Radiocommunicatie voor de basisgebruiker

Vergelijkbare documenten
Communicatie bij de brandweer

Radiocommunicatie Praktijk

Beknopte handleiding SEPURA STP 8000 / 9000.

Proefexamen beperkt certificaat radiotelefonist voor scheepsstations

G6-8 KANAAL PMR446 ZENDONTVANGER

Cursus Officier Verbindingen en Communicatie. Deel 1 Techniek en geschiedenis. Met dank aan Lt. Sus Meulemans, Brw. Herentals

1. Algemene informatie

ASTRID GEVORDERDEN. Praktische opleiding

Bedieningen Dutch - 1

Gebruikershandleiding Boxis Communicatie Systeem

BRANDWEER IZEGEM. Opleiding ASTRID communicatieapparatuur. Inhoud Inleiding Voorstelling apparatuur Gebruik apparatuur Vragen?

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Linio Pocket online speler

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Pocket online speler

HC883 8-KANAALS ZENDER / ONTVANGER

Oortjes + adapter voor communicatie met Bluetooth toestellen in een motorhelm

INSTELLINGS EN GEBRUIKERSHANDLEIDING SENIOREN GSM MET PANIEKKNOP EN LOKALISATIE

1. Algemene informatie

JOTA-insigne. voor Scouts en Explorers JOTA-JOTI

GEBRUIKERSHANDLEIDING PANIEKKNOP EN LOKALISATIE

Afbeelding: V1.0. Klantenservice: Uitleg van de toetsen Gebruik de afbeelding V1.

Michiel de Ruyter Zee van Geschiedenis. Stellingen voor de discussie:

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

INTRATONE Gebruiksaanwijzing 1 knop met 9 toetsenbord deurtelefoons

e-qso voor de JOTA 2005

1. AM/FM-radio gebruiken

Vraag 3: Een radioamateur mag volgende andere radiostations contacteren :

Punten: Examen. : Basiscertificaat Marifonie Onderdeel. Datum. Tijd. Exameninstelling : Vaarschool Albatros

Introductie Seinvlaggen

BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Korte handleiding. 1 Opladen. Functie: Ervoor zorgen dat de batterij van de SoloProtect ID volledig geladen is.

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Linio Pocket online speler

Noodoproep. Korte inhoud van de leerstof. Praktische informatie die je helpt nog beter gebruik te maken van je porto.

Regeling Communicatieprocedures veiligheidsberichten

Inhoudsopgave handleiding

Bluetooth Luidspreker GEBRUIKSHANDLEIDING BTL-60

BRANDWEER MIDDEN- EN WEST-BRABANT

Dag. Maand. Selecteer het jaar met de pijltoetsen. Jaar

GEBRUIKSHANDLEIDING. Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding.

BLUETOOTH DOUCHE LUIDSPREKER

Afstandsbediening Telis 16 RTS

1. VHF-kanaal 15 is op de Nederlandse binnenwateren bestemd voor: 1 a. intership verkeer. b. openbaar verkeer. c. intraship verkeer.

LE10 Draadloze ontvanger

Gebruikershandleiding Axitour AT-900 audio communicatiesysteem

Kaartlezer Comfort Voice

MPOC Push to Talk via Two-way mobiele zender Handleiding

Handleiding draadloze videofoon met geheugen type RFMEMS5

FAQ. Het lezen van deze FAQ

Gebruikersbepalingen amateurfrequentiegebruik. Colofon. Nummer Datum vastgesteld 20 augustus 2012

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 3

RnV-NORMBLAD P-013 KOPIE. Spoorwegveiligheid. Gespreksdiscipline. Colofon

Verkorte Gebruiker Handleiding

Handleiding U8 Wireless Headset

Handleiding. Solcon TV. solcon.nl

Gebruikershandleiding User Management Scenario 2

DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING

Telefonisten handleiding snom 360

GEBRUIKERSHANDLEIDING PANIEKKNOP EN LOKALISATIE

Bedieningshandleiding video huisstation iloft (Software versie 3)

Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL

Naam: Speltak: Groep:

Voordat u de carkit gaat gebruiken, dient u eerste de batterij op te laden en de carkit te paren met uw mobiele telefoon.

ENVIVO. Mini bluetooth speaker USER MANUAL ENV-1435

Gebruikershandleiding MobileCare Webportaal

Bluetooth Luidspreker GEBRUIKSHANDLEIDING BTL-60

Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld.

HANDLEIDING STEMBUS (materiaal type Digivote)

Printerinstellingen wijzigen 1

Parrot MINIKIT Slim / Chic

INTRATONE Gebruiksaanwijzing Digitale naamkeuze. Montage van de bellenpanelen. Muurbeugel Algemene omschrijving

Business Series Terminal. Deurtelefoon Gebruikershandleiding

BTL-62. Gebruikshandleiding. Bluetooth Luidspreker. Lees deze gebruikshandleiding a.u.b. zorgvuldig en

Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen 2011

Comfort Contego Gebruikshandleiding

Werkgroep ON0DEN (Presentatie ON8DSW)

Camly Camera gebruikers handleiding

De beste Technologie voor uw Veiligheid

Nederlands. Handleiding. Inhoud :

Handleiding BTS-5. Lees deze handleiding zorgvuldig door

DB2P. Gebruikershandleiding User Management. Scenario 3

Gebruikershandleiding Polycom IP650

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

21/03/2014 GSMP101 GSM PARLOFOON PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Handleiding Prestan AED UltraTrainer

Gebruiksaanwijzing Guide de l utilisateur Bedienungsanleitung User s Manual FXA-90

COMFORT AUDIO DIGISYSTEEM. Korte instructies

Handleiding Quick start

Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor

aê~~çäçòé=rsnm=fm=ab`qjíéäéñççå

Klotz mengtafel studio 1 handleiding gebruikers

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Gebruikershandleiding User Management Scenario 4

Gebruikershandleiding AT-500T/R. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Cool Edit handleiding voor gebruikers

Handleiding Beweegbare Bodem en Keerwand Gebruiker

CC400 Gebruikershandleiding

Bluetooth wireless headset. User s manual

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

GEBRUIKERS HANDLEIDING QT 6100 BACK TO BASICS BROODJES/SNACK

Transcriptie:

Hulpdienst Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 2016 1 Handboek Radiocommunicatie Versie 2015 12 31

1 Inleiding...3 1.1 Situering...3 1.2 Radio binnen Rode Kruis-Vlaanderen...3 1.2.1 Dispatching Rode Kruis-Vlaanderen...3 1.2.2 Logistieke Eenheid...4 1.2.3 Provincies...4 1.2.4 Afdelingen...4 2 Netwerken...5 2.1 Algemeen...5 2.2 Analoog VHF-netwerk...6 2.3 Digitaal VHF-netwerk...6 2.4 TETRA-netwerk...7 2.5 Analoog VHF-netwerk versus TETRA-netwerk...7 3 Radioprocedure...9 3.4 Inleiding...9 3.5 Radioprocedure... 10 3.5.1 Radiotaal... 10 3.5.2 Praktische afspraken... 12 4 Praktisch gebruik... 16 4.1 Apparatuur... 16 4.1.1 Draagbaar analoog VHF-toestel:... 17 Motorola GP 340... 17 4.1.2 Draagbaar digitaal VHF-toestel:... 18 Hytera PD785G... 18 4.1.3 Mobiel analoog VHF-toestel:... 19 Motorola GM 360... 19 4.1.4 Mobiel digitaal VHF-toestel: Hytera PD785G... 20 4.1.5 Draagbaar digitaal TETRA -toestel: THR 880i... 21 4.1.6 Mobiel digitaal TETRA-toestel: TMR 880i... 23 4.2 Praktisch gebruik... 24 4.2.1 VHF-netwerk... 24 4.2.2 TETRA-netwerk... 24 4.2.3 Beknopte handleiding gebruik TETRA-toestellen... 25 Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 2

1 Inleiding Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan de cursist met eigen woorden zeggen: - wanneer en op welke niveaus radiocommunicatie gebruikt wordt binnen Rode Kruis-Vlaanderen. 1.1 Situering De efficiëntie van de hulpverlening hangt in grote mate af van de efficiëntie van de communicatie tussen de verschillende medewerkers. Het inzetten van (gesofisticeerde) transmissiemiddelen vereist een minimale kennis over werking, inzetbaarheid, behandeling en correct gebruik van deze toestellen. Deze bundel wil vooral een praktische basis bieden die een hulpverlener nodig heeft om tijdens preventieve hulpacties, rampomstandigheden, op een efficiënte en juiste wijze om te gaan met de communicatiemiddelen die gebruikt worden binnen Rode Kruis-Vlaanderen. Rode Kruis-Vlaanderen dient zich, net als iedereen, te houden aan de reglementeringen rond het gebruik van radioapparatuur. Zo moet elk radiotoestel een vergunning of abonnement hebben. Ten slotte is het essentieel een aantal regels en afspraken te respecteren als je berichten via de radio doorgeeft. Deze zijn in deze module opgenomen. 1.2 Radio binnen Rode Kruis-Vlaanderen 1.2.1 Dispatching Rode Kruis-Vlaanderen Er is één dispatching binnen Rode Kruis-Vlaanderen. Deze is gelegen in Mechelen. Van daaruit wordt het volledige ziekenwagenverkeer van Rode Kruis-Vlaanderen gecoördineerd. De dispatching kan ook een centrale alarmering per provincie opstarten. Dit laat toe om snel en efficiënt een grote maar duidelijk gedefinieerde groep hulpverleners te alarmeren. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 3

1.2.2 Logistieke Eenheid De Logistieke Eenheid (LE) is een eenheid op gemeenschapsniveau die over gespecialiseerd materiaal en getrainde medewerkers beschikt. Alle entiteiten en alle diensten van Rode Kruis- Vlaanderen kunnen beroep doen op de Logistieke Eenheid. Een van de kerntaken van de Logistieke Eenheid is transmissie: de programmering van de radio s, het inbouwen van de radio s, het onderhoud van het radionetwerk, De Logistieke Eenheid beschikt bovendien over een Commando- en Transmissiewagen. Dit voertuig is uitgerust met de apparatuur die nodig is voor een goede communicatie tussen de verschillende medewerkers van Rode Kruis-Vlaanderen tijdens grote preventieve hulpacties, rampenhulpverlening, Deze wagen is voorzien van een stroomgroep en kan minimum 24 uur onafhankelijk werken. 1.2.3 Provincies Ook sommige provincies beschikken over een commandovoertuig. Meestal is dit een lichte vrachtwagen of bestelwagen die hiertoe omgebouwd en voorzien werd van de nodige apparatuur. 1.2.4 Afdelingen De minimumuitrusting van afdelingen bevat o.a. twee draagbare zendtoestellen. Deze toestellen kunnen ingezet worden via het radionetwerk van Rode Kruis-Vlaanderen of het TETRA-netwerk dat in België operationeel gehouden wordt door de nv ASTRID. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 4

2 Netwerken Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan de cursist kort en met eigen woorden uitleggen: - wat een analoog VHF-netwerk is; - wat een TETRA-netwerk is; - dat er een digitaal VHF-netwerk bestaat - waarin het TETRA-netwerk en het VHF-netwerk van elkaar verschillen. 2.1 Algemeen Radiogolven verplaatsen zich in principe in alle richtingen rechtlijnig. Het bereik van de radio is dus beperkt tot zichtafstand. Dit houdt in dat de antennes elkaar moeten zien. Dus, hoe hoger de antenne, hoe verder het zendbereik van de radio. Let echter op dat de vergunning overeenstemt met de manier waarop de radio gebruikt wordt. De vergunning geeft immers de hoogte van de antenne weer bij het gebruik van een vast zendstation. Is een hogere antenne geen optie, dan kan gebruik gemaakt worden van een relaisstation. Dit relaisstation ontvangt het bericht van radio 1 en stuurt het via dezelfde frequentie door naar radio 2. Een relais kan zowel een bemande radio als een geautomatiseerd station zijn. RELAIS In het ASTRID netwerk volstaat het dat de antenne van je radio en de antenne van de ASTRID-zendmast elkaar kunnen zien. (gelijkaardig aan het gsm-netwerk). Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 5

2.2 Analoog VHF-netwerk Het radionet dat door Rode Kruis-Vlaanderen tot op heden gebruikt wordt, is een analoog- VHF-net. VHF is de afkorting van very high frequency. Elk kanaal dat gebruikt wordt binnen een radionet, heeft een specifieke frequentie. Iedereen die zijn radio afstemt op dit kanaal, zal de gesprekken kunnen beluisteren en er aan deelnemen. De voorwaarde is wel dat men zich bevindt binnen het zend-/ontvangstbereik van de andere radio s. De radiogolven binnen een VHF-netwerk verplaatsen zich in principe rechtstreeks. Het bereik van de radio is echter beperkt tot zichtafstand. Dit houdt in dat de antennes elkaar moeten zien. Dus in principe hoe hoger de antenne, hoe verder het zendbereik van de radio. Let echter op dat de vergunning overeenstemt met de manier waarop de radio gebruikt wordt. Is een hogere antenne geen optie, dan kan gebruik gemaakt worden van een relaisstation. Dit relaisstation ontvangt het bericht van radio 1 en stuurt het via dezelfde frequentie door naar radio 2. Een relais kan zowel een bemande radio als een geautomatiseerd station zijn. RELAIS 2.3 Digitaal VHF-netwerk Vanaf 2016 zal Rode Kruis-Vlaanderen ook gebruik maken van een digitaal VHF-netwerk. Vanaf 2020 zal immers het analoge VHF netwerk niet meer gebruikt worden. Aangezien er vandaag nog geen digitaal VHF-netwerk voor het RK is, zullen we hier niet verder op in gaan. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 6

2.4 TETRA-netwerk TETRA is de afkorting van terrestrial trunked radio en is een in Europa ontwikkelde norm voor digitale radiocommunicatie, voornamelijk voor professionele gebruikers in de hulp- en veiligheidsdiensten. In België wordt het TETRA-netwerk voor de hulp- en veiligheidsdiensten beheerd door de nv ASTRID. Het systeem dat door de nv ASTRID uitgebaat wordt, kreeg de naam ASTRID. Het ASTRID-systeem is een netwerk dat over het gehele Belgische grondgebied dekking voorziet, via een aantal dynamisch toegekende frequenties. Het gebruik van digitale sleutels zorgt ervoor dat elk bericht beveiligd is en niet door anderen kan beluisterd worden. Enkel de personen die beschikken over een ASTRID-radio die ingesteld is op de juiste gespreksgroep, kunnen het gesprek volgen. Binnen het ASTRID-systeem communiceren gebruikers dus via een bepaalde gespreksgroep. Een gespreksgroep bij het ASTRID-systeem is te vergelijken met een bepaald kanaal, gebruikt binnen het VHF-netwerk. Om een overzicht te houden op de duizenden gespreksgroepen die gebruikt worden door de verschillende diensten, zijn de gespreksgroepen op een logische manier ingedeeld in mappen. Men spreekt van fleetmapping. 2.5 Analoog VHF-netwerk versus TETRA-netwerk Zowel het VHF-netwerk als het TETRA-netwerk heeft voor- en nadelen. Het is dus zeker niet aangewezen het VHF-netwerk volledig opzij te schuiven om zo maar te vervangen door het nieuwere, modernere TETRA-netwerk. Integendeel, het complementair gebruiken van beide netwerken zal er toe leiden dat de communicatie tussen de verschillende medewerkers van Rode Kruis-Vlaanderen vlotter en efficiënter zal verlopen. TETRA (ASTRID) VHF Technologie Digitaal Analoog Kwaliteit Hoog Storingsgevoeliger Disciplinariteit Multidisciplinair Beperkt multidisciplinair Beveiliging Beveiligd (diverse niveaus) Afluisterbaar Gebruiker Hulp- en veiligheidsdiensten, Iedereen andere diensten mits toelating (BIPT-vergunning) Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 7

(abonnees) Gebruik Minder gebruiksvriendelijk Eenvoudig Bereik Nationaal en internationaal Lokaal Prijs vergunning/abonnement Relatief hoog Relatief laag Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 8

3 Radioprocedure Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan de cursist met eigen woorden vertellen: - wat een geleid netwerk is; - welke plaatsen al dan niet geschikt zijn voor een goede verbinding. Na dit hoofdstuk is de cursist zich bewust: - van de noodzaak van de radioprocedure. Na dit hoofdstuk kan de cursist : - de radioprocedure toepassen; - om het even welk woord spellen volgens het NAVO alfabet; - de staat van de batterij controleren; - controleren of het toestel visueel in orde is; - rekening houden met een aantal aandachtspunten wanneer hij een gesprek via de radio voert. 3.4 Inleiding Wanneer meerdere radiostations verenigd zijn in een radionetwerk, dan zijn afspraken en procedures noodzakelijk voor een duidelijke en gecoördineerde radiocommunicatie. Dit wordt bekomen door toepassing van 2 principes: het geleide net, de radioprocedure. Het geleide net houdt in dat er een centrale coördinator of netleider is, die de communicatie regelt en het radioverkeer beheert. Bij het ziekenvervoer is dat de dispatching van Rode Kruis- Vlaanderen. Bij preventieve hulpacties zal dit gebeuren door de operationele commandopost (OCP). Alle communicatie verloopt via de netleider. Dit geldt o.a. ook voor een oproep aan alle interventieploegen, ziekenwagens, De netleider bepaalt de keuze van het kanaal en kan een kanaal wijzigen. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 9

De radioprocedure is een verzameling regels die men toepast om in de radiocommunicatie de verstaanbaarheid, snelheid, veiligheid en eenvormigheid te verhogen. Deze radioprocedure vormt een basisstandaard die ongeacht het echelon, de opdracht of de plaats van interventie wordt toegepast zodat een gecoördineerde werking altijd mogelijk is. De radioprocedure geldt dus voor ALLE radiogebruikers. De radioprocedure is eenvoudig in gebruik omdat ze voor de radiogebruikers zo natuurlijk mogelijk moet overkomen. Het is daarom niet aangewezen dat men een geheel van codes zou gebruiken. Daarenboven moet de procedure hanteerbaar blijven in een noodsituatie wanneer de behoefte aan korte en duidelijke berichten nog relevanter wordt. De NAVO-radioprocedure geldt als basis voor de radiocommunicatie. Elke individuele radiogebruiker is verantwoordelijk om het radionet zo "proper" mogelijk te houden. Het radionet is er immers om operationeel relevante informatie op een zakelijke manier door te zenden naar de bestemmeling. Dit vereist van de radiogebruiker uiteraard een zekere discipline. Een juiste attitude van de radiogebruiker is van groot belang. Maak bewust gebruik van de radiomiddelen op een correcte, logische en bondige manier. Wees discreet in de radioberichtgeving (namen, patiëntgegevens,...). Ook al werkt men met een beveiligd systeem, houd er rekening mee dat de gesprekken over de radio mee beluisterd worden door alle andere radiogebruikers en hun omstanders. Denk er aan dat bepaalde informatie onder het medisch beroepsgeheim valt! 3.5 Radioprocedure Wanneer men een radiogebruiker (individu of OCP) oproept, spreekt men eerst de roepnaam van de bestemmeling uit en dan zijn eigen roepnaam. De reden hiervoor is dat men eerst de aandacht trekt van de bestemmeling alvorens men zichzelf kenbaar maakt. Pas wanneer de bestemmeling heeft geantwoord, kan het bericht worden verzonden. 3.5.1 Radiotaal Begin pas met je bericht wanneer de gesprekspartner gedaan heeft met zijn bericht en het communicatiekanaal terug vrij is. Om dit te weten en dus om een gesprek op gestructureerde wijze te laten verlopen, maak je op een juiste manier gebruik van de radiotaal: OVER: mijn bericht is ten einde, u heeft het woord, OUT: de communicatie is ten einde (gegeven vanuit OCP of netleider), AFFIRMATIEF: betekent ja, NEGATIEF: betekent neen, Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 10

ROGER: het ontvangen bericht is begrepen, WILCO: ik heb uw bericht begrepen en zal het uitvoeren, WAIT: wacht tot men je opnieuw contacteert, STANDBY: je wacht op verdere instructies, SITREP: dit is een beschrijving/verslag van de situatie, FLASH: ik heb een zeer dringend bericht en vraag voorrang, RADIOSTILTE: de OCP vraagt dat niemand nog zendt zodat een zwak signaal beter gehoord kan worden, EINDE RADIOSTILTE: de OCP geeft aan dat de normale radiocommunicatie mag hervat worden, RADIOCHECK: vraag naar controle van de radioverbinding, waarbij een score tussen 1 en 5 gegeven wordt: o 1 onverstaanbaar, o 2 slecht verstaanbaar, o 3 net verstaanbaar, o 4 lichte storing, o 5 perfecte ontvangst. Het NAVO-alfabet (Engelse of Nederlandse uitspraak) wordt gebruikt voor het spellen van woorden: A Alfa H Hotel N November T Tango B Bravo I India O Oscar U Uniform C Charlie J Juliet P Papa V Victor D Delta K Kilo Q Quebec W Wisky E Echo L Lima R Romeo X X-Ray F Foxtrot M Mike S Sierra Y Yankee G Golf Z Zoeloe I SPELL Ik spel : te vermelden voordat je een woord of getal gaat spellen. Overseinen van getallen, gebeurt op volgende manier: 0 ZERO (Zero) 5 FIVE of vijf 1 ONE of een 6 SIX of zes 2 TWO of twee 7 SEVEN of zeven 3 THREE of drie 8 EIGHT of acht 4 FOUR of vier 9 NINE of negen Voorbeelden: 128: one two eight of één twee acht 467: vier zes zeven of four six seven Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 11

3.5.2 Praktische afspraken Denk vooraleer je aan je taak start aan volgende aspecten: is de batterij van de radio: o voldoende opgeladen; o niet uitgelopen; o op de juiste manier geconnecteerd aan de radio. is het toestel visueel in orde: o staat de antenne er goed op; o zijn alle knoppen aanwezig; o werkt de display nog; o. bevind je je op een goede standplaats: o buiten tunnels; o voldoende ver van hoge gebouwen; o weg van metalen brug met bovenbouw; o niet in de buurt van hoogspanningslijnen of spoorlijnen; o uit de omgeving van andere radio s; o voldoende hoog; o op vrij terrein. Bij het begin van een hulpactie is het aangewezen dat het OCP een radiocheck doet van alle toestellen in het geleide net o op die manier weet je of alle zenders aan staan en bereikbaar zijn o op die manier weten alle zenders hoe ze OCP kunnen bereiken Communiceren doe je niet zomaar, je dient je voor te bereiden. Houd dus rekening met volgende aanbevelingen: bereid je voor op wat je gaat vertellen vooraleer het bericht te verzenden zodat je tijdens het zenden niet naar woorden of informatie moet zoeken; houd de boodschap kort en duidelijk; voer geen persoonlijke gesprekken; spreek pas nadat de verbinding met het netwerk tot stand gekomen is (lichtje bij TETRAradio brandt groen of de vijftoon van de VHF-radio is uitgezonden), houd de micro enkele centimeter van je mond en praat in de richting van de micro, spreek traag en articuleer, spreek beschaafd en beheerst. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 12

3.5.2.1 Roepnamen Het is de bedoeling dat de radiocommunicatie op een professionele, gecoördineerde en gestructureerde manier verloopt. Klaar en duidelijk taalgebruik is daarbij een must. Een onderdeel van deze klare en duidelijke taal is gebaseerd op het gebruik van roepnamen. Elke deelnemer tijdens een preventieve hulpactie krijgt een roepnaam toegewezen. Deze roepnaam behoort gedurende de ganse duur van de preventieve hulpactie toe aan deze deelnemer. Voor een volledig overzicht van de roepnamen die binnen Rode Kruis-Vlaanderen gebruikt worden, verwijzen we naar het formulier HD I403 als bijlage (eveneens terug te vinden op de vrijwilligerswebsite). Enkele voorbeelden: OCP Aanduiding van de operationele commandopost die het radioverkeer tijdens de preventieve hulpactie beheert en zorgt dat deze op een gecoördineerde wijze verloopt. Het radioverkeer verloopt steeds via OCP. Indien er meerdere preventieve hulpacties een zelfde gespreksgroep/kanaal delen, dan wordt er bijkomend een aanduiding gegeven die verwijst naar de preventieve hulpactie, voorbeelden: OCP Werchter, OCP Gentse Feesten, OCP Sportpaleis, india Aanduiding van een interventieploeg. Indien er meerdere interventieploegen op het terrein zijn, dan krijgen ze een extra aanduiding onder de vorm van een cijfer, voorbeelden: india 10, india 20, Wanneer het een uitgestrekt terrein is dat ingedeeld is in sectoren, dan kan het eerste cijfer een aanduiding zijn van de sector en het tweede cijfer een aanduiding van het volgnummer, voorbeelden: india 11, india 12, india 24, india 42, hotel Aanduiding van een hulppost. Indien er meerdere hulpposten zijn, dan zal ook hier een onderscheid tussen de verschillende hulpposten gemaakt worden aan de hand van een cijfer, voorbeelden: hotel 10, hotel 20, Indien de hulpposten geografisch gespreid zijn, dan kan het onderscheid gemaakt worden door aanduiding van de geografische locatie, voorbeelden: hotel Zwevezele, hotel Mechelen, hotel Marktplein, zoeloe Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 13

Aanduiding van een ziekenwagen. Indien er meerdere ziekenwagens zijn, dan zal een onderscheid tussen de verschillende ziekenwagens gemaakt worden aan de hand van een cijfer, voorbeelden: zoeloe 10, zoeloe 20, Een andere manier is door gebruik te maken van de naam van de afdeling waartoe de ziekenwagen behoort, voorbeelden: ziekenwagen Opwijk, ziekenwagen Aalst, ziekenwagen Tielt, sierra Aanduiding van de provinciale staf. De personen binnen een stafsectie krijgen een roepnaam sierra 11, sierra 23, sierra 32, sierra 41,. Normaal krijgt de staftitularis het post-fix 1 bv sierra 21 of sierra 41. De andere staleden zal met aanduiden met andere pos-fixen 2,3,4, bv sierra 22of sierra 23 of sierra 33,. De persoon de functie van deze stafsectie uitoefent op een hulpactie zal aangegeven worden met sierra 1 of sierra 2 of sierra 3 of sierra 4 (afhankelijk van de stafsectie), zonder post-fix dus. Dit is zo gekozen omdat de ploegen op het terrein niet altijd weten wie van een bepaalde stafsectie juist aanwezig is. Indien men het niet weet en gewoon iemand van de stafsectie 3 moet hebben, dan roept men op met sierra 3 zonder post-fix. Binnen die stafsectie moeten dan uiteraard steeds de afspraken zijn wie gaat antwoorden. tango Aanduiding van een teamlid. Het teamlid zal aangegeven worden met tango 1, tango 2, tango 3, Kilo Aanduiding voor de Logistieke Eenheid. Wanneer een (technische) ploeg van de logistieke eenheid op het terrein gaat voor een (technische) ondersteuning, dan zal deze equipe opgeroepen worden via kilo. Zijn er meerdere equipes op het terrein, dan wordt een cijfer toegevoegd aan de roepnaam, bijvoorbeeld: kilo 1, kilo 2, kilo Het is mogelijk dat er nog andere roepnamen toegewezen worden. Deze worden meegedeeld in het operatieorder en/of tijdens de briefing. Ter herinnering: wanneer men een radiogebruiker oproept, spreekt men eerst de roepnaam van de bestemmeling uit en dan de eigen roepnaam. De reden hiervoor is dat men eerst de aandacht trekt van de bestemmeling alvorens men zichzelf kenbaar maakt. Pas wanneer de bestemmeling heeft geantwoord, kan het bericht worden verzonden. Voorbeeld van een gesprek OCP: India 2 voor OCP. Over Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 14

India 2: India 2 luistert. Over OCP: India 2, begeef u naar de hoofdingang van de zaal. De organisator meldt dat iemand zijn voet heeft verstuikt. Over. INDIA 2: Goed begrepen OCP. India 2 begeeft zich naar de hoofdingang. Over OCP: out India 2: OCP voor India 2. Over OCP: India 2, zend uw bericht. Over India 2: OCP, we zijn aan de hoofdingang. Het slachtoffer moet gebrancardeerd worden. Over OCP: India 2, gelieve het slachtoffer over te brengen naar hotel 2. Over India 2: Wilco OCP: out Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 15

4 Praktisch gebruik Doelstellingen Na dit hoofdstuk kan de cursist een analoog VHF - radiotoestel gebruiken: o aan- en uitzetten van het radiotoestel; o kiezen van het toegewezen kanaal; o regelen van het volume; o juist gebruik van de PTT-toets; Na dit hoofdstuk kan de cursist een TETRA - radiotoestel gebruiken: o aan- en uitzetten van het radiotoestel; o kiezen van de toegewezen map; o kiezen van de toegewezen gespreksgroep; o regelen van het volume; o controleren van de verbinding; o juist gebruik van de PTT-toets; o toetsen van het radiotoestel blokkeren; o DMO selecteren; o de functionaliteit van de noodknop uitleggen. 4.1 Apparatuur Hieronder worden de voornaamste knoppen aangeduid op de verschillende toestellen die gebruikt worden binnen Rode Kruis-Vlaanderen. Voor het VHF-netwerk werd als draagbaar toestel het type Motorola GP 340 gebruikt. De mobiele versie (ingebouwd in een voertuig) is de Motorola GM 360. Recente alternatieven hiervoor zijn de toestellen Hytera PD785G (draagbaar) en Hytera MD785G (mobiel). PTT staat voor Push-to-talk of ook wel Drukken-voor-Spreken (DVS). Dit is de knop die men ingedrukt houdt tijdens het spreken en loslaat zodra men gedaan heeft met zijn boodschap, zodat de radio in luisterstand komt te staan. Het is steeds aangewezen de gebruikshandleiding te lezen die bij een toestel meegeleverd wordt. Zeker wanneer het gaat om een toestel dat men niet vaak gebruikt. Om operationeel Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 16

vlot te kunnen werken, is het belangrijk op de hoogte te zijn van de functie van de (belangrijkste) knoppen. 4.1.1 Draagbaar analoog VHF-toestel: Motorola GP 340 kanaalkeuze volume/schakelaar micro PTT (push to talk) Boven en onder de PTT-toets bevindt zich eveneens een knop. Deze knoppen kunnen naar keuze geprogrammeerd worden. De knop boven de PTT-toets is niet geprogrammeerd. Er gebeurt niets wanneer er op gedrukt wordt. Bij Rode Kruis-Vlaanderen is er voor gekozen om de knop onder de PTT-knop zo te programmeren dat hij de een selectief code uitzendt samen met de oproep. Een selectief code of vijftoon is een uniek nummer dat toelaat om de (entiteit van de) van het toestel te identificeren. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 17

4.1.2 Draagbaar digitaal VHF-toestel: Hytera PD785G Dit toestel wordt bediend op dezelfde manier als analoge zendtoestellen maar bevat een groot aantal bijkomende functionaliteiten. Hiervoor verwijzen we naar de instructies van de fabrikant. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 18

4.1.3 Mobiel analoog VHF-toestel: Motorola GM 360 PTT volume/schakelaar kanaalkeuze Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 19

4.1.4 Mobiel digitaal VHF-toestel: Hytera PD785G Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 20

4.1.5 Draagbaar digitaal TETRA -toestel: THR 880i Voor gebruik op het TETRA-netwerk maken we binnen Rode Kruis-Vlaanderen gebruik van de draagbare radio van het type THR 880i. antenne luidspreker of audio selecteren audio luidspreker aan /uit knop scherm selectieknoppen afhankelijk van de tekst boven de toetsen bladertoetsen gesprek beëindigen gesprek aanvaarden micro cijfers en tekens invoeren verschillende bewerkingen in verschillende functies Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 21

Diensttoets = hoofdgespreksgroep PTT PTT (Push to talk-toets) snelmenu toets grote luidspreker selectie en schakeltoets lichtindicator volumeknop Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 22

4.1.6 Mobiel digitaal TETRA-toestel: TMR 880i De enkele voertuigen die uitgerust zijn met een mobiel toestel, zijn van het type TMR 880i. De functies verbonden aan de knoppen zijn dezelfde bij de mobiele als bij de draagbare radio, enkel zijn ze bij de mobiele radio s allemaal op eenzelfde voorpaneel beschikbaar. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 23

4.2 Praktisch gebruik 4.2.1 VHF-netwerk Controleer of je toestel in orde is (zie Praktische afspraken in hoofdstuk 3). Draai het toestel aan en regel het volume door te draaien aan de knop volume/schakelaar. Indien de batterij in orde is, hoor je een lange pieptoon. Stem af op het juiste kanaal via de knop kanaalkeuze. Voor het verzenden van een bericht druk je op de PTT -toets. Houd hierbij rekening met de regels opgesomd in het deeltje Praktische afspraken in hoofdstuk 3. Bij het einde van het bericht, om te luisteren, laat je de PTT -toets los. Bij het beëindigen van het gebruik, zet je de radio uit door te draaien aan de knop volume/schakelaar. Zorg dat de batterij terug opgeladen wordt zodat deze volledig geladen is bij het begin van een volgend gebruik. Wanneer de batterij bijna plat is, zal je op regelmatige tijdstippen een dubbele korte doffe brom-toon horen. Het is dan tijd om de batterij op te laden of van batterij te wisselen. 4.2.2 TETRA-netwerk Controleer of je toestel in orde is (zie Praktische afspraken in hoofdstuk 3). Leg het toestel aan door 2 seconden te drukken op de knop aan/uit. Kijk op het menuscherm na o dat er verbinding is met het TETRA-netwerk (balk links op scherm); o de status van de batterij (balk rechts op scherm) o dat de juiste gespreksgroep geselecteerd is (2 e lijn tekst) Wijzig het volume door op de volumeknop op het bovenste (luider) of onderste (stiller) gedeelte te drukken. Voordat je een bericht verzend, druk je op de PTT -toets. Houd hierbij rekening met de regels opgesomd in het deeltje Praktische afspraken in hoofdstuk 3. Bij het einde van het bericht, om te luisteren, laat je de PTT -toets los. Bij het beëindigen van het gebruik, zet je de radio uit door 2 seconden te drukken op de knop aan/uit. Zorg dat de batterij terug opgeladen wordt zodat deze volledig geladen is bij het begin van een volgend gebruik. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 24

4.2.3 Beknopte handleiding gebruik TETRA-toestellen 4.2.3.1 Selecteren van een andere gespreksmap en - groep 1. Druk vooraan op het pijltje naar beneden van de bladertoetsen. 2. Druk vervolgens op het pijltje naar boven of naar beneden van de bladertoetsen om de juiste map te selecteren. 3. Als je de juiste map gekozen hebt, klik je op de blauwe bol (Menutoets) tussen de 4 pijltjes om de map te selecteren. 4. Druk vooraan op het pijltje naar boven van de bladertoetsen. 5. Druk vervolgens op het pijltje naar boven of naar beneden van de bladertoetsen om de juiste gespreksgroep te selecteren. 6. Als je de juiste gespreksgroep gekozen hebt, klik je op de Menutoets. 7. Op het scherm zal de naam van de map weergegeven worden in de 1 e lijn tekst, de geselecteerde gespreksgroep wordt weergegeven in de 2 e lijn tekst. Indien je al in de juiste map bent, maar enkel van gespreksgroep dient te veranderen, dan begin je vanaf stap 4. Een andere manier om binnen een map te veranderen van gespreksgroep, is door gebruik te maken van het wieltje (achteraan op de draagbare radio, links van het scherm bij een mobiele radio). Wanneer men stopt met het draaien, dan wordt de op dat moment weergegeven gespreksgroep geselecteerd. 4.2.3.2 Aanpassen geluidsniveau 1. Druk op de knop luidspreker of audio selecteren, gemarkeerd met HI/LO, boven het scherm om te wisselen tussen de grote luidspreker op de achterzijde van de radio en de audio luidspreker op de voorzijde. 2. Nogmaals drukken op deze knop zorgt dat er opnieuw overgegaan wordt op de grote luidspreker op de achterzijde van de radio. 3. Om het volume van de geselecteerde luidspreker te verhogen of te verlagen, drukt men aan de rechterzijde respectievelijk op het pijltje naar boven of het pijltje naar beneden van de volumeknop. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 25

4.2.3.3 Toetsen blokkeren 1. Druk achtereenvolgens op de Menutoets en op de toets met het sterretje (links onder). 2. Het numeriek klavier is geblokkeerd. 3. Wil je niet alleen het numeriek klavier blokkeren, maar ook de draaiknop achteraan, dan druk je op de Menutoets en vervolgens houd je enkele seconden de toets met het sterretje ingedrukt. 4. Om de geblokkeerde toetsen te deblokkeren, ongeacht of je de toetsen blokkeerde volgens stap 2 of 3, duw je achtereenvolgens op de Menutoets en de toets met het sterretje. 4.2.3.4 TMO versus DMO 1. Druk op de snelmenutoets aan de linkerzijde, onder de PTT-toets. 2. Ga met het pijltje naar beneden tot je op de optie Directe modus (DMO) staat. 3. Druk op de Menutoets om deze modus te selecteren. 4. Binnen de directe modus kan je van gespreksgroep wisselen door te werken met het pijltje naar boven en/of het pijltje naar beneden. 5. Terug overgaan naar de netwerkmodus (TMO) gebeurt op dezelfde wijze. 6. druk op de snelmenutoets aan de linkerzijde van de radio 7. selecteer de optie Netwerkmodus 8. klik op de Menutoets 4.2.3.5 Noodknop 1. De noodknop is de rode knop bovenaan de draagbare radio, rechts onder bij de mobiele radio. Deze noodknop mag enkel gebruikt worden in situaties met een acute nood aan hulp voor het team zelf (bvb bedreiging door wapen, ) en waarbij een gewone radiofonische oproep niet kan gebeuren (te opvallend voor agressor, te moeilijk, ). 2. Als je deze knop enkele seconden ingedrukt houdt, zal er een directe verbinding gebeuren met de hulpcentrale. 3. De verbinding komt tot stand zodra de operator de oproep aanvaardt totdat hij deze terug verbreekt. Het gebruik van de PTT-toets is dus niet nodig. 4. De operator is, zodra de verbinding tot stand gekomen is, in staat om de (omgevings)geluiden te beluisteren en op basis hiervan hulp uit te sturen. Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 26

Bijlage 1: HD I403: Roepnamen radiocommunicatie Rode Kruis Hulpdienst Onderwerp ROEPNAMEN RADIOCOMMUNICATIE (Facultatief) Roepnaam Nummer Functie november golf 11 manager Interventie Gemeenschap november golf 12 adjunct manager Interventie Gemeenschap (alfa) golf 11 provincieverantw HD (Antwerpen) (lima) golf 12 adj prov verantw HD (Limburg) (oscar) golf 13 adj prov verantw HD (Oost-Vlaanderen) (victor) golf 14 prov coördinator HV (Vlaams-Brabant) (whisky) sierra 1 bureel 1 (West-Vlaanderen) (alfa) sierra 11 staftitularis bureel 1 (Antwerpen) (lima) sierra 12-13-.. stafleden bureel 1 (Limburg) (oscar) sierra 2 bureel 2 (Oost-Vlaanderen) (victor) sierra 21 staftitularis bureel 2 (Vlaams-Brabant) (whisky) sierra 22-23-.. stafleden bureel 2 (West-Vlaanderen) (alfa) sierra 3 bureel 3 (Antwerpen) (lima) sierra 31 staftitularis bureel 3 (Limburg) (oscar) sierra 32-33-.. stafleden bureel 3 (Oost-Vlaanderen) (victor) sierra 4 bureel 4 (Vlaams-Brabant) (whisky) sierra 41 staftitularis bureel 4 (West-Vlaanderen) (alfa) sierra 42-43-.. stafleden bureel 4 (Antwerpen) (lima) tango 1 provinciaal teamlid (Limburg) (oscar) papa 1 PHE (Oost-Vlaanderen) (victor) papa 11 verantwoordelijke PHE (Vlaams-Brabant) (whisky) papa 12-13-.. leden PHE (West-Vlaanderen) (November) kilo 1 LE Gemeenschap kilo 11 verantwoordelijke LE Gemeenschap kilo 12-13 Adj. verantwoordelijke LE Gemeenschap november Delta 01 verantwoordelijke DSI Gemeenschap november Delta 02 stafmedewerker van wacht DSI Gemeenschap (oscar) Delta 11 provincieverantwoordelijke DSI (Oost-Vlaanderen) (victor) Delta 12-13 adj. verantwoordelijke DSI (Vlaams-Brabant) (whisky) Delta 31 operationele leiding DSI (West-Vlaanderen) Echolons diverse roepnamen AN alfa Hotel hulppost LB lima OCP operationele commandopost OV oscar India interventieploeg VB victor Foxtrot fietsploeg WV whisky Delta tango Coördinator TIC HZ november Delta charlie Coördinator CIP Delta oscar Coördinator OC Delta hotel Coördinator HC Handboek Radiocommunicatie voor de basisgebruiker 27