over om de personen zonder papieren al dan niet te regulariseren. Nochtans betekent deze richtlijn voor vreemdelingen in illegaal verblijf op het Belgische grondgebied, een terug naar af. Bepaalde punten zijn zeer omstreden. Allereerst voorziet de richtlijn in een detentietermijn van zes maanden met, in bepaalde gevallen, een mogelijke verlenging van deze periode tot maximaal 18 maanden. Zelfs wanneer de minister van asielen migratiebeleid met klem verklaart dat de huidige detentietermijn (van enkele dagen tot meerdere maanden, toch) niet zal verlengd worden, beschikt zij voortaan over de vrijheid om deze duur te verlengen. Vervolgens is er een inreisverbod van vijf jaren voorzien bij uitwijzing van de persoon na afloop van de periode van vrijwillige terugkeer en zelfs meer wanneer de persoon risicodragend is voor de openbare veiligheid. Uiteindelijk rechtvaardigt de richtlijn het opsluiten van kinderen, al dan niet begeleid door hun familie, terwijl België in 2007 aan de opsluiting van NBMV een eind maakte. Een terug naar af is een reëel risico. Men kan moeilijk aanvaarden dat niet-begeleide minderjarigen voortaan tot 18 maanden kunnen opgesloten en uitgewezen worden naar landen waar zij noch familie, noch 4

wettelijke vertegenwoordiger hebben. Een onaanvaardbare overtreding van de naleving van het grotere belang van het kind, welke ook de omstandigheid. De richtlijn moet in de lidstaten binnen 24 maanden na de publicatie in het officiële publicatieblad worden ingevoerd. De Europese ministers moeten daarvoor eerst in juli in de Raad formeel de tekst goedkeuren. B/ Het UNHCR publiceert haar richtlijnen over de formele bepaling van het concept grotere belang van het kind Een van de hoofdprioriteiten van het HCR is de rechten van alle kinderen die onder haar bevoegdheid vallen, beschermen en in de hand werken. Om dit te verwerkelijken, moet het UNHCR het instellen van beschermingssystemen voor de kinderen stimuleren. Deze systemen zouden een weldoordachte werkwijze moeten insluiten om het beste belang van het kind te bepalen. De bepaling van het grotere belang beschrijft op formele wijze de te volgen procedure in verband met het nemen van belangrijke beslissingen betreffende de kinderen, en meer bepaald de kinderen op de vlucht. Deze publicatie geeft advies over de toepassing van het concept het grotere belang van het kind en beschrijft drie situaties waarin het UNHCR dit grotere belang vaststelt: het bepalen van de meest aangewezen duurzame oplossing voor het niet-begeleide kind, de voorlopige beslissingen van tenlasteneming van niet-begeleide kinderen in bepaalde uitzonderlijke omstandigheden, en de beslissingen die de scheiding van een kind van zijn ouders tegen hun wil kunnen tot gevolg hebben. Hoofdstuk 3 van de richtlijnen beschrijft uitvoerig de procedure. Deze verloopt in twee hoofdfasen: alle belangrijke informatie verzamelen en analyseren, vervolgens alle factoren harmoniëren om de oplossingen die beslissend zijn voor het beste belang van het kind, voor te schrijven. Publicatie op http://www.unhcr.org/refworld/publisher,unhcr,,,,10.html 3_Publicatie A/ Informatiebrochures bestemd voor NBBM- uitgegeven door het Platform «Kinderen op de vlucht» Deze informatiebrochures bestemd voor NBBM behandelen 14 thema's en zijn vertaald in 5 talen (Frans, Nederlands, Engels, Russisch, Swahili) en binnenkort ook Arabisch. 1. Wat is de taak van je voogd? 2. Wat is de taak van je advocaat? 3. Waar ga je verblijven wanneer je in België aankomt? 5

4. Jij wordt zonder papieren aan de Belgische grens tegengehouden. 5. Asielprocedure in België. 6. Je bent geen asielzoeker, hoe krijg je de toelating om in België te mogen verblijven? 7. Je schoolplicht in de Franse Gemeenschap. 8. Je schoolplicht in de Vlaamse Gemeenschap. 9. Wat is de taak van een OCMW? 10. Je bent ziek, wie betaalt je arts en je medicatie? 11. Hoe kan je terug contact opnemen met je familie? 12. Je hebt zin om terug te keren naar je thuisland. Hoe moet dat? 13. Jij was een NBBM, je bent nu meerderjarig (18 jaar). Wat gaat er nu gebeuren? 14. DVZ, FEDASIL, CGVS, enz. Wie zijn ze? Deze brochures zijn kosteloos voor alle niet-begeleide minderjarige, hun voogden, hun advocaten, opvangcentra die minderjarigen huisvesten, verenigingen die regelmatig met minderjarigen in contact zijn, enz. Bestellen kan via cvz@sdj.be. 4_Rechtspraak A/ Het arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 28 april 2008 NBBM - Rwandese nationaliteit - asielaanvraag afwijzing CGVS beroep bij RVV handboek over procedures en criteria voor het bepalen van de vluchtelingenstatus UNHCR - mentale rijpheid voordeel van de twijfel - rekening houden met de minderjarigheid behoren tot een bepaalde sociale groep - erkenning van de hoedanigheid van vluchteling De Raad voor vreemdelingenbetwistingen herinnert eraan dat het onderzoek van de asielaanvraag van een niet-begeleide minderjarige bepaald wordt overwegend zijn mentale rijpheid (UNHCR, handboek over procedures en criteria voor het bepalen van de vluchtelingenstatus uit hoofde van het Verdrag van 1951 en het protocol van 1967 betreffende de vluchtelingenstatus, Geneve, 1979, heruitgave 1992, 214); de mentale rijpheid wordt gebruikelijk ingeschat rekeninghoudend met persoonlijke, familiale en culturele factoren (ibid. 216); verder herinnert de Raad eraan dat de bijzondere moeilijkheden als resultaat van de behandeling van een asielaanvraag ingediend door een minderjarig kind, op basis van bekende omstandigheden, kunnen leiden tot het in ruime mate toekennen van het voordeel van de twijfel (ibid, 219). De Raad is van oordeel dat de jonge leeftijd van de verzoeker in feite de miskenningen in de aangevochten akte verklaard. Hij herinnert eraan dat het opstellen van de feiten en de gegronde vrees inzake asiel kan gebeuren op basis van de getuigenis van de aanvrager alleen, voor zover ze samenhangend 6

en geloofwaardig zijn zodanig dat men overtuigd wordt. Dat is zo in het onderhavige geval, gezien de jonge leeftijd van de verzoeker. De vrees van de verzoeker kan men kritisch samenvatten als een vrees voor vervolging wegens het behoren tot een bepaalde sociale groep, in dit geval een verwantschap met personen die door de autoriteiten worden vervolgd wegens een vermoede betrokkenheid bij de genocide. B/ Het arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 27 mei 2008 NBBM op het ogenblik van de introductie van de asielaanvraag - asielaanvraag - weigering van het CGVS - nietigverklaring door RVV (arrest n 4.412 van 3 december 2007) - verwijzing naar CGVS - verslag door de psycholoog van het CGVS - nieuwe beslissing tot weigering van CGVS - beroep RVV - ongeschikte motivering gebaseerd op een deel van het verslag van de psycholoog - ernstige psychologische toestand - ruim voordeel van de twijfel erkend in zijn hoedanigheid van vluchteling De RVV is van oordeel dat de Commissaris-generaal de invloed van de psychologische toestand van betrokken partij op de tegenstrijdigheden vastgesteld in haar opeenvolgende verklaringen, niet in de daad heeft beoordeeld. Immers, hij beperkt zich tot één passage van het verslag van zijn deskundige adviseur zonder de minste conclusie, terwijl andere passages van dat verslag de ervaringen, aangevoerd door betrokken partij, staven. Haar rampzalige psychologische toestand en haar verstoord kenvermogen. De genomen beslissing wordt hier dus niet treffend gemotiveerd. Verder is de RVV van oordeel dat, wat betreft het verzoekschrift, de betrokken partij voldoende heeft aangetoond dat haar minderjarigheid alsook de ernst van haar psychologische toestand de tegenstrijdigheden, vastgesteld door de Commissaris-generaal, verklaren en de toekenning van een voordeel van de twijfel in hoge mate rechtvaardigen. Daarom beschrijft de betrokken partij uitvoerig, gestut met bewijzen, de elementen waarom zij een redelijke en gegronde vrees voelt om vervolgd te worden, en ook wegens haar deel uitmaken van de sociale groep «jonge Guineese vrouwen die het slachtoffer zijn van een huwelijk onder dwang». Rekeninghoudend met het feit dat de verdedigende partij, in haar opmerkingen, verwijst naar de wijsheid van de Raad wat betreft de gegrondheid van het verzoekschrift, stemt de Raad met de argumenten van betrokken partij in en is hij van oordeel dat er voldoende aanwijzingen van de gegronde vrees bestaan om het voordeel van de twijfel te wettigen. Bijgevolg oordeelt de Raad dat de vrees van betrokken partij om vervolgd te worden, gegrond is in de zin van artikel 1, A, 2 van het Verdrag van Geneve. C/ Het arrest van het Arbeidshof van Brussel van 29 mei 2008 I. OCMW territoriale bevoegdheid 7

II. Maatschappelijke hulpverlening NBBM geen verwijzing naar de onderhoudsplichtige (grootmoeder, asielaanvrager code 207) zonder inkomen - verlenen van de sociale bijstand aan de voogd van het kind - toekenning van de achterstallige bedragen a dato van het verzoek om sociale bijstand. I. De aanvankelijke vraag heeft betrekking op het verlenen van een sociale bijstand aan het kind. Er is vastgesteld dat het kind verblijft op het territorium dat onder de bevoegdheid van het OCMW van Molenbeek valt. De bijstand is door en voor het kind gevraagd, niet door de grootmoeder. Het OCMW van Molenbeek is bevoegd om een sociale bijstand aan het kind toe te kennen: het betreft hier een NBBM, als zodanig erkend, die legaal in België verblijft en die recht heeft op de sociale bijstand ten laste van het OCMW van de plaats waar hij woont (wet van 2 april 1965, art.1er). Er valt te noteren dat, hoewel het ernaar uitziet dat er wat dat betreft geen enkele richtlijn bestaat voor de OCMW s ten opzichte van NBBM, de bevoegdheid van het OCMW van de gemeente waar de NBBM woont niettemin een feit is, dit staat bevestigd in een ministerieel antwoord op een vraag, gesteld in juni 2006, over de bevoegdheid inzake sociale dienst en de verantwoordelijkheidsverwijzingen tussen instanties (vraag n 3-5558 van Mevrouw Nyssens van 27 juni 2006, Bulletin n 3-78, zitting 2006-2007). In dit verband herinnert het Hof eraan dat, ingeval een OCMW zich onbekwaam acht, deze informatieplicht heeft ten opzichte van armoelijdende personen: dit OCMW moet het verzoek doorsturen naar het bevoegde OCMW (zie wet van 11 april 1995 tot instelling van het Handvest van de sociale verzekering, art.9), wat in onderhavig geval niet is gebeurd. II. De verwijzing naar de grootmoeder, omdat deze onderhoudsplichtig is, is klaarblijkelijk niet gerechtvaardigd gezien het tekort aan bestaansmiddelen van de grootmoeder. Immers, de grootmoeder van het kind ontvangt maar een sociale bijdrage voor alleenstaanden, klaarblijkelijk al onvoldoende om te voorzien in haar eigen behoeften laat staan in de behoeften van het kind dat zij huisvest. Link naar de arresten (in het Frans) www.mena.be in «Documenten». 8