HC883 8-KANAALS ZENDER / ONTVANGER

Transcriptie

1 1. Inleiding 8-KANAALS ZENDER / ONTVANGER Dank u voor uw aankoop! U heeft geen vergunning nodig voor dit handige toestel. Bovendien kunt u praten met om het even wie en u hoeft ook geen zendtijd te betalen! Het toestel beschikt over 8 kanalen en elk kanaal heeft 38 CTCSS codes. U kunt praten met iedereen die afgestemd is op hetzelfde kanaal en dezelfde code. Een batterijlader (/CH) en oplaadbare batterijen zijn ook beschikbaar als optie. Stop het toestel niet in de lader als de batterijen niet oplaadbaar zijn!! 2. Batterijen Dit toestel werkt op 3 AA-batterijen. Indien u oplaadbare batterijen gebruikt, moet u er voor zorgen dat ze volledig opgeladen zijn bij de ingebruikneming van het toestel. Belangrijke opmerking : verwijder de batterijen bij lange periodes van inactiviteit. 1. Verwijder het batterijdeksel. 2. Breng 3 AA-batterijen in (eventueel oplaadbaar). Respecteer de polariteitsindicaties aan de binnenkant van het batterijvak. 3. Breng het deksel weer aan en klik het batterijvak dicht. 3. Regelingen (zie figuur 1) FIG ON/OFF + volumeregeling 6. CALL knop 2. UP knop 7. LCD display 3. DOWN knop 8. MODE knop 4. TALK knop 9. Luidspreker/microfoon 5. Antenne 4. Symbolen op de Display (zie figuur 2) 1. Ontvangst- / signaalsterkte / Laadtoestand : geeft de sterkte van het ontvangen signaal of de laadtoestand van de batterijen weer. 2. Zendindicator : verschijnt wanneer u de TALK knop indrukt. 3. Batterij-laag indicator : verschijnt wanneer de batterijen bijna leeg zijn. 4. Indicator voor toetsvergrendeling : vergrendeling om toevallige wijzigingen van de instellingen te vermijden. 5. Dit symbool verschijnt wanneer u de VOX-functie inschakelt. 6. Binnen-bereik indicator. 7. Alarm voor kort bereik. 8. Alarm voor lang bereik. 9. CTCSS subcodes : van 1 tot 38 of deselecteren "- -". 10. Kanaal : regelbaar van 1 tot 8. FIG. 2 1

2 5. Basisfuncties Power ON / OFF Draai de OFF/VOLUME (nr. 1, fig. 1, p. 1) regeling in wijzerzin tot de display (nr. 7, fig. 1, p. 1) wordt verlicht. Het toestel produceert een kort piepgeluid. Draai de OFF/VOLUME regeling in tegenwijzerzin tot u een klik hoort. De display dooft nu uit. Volumeregeling Beweeg de OFF/VOLUME regeling in wijzerzin om het volume te verhogen en in tegenwijzerzin om het volume te verlagen. Beperk het volume om uw gehoor te beschermen wanneer u een oortelefoon gebruikt. Kanaalselectie 1. Druk MODE (nr. 8, fig. 1, p. 1) herhaaldelijk in tot het kanaalnummer (nr. 10, fig. 2, p. 1) begint te knipperen. 2. Selecteer één van de 8 beschikbare kanalen met de UP en DOWN knoppen (nrs. 2 & 3, fig. 1, p. 1). 3. Toestel is afgestemd op kanaal 1 : druk op DOWN om kanaal 8 in te stellen. 4. Toestel is afgestemd op kanaal 8 : druk op UP om kanaal 1 te selecteren. 5. Houd UP of DOWN ingedrukt om het kanaalbereik te doorlopen. 6. Druk MODE vijf maal in of druk 1 x de TALK knop (nr. 4, fig. 1, p. 1) in zodat de symbolen op de display niet meer knipperen. Het geselecteerde kanaal is nu opgeslagen. 7. Merk op dat communicatie enkel mogelijk is tussen toestellen die zijn afgestemd op hetzelfde kanaal. Zenden/Ontvangen U kunt alle verkeer horen op een bepaald kanaal zodra u dat kanaal heeft ingesteld. Lees "10. Functie van de CTCSS Tonen" op bladzijde 4 voor meer bijzonderheden. Houd de TALK knop ingedrukt en spreek in de microfoon (nr. 9, fig. 1, p. 1) om een bericht te zenden via het geselecteerde kanaal. De zendindicator (nr. 2, fig. 2, p. 1) verschijnt op de display. Laat de TALK knop los om een boodschap te ontvangen. 6. VOX-schakeling Het toestel is uitgerust met een ingebouwde VOX-schakeling die het mogelijk maakt om boodschappen te versturen zonder de TALK knop in te drukken. De VOX-schakeling wordt geactiveerd door de stem van de gebruiker of door hoge geluiden in de omgeving van het toestel. 1. Druk MODE herhaaldelijk in tot de VOX indicator (nr. 5 fig. 2, p. 1) begint te knipperen. 2. Druk UP en DOWN in om de VOX-schakeling te activeren of te deactiveren. 3. Druk 2 x op MODE om terug te keren naar de normale mode. 4. Herhaal stappen 1 tot en met 3 om de VOX-functie te deselecteren. De VOX-indicator staat niet meer op de display. 2

3 7. Bereiktest Dankzij deze functie kunt u nagaan of er zich binnen uw zendbereik mensen bevinden met een identiek toestel dat is afgestemd op hetzelfde kanaal en dezelfde CTCSS code. U hoort een onderbroken dubbele pieptoon indien een andere binnen bereik is. 1. Druk MODE herhaaldelijk in tot het symbool voor de bereiktest (nr. 6, fig. 2, p. 1) begint te knipperen. 2. Selecteer de LR (Long Range = lange afstand), SR (Short Range = korte afstand) controlefunctie met de UP of DOWN knop (nrs. 7 & 8, fig. 2, p. 1). Druk UP of DOWN een derde maal in om deze functie uit te schakelen. 3. Druk 3 x op MODE om de instelling te bevestigen of druk 1 x op TALK. 8. Kanaalscanningsfunctie Deze handige eigenschap maakt het mogelijk om alle beschikbare kanalen te scannen. De CTCSS functie wordt gedeactiveerd wanneer u deze functie gebruikt en de "squelch"-functie wordt geactiveerd. 1. Houd MODE en UP tegelijk ingedrukt. Het toestel gaat nu de kanalen af in stijgende volgorde. Druk MODE en DOWN tegelijk in om de kanalen in dalende volgorde af te gaan. 2. Het scannen wordt onderbroken wanneer een sterk signaal wordt opgevangen. 3. Houd MODE en UP tegelijk ingedrukt om ondanks het ontvangen signaal te blijven scannen. 4. Laat MODE en UP/DOWN los om het scannen te onderbreken. Opmerking : Houd het toestel een tiental centimeter van uw mond vandaan en spreek op een normale gesprekstoon. Onthoud dat u geen boodschap kunt ontvangen zolang de zendindicator op de display staat. 9. Toetsvergrendeling Deze functie vergrendelt de UP en DOWN knoppen zodat u de instellingen niet per ongeluk kunt veranderen. 1. Druk MODE herhaaldelijk in tot de indicator voor de toetsvergrendeling (nr. 4, fig. 2, p. 1) begint te knipperen. 2. Druk op UP en DOWN om de toetsvergrendeling afwisselend in en uit te schakelen. 3. Druk MODE nogmaals in om de indicator voor de toetsvergrendeling op het scherm te doen verschijnen. 4. Herhaal stappen 1 tot en met 3 om de toetsvergrendeling uit te schakelen. Controleer of de indicator voor de toetsvergrendeling wel degelijk van de display is gewist. Opmerking : Een aantal functies kan niet worden gebruikt wanneer de toetsvergrendeling is ingeschakeld : veranderen van kanaal, VOX ON/OFF, bereiktest en wijzigen van het CTCSS codenummer. 3

4 10. Functie van de CTCSS Tonen De CTCSS tonen worden gebruikt om ongewenste boodschappen en storingen uit te filteren. De CTCSS functie laat enkel ontvangst toe van toestellen die zijn ingesteld op dezelfde CTCSS code. 1. Druk MODE herhaaldelijk in tot het CTCSS nummer begint te knipperen. 2. Selecteer 1 van de 38 beschikbare CTCSS nummers (nr. 9, fig. 2, p. 1) met UP of DOWN. 3. Selecteer - - om de CTCSS functie uit te schakelen. 4. Houd UP of DOWN ingedrukt om de CTCSS nummers sneller te laten lopen. Merk op dat het CTCSS nummer niet kan worden gewijzigd tijdens een transmissie. 11. Call-knop Druk 1 x op de CALL knop (nr. 6, fig. 1, p. 1) om een geluidssignaal van drie seconden door te sturen naar andere gebruikers die hebben afgestemd op hetzelfde kanaal / dezelfde CTCSS code. Dank zij deze functie kunt u mensen waarschuwen die binnen bereik zijn. Zij weten dan dat er een boodschap op komst is. 12. Piepgeluid Verschillende handelingen gaan gepaard met een piepgeluid. Een lage pieptoon weerklinkt wanneer u een willekeurige knop indrukt tijdens de instellingen. Na de instellingen hoort u een hoge pieptoon wanneer u UP of DOWN indrukt. 1. Houd de DOWN knop ingedrukt terwijl u het toestel activeert indien u het piepgeluid wilt uitschakelen. 2. Herhaal deze handeling om het piepgeluid opnieuw te activeren. Opmerkingen : - Het toestel moet uitgeschakeld zijn wanneer u audio-accessoires aansluit op de. - Verminder het volume voor u de oortelefoon in uw oor stopt. 13. Verlichting De LCD wordt verlicht door een groene LED die gaat branden wanneer u een knop indrukt of wanneer u het toestel inschakelt. Na zo n twee seconden dooft de LED automatisch uit. 14. Indicator voor Ontvangssterkte Een vierdelige indicator geeft de sterkte aan van het ontvangen signaal. Hoe kleiner de indicator, hoe slechter de ontvangst van het radiosignaal. Bij slechte ontvangst moet u een hoger gelegen of minder ingesloten plaats opzoeken. De indicator (nr. 1, fig. 2, p. 1) danst constant op en neer wanneer u het toestel in de lader plaatst om de batterijen te doen opladen. In dit geval geeft de indicator enkel de laadtoestand van de batterijen weer en niet de sterkte van de ontvangst. 4

5 15. Batterij-Laag Waarschuwing Het toestel produceert een pieptoon en het batterij-laag symbool (nr. 3, fig. 2, p. 1) verschijnt op de display wanneer de batterijen bijna leeg zijn. 16. Onderhoud en Veiligheid Veeg het toestel schoon met een propere doek. Gebruik geen solventen : solventen kunnen de behuizing binnendringen en blijvende schade toebrengen. Veeg de batterijcontacten schoon met een droge doek. Verwijder de batterijen en schakel het toestel onmiddellijk uit wanneer het nat wordt. Veeg het batterijvak droog met een propere doek en laat het batterijvak verder drogen om de schade te beperken. Wacht tot het toestel volledig droog is om het opnieuw in gebruik te nemen. 17. Specificaties Frequentie : 446MHz Kanalen : 8 Max. bereik : 2 mijl / 3.2km Uitgangsvermogen : 500mW CTCSS subcodes per kanaal : 38 5