Bomenplan Hoeksche Waard. november 2009 Vista landscape and urban design

Vergelijkbare documenten
Beplantingsplan. Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo. A.I.W.M. Christiaens

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5

dgroen Zwolle Veenekampen, Ruiten en Tolhuislanden Beheervisie wegbeplanting

Samenstelling pakket : keuze uit volgende soorten (minstens 5 stuks per soort)

Beplantingsvisie Herinrichting buitenruimte Europarei te Uithoorn

PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie. Provinciale structuur: (Bebouwings-) linten. Twisk, Dorpsweg Theo Baart

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren

De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Concept

ª ª Æ ø ±ª Æø. Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3. Beplantingsadvies

Beplantingsplan Braamhorst 1 Baarlo Braamhorst 1a t/m f Baarlo Hert 6 Baarlo Hoeve Braamhorst

3.2.1 Dorpskarakteristiek

INVENTARISATIE LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE

3.9 Zwartebroek. Eendrachtstraat: oude ontginningsas. Slagenlandschap benadrukt door elzen. 122 Kwaliteit door diversiteit

Landschappelijk Inpassingsplan

De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Martijn Boosten & Patrick Jansen

Erf beplantingsplan Bruggertweg 1a Beltrum

B i j l a g e 3 : G r o e n p l a n

Aanleiding / Problematiek / Doel

SUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer

Definitief Landschapsplan in het kader van Bouw woning

Index Natuurbeheer Landschapselementen

Landschappelijk inpassingsplan Kooikamp 9, Sleeuwijk

Lijst waardevolle bomen Gemeente Waterland uitdraai 26 juni 2007

Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan

Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten

h e t o v e r v e e n

Tielsestraat 95 Kesteren

Projectteam Groen. Advies. Van Haeringenplantsoen. Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie. IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H.

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Landschappelijk inpassingsplan. Molenweg Heelweg-Oost. Ten behoeve van het realiseren van een landelijk erf. november 2011 rapportnr: 11361

LOG. g e b i e d s v i s i e. gemeenten Montferland & Oude IJsselstreek. projectnummer oktober 2010 SAB Arnhem

Landschappelijke inpassing Land bouw en dierhouderij bedrijf, Fam. A.J. de Hullu Kokersweg PK 2 Zuidzande.

Arbor Noord Nederland BV

Landschappelijke inpassing ten behoeve van bestemmingsplanwijziging voor het bouwen van een woning aansluitend aan Maagdenweg 1 te Aardenburg

Landschappelijke inpassingen en tegenprestatie paardenfokkerij Flitige Lise Breestraat ongenummerd, 5993 BH Maasbree PNR 5802DC / agp

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp

Landschappelijke inpassing. Guttersdijk (ongenummerd), Bredevoort

Oterleek. Beeldkwaliteitsplan Schermer 26 augustus concept en inhoud: la4sale - Amsterdam

Cursus herkennen bomen en struiken. i.o.v.

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD

Erfinrichting voorstel

Bomenlijst van Zuidplas

6.4 DEELGEBIED 4: STEDELIJK GEBIED. ^ President Rooseveltweg. ^ Viaduct van de Hoofdweg. ^ Fietstunneltje onder oprit A16

Uitwerking landschapsplan. Landschapsplan A13/A16 Rotterdam Versie F mei 2015

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR

Landschappelijke inpassing Hoogstraat Hoogstraat , Uden - PNR 5406TH

Landschappelijke Inpassing Toelichting

Beplantingsplan Camping de Peelpoort. Gezandebaan 29A te Heusden i.o.v. Dhr. T. van Maris

Pakketten maatregelen landschappelijke inpassing Gemeente Etten-Leur

colofon gemeente Wierden Afdeling Grondgebied Plantsoenlaan EC WIERDEN Nieuwland Advies Haagsteeg 4 Postbus 522, 6700 AM Wageningen

Gebiedsprofiel Hoeksche Waard

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

Projectgebied. Het project is gelegen aan de Rollestraat nummer 37 ten noorden van het dorp Wapse. Het landschap.

Landschappelijke inpassing

Landschappelijk inpassingsplan Biesheuvelweg 2, Wijk en Aalburg

REALISEREN VAN RECREATIEAPPARTEMENTEN

Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213

6.3 DEELGEBIED 3: BOS & ROTTE

Landschappelijk Inpassingsplan - Toelichting

GEMEENTE ASTEN. Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL

NOTITIE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING

Handleiding erfinrichting agrarische bedrijven

Landschappelijke kwaliteitsverbetering/ -inpassing en beheerplan. Baarschotsestraat 4 te Dorst

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING. bestemmingsplan Schoolweg 2 - Den Bommel. 27 september 2017

Homoetsestraat Landschapsplan

HERPLANT VAN IEPEN IN FRYSLAN STICHTING IEPENWACHT FRYSLÂN. Projectbureau Stichting Iepenwacht Fryslân (BTL Bomendienst)

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL

Beschermwaardige houtopstanden Annerveenschekanaal 7-dec-09

Landschappelijke inpassing Bex BV Baarloseweg 42, Kessel - PNR 5995BL / /

Erfbeplanting rond nieuwe schuur Familie Buijsse - Waterlandkerkje

Bureauonderzoek Landschap & Cultuurhistorie en Recreatie & Infrastructuur regionale waterkering Westknollendam

Landschappelijke inpassing Bouwplan Ploegmakers BV Burgemeester Van den Wildenberglaan 46a, De Rips - PNR LIP.5764RE /220915

Erfbeplantingsplan Ruiter 28 Someren

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

Bijlage 1: Ambitie en kader

Rapport Beplantingsplan uitbreiding bedrijf Jansen s Overseas te Noordwijkerhout

Nederweert en Eind tekenen de horizon

Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg

: Landschappelijke inpassing Kasteellaan 1 te Horst aan de Maas Datum : 31 januari 2017 Opdrachtgever : De Kasteelboerderij Horst

Kwalitatieve beoordeling perenboomgaard, Schalkwijk

Deze geactualiseerde aanvraag kan nu aangevraagd worden na vaststelling van het bestemmingsplan.

Waardevolle bomenlijst Waddinxveen lijst is geordend op locatie (straat) naam in alfabetische volgorde januari 2016

BOMENINVENTARISATIE. Monumentale en/of waardevolle bomen. Deel 2

Landschappelijke inpassing BERGHEMSEWEG 15 Berghemseweg 15, 5373 KG Herpen - PNR 5373KG / (print op A3)

Visie op de Twellose Beek 21

BEELDKWALITEITPLAN LOCATIE GRIJSEN Fase 2

Nieuwe Uitslag van Putten

Middeldijk 86 Barendrecht

Stuurgroep Kromme Rijnlandschap. Landschappelijke uitgangspunten Welkoop en Jumbo Wijk bij Duurstede

RECREATIEPARK WULPDAL. onderbouwing landschappelijke inpassing

Advies landschappelijke inpassing nieuwbouw bedrijfsloods en bedrijfswoning aan de Siepelveenwijk te Nieuw-Weerdinge

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Verplaatst herbouwen stolp Mijzerweg 1a Beemster. Planbeoordeling ruimtelijke kwaliteit

Bijlage bij de regels: Landschappelijke inpassingsplannen

Beheerplan Plantsoen Deel 1 Achtergrond

1505 OMN, 7 december

Transcriptie:

Bomenplan Hoeksche Waard november 2009 Vista landscape and urban design

Colofon Uitgegeven door: Groenbeheer Hoeksche Waard / Commissie Hoeksche Waard Ontwerp en grafische vormgeving: Vista landscape and urban design

Inhoud 1 Inleiding _ 5 2 Dijkentypologie 7 3 Beplantingstypen _ 9 4 Oudlanddijken 11 5 Gevarieerde dijken _ 15 6 Monumentale dijken 19 7 Transparante dijken _ 23 8 Havenkanalen en kreekmonden _ 27 9 Buitendijk _ 31 10 Polderwegen _ 35

4

1 Inleiding De bomen op de dijken dragen in grote mate bij aan het beeld van het Nationaal Landschap Hoeksche Waard. Zware essenlanen maken ware kathedralen van de dijkwegen. IJle populierenrijen geven ritme en diepte aan het landschap. De bomen weerspiegelen de inpolderingsgeschiedenis van de Hoeksche Waard. En ze vergroten de recreatieve aantrekkingskracht van het hele gebied. Ruimtelijke ontwikkelingen rond de dijken en de toegenomen aandacht voor landschap en biodiversiteit vragen om een herbezinning van het beheer uit het verleden. Daarom is door Groenbeheer recent een nieuw Bomenbeheerplan opgesteld. Dit is een uitwerking van het eerdere Landschapsbeleidsplan. Het Bomenbeheerplan bevat uitgangspunten en richtlijnen voor de kap- en verjongingsplannen en voor de jaarlijkse onderhoudsplannen. Het Bomenbeheerplan richt zich vooral op beheervragen. Als onderlegger daarvoor is meer duidelijkheid nodig over het gewenste eindbeeld van de dijken. Het Landschapsbeleidsplan is op onderdelen achterhaald en geeft onvoldoende richting aan praktische beheervragen. In de recente Structuurvisie Hoeksche Waard wordt wel gesproken over de dijken als groene dragers van het landschap, maar zijn nog geen concrete eindbeelden uitgewerkt. Daarom is dit Bomenplan opgesteld. Het Bomenplan is te zien als een uitwerking van de Structuurvisie en als een bouwsteen voor het bomenbeheer. Het Bomenplan geeft de gewenste eindbeelden aan voor de dijken en voor de overige wegbeplantingen in de Hoeksche Waard. Het Bomenplan geeft een gebiedsdekkend beeld op hoofdlijnen. Het accent ligt op de beplantingen die in beheer zijn bij Groenbeheer, maar er worden ook uitspraken gedaan over de beplanting van Provinciale wegen. De geschetste eindbeelden kunnen afwijken van het huidige beplantingsbeeld. Dat wil niet zeggen dat de huidige beplanting meteen vervangen moet worden. Wel zal bij toekomstige verjonging en vervanging geleidelijk toegewerkt worden naar het gewenste eindbeeld. Zo kunnen de samenhang en de monumentaliteit van de dijken versterkt worden. 5

Dijktypen Oudlanddijken Gevarieerde dijken Monumentale dijken Transparante dijken Buitendijk Havenkanalen en kreekmonden Polderwegen (niet op dijken) 6

2 Dijkentypologie In dit Bomenplan zijn op grond van historische en landschappelijke kenmerken zes typen dijken onderscheiden. Als zevende type zijn de polderwegen beschreven. Aangesloten is bij de indeling in verschillende poldertypen, zoals die is uitgewerkt in de Structuurvisie. Belangrijk is het verschil tussen de oude opwaspolders (de voormalige eilanden), de grote aanwaspolders in het noorden en het oosten en de schilvormige aanwaspolders in het zuiden en langs de randen. Dit polderpatroon is een van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap. Dit werkt door in de vorm van de dijken. De ringdijken rond de oude opwaspolders hebben bijvoorbeeld een grilliger verloop dan de lange oost-westdijken van de zuidelijke aanwaspolders. Ook in het dwarsprofiel is de inpolderingsgeschiedenis vaak nog terug te lezen: aan de zeezijde staan de huizen op de dijk, aan de polderzijde staan de boerderijen aan de voet van de dijk. Door eenzelfde type dijk ook zo veel mogelijk op dezelfde manier te beplanten, kunnen dergelijke landschappelijke verschillen versterkt worden en de ontstaansgeschiedenis beter zichtbaar worden gemaakt. Bijzondere historische lijnen zijn de oude havenkanalen en kreekmonden. Deze verdienen een bijzondere behandeling. Naast de historische achtergrond hebben ook de huidige situatie en de praktische mogelijkheden voor beplanting een rol gespeeld in de dijkentypologie. De primaire waterkeringen, waar uit veiligheidsoverwegingen beperkingen gelden aan de beplanting, en de relatief dicht bebouwde dijken in de noordrand, waar weinig ruimte is voor beplanting, zijn als aparte dijktypen onderscheiden. Per type zijn in de volgende hoofdstukken representatieve voorbeeldkaarten, principedoorsneden en toe te passen boomsoorten aangegeven. Tevens is een korte toelichting gegeven op de achterliggende overwegingen. In het algemeen geldt dat er zo veel moglijk aangesloten is bij het huidige beplantingsbeeld. Karakteristieke profielen, die vaak al goed zijn afgestemd op het historische dijkenpatroon, worden versterkt en uitgebouwd. Het gaat zelden om een complete transformatie. 7

Bomen met regelmatige brede kroon Deze bomen geven een monumentaal dijkbeeld. De plantafstand moet zodanig zijn dat kroonsluiting optreedt, zowel in het dwarsprofiel als in het lengteprofiel. De kronen vormen een dak over de dijk. De dijken worden groene linten in het landschap. Veelgebruikte soort is de es. Bomen met regelmatige smalle kroon Deze bomen geven een transparant dijkbeeld. Kroonsluiting is mogelijk, maar in het beeld overheerst het opgaande karakter. De dijken geven ritme en diepte aan het landschap. Doorzichten blijven aanwezig. Veelgebruikte soorten zijn populier en iep. Bomen met onregelmatige kroon Deze bomen hebben een uitgesproken eigen karakter en zijn minder geschikt als laanboom. Ze worden toegepast als solitaire bomen of in groepen, bijvoorbeeld om bijzondere plekken te markeren. Deze bomen kunnen ook als knotboom of in gesnoeide vorm worden toegepast. Veelgebruikte soorten zijn notenbomen, fruitbomen, linden en wilgen. Rietoevers Langs watergangen is boombeplanting om landschappelijke, ecologische en beheerstechnische redenen vaak minder gewenst. Hier is de aanleg van rietoevers te verkiezen. Deze vergroten de biodiversiteit en de herkenbaarheid van watergangen. Struweel- en haagbeplanting Deze beplanting wordt op specifieke locaties en voor specifieke functies toegepast. Struweel vergroot de landschappelijke variatie en de biodiversiteit. Tevens kan het extra beschutting bieden voor fietsers en rond picknickplaatsen. Waar weinig ruimte is of een extra vormaccent gewenst is, kan struweel geschoren worden tot hagen. 8

3 Beplantingstypen Per type dijk of weg worden verschillende typen beplanting toegepast. De kroonvorm en het plantverband van de bomen zijn zeer bepalend voor het beeld en de beleving. We onderscheiden drie typen bomen. In het algemeen geldt dat bij een bepaald dijktype een bepaald boomtype en een bepaald plantverband horen. Bij aanplant en verjonging dient hier rekening mee gehouden te worden. Menging van verschillende boomtypen en plantverbanden binnen één dijktraject moet zo veel mogelijk voorkomen worden. Voor specifieke locaties worden ook struweel en riet toegepast. De grazige dijktaluds zijn niet apart onderscheiden. In principe geldt voor alle dijktaluds dat een ecologisch beheer (maaien en afvoeren of extensief begrazen) gunstig is voor de biodiversiteit. Met name de oudlanddijken en de buitendijk lenen zich hier goed voor. inpasbaarheid, klimatologische omstandigheden en ziekte resistentie eigenschappen gebruikt. Voor dit Bomenplan zijn we uitgegaan van de groslijst uit het Bomenbeheerplan, maar in principe kunnen ook andere soorten of variëten toegepast worden, als deze passen bij de selectiecriteria en de gewenste kroonvorm. De genoemde soorten per dijkype zijn indicatief. Omdat binnen één soort vaak nog verschillende variëteiten voorkomen met een verschillende kroonvorm, is altijd een zorgvuldige keuze nodig. In het Bomenbeheerplan Hoeksche Waard is een groslijst van boom- en struiksoorten opgenomen. Deze lijst is gebaseerd op de 8e Rassenlijst Bomen van de Raad van Plantenrassen. Als selectiecriteria zijn inheems voorkomen, de landschappelijke 9

10

4 Oudlanddijken De dijken rond de oude opwaspolders hebben een relatief grillig verloop en kennen een grote variatie aan beplanting en bebouwing. Ook de omgeving verschilt sterk: de dijk rond het Oude Land van Strijen grenst aan open natuurgebied, de oudlandpolder onder Heinenoord ligt in de dynamische noordrand en de oudlandpolders bij Piershil en Goudswaard liggen in de rustige westhoek. Uitgangspunt voor deze dijken is het versterken van de landschappelijke diversiteit en het afwisselende karakter. De beplanting wordt afgestemd op het specifieke karakter van het dijktraject of de plek. Veel soorten kunnen worden toegepast. Diversiteit is belangrijker dan eenduidigheid. Naast bomen kunnen ook struiken worden aangeplant en natuurelementen worden aangelegd. Juist de oudlanddijken leven zich goed voor versterking van de biodiversiteit. Dijktaluds worden bij voorkeur ecologisch beheerd. Fruitbomen aan de dijk Eindbeeld: Gevarieerd groen karakter Afwisseling in beplanting Accent op biodiversiteit Gevarieerde beplanting met hoge biodiversiteit 11

12 Voorbeeldkaart van een oudlanddijk. Bijzondere bomen in los plantverband accentueren de driesprong. Struweel wordt toegepast op overhoeken en langs waterpartijen. Langs de dijkweg kunnen zowel bomen met een brede als met een smalle kroon worden toegepast, op de kruin, in het talud of aan de dijkvoet.

Het bomenbestand op de oudlanddijken is van oorsprong gevarieerd. Veelal werden bomen met een duidelijke nutsfunctie toegepast: fruitbomen (solitair, in groepen of als laanboom), diverse notensoorten, maar ook hakhout voor houtovens of gereedschap en wilgen voor hun wilgentenen. Het zijn bomen en toepassingen met een duidelijk eigen karakter en een bijzonder voorkomen. Ze sluiten vaak naadloos aan op de aanwezige erfbeplanting en natuurelementen langs de dijk. Soorten van de groslijst die in aanmerking komen: Aesculus hippocastanum Juglans regia Malus Pyrus Quercus robur en petraea Salix alba Tillia cordata, europaea en platyphyllos Ulmus minor, glabra en laevis 13

14

5 Gevarieerde dijken De oude noordelijke aanwaspolders vinden hun oorsprong in de 17e eeuw, toen het buitendijks gebied tussen de toenmalige eilanden is ingepolderd. De polders die toen ontstaan zijn, behoren tot de grootste in de Hoeksche Waard. Zij zijn uitgegroeid tot polders met een afwisselend grondgebruik. De dijken zijn relatief dicht bebouwd en er lopen vaak ook relatief drukke wegen over. Ze sluiten aan op de grotere kernen in de noordrand en er liggen diverse recreatieve voorzieningen aan. Er is meestal geen doorgaande laanbeplanting. Uitgangspunt voor deze dijken is het versterken van het gevarieerde en multifunctionele karakter. Door de dichte bebouwing is een doorgaande laanbeplanting niet goed mogelijk. De erfbeplanting bepaalt het groenbeeld. Wel is het gewenst om pleksgewijs beplanting aan te brengen, bijvoorbeeld op kruispunten of overhoeken. Boombeplanting accentueert het kruispunt Eindbeeld: Relatief dichte bebouwing met erfbeplanting Geen doorgaande laanbeplanting Pleksgewijze beplanting van kruispunten en overhoeken Bebouwing en erfbeplanting bepalen het dijkbeeld 15

Voorbeeldkaart van een gevarieerde dijk. Markante bomen met een brede kroon accentueren de driesprong. 16

Beplanting wordt gebruikt om bijzondere plekken te markeren. Hiervoor worden monumentale, in het oog springende bomen gekozen. Deze worden in groepen of solitair toegepast. Stevig en robuust met duidelijk silhouet is het motto. Het zijn bomen die, wanneer zij de kans en ruimte krijgen om uit te groeien, beeldbepalend kunnen zijn en herkenningspunten kunnen worden in het gevarieerde dijkbeeld. Soorten van de groslijst die in aanmerking komen: Aesculus hippocastanum Acer pseudoplatanus Negia. Tillia cordata, europaea en platyphyllos Quercus robur 17

18

6 Monumentale dijken De oude zuidelijke en oostelijke aanwaspolders werden in de 18e eeuw aangelegd. Het zijn lange smalle polders met een duidelijke oost-westoriëntatie. De dijken hebben vaak een typisch dwarsprofiel met huizen op de dijk aan de zeezijde en boerderijen onderlangs de dijk aan de polderzijde. De dijken werden in het verleden vooral met es beplant. Dit heeft kathedralen van dijken opgeleverd waarin de dijkhuizen met hun tuinen zijn opgenomen en die als groene achtergrond dienen voor de boerderijen. De monumentale beplanting geeft eenheid aan het gevarieerde bebouwingsbeeld. Uitgangspunt is het behoud en de versterking van het monumentale dijkbeeld. Dat wil zeggen een continue doorgaande laanbeplanting met kroonsluiting over de weg en waar mogelijk bomen zowel op de kruin als in het talud. Monumentale essenlaan Eindbeeld: Doorgaande meerrijige laanbeplanting Kroonsluiting over de weg Aaneengesloten groen lint in de open ruimte Dijkbeplanting geeft eenheid aan het gevarieerde bebouwingsbeeld 19

Voorbeeldkaart van een monumentale dijk: een dubbele rij bomen aan beide zijden van de dijk, alleen onderbroken voor de erven die zich voegen in het groene beeld. 20

Toegepast worden soorten met regelmatige brede kronen die een eenduidig laanbeeld geven. Gestreefd wordt naar minimaal twee rijen aan beide zijden van de dijk, met bomen zowel op de kruin als in het talud. Voor het monumentale dijkbeeld en de landschappelijke werking als groen lint is het belangrijk dat het profiel over het hele dijktraject zo constant mogelijk is. De variatie zit in de bebouwing en de erfbeplanting, de laanbeplanting zorgt voor de eenheid. Soorten van de groslijst die in aanmerking komen: Acer pleudoplatanus (wanneer de vorm breed eirond is zoals bij Bruchem of tot breed vaasvormig zoals bij Rotterdam ) Fraxinus (alle soorten) Populus nigra (de soort omdat deze breed piramidaal tot rond uitgroeit. Ook goed voor het genetisch bestand in Nederland) Ulmus hollandica Pioneer 21

22

7 Transparante dijken De kleine aanwaspolders in de randen vinden hun oorsprong in de 18e en 19e eeuw. Het zijn relatief open polders met een rijke kleibodem en een grootschalige agrarische verkaveling. Er is van oorsprong weinig bebouwing en er zijn geen dijkdorpen. Bij de ruilverkaveling zijn er moderne landbouwbedrijven in de polders gekomen. De dijkbeplanting is over het algemeen transparant en regelmatig. Verschillende dwarsprofielen komen voor. Vanaf de dijken kan vaak door de polder naar de volgende dijk gekeken worden. Uitgangspunt is om het regelmatige en transparante karakter van de dijkbeplanting te behouden en te versterken. Dat wil zeggen een enkelrijige laanbeplanting met de bomen aan de voet of op de kruin van de dijk. En een zo constant mogelijk beeld over het hele dijktraject. Transparante laanbeplanting houdt uitzicht mogelijk op de omgeving Eindbeeld: Zakelijke, overzichtelijke landbouwpolders Transparante en regelmatige dijkbeplanting Enkele rijen bomen met ruime plantafstand IJle bomenrijen geven ritme aan het landschap 23

Voorbeeldkaarten van een transparante dijk: aan beide zijden van de dijk een enkele rij bomen met een regelmatige kroon op of aan de voet van de dijk. 24

De dijken worden beplant met typische polderbomen. Deze worden gekenmerkt door een opgaande groeiwijze en een wat ijlere kroon. Het is van belang dat de dijkbeplanting uniform van karakter is en een regelmatig beeld oplevert. Onder de bomen door moet er zicht blijven op het omliggende landschap. De bomen kunnen zowel aan de voet van de dijk staan, of op de kruin of in het talud. Het is wel belangrijk dat over het hele dijktraject dezelde soorten en hetzelfde plantverband worden aangehouden. Soorten van de groslijst die in aanmerking komen: Populus x canadensis Ellert, Koster, Spijk Populus x canescens Bunderbos, Enniger, De Moffart, Honthorpa Salix fragilis Ulmus, de soorten die bestendig zijn tegen iepziekte en een eironde tot licht piramidale kroon hebben 25

26

8 Havenkanalen en kreekmonden Bijzondere historische elementen zijn de havenkanalen en de kreekmonden. Deze dienden als vaarverbinding tussen het dorp en het buitenwater. Bij opeenvolgende inpolderingen werden de havenkanalen steeds verder verlengd. Het profiel verschilt per situatie. Meestal lopen er dijken of kaden langs het water, soms ook wegen. Sommige wegen zijn beplant, andere niet. Uitgangspunt is dat het karakter als historische vaarverbinding centraal staat en dat de beleefbaarheid van het water wordt versterkt. Het accent ligt op oeverbeplanting in de vorm van riet of struweel. De wegen en kaden erlangs blijven in principe onbeplant, tenzij dit oude polderdijken zijn. De oude polderdijken (zoals bij Strijen) kunnen wel beplant zijn. Verder zijn ook boselementen mogelijk (zoals bij Piershil). Kreekmond bij Piershil Eindbeeld: Herkenbare historische vaarverbinding Accent op oeverbeplanting Geen laanbeplanting langs wegen en kaden Havenkanaal van Numansdorp 27

Voorbeeldkaart van een kreekmond met begeleidende weg (ten zuiden van Strijen): geen laanbeplanting langs de weg, wel oeverbegroeiing langs de kreek. 28

De wegen langs de havenkanalen en kreekmonden blijven onbeplant, tenzij deze op een van de eerder beschreven dijktypen liggen. Langs het water wordt waar mogelijk ruimte geboden aan natuurlijke oeverontwikkeling. De begroeiing zal bestaan uit riet met eventueel hier en daar opslag van wilgen of elzen. 29

30

9 Buitendijk De buitendijk heeft een functie als primaire waterkering. Hij heeft een robuust profiel en relatief weinig beplanting en bebouwing. Soms loopt er een weg over de kruin, met fantastisch uitzicht op buitendijks gebied, soms niet. Op diverse trajecten staat aan de binnendijkse kant een bomenrij aan de voet. Vanwege de waterkerende functie gelden er beperkingen aan de mogelijkheden voor beplanting en bebouwing. Voor diverse trajecten is nog dijkversteviging gepland. Uitganspunt is behoud van het monumentale en eenduidige karakter van de buitendijk. In aansluiting op de buitendijkse natuurgebieden zouden de dijktaluds ecologisch beheerd moeten worden, in zo groot mogelijke eenheden. Aan de binnendijkse zijde is het streefbeeld een bomenrij aan de dijkvoet. Dit vormt langs de hele rand van de Hoeksche Waard een herkenbare markering van de buitendijk. Bomenrij aan de voet accentueert het verschil tussen binnendijks en buitendijks Eindbeeld: Primaire waterkering met monumentaal karakter Ecologisch beheer dijktaluds Bomenrij aan de binnendijkse dijkvoet De transparante bomenrij markeert de rand van het eiland 31

32 Voorbeeldkaart van de buitendijk aan de zuidrand van de Hoeksche Waard: bomenrij aan de voet, geen beplanting op de dijk, wel ecologische beheerde taluds die aansluiten op buitendijkse natuur.

De bomen die langs de buitenrand van het eiland gebruikt worden zijn stevige, opgaande bomen met een regelmatige smalle kroon, die op termijn breder kan uitgroeien. De bomen worden in een enkele rij op ruime afstand van elkaar geplant. De bomenrij moet een transparant scherm vormen, waarin de afzonderlijke bomen herkenbaar blijven en ritme geven aan het landschap. De bomen moeten bestand zijn tegen forse wind. Soorten van de groslijst die in aanmerking komen: Populus x canadensis Ellert, Koster, Spijk Populus x canescens Bunderbos, Enniger, De Moffart, Honthorpa Salix fragilis Ulmus, de soorten die bestendig zijn tegen iepziekte en een ovale tot breed piramidale kroon krijgen 33

34

10 Polderwegen De polderwegen zijn over het algemeen onbeplant. Alleen enkele doorgaande polderwegen zijn hier en daar beplant met laanbomen of struweel (veelal in beheer bij de Provincie). Ook langs de A29 is veel beplanting aanwezig (in beheer bij Rijkswaterstaat). Uitgangspunt is dat de polderwegen in principe geen doorgaande laanbeplanting krijgen. Hiermee wordt de openheid van het landschap gehandhaafd en het verschil met de wel beplante dijkwegen versterkt. Beplanting langs de polderwegen wordt alleen toegepast om bijzondere plekken, zoals kruispunten of dorpsentrees, te markeren of om vrijliggende fietspaden te begeleiden. Dit laatste kan in de vorm van struweel- of haagbeplanting tussen het fietspad en de rijweg of aan de polderzijde. Deze beplanting geeft afscherming van het autoverkeer en beschutting tegen de wind. Het ontbreken van laanbeplanting versterkt de openheid Eindbeeld: Onbeplante wegen door de open polder Incidentele beplanting op bijzondere plekken Struweel- en haagbeplanting als begeleiding van fietspaden Haag als begeleiding van fietspad 35

36 Voorbeeldkaart van een polderweg (de N217 bij de afslag Recreatieoord Binnenmaas): geen doorgaande laanbeplanting langs de weg, wel iboombeplanting om het kruispunt te markeren en struweelbeplanting als begeleiding van het vrijliggende fietspad.

Voor de bomen die sporadisch worden toegepast om bijzondere plekken te markeren, wordt bij voorkeur gekozen voor soorten met een onregelmatige brede kroon: solitair of in groepen zijn deze beeldbepalend voor het landschap. Ook struweel of bosplantsoen kan worden toegepast, bijvoorbeeld bij parkeerplaatsen, rotondes of tankstations. Struweel kan in de vorm van een geschoren haag worden toegepast als afscheiding tussen de hoofdrijbaan en het fietspad of de parallelweg. Boomsoorten van de groslijst die in aanmerking komen: Aesculus hippocastanum Acer pseudoplatanus Negia. Tillia cordata, europaea en platyphyllos Quercus robur Karakteristieke struiksoorten die in aanmerking komen zijn Crataegus, Prunus en Salix. Deze soorten kunnen worden aangevuld met andere inheemse struweelsoorten. 37